Ik ben Rita
Ik ben een vrouw en woon in Oost-Vlaanderen (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 21/08/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fietsen, wandelen, reizen, dieren, foto's maken, pc, tuinieren, lezen, enz..
Moppen tappen en nu en dan een doordenkertje
18-07-2007
Nog twee uitspraken
Je kunt nooit zeggen dat je werkelijk goed leeft zolang je niet goed eet.
Mijn moeders menu bestond uit twee keuzen: graag of niet.
Onze ondernemende zoon van 9 besloot een massagetherapieservice op te zetten en oefende door iedereen in de famili te masseren. hij tekende een affiche om zijn nieuwe activiteiten aan de man te brengen, met de wervende tekst: Ik maak u weer jong. 'Dat is echt waar, mama,' zei onze 5-jarige; 'hij wreef over mijn rug en toen voelde ik me weer vier.
Mijn man wuift naar iedereen. Volgens hem toon je daar je goede wil mee, en kun je zelfs de grootste mopperaar ter wereld nog wat opvrolijken. Volgens de overtuiging wuiven mijn man en ik naar elke auto die voorbijkomt. Om de beurt staan we voor ons huis met ons dochtertje op de schoolbus te wachten. Er zijn automobilsten die breed lachen en terugzwaaien alsof we elkaar al jaren kennen. Anderen reageren wat gereserveerder. Die bewegen hun hand en doen dan alsof ze hem door hun haar willen halen, of op hun voorhoofd willen krabben. Een paar mensen toeteren terug, en dat is wuiven op zijn allerhartelijkst. Wanneer we met vrienden op de veranda zitten, steken die ook al snel hun hand op als er mensen voorbijkomen. Ik zeg dan dat ze zojuist de edele kunst van het wuiven hebben geleerd. Laatst stond ik op het postkantoor achter een man naar wie ik al vier jaar wuif; "hoe is het met jullie"? vroeg hij, toen hij mijn peuter achter zich hoorde brabbelen; "Ze wordt al groot he'. "Zeker en vast"antwoordde ik, 'Ik kan haar geen moment alleen laten'. 'Kan ik me indenken. De nieuwe veranda is trouwens mooi geworden'. 'Bedankt, We zijn er hel erg mee in onze nopjes.' 'Wel prettige dag nog, leuk om je weer eens te zien. 'Vond ik ook. Tot ziens' Het grappige was dat we elkaar niet eens kenden.
Conducteur Bob is populair bij de reizegers die vaak gebruik maken van de Long Island tot aan Manhattan rijdt. Hij heeft een goed contact met de dagelijkse forensen, maar er zit wel eens een lastige klant tussen. Op een dag reageerde een man bijzonder geërgerd, toen Bob hem on zijn treinticket vroeg. 'Waar gaat de reis heen ? vroeg Bom met een vriendelijke glimlach; 'Wel wat staat er op mijn ticket? antwoordde de passagier op een sarcastische toon. 'Eh, dat u in de verkeerde trein zit,' merkte Bob op. 'En wat moet ik nu dan doen? vroeg de man geagiteerd. Bob stempelde het ticket af, gaf het aan de passagier, lachte hem nog eens vriendelijk toe en zei uiterst beheerst: 'kijkt u maar eens of dat ook op uw ticket staat'.
Mijn vader is rij-instructeur en maakt in zijn werk veel humoristische dingen mee. Op een dag deed een van mijn leerlingen, Esther examen. Het had bloed, zweet en tranen gekost om zo ver te komen want ze was niet bepaald een vlotte leerling. In de auto zette Esther het contact aan en de examinator vroeg haar de verlichting te ontsteken ivm het slechte weer en of ze ook de richtingaanwijzers even wilde aanzetten. Tot zover geen problemen. 'Laat nu de remlichten maar branden, Esther. vervolgde de examinator. Ze keek vertwijfeld naar het dashboard draaide vervolgens het raampje open en riep naar mijn vader : "Maurice waar zit het knopje van de remlichten?"
Na ettelijke maanden te hebben gebabbeld via internet besloten mijn nieuwe vriend John en ik dat het tijd was om elkaar maar eens in levenden lijve te ontmoeten. Een week later deed ik de deur open voor een aantrekkelijke man van middelbare leeftijd met twee toetsenborden in zijn handen. Met een schaapachtige grijns overhandige hij me er een en zei: 'Voor als we niet meer weten waar we over moeten praten.'
Lokeenden, hengels, rubberlaarzen - allerlei hobbymateriaal lag hoog opgestapeld in de garage. Op een dag zag ik mijn vrouw geërgerd naar die berg spullen staren. 'Ik hoop dat ik eerder doodga dan jij, dan hoef ik die troep tenminste niet op te ruimen, verzuchtte ze. 'Bekijk het eens van de positieve kant', opperde ik. 'Als ik eerder doodga dan jij, dan kun je een advertentie in de krant zetten voor al die spullen. Daar komen vast en zeker veel mannen op af en dan kun je meteen een vervanger uitzoeken. Nog altijd naar die berg starend zei ze: 'Nou dan zou mijn type niet zijn'.
Sommige mensen zijn pas tevreden als ze wat te klagen hebben. Ik logeerde in een prachtig hotel aan het strand in Californië - een idyllische plek, zou je denken. Maar toen ik bij de receptie stond te wachten om mijn rekening te betalen hoorde ik de manager aan een andere gast vragen: "HEBT U EEN PRETTIG VERBLIJF GEHAD?" "Niet echt, antwoordde de man nors. "Het spijt me dat te horen, zei de manager verontschuldigd. Wat was het probleem?" "De branding maakte teveel lawaai."
De stagiaire bij ons op de kleuterschool gaf Thomas van 5 een opdracht en vroeg hem vervolgens: "Heb je goed gehoord wat ik zei, thomas?" "Ja natuurlijk mijn oren zijn zo goed dat ik zelfs in het donker kan horen.
Moeder kreeg van haar twee dochters telkens weer de vraag waarom ze met Kerstmis geen buitenverlichting haddan; Jaar in jaar uit werd deze vraag gesteld, totdat moeder de wanhoop nabij, uiteindelijk zei :"Als ik kleinkinderen heb, hang ik buiten kerstverlichting op;" De dochters studeerden af, gingen het huis uit en de kerstverlichting kwam niet meer ter sprake. Op een dag in november kwam haar oudste dochter op bezoek, die een jaar eerder was getrouwd. Ze gaf moeder een cadeau, dat zij vol verbazing uitpakte. Ze zag dat het kerstverlichting voor buiten was en begon te stralen. Moeder werd oma.
Toen mijn dochtertje 3 was, keken we voor het eerst naar Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen. De boze koninging verscheen, vermomd als oud vrouwtje, dat appels verkocht, en mijn dochtertje keek gefascineerd toe. Sneeuwwitje nam een hap van de vergiftigde appel en viel bewusteloos neer. Toen de appel wegrolde, liet mijn dochtertje plotseling van zich horen. "Kijk, mama, Ze lust de schil ook niet."
Op een doorgaans zonnige akker in een Zuid-Amerikaans land verbouwde boer Fernand watermeloenen. Het ging hem aardig voor de wind, maar zijn rust werd verstoord door een paar kinderen uit de buurt die 's nachts zijn grond betraden en watermeloenen aten. Hij dacht eens diep na en toen schoot hem een idee te binnen waarvan hij dacht dat het de kinderen voorgoed van zijn land zou houden. Hij plaatste op de akker een bord met de volgende tekst: "Pas op" In een van de meloenen op dit veld is cyanide geïnjecteerd." Met een gerust hart kroop boer Fernand die avond onder de wol, in zijn nopjes met zijn briljante oplossing. Toen hij de volgende ochtend zelfvoldaan zijn akker ging inspecteren, viel hem op dat ereen tweede bordje in de grond stond. Hij las wat erop stond: "Nu zijn het er twee"
Toen hun vader was overleden besloten zijn zonen, Pedro en José hem te begraven met een pak aan. Ze kleedden hun vader aan en droegen hem ten grave. Een maand later zei José tegen Pedro/ "pedro, ik heb geld nodig, want ik moet het pak van vader betalen"; "ok" zei pedro. Iedere maand kwam José met hetzelfde verzoek, en de vijfde keer vroeg Pedro: "José, had je geen goedkoper pak voor vader kunnen kopen?" "Ben je gek? ik heb het niet gekocht, ik heb het gehuurd."
Een moeder maakt zich zorgen, omdat haar zoon nooit studeert. Ze gaat naar zijn kamer en vraagt: 'Kun je me nu eens uitleggen waarom je nooit serieus aan het werk bent als ik toevallig binnenkom?" De jongen zegt: "Dat komt doordat ik je niet hoor aankomen, mam"
In de tram vraagt een vrouw aan een student die naast haar zit: 'Heb jij enig idee waar ik moet uitstappen voor het Noorderbad?' 'Jazeker, antwoordt de student, 'Let u maar op mij, u moet er een halte eerder uit.'
De senioren uit het dorp gingen er een dagje op uit met de bus. Na een uurtje rijden kwam er een dame naar de chauffeur toe en vroeg: 'Lust u een handje pinda's?' 'Graag' antwoordde de chauffeur. Een uur later vroeg ze het weeer en opnieuw ging de bestuurder in op het aanbod. 'Toen ze na de middag wederom een handje pinda's aanbood, vroeg de chauffeur nieuwsgierig: 'Lust u zelf geen pinda's, mevrouw?' 'Nee, antwoordde ze. 'Ik lik er alleen de chocolade af.'
Anne was plotseling onwel geworden, dus belde haar man Henk de 100. De telefoniste beloofde direct iemand te sturen. 'Waar woont u? vroeg ze. Henk antwoordde: Aan het einde van de Eucalyptusallee'. De telefoniste vroeg: 'Kunt u dat even spellen?' Het bleef een tijdje stil. Vervolgens stelde Henk voor: 'Als ik haar nu ens gewoon naar de Eikenlaan draag en jullie haar daar oppikken?'