Vriezende januari, natte februari, droge maart, regen in april, is de boeren hunnen wil. |
Zoet weer in de kortemaand, is niet gelijk wat het betaamt, De boer zegt: "Het en mag en mag niet zijn, het doet pijn aan het venijn". |
|
|
Februari met veel sneeuw, een droge maart en een natte april, voorspellen een goed jaar. |
Een warme oktober, een koude februari. |
|
|
Een veel te vroege lente, geeft brood zonder krenten. |
Warme oktober dagen, februari met koude vlagen. |
|
|
In februari ziet de boer liever een hongerige wolf, dan een man een hemdsmouwen. |
Unne boer en un vèrke knorren altied. |
|
|
Groeit in februari het gras, met Pasen een dikke jas. |
Als de boeren niet meer klagen, de pastoors niet meer vragen, zijn we aan het eind der dagen. |
|
|
Als kortemaandeke teveel op maarte trekt, de boer een scheve muile trekt. |
In februari klagen de boeren het minst. |
|
|
Muggetjesdans in Sprokkelmaand, boerkens wacht uw hooitas. |
Februari wintert nooit zo fel, of hij geeft zijn 3 (of 5) schone dagen wel. |
|
|
Blazen de muggen in februari alarm, houd dan in maart de oren warm. |
Sprokkel is nooit zo wreed en snel, of ze levert haar 3 (of 5) zomerse dagen wel. |
|
|
Als februari de muggen zwermen, moet men in maart de oren wermen. |
Februari is nooit zo goed, of het vriest een voet en sneeuwt een hoed. |
|
|
Februari muggendans, geeft voor maart slechte kans. |
Niets wordt van de lente verwacht, als februari is te zacht. |
|
|
Gaan de mieren aan het garen, wacht u vorst en koude nachten. |
Is februari zacht, de lente brengt ons vorst bij nacht. |
|
|
Gaan de mieren al aan het garen, in de tweede maand van het jare. Zeker moogt ge vast verwachten, late vorst en koude nachten. |
Januari nevel tocht, Februari kil en vocht. |
|
|
Een donkere februari maakt ook goede oogst. |