Geschiedenis
De eerste tekenen van aspergeconsumptie zijn gevonden in de piramide van Sakkara in Egypte, gebouwd rond 2750 v.Chr. Ook de Romeinen wisten de groente twee eeuwen voor Chr. al te waarderen. Na de val van het Romeinse Rijk is ook de aspergeteelt in Europa teloor gegaan. De kennis werd wel levend gehouden in de Levant. Vanaf de 15e eeuw kwam de aspergeteelt terug in Europa, vanuitSpanje (meegebracht door de Moren) via Frankrijknaar het Noorden. Sinds de 17e eeuw werd de asperge in Frankrijk en sommige andere West-Europese landen weer gekweekt.
In Nederland worden sinds de 19e eeuw op grotere schaal asperges geteeld. Het oudste nog bestaande gebied is dat rond Bergen op Zoom, maar sinds de Eerste Wereldoorlog is Noord-Limburg het belangrijkste productiegebied voor asperges. De aspergeveiling in Grubbenvorst is daarvan het centrum. De afgelopen decennia is het gewas ook in andere delen van het land (bijvoorbeeld SallandTwente en Groningen) doorgedrongen. Een groot deel van de in Nederland gekweekte asperges wordt geëxporteerd naar Duitsland. In 2003 werd inWoerden een mes gevonden met de afbeelding van een asperge, waardoor wordt aangenomen dat de asperge in Nederland al in de Romeinse tijd werd gegeten.
In België worden asperges gekweekt in de streek rond Mechelen en de streek rond Bornem/Puurs (Kalfort) en levert een beperkte oogst. Vooral Kalfort is hier zeer bekend om. Vandaar ook vieringen als 'de aspergeworp' eind augustus, en 'aspuurge' in het 'Bos van Coolhem' in Kalfort. De asperge groeit ook nu nog wild in sommige Europese streken, zoals Polen.
|