Zomertijd: dit weekend slapen we één uur minder
Klokkenmakers kijken er niet echt naar uit en met hen vele anderen, maar zaterdagnacht is het opnieuw zover: de klok wordt een uur vooruit gedraaid.
Een nutteloze maatregel voor de ene, de kans om langer van het daglicht te genieten voor de andere: de invoering van de zomertijd heeft altijd voor discussie gezorgd. Tegenstanders merken op dat de ochtendspits in oktober -net voor er opnieuw naar wintertijd wordt overgeschakeld- veel zwaarder is omdat het ‘s ochtends een uur langer donker is, voorstanders zien vooral voordelen in de zomer, wanneer men langer in de tuin kan werken of sporten.
De Vereniging tegen het Zomeruur gewaagt zelfs van een “collectief zelfbedrog” en “de klokkentijd als symbool voor dictatoriale democratie en voor algemene ontregeling”.
Het is intussen 101 jaar geleden dat de zomertijd voor het eerst in de praktijk werd gebracht: het Duitse Keizerrijk voerde die in tijdens de Eerste Wereldoorlog, op 30 april 1916. Dat gebeurde ook in bezet gebied, onder meer België dus. Niet veel later volgden Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Na de oorlog werd de maatregel weer afgeschaft, maar sporadisch werd die in sommige Europese landen opnieuw ingevoerd. België voerde de maatregel in 1976 opnieuw in, in de nasleep van de oliecrisis. Op dit moment zitten 70 landen in het winter- en zomeruursysteem.
In de nacht van zaterdag 25 op zondag 26 maart 2017 schakelen we weer over. Wie dat graag volgens de regels van de kunst doet, blijft het best wakker tot 02.00 uur, want dan pas mag je officieel de klok een uur vooruit zetten, naar 03.00 uur dus.
|