XX 8/9//10 We zijn blijven hangen bij onze vrienden in Montefiore, na hun gemeend aandringen om mede met de familie Sues verjaardag te vieren. Ze is vandaag 66 geworden. Het wordt een bonte bende van een 20 à 30 tallige Italo- Brittenmix waar wij zowat de witte konijnen zijn because ons nomadenbestaan. Ze geraken er niet over uitgepraat.
Sue is Engelse en ze heeft een zuster, ook Sue die juist één jaar en twee dagen ouder is. En een verhaal
Het verhaal start een kleine twee jaar voor haar geboorte, zo rond eind 1942, begin 1943. Haar vader dient bij RAF (de Britse luchtmacht) en is al een hele tijd niet thuis ergens oorlog aan het voeren. Als hij ongeveer eind 43 terug komt vertelt zijn vrouw Sues moeder hoe hard ze het heeft gehad en ook dat ze mama is geworden van een dochtertje dat ze Susan heeft genoemd en waarvan hij uiteraard de vader niet kan zijn. De man begrijpt dat het moeilijke tijden zijn en kan de misstap vergeven maar wil hem ook vergeten. Hij stelt zijn vrouw voor de keuze, de baby of hem. Het kindje wordt geadopteerd, ze hervatten hun leven en binnen de kortste keren is zij terug in verwachting en wordt tegen september (opnieuw) een dochtertje geboren dat raar maar waar ook Susan zal heten. Vader sterft, een stuk later moeder en niets of niemand zegt Sue iets over het bestaan van de andere Sue. Op haar sterfbed overhandigt mama een klein stapeltje brieven, correspondentie onder geliefde echtgenoten. Sue leest er een, maar wil liever niet verder snuisteren en wachten tot ze zich daarvoor gereed voelt.
Ze trouwt, heeft kinderen, scheidt en trouwt opnieuw met Lamberto haar huidige echtgenoot.
De andere, één jaar oudere Sue, heeft gewacht tot haar beide pleegouders overleden zijn om op zoek te gaan naar haar roots. We zijn dan al in de late jaren 80. Het wordt een lange zoektocht waarbij ze de naam van hààr vader niet kan traceren en als ze uiteindelijk ontdekt wie haar moeder is, valt het op dat haar naam wordt vernoemd in stukken. Ze begrijpt er niks van, ja ze is geboren in september weliswaar twee dagen later maar dat neemt ze voor een vergissing tot ze uiteindelijk vaststelt dat ook het jaar verschillend is. Haar vader vindt ze niet, haar moeder is dood en haar hoop is vanaf dan dat ze een zus heeft. Het eerste praktisch spoor dat ze vindt is het telefoonnummer van jongere Sues ondertussen ex echtgenoot. Die weigert gegevens door te geven. Ze laat haar telefoonnummer achter. De man belt zijn dochter en vraagt haar, haar moeder op te bellen met melding dat ze eens een nummer moet opbellen. Jongste Sue is dan aan het apresskiën in Andorra. Het eerste wat in haar opkomt is dat ze misschien erfgename is van god weet van wie. Ze twijfelt te bellen maar de jolige bende hitst haar op. Ze belt. Hier Sue, je had gevraagd om je op te bellen. Ja, zit je? Mijn naam is eveneens Sue en ik ben je halfzuster. Can we meet? Twee dagen later haalt Sue, Sue af aan het vliegveld van Barcelona.
Terwijl ik hiemee bezig ben, zitten twee dames, Sue en Sue,(zie foto) voor mij aan tafel zich als verschrikkelijke lachtaarten mekaar verschrikkelijk gaarne te zien.
In haar research is Sue de oudste te weet gekomen dat hun Mom tussen het brievenstapeltje op haar sterfbed een eigen brief aan haar dochter had gedropt waarin ze haar geheim prijsgaf.
Jongere Sue had na haar scheiding de brieven van haar ex verbrand en gedacht waarom zou ik die andere niet ook verbranden. De zussen zouden elkaar mogelijks dan vele jaren vroeger in de armen hebben kunnen nemen.
Voor ons is het nu tijd om de camper af te halen die we hebben laten nazien op veiligere remmogelijkheden en dan is t van: we vieren feest tot morgen vroeg en zingen; volare ooohooo. Ciao
XX 7/9/10 We zijn aangekomen bij onze vrienden Sue (Suzan) en Lamby (Lamberto). We hebben hen leren kennen in Portugal. Een dorpje in Appenijnen (Montefiore Conca), met prachtige zichten op dit licht berg- tot heuvelachtig landschap. We wisten het Lamberto is een verteller die geen stiltes verdraagt en desnoods drie keer hetzelfde overdoet beter dan dat je de klok zou horen tikken. Een straf, echt op zijn Italiaans, verhaal. Geef er aandacht aan als je ooit denkt met de auto door Italië te reizen. Hij is aan het rijden als hij plots eenpok hoort, een licht voorwerp dat tegen zijn auto slaat. Hij rijdt verder tot hij wordt aangemaand te stoppen door een auto die hem volgt.
Scusie Senore heb je geen pok tegen je auto gehoord. Ja zegt Lamby. Dat was jij die tegen mijn achteruitkijkspiegel reed zegt de nette meneer. Sorry zegt Lamby. t Is niks zegt de andere, t is 250. Dat wordt iets voor de verzekering vindt onze vriend. Ach komt laat vallen geef me 100 en je bent van alle papperassen af en ik kan verder zegt de Nette. Ik heb er maar 50 bij me liegt Lamby. Deal zegt de andere en verdwijnt na ontvangst met zijn dikke bmw, vlugger kan het niet. Lamby heeft intussen zijn verhaal al aan buren, vrienden en graag luisterenden gedaan en iedereen zegt, oh die ouwe truc met een kogeltje dat pok zegt als ze het schieten tegen je auto en dan geld komen vragen voor een inderdaad kapotte spiegel. Lamby maakt zich nu nog furieus dat hij blijkbaar de enige Italiaan was die er nog nooit van gehoord had en zo 50 kwijt speelde.
XX 5/9/10
We strijken neer in la Republica di San Marino, waarschijnlijk de kleinste republiek ter wereld, 61 km2 groot. Het telt een 30.000 inwoners en er wonen er een 10.000 buiten de republiek. Plezant is dat als er vijfjaarlijks verkiezingen zijn zij gratis hun reis betaald worden om ter plaatse te komen kiezen. Kan handig zijn om je verlof te regelen. De hoofdstad, ook San Marino ligt op de Monte Titano zo,n 750 meter hoog. Er loopt een lift naartoe of je kunt het ook via ongeveer 1 km trappen doen. Deden wij zelf twee keer, en de tweede keer was naar benden gaan juist niet even moeilijk of klimmen. Zo het gevoel dat je benen een eigen leven beginnen te leiden en lijden.
XX 4/9/10 We maken ons gereed om verder te trekken. De rugpijn wordt dragelijker. Het is nog steeds erbarmelijk warm en alleen het zeebriesje over de middag maakt dat in- en uitademen niet tot een zware job herleid wordt. In een mail verwijst mijn goeie vriend Cis naar de uitwijzing van Roma Zigeuners in Frankrijk, jokend of ik Sarko bij gelegenheid de les wil gaan spellen.
Misschien krijgt hij nog de gelegenheid mij hetzelfde ivm Berlus in Italië te vragen. Een hoop van de uitgewezenen zijn, lijkt het, ondertussen hier aan gekomen, met alle gevolgen van dien. Romas hebben een zeer slechte reputatie en als ervaringsdeskundige kan ik beamen dat ze die soms niet gestolen hebben. Van iemand die in Roemenië reisde vernam ik dat ook de niet Romasbevolking daar, er nogal racistische tegenover staat, spijts, zo zei de iemand, hij het zigeunervolk zeer lieve mensen vond. Mijn mening is dat waarschijnlijk een internationaal georganiseerde dievenbende aan het werk is. Deze avond zelf zijn wij van volgend getuige: Een Roemeense camionette staat een paar meters van ons geparkeerd. De duisternis valt in en een tweede komt er bij staan en nog iets later een grotere. Onmiddellijk gaan ze als mieren tekeer en beginnen ze kartonnen dozen slecht met tape aaneen geflanst over te laden. Ik loop er tussen door en Rika ziet vanuit de camper dat één man al mijn bewegingen volgt. Ik vind het mijn plicht de politie met bureel om de hoek op de hoogte te brengen. Er gebeurt niets. Een half uur later vertrekt de kleine file van drie. Waren het dieven of brave huisvaders, ik zou het niet kunnen zeggen, maar ik twijfel en dit mag als racistisch over komen maar ik heb er geen goed oog in. Hopelijk strijken ze niet neer in Brugge, want dat is nog wat andere toebak dan de ex-bischoppelijke verhaaltjes die nu de mensen conversatie geven. Finale: Misschien heeft ofwel Sarko, ofwel de oppositie, ofwel de media met of zonder opzet slecht gecommuniceerd en moest men het gehad hebben over dievenbenden en niet over een Volk.