Biografie
Karel van de Woestijne werd geboren in de Sint-Lievenspoortstraat te Gent. Aan zijn geboortehuis hangt een gedenkplaat. Zijn jeugdjaren bracht hij echter door in het nummer 106 in de Sleepstraat in Gent (waar een gedenkplaat hangt) . Toen hij twaalf was, stierf zijn vader, een koperslager, aan een beroerte, waardoor hij het morele gezag overnam over zijn broers Edward, Maurice en Gustave. Hij genoot zijn middelbaar onderwijs aan het Koninklijk Atheneum aan de Ottogracht te Gent. Hij dweepte met de poëzie van Charles Baudelaire. In Gent studeerde hij ook Germaanse filologie en kwam hij in contact met het Frans symbolisme. Hij verbleef van april 1900 tot januari 1904 en van april 1905 tot november 1906 te Sint-Martens-Latem en was vanaf 1906 correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant te Brussel. Hij woonde een tijdlang in Laken, onder meer in een bel-etagewoning aan de de Vrièrestraat 13.
In 1903 stierf zijn moeder, waardoor hij mee de verantwoordelijkheid kreeg over het ouderlijk bedrijf, dat zijn moeder had beheerd sinds zij weduwe was. Op 13 februari 1904 trouwde hij met Mariette van Hende, met wie hij een zoon Paul (1904) en een dochter Lily (1919) had. Van de Woestijnes vrouw overleefde hem veertig jaar.
Hij was tijdelijk ambtenaar bij het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen. Tussen 1920 en 1929 doceerde hij Nederlandse literatuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij was redacteur van achtereenvolgens de tijdschriften Van Nu en Straks (tweede reeks, 1896-1901) en Vlaanderen (1903-1907). Van dat laatste tijdschrift werd hij redactiesecretaris in 1906. De dichter stond bekend als een harde werker. Peter Theunynck, die 15 jaar lang werkte aan een nieuwe biografie over de dichter, omschrijft hem als heel eenzelvig en teruggetrokken, maar anderzijds zeer actief.
|