Theoretische Psychologie
een fenomenologisch onderzoek; op zoek naar een overkoepelende theorie voor gedrag
Inhoud blog
  • commentaar van John op krantenartikel; 16 december 2010
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    04-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roos de Klerk reageert op Klaas Linker, op 4 maart 2009

    Ik begon mij een beetje als Alice in Wonderland te voelen na John's laatste stuk: verdwaald tussen taal, korrelgrootte, invariantie en fractalen, en op zoek naar het voortsnellende witte konijn ( = John?). Het navolgende is een poging voor mijzelf om weer op weg te raken.

     

    Wat mij opvalt, is dat zowel John als Klaas op zoek lijken te zijn naar "de realiteit achter de taal" en daarbij de taal als het ware willen lijken te omzeilen. Eerlijk gezegd lijkt mij dat niet goed mogelijk. Het doet mij denken aan iemand die wil lopen zonder zijn benen of protheses te gebruiken. Of we willen of niet, alles wat je doet, denkt, voelt, hangt samen met taal.

    Ik kan mij overigens helemaal vinden in Klaas' laatste stuk, behalve dus in wat hij schrijft over het passeren van taalstructuren.

     

    Nog een vraag: hoe kun je op zoek gaan naar de essentie, de realiteit achter de taal, als je er tegelijk van overtuigd bent dat die essentie, die realiteit niet gekend kan worden (Plato, Kant en Klaas)? Zijn we dan niet met z'n allen bezig aan een 'als-of '- constructie, een soort schijnvertoning? We kunnen dan wel onze beelden van de werkelijkheid uitwisselen, maar wat is dan de zin van zo'n onderneming?

     

    En verder, wat betreft 'taal' :

    Ik denk dat we onderscheid moeten (blijven) maken tussen taal en connotaties. John's voorbeelden van de pacifist en de atheïst maken mij duidelijk hoe afhankelijk je daarin kunt worden van je ' tegenstander' en diens taal(-gebruik). Omdat je ' tegenstander' de negatieve connotaties van pacifisme dicteert, besluit jij dat je die term voor jezelf niet zult gebruiken, zelfs, dat zo'n overkoepelende term niet nodig is! Volgens mij kun je hier eenvoudiger uitkomen door de term 'pacifist' helder te definiëren (ja, in taal!) bijvoorbeeld: "iemand die tegen het gewapend oplossen van conflicten is".

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-03-2009, 19:43 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    03-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Klaas reageert op John's artikel van 1 maart 2009

    In de natuurkunde, c.q. scheikunde, wordt het begrip element doorgaans gebruikt voor de stoffen (atomen) die geordend zijn in het periodiek systeem. Een element wordt dan gezien als een bouwsel dat bestaat uit elementaire deeltjes zoals proton, neutron, elektron, etc. We kunnen natuurlijk van deze conventie afwijken, maar liever zou ik deze conventie toch maar willen blijven volgen. Temeer ook daar, naar ik meen, dit concept ons kan helpen om "de kleinste bouwsteen van onze psychische werkelijkheid" te definiëren. Laten we deze kleinste bouwsteen eens een BE (BestaansElement) noemen. Een BE kan dan worden gezien als het samengaan van een indruk (iets zintuiglijks), een sensatie (gevoelservaring), een actie (eventueel actietendens) en een evaluatief moment. Een voorbeeld: we merken een plotselinge geur, deze geeft een prettig gevoel, we halen aandachtig adem, we constateren weldadigheid. Op deze wijze kunnen we alles wat we in ons leven meemaken in een samenhangend verband onderbrengen. In dit verband, een zintuiglijke indruk zie ik als behorend tot het cognitieve betekenisveld. Ook alle interacties met onze medemensen passen goed in een dergelijke structuur. Met andere woorden we hebben naar mijn mening een concept voor een "psychologisch element". Een voordeel van deze zienswijze is dat deze los staat van de taal en kunnen we ermee inderdaad "de taalstructuren passeren". De taal kunnen we er juist mee onderzoeken als een psychologisch fenomeen. John, als je de vraag stelt of het misschien tijd wordt voor nieuwe cognities over gedrag, dan zou dit mijn antwoord zijn. Het bovenstaande is een summiere samenvatting van mijn ideeën over dit onderwerp, maar als jullie dit aanspreekt zal ik graag laten zien hoe dit verder kan worden uitgewerkt.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-03-2009, 13:54 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    01-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.reactie van John op Roos' artikel van 10 februari 2009

    Je vraagt om een verduidelijking van het begrip “korrelgrootte”. Hier ga ik nu veel uitvoeriger op in, daar ik met mijn vorig bericht waarschijnlijk op de verkeerde weg zat.

     

    Schaalgrootte, schaal van inzoomen, grootte van de korrel lijken synoniemen voor wat ik wilde duidelijk maken. Zij leken alle te wijzen in de richting van een psychologisch “element”, vergelijkbaar met het natuurkunde begrip element: proton, neutron, elektron.

    Ik meende met “korrelgrootte” een constante gevonden te hebben, die kandidaat zou staan als element voor gedrag.

    Echter. Van een element verwacht ik dat er geen relaties bestaan met boven- en ondergeschikte korrelgrootten. Bij nadere exploratie bleek dat echter niet het geval. sterker nog: er bleek keer op keer dat een bepaalde structuur invloed uitoefent op onder- of bovengeordende structuren.

     

    Omdat ik tegen investeringen in het leger ben, zou ik mezelf desondanks niet “pacifist” noemen. Die term wordt namelijk vooral door opponenten gebruikt, om die groepering te desavoueren. Ik noem opponenten immers niet zomaar “fascist”, of “crimineel”.

     

    De socioloog Bram de Swaan stelde over geloof en ongeloof dat hij zichzelf als te ongelovig beschouwt, om zich “atheïst” te noemen. Het begrip atheïst lijkt hier zijns inziens een overkoepelend begrip binnen de cognities van de gelovigen. Als “gewoon” mens bestaat er inderdaad geen behoefte aan een overkoepelend begrip.

    Als essentieel aan beide voorbeelden stel ik dat er een relatie bestaat tussen de diverse korrelgrootten:

    pacifist ó opposant tegen bewapening, of: atheïst ó iemand die niet in God gelooft.

    Ter toelichting: waarom zouden we wel een apart overkoepelend begrip hebben voor iemand die niet in schepping en God gelooft. We hebben immers geen aparte aanduidingen voor iemand die niet in Marsmannetjes gelooft of meent dat de Maan van kaas is?

    Het feit dat er een relatie bestaat, doet afbreuk aan de waarschijnlijkheid dat hier sprake is van een gedragsmatig element.

    Ook bij verdere exploratie kwam ik steeds verbanden tegen die ingaan tegen de veronderstelling dat korrel een onafhankelijk element betreft dat onafhankelijk is van boven- en onderordeningen.

     

    Dit leidde tot de volgende gedachtegang:

    Is het een na-ijleffect van de kennismaking met de natuurkunde, dat ik naar grootheden zoek als constanten, zoals “korrelgrootte”?

    Kan het zijn dat er een principe als element kan worden aangewezen, in plaats van een “vaste” maat zoals de korrel?

    Zo’n principe zou kunnen zijn: de invariantie van grootte. Dit gaat dus meer in de richting van fractalen, waarvan de objectieve grootte niet ter zake doet. Hierop stuitte ik al eerder en verdient verdere exploratie.

     

    Een andere gedachtegang die bij hetzelfde eindpunt uitkomt: kan het zijn dat de denkgewoonten over gedrag tot chronische vertekeningen leiden? Gesteld kan zelfs worden dat ik met het zoeken naar een element met vaste grootte ontrouw was aan de hypothese, dat de grootte irrelevant is en dat hier fractalen model dienen te staan.

    Een andere overweging: kan het zijn dat we via de Verlichting (Eng: Enlightenment) een ondeugdelijk denkschema overgeërfd kregen, waar we tot nu toe mee zitten opgescheept? Dienen begrippen als causaliteit, historiciteit en logisch verband herijkt te worden voor ons doel?

    De consequentie van zo’n verkeerde cognitie kan zijn dat men het tot nu toe met wrakkige theorieën moet doen, ten aanzien van gedrag. En dat is een indruk die bij mij voortdurend terugkeert. Tijd voor nieuwe cognities over gedrag? Indien zich dat waar maakt, kan dit gevolgen hebben voor cognitieve behandelingen, misschien niet direct op operationeel niveau maar op een breder gebied van de psychologie.

     

    Roos, je stelt voorts:

    Je stelt dat reflexen en actiepotentialen buiten het domein van gedrag vallen, maar er wel mee in verband kunnen worden gebracht. Hier dreigt een misverstand: ik ga nog steeds uit van de omschrijving van gedrag: elke activiteit van het (menselijk) organisme. Anders is het mij niet duidelijk wat je onder gedrag wilt verstaan!

     

    Zoals ik dat zie rammelt het begrip gedrag in de zin van permanente fluctuaties! Een bepaald begrip lijkt het goed te doen binnen een bepaalde context. Na wijziging daarvan past het taalelement “gedrag” niet meer in de nieuwe context. Opeens treedt desoriëntatie op. Wat is nou gedrag? alles toch?

    Voor mijn betoog blijk ik een afwijkende afbakening van het domein “gedrag” nodig te hebben.

    Volgens mij moet je in de gaten houden dat de realiteit nooit in de taal en de woorden ligt, maar altijd in het onderwerp waar we mee bezig zijn.

    Nu ik dit opschrijf realiseer ik me opeens wat de oude fenomenologen mogelijk probeerden met hun filosofische stroming: de dwingende macht van het woord kwijt te raken. Opeens vermoed ik dat zij in dit opzicht dezelfde strijd voerden als theologen: hoe breek je de macht van het woord om toegang te krijgen tot de realiteit “daarachter”?

    Door vanaf het begin een ander uitgangspunt te kiezen zoals hier gebeurt, is het minder moeilijk om taalstructuren te passeren. Maar het vereist wel oefenen om niet de betekenis van het woord voorop te stellen!

     

    Je stelde:

    En in dat verband: je verwerping van causale constructies: is dat niet te zeer een zelfopgelegde beperking? Bij reflexen en actiepotentialen, die ik toch echt tot het domein “gedrag” wil rekenen, is wel degelijk sprake van causale relaties. Ik begrijp dat je veel ruimte wilt maken voor permanente fluctuaties, onbepaaldheden en dergelijke, maar het bestaan van bepaalde causale verbanden kun je toch niet ontkennen?

    Er is vrijwel zeker iets ernstigs aan de hand met causaliteit. Ik vermoed dat dit meer gestalte gaat krijgen zodra de invloed van de Verlichting op ons huidig denken duidelijk wordt. Bij Sander Bais liep ik een kennis tegen het lijf die vertelde dat ze zich onder meer met de Verlichting bezig houdt en daar een hovo-cursus in volgt. Zodra ze terug is van vakantie zal ik haar daarover benaderen.

    U hoort nog dezerzijds!

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-03-2009, 17:01 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.reactie van Klaas op Roos, 10 februari 2009

    Dat we in eerste instantie uitgaan van onze persoonlijke beelden omtrent dat wat wij zien als werkelijkheid en dat deze vrijwel zeker verschillend zijn voor ieder van ons, daar ben ik het helemaal mee eens. Wel denk ik dat daarvoor hetzelfde geld als voor de taal. Wat de taal betreft is er toch wel zoiets als een algemeen begrepen betekenis van de woorden die we gebruiken. Als ik in een woordenboek kijk, dan komt de beschrijving veelal wel min of meer overeen met wat ik al dacht. Uiteindelijk heb ik ook al een heel leven achter mij waarin ik daarmee heb geoefend. Ditzelfde geld, denk ik, voor ons beeld van de werkelijkheid. Wel zal dit nogal cultuur gebonden zijn. Dat er taalverschillen zijn met medemensen die in een andere cultuur gevormd zijn, is vrij manifest en daardoor ook voor iedereen wel duidelijk. Maar dat dit ook geld voor onze werkelijkheidsbeelden is iets waarvan ik denk dat daar vaak te achteloos over wordt gedaan. Met de gebruikelijke misverstanden tot gevolg.
    Dus laten we vooral doorgaan met onze gedachtewisseling over hoe we om kunnen gaan met dat wat elk van ons ziet als werkelijkheid. Juist door te proberen onze persoonlijke theorieën aan elkaar voor te leggen, kunnen we met elkaar bouwen aan zoiets als een overkoepelend algemeen aanvaard werkelijkheidsbeeld. Ik wil zo graag weg uit het isolement van mijn persoonlijke opvatti


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    01-03-2009, 13:57 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    10-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roos de Klerk schrijft op 10 februari 2009:

    REACTIE OP KLAAS DD 01-02-2009

                   EN OP JOHN DD 07-02-2009

     

    Roos de Klerk, 10-02-2009

     

     

     

    Klaas:

     

    “Raden” kun je op verschillende manieren doen: in het wilde weg, of gebruik makend van bepaalde informatie: “educated guesses”. Sommige mensen zijn daar beter in dan anderen en dat heeft o.a. met intelligentie te maken (het oplossen van raadsels). Wat mij betreft gaat het om een glijdende schaal.

    In principe heb je natuurlijk gelijk met de stelling dat de werkelijkheid onkenbaar is. En dat je geen attributies kunt toekennen aan de werkelijkheid zelf, maar alleen aan (een) beeld(en) van de werkelijkheid. Toch kom ik hiermee in problemen: over welke en wiens beeld(en) gaat het? Jouw beeld kan een heel ander zijn dan het mijne – en is dat waarschijnlijk ook voor tenminste een deel - . Als we kijken naar miljarden aardbewoners hebben we het ook over miljarden beelden van de werkelijkheid die misschien allemaal verschillend zijn of elkaar deels overlappen. Kunnen we bij het consequent hanteren van jouw stelling (die van Plato, Kant, Wittgenstein) nog uitspraken doen / theorieën formuleren over wat  dan ook?

     

     

     

    John:

     

    Over het relativeren van de uitgangspunten van de psychoanalyse hebben we het al even gehad: de kritiek kwam/komt niet zozeer van binnenuit, maar heeft te maken met wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen, van buitenaf dus.

     

    Naar mijn idee zou je het begrip “korrelgrootte” toch nog iets moeten verduidelijken, vóór hierover misverstanden ontstaan. Ik denk dat het te maken heeft met beleving van ruimte en tijd en de factoren die hierop van invloed zijn, maar ik ben er niet helemaal zeker van.

     

    Je stelt dat reflexen en actiepotentialen buiten het domein van gedrag vallen, maar er wel mee in verband kunnen worden gebracht. Hier dreigt een misverstand: ik ga nog steeds uit van de omschrijving van gedrag: elke activiteit van het (menselijk) organisme. Anders is het mij niet duidelijk wat je onder gedrag wilt verstaan!

    En in dat verband: je verwerping van causale constructies: is dat niet te zeer een zelfopgelegde beperking? Bij reflexen en actiepotentialen, die ik toch echt tot het domein “gedrag” wil rekenen, is wel degelijk sprake van causale relaties. Ik begrijp dat je veel ruimte wilt maken voor permanente fluctuaties, onbepaaldheden en dergelijke, maar het bestaan van bepaalde causale verbanden kun je toch niet ontkennen?


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-02-2009, 22:17 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    07-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Commentaar van John op Roos de Klerk's artikel van 23 januari 2009

    Roos de Klerk reageert op “gedrag, wat is dat?” van 23-1-2009

     

     

    Je stelt je de vraag: “is de huidige psychologie nu echt zo deterministisch en statisch?”

    Ik meen te zien dat de meeste theorieën liever refereren aan stabiliteiten en vaste structuren, dan aan permanente fluctuaties, onbepaaldheden en geringe voorspelbaarheid vanuit de directe waarneming. Op zoek naar vastigheid doet men naar mijn indruk de psychologische realiteit soms geweld aan. Daarmee verlengt de vakman dan, wat ook de leek uit zichzelf doet. Bij behandeling van diens problemen kan het dan gebeuren dat de vakman blind blijft voor de eigen tekortkomingen en op diezelfde grond het te veranderen gedrag niet juist beoordeelt.

     

    Over de toen jongste ontwikkelingen van de psychoanalyse hoorde ik in de jaren zeventig voor het laatst. Ik was toen nog in opleiding tot psychotherapeut. Mogelijk is er van dat front nieuws te melden. In die dagen hoorde ik nimmer iets over de mate van voorspelbaarheid van gedrag als uitgangspunt van de psychoanalyse. Ook het determinisme stond toen niet ter discussie. Soms is het goed om ons te realiseren dat wij mensen zijn. Het is immers niet leuk om te horen dat Freud’s Traumdeutung minder spannend wordt, indien men zich realiseert dat determinisme de realiteit geweld aandoet. Daar kun je geen klinische praktijk op baseren en de wetenschap dient zich eerst verder te ontwikkelen alvorens het zinvol is om mensen professioneel te adviseren. Exit psychotherapie, exit psychotherapeut!

     

    Voor het behaviorisme geldt volgens mij iets anders. Vanaf het begin was deze explicieter met de visie op causaliteit en voorspelbaarheid. Deze stroming werd vanaf het begin met experimenten begeleid en maakte een ontwikkeling door, die op geleide van wetenschappelijke uitkomsten werd bijgestuurd. Jouw opmerking over S-O-R past hier goed in.

     

    De psychoanalyse ontbeert die experimentele traditie en berust veel meer op impliciete consensus, geworteld in culturele patronen die waarschijnlijk als vanzelfsprekend geldig werden beschouwd. Vergelijking van de klassieke psychoanalyse met het behaviorisme en later de gedragstherapie, bracht de gedragstherapie op voorsprong doordat deze stroming zoveel beter voor onderzoek toegankelijk was. De klinische acceptatie en het daarbij behorende gevoel van evidentie[1] hield aanvankelijk de psychoanalyse zelfs op voorsprong, zoals ik me dat herinner.

     

    Over klokketijd: dit is een fenomeen dat me al lang bezig houdt. Een methodologische truc lijkt het me, een nieuwe theorie te ontwikkelen aan de tijdsbeleving. In hoeverre is die theorie in staat om dat fenomeen adequaat te representeren? Ik vermoed dat hier meerdere factoren tegelijkertijd een rol spelen. Eén daarvan kan de korrelgrootte[2] zijn.

    Indien zich dit waarmaakt, dan is het begrip korrelgrootte zowel op ruimtelijke als op tijdelijke fenomenen van toepassing.

    Hoewel zeer riskant, waag ik een veronderstelling:

    Is korrelgrootte een zodanig elementaire eigenschap van het menselijk functioneren, dat zowel tijdelijke als ruimtelijke ordeningen onderhevig zijn aan dit elementair menselijk functioneren?

    Is dit een “Kategorie” in Kantiaanse zin? Dit kan volgens mijn vermoeden alleen worden geïntroduceerd als een geldige denkroute, indien wij de relatie tussen de natuurkundige begrippen ruimte en tijd aan kunnen sluiten bij het gedragsmatige begrip. Aan die voorwaarde lijkt mij op dit moment niet voldaan[3].

     

    Indien dit pad verder vervolgd kan worden, dan kan dit mogelijk aan een kennistheorie[4] bijdragen.
    Ik heb het boek van Draaisma gelezen en herinner me daar niets van. Misschien is dat eigen aan boeken die over vergeten gaan. Daar kom ik op terug.

     

    Jouw opmerking over ‘elementen’ leidt me tot de volgende overweging: je noemt als elementen: reflexen en actiepotentialen.

     

    Wat vind je hier van:

    Beide begrippen vallen buiten het domein van gedrag. Wel kunnen ze daar mee in relatie worden gebracht.

    Louter intuïtief – het ontbreekt me vooralsnog aan argumenten – neig ik er toe om als procedure te hanteren:

    1. ons werkveld is: gedrag
    2. de primair te gebruiken begrippen dienen direct daar betrekking op te hebben, dus: geen causale constructies;
    3. in deze verklarende, toelichtende, uitleggende, begrijpende of anderszins reliëf aanbrengende fase staat de “hele wereld” tot onze beschikking. Verklaringen van gedrag hoeven met andere woorden geenszins in gedragstermen plaats te vinden. De begrippen ‘reflexen’ en ‘actiepotentialen’ kunnen hier zeer wel worden gebruikt;
    4. het oorspronkelijke waarnemingsveld dient er anders uit te zien, op grond van stap (3);
    5. De gebruikte terminologie dient aan het eind van deze cyclus om die reden te behoren tot het domein van gedrag. daarmee keren we terug tot (1).

     

    Bekijk eens wat je van dit voorstel voor een cyclus vindt.

     

    Jouw opmerking over korrelgrootte als element wijst er op, dat hier nog veel dient te worden uitgezocht.

    Ik ontdekte dat wij eigenlijk geen ingebouwd orgaan hebben om dit als “elementair” te herkennen. Dat bleek nota bene toen ik bezig was met het bewerken van foto’s!

    Dit kan er op wijzen dat korrelgrootte inderdaad geen elementaire waarde heeft. Een andere veronderstelling kan zijn dat dit wel het geval is, maar dat we het nooit hebben leren kennen en er geen “orgaan” voor ontwikkeld hebben – misschien is dit in specifieke situaties trouwens anders – om er handig mee om te gaan.

    Dit dient nader te worden uitgezocht.

     

    John, 7 februari 2009.



    [1] Wat mij betreft op te vatten als: vermoedelijke juistheid. Niet te verwarren met Engels: evidence = bewijs.

    [2] Eerder ook wel ‘schaalgrootte’ genoemd. Een keuze in het gebruik van dit begrip dient nog te worden gemaakt

    [3] Tijdens  een voordracht over de relativiteitstheorie tijdens de zomercursus ‘het vreemde in de natuurkunde’ (Leiden, 2005) poogde de astrofysicus Vincent Icke deze natuurkundige begrippen te vertalen in gedragsmatige. In mijn ogen kwam hij uit op subjectivisme en kunstzinnig impressionisme. De relatie met de relativiteitstheorie ontbrak toen. Maar die poging is mijns inziens intrigerend!

    [4] vooral Klaas is hier in geïnteresseerd. Een spannende hypothese!

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-02-2009, 17:20 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roos schrijft op 23 januari:

    REACTIE OP JOHN’S BERICHT:

     

    “GEDRAG, WAT IS DAT?”

     

    door Roos de Klerk, 23-01-2009

     

     

    Een boeiend en lezenswaardig stuk!

    Na lezing bleef bij mij toch de vraag hangen: “Is de huidige psychologie nu echt zo deterministisch en statisch?” 

    De uitgangspunten van de klassieke psychoanalyse en het klassiek behaviorisme hebben in de afgelopen decennia een herwaardering ondergaan en zijn fors gerelativeerd.

    Wat betreft de (klinische) voorspellingen: met de introductie van de statistiek en begrippen als betrouwbaarheid en validiteit worden toch vooral uitspraken gedaan in termen van schattingen en waarschijnlijkheden?

    Zit er al niet veel waarschijnlijkheid en complexiteit in de bestaande theorieën over en definities van gedrag? Een (vroeg) voorbeeld lijkt mij: het toelaten van de O in de keten S – R ( dus: S-O-R)  waarmee de weg geopend werd voor bijvoorbeeld de rol van cognities. Theoretisch zijn cognities niet onveranderlijk. In de praktijk vaak wel, denk aan vooroordelen.

     

    Over het probleem van het verschil tussen klokkentijd en ervaren tijd het volgende:

    Een sluitende verklaring voor dit fenomeen is er misschien nog niet, wel is er kennis over factoren die van invloed zijn. Douwe Draaisma, (2001) heeft in: ‘Waarom de tijd sneller gaat als je ouder wordt’ over het verschijnsel leuke ideeën geformuleerd.

     

    Over het begrip “elementen”:

    Dit lijkt mij een juiste term, aangezien het over zeer elementaire, basale processen lijkt te gaan. Ik denk daarbij aan reflexen en actiepotentialen. Het lijkt mij een uitdaging om de theoretische stap te maken van deze intentie- en richtingloze elementaire deeltjes of processen naar doelbewust en doelgericht gedrag van individuen en /of groepen.

     

    Het begrip “korrelgrootte” lijkt mij van een andere orde dan voornoemde elementen of elementaire deeltjes en factoren. Bij korrelgrootte gaat het  om een maat, de elementen zoals jij die beschrijft zijn m.i. eenheden van gedrag op basaal niveau.

     

    Ik ben benieuwd naar jouw reactie en die van de andere forumleden. En naar verdere ontwikkelingen natuurlijk!

     

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-02-2009, 17:14 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    02-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klaas Linker op 1 februari 2009:

     

    Waarschijnlijkheid

     

    Raadselspelletjes bestaan al heel lang. Al in verhalen die stammen uit de oudste tijden kan men ze, als wezenlijk voor de verhaallijn, tegenkomen. Raden naar iets dat men niet weet blijkt dan iets waarmee men zich kan onderscheiden en als men blijkt daar goed in te zijn, levert dit van oudsher achting op. In de wetenschap is dit verschijnsel uitgewerkt tot de methode waarmee waar en onwaar moet worden onderscheiden.

    Hoewel bijna elke wetenschapper hier wel van doordrongen lijkt, komt het mij voor dat er nogal eens niet beseft wordt, dat de waarschijnlijkheidsleer een methode is en dat waarschijnlijkheid niet als een eigenschap van de werkelijkheid beschouwd kan worden. Met name Kant heeft in een mij overtuigende redenering laten zien, dat de werkelijkheid in principe onkenbaar is en dat het bij voorbaat zinloos is om eigenschappen aan de werkelijkheid toe te schrijven. Ook Wittgenstein is het daar heel duidelijk mee eens.

    Wat we wel kunnen doen is ons een beeld van de werkelijkheid vormen. En aan dit beeld kunnen natuurlijk wel eigenschappen onderkend worden. Maar dit is heel iets anders dan dat we daardoor ook de werkelijkheid zouden kennen. Het komt mij voor, dat het ontbreken van dit besef een rol heeft gespeeld in bijvoorbeeld de discussie tussen Einstein en Bohr, als Einstein zegt: “God dobbelt niet.” Mij lijkt het in elk geval duidelijk dat we dit 'heel gewoon' niet kunnen weten en dan ook nooit zullen weten. Het komt zo vaak voor, dat als het in het publieke debat gaat over de betekenis van wetenschappelijke bevindingen, dit aanleiding is tot allerlei getheoretiseer dat niet alleen overbodig is, maar ook schadelijk. Met name denk ik dan aan debatten over de evolutieleer.

    Waarschijnlijkheid is een concept dat voortkomt uit de waarschijnlijkheidsleer en is ook een heel fundamenteel concept ervan. Daarom denk ik dat het voor onze verdere gedachtewisseling wel van belang is, dat we van elkaar weten van welk standpunt we uitgaan. Als we onder een attributie verstaan, dat het een eigenschap is die we aan de werkelijkheid toeschrijven, dan zal uit het bovenstaande duidelijk zijn, dat mijn mening een andere is. Belangrijk in mijn ogen is het onderscheiden van 'werkelijkheid' en 'beeld van de werkelijkheid'. Deze twee concepten met elkaar verwarren leidt tot heilloze misverstanden.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-02-2009, 21:33 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    Archief per week
  • 17/06-23/06 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 25/04-01/05 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 26/10-01/11 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 21/05-27/05 2007
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!