Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag stond de Blankaarttocht op de kalender. Ging met de auto richting Woumen, waar deze wandeltocht startte.
Woumen (uitspraak [woːmə(n)]) is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is sinds 1977 een deelgemeente van de stad Diksmuide. Tot eind 1976 behoorde de parochie Jonkershove tot Woumen, maar bij de gemeentelijke herindelingen moest het die afstaan aan de gemeente Houthulst. Het dorp ligt langs de weg N369 van Diksmuide naar Ieper en is met zijn ruim 1300 inwoners en een oppervlakte van 13,83 km2 een van de grotere dorpen binnen Diksmuide. Woumen werd voor het eerst vermeld in 1096, als Walnes. Voordien heeft er waarschijnlijk al een houten kerkje gestaan. Ene Wouter van Woumen zou deelgenomen hebben aan de Eerste Kruistocht. In 1139 werd voor het eerst melding gemaakt van de kerk van Woumen. Omstreeks 1189 betwistte ene Boudewijn van Woumen het tiendrecht, dat in handen was van de Abdij van Corbie. Woumen vormde een ambacht binnen het Brugse Vrije. In 1488 werd de plaats verwoest door de troepen van Maximiliaan, als vergelding voor de Vlaamse Opstand tegen Maximiliaan. Ook in 1583 werd de kerk gedestrueert ende verbrandt, nu door de Calvinisten. In 1830 wordt de steenweg tussen Diksmuide en Ieper aangelegd. Van 1852-1856 werd het Sint-Jozefsklooster gebouwd, van waaruit onderwijs en bejaardenzorg werd verricht. In 1864 splitste Jonkershove zich af als zelfstandige parochie. In 1977 werd Jonkershove bij de gemeente Houthulst gevoegd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het Blankaartgebied geïnundeerd, waardoor de Duitse opmars tot staan kwam. Niettemin was op het einde van de oorlog de kern van het dorp, inclusief de kerk, volledig verwoest. Op 28 september 1918 was Woumen bevrijd. In 1920 kwamen de Zusters van Vincentius a Paulo van Gits naar Woumen, en zorgden voor de herbouw van het Sint-Jozefsklooster. Ook de rest van het dorp werd herbouwd. In 1953 kwam een einde aan de winterse overstromingen van het broekgebied, door de ingebruikname van een gemaal. Verder brandde in 1985 de kerk af, welke in de daaropvolgende jaren werd herbouwd.
De start van deze wandeling was vanuit het vernieuwde OC de Walnes. De wandelaars konden uit verschillende afstanden kiezen. Ik besloot de langste afstand te wandelen.
<
Start vanuit het OC de Walnes
Sint Andreaskerk, Vanaf ongeveer 1100 was er sprake van een romaans kerkgebouw. De parochie was in bezit van de Abdij Sint-Jan-ten-Berg te Terwaan, terwijl ook de Sint-Bertinusabdij te Sint-Omaars er bepaalde rechten had. In de 2e helft van de 12e eeuw werd het koor van de kerk uitgebreid, en in het 2e kwart van de 13e eeuw werd een westtoren aangebouwd, terwijl einde 13e eeuw een gotisch koor werd aangebracht. In 1583 werd de kerk verwoest door Franse troepen en omstreeks 1602 was hij hersteld, nu als een laatgotische driebeukige hallenkerk met westtoren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen de toren door de Duitsers als uitzichtpunt werd gebruikt, werd de kerk geheel verwoest. In 1925 werd de kerk herbouwd naar het model van de verwoeste voorganger, naar ontwerp van René Cauwe. De doopkapel werd daarbij verplaatst naar de zuidzijde van de westtoren. In 1930 werd de kerk ingewijd. In 1945 werden de glas-in-loodramen vernield door een ontploffing van het munitiedepot te Houthulst.
Rustige landelijke wandeling
Waterstation Aquafin. Wat verderop hadden we een rustpost.
div> Hier maakte de grootste afstand een mooie lus van 8,2km.
Veel mooi vergezichten.
Een groep ganzen die ons voorbij vlogen.
Een mooi veulentje met merrie. Na onze 2°rustpost gingen we naar de Blankaart.
Wat grazende ezels.
De Blankaart is een natuurgebied in West-Vlaanderen. Het is een erkend natuurreservaat en is Europees beschermd als Natura 2000-gebied (EU-Vogelrichtlijn 'IJzervallei' BE2500831) en is tevens onderdeel van het Ramsargebied 'de Blankaart en IJzerbroeken'. Het natuurreservaat is ontstaan in 1959 en is grotendeels gelegen in Woumen, een deelgemeente van Diksmuide. Ook bevindt zich een klein gedeelte op het grondgebied van Merkem, een deelgemeente van Houthulst. Het gebied omvat het domein van het Blankaartkasteel. Het natuurreservaat de Blankaart strekt zich uit rondom de centraal gelegen Blankaartvijver (30 ha). Rondom de vijver zijn er uitgestrekte rietlanden, broekbos, kleinere plassen en poldergraslanden. Het is gelegen in het laagste deel van de Blankaartbekken en maakt deel uit van het broekgebied in het lage, overstroombare winterbed van de IJzer. Het natuurgebied is ruim 927 hectare groot en is gelegen op de rechteroever van de IJzer. Het ligt op het laagste punt van de IJzerbroeken. Het natuurgebied wordt beheerd door de vereniging Natuurpunt.
Mooi gezinnetje.
Het gebied is een belangrijke pleisterplaats voor trekkende watervogels en allerhande soorten overwinterende eenden en ganzen. In het bijzonder smient en kolgans komen er 's winters in heel grote aantallen voor. Veel voorkomende vogels zijn de snor (vogel), de steltkluut, de aalscholver, de bruine kiekendief en de blauwe reiger. De vijver is ontstaan in de 15e en 16e eeuw door turfwinning. De oudste vermelding van de Blankaartvijver kan men vinden op een schilderij dat rond 1600 door Pieter Claeissins is geschilderd, op basis van een kaart opgemaakt door Pieter Pourbus tussen 1556 en 1571. Op het schilderij is een donkere vlek te zien, waarbij "blancaert" staat vermeld. Het natuurgebied is te verkennen via het kasteel De Blankaart dat als bezoekerscentrum is ingericht. De vijver is via een vrij toegankelijk wandelpad te bezichtigen via 3 kijkhutten aan zuidwestelijke zijde. De te lage waterpeilen zorgden sinds de jaren '70 voor een gestage achteruitgang van de natuurwaarden in het gebied. Sinds 2008 is een natuur inrichtingsproject actief in het gebied waarbij via graafwerken aan moerasherstel- en uitbreiding wordt gedaan en finaal de peilen terug afgestemd zullen worden op moerasnatuur.
Wat info
Een van de uitkijktorens.
Over de knuppelpaden.
Hier en daar wat vernieuwde banken.
Zicht op het Kasteel van de Blankaart.
Hier op weg naar de uitgang van het domein.
Op het einde van deze tocht kon men een kijkje nemen in de kerk.
In 1985 brak brand uit in de kerk, waarbij enkel de toren, de sacristie en de buitenmuren bleven gespaard. De kerk werd in 1986 herbouwd, nadat ook archeologisch onderzoek werd verricht. Het interieur van de kerk werd echter volledig gewijzigd en aangepast aan de vernieuwde liturgie: het werd een zaalkerk met het altaar aan de noordzijde. In 1988 werd de kerk ingewijd. Na het bezoek nog een 100tal m en was terug aan de startzaal.
Knooppunten wandeling rond de Ieperse groene long:
Terug heel goed wandelweer, goesting om de groene long van Ieper met knooppunten te wandelen. Had een parcours uitgestippeld tss de 20 à25km. Parkeerde de wagen een 100tal meter van het station, waar mijn eerste knooppunt was.
Ieper (Frans: Ypres) is een stad in de Westhoek, in het zuidwesten van de Belgische provincie West-Vlaanderen. De stad telt ongeveer 35.000 inwoners en is daarmee de op vijf na grootste stad van West-Vlaanderen. Ieper is tevens het centrum van het gelijknamige arrondissement en de grootste stad in de Westhoek. De bijnaam van Ieper luidt 'de Kattenstad' of sinds het bezoek van paus Johannes Paulus II, 'Vredesstad'. Vroeger werd de stad soms ook Ieperen genoemd, zoals ook het Franse Ypres als een meervoud klinkt. Ieper ligt in de streek West-Vlaams Heuvelland.
Ik begon aan de wandeling op de Vesten aan knppunt62.
Hier opstelling van het circus.
Hier ben ik al op de Vestingen. De Ieperse vestingen zijn de vestingen waarmee de Belgische stad Ieper sinds de vroege middeleeuwen is omringd. De huidige structuur van de vestingen is gebaseerd op het werk van de Franse vestingbouwkundige Vauban, in opdracht van de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV, in 1678. De huidige vorm is het resultaat van de ingrepen van de Nederlandse vestingbouwkundige Willem Lobrij (1773-1835) tussen 1815 en 1830. Vanaf 1852 werd de stad gedemilitariseerd en verdwenen de voorversterkingen. Ook ongeveer één derde van de hoofdomwalling verdween in deze tijd en werd vervangen door een afwateringsgracht met een rondweg aan de binnen- en de buitenkant van de stad, de huidige Wieltjesgracht.
Nog een eindje wandelen op de Vestingen tot aan de Rijselpoort.
Waar ligt dit ergens?
Hier aangekomen aan de Rijselpoort.De Rijselpoort is een stadspoort in de Belgische stad Ieper. De poort ligt in het zuiden van de stadskern, op de weg naar Rijsel. De Rijselpoort is de oudste en enige nog bewaarde stadspoort uit de veertiende eeuw die twee bewaarde delen verbindt van de Ieperse vestingen. De Rijselpoort, die vroeger de Mesenpoort werd genoemd, stamt uit de Bourgondische periode (14de eeuw) en is afgewerkt met Bourgondische torens. De poort is meerdere malen verbouwd geweest. In de 17de eeuw liet Vauban de toren verlagen en de hoofdwal verbreden. Na vernielingen in de Eerste Wereldoorlog werd de poort weer heropgebouwd. De Rijselpoort scheidt de Majoorgracht van de Kasteelgracht, en is dus een combinatie van een water- en landpoort. Aan de linkerkant van de Rijselpoort bevindt zich de ingang van de overwelfde zaal. Rechts van de poort vinden we de sluiskamer met de sluisdeuren van de beken en vestigingswateren. Via deze poort komt de Ieperlee de stad binnen. De Ieperlee heeft een bedding van ongeveer 2,5 meter diep, en is niet de voedingsbeek voor de vestigingsgrachten.
Van de Rijselpoort naar de Verdronken Weide.
De grote baan dwarsen en ik kom aan de Verdonken Weide.
De Verdonken Weideis een natuurgebied nabij de West-Vlaamse stad Ieper. Het wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos en het meet iets meer dan 40 ha.Van 1992-1996 werd dit gebied ingericht als waterbergingsgebied. Vooral het water van de Bollaertbeek wordt hier gebufferd. Ook wordt dit water gebruikt voor de productie van drinkwater. In het gebied bevindt zich een diepe plas, aan de oever waarvan zich vele oeverplanten bevinden. Ook zijn er graslanden met wisselende waterstanden, waar moeraszuring, zilverschoon, veerdelig tandzaad, fraai duizendguldenkruid en platte rus aangetroffen worden. In het gebied komen meer dan 160 vogelsoorten voor. zeldzame soorten zijn onder meer: zomertaling, slobeend, kleine plevier, kluut, rietzanger, waterral en blauwborst. Een deel van het gebied wordt begraasd door runderen. Men kan er ook wandelen en er is een vogelkijkhut.
Hier een stukje wandelen in dit domein richting Zillebeke vijver.
Op weg naar de vijver.
Insectenhotel.
Aangekomen aan Zillebeke vijver.
Zillebeke vijver is een vijver in het Belgische dorp Zillebeke. De vijver is 28 hectare groot en ligt net ten westen van het dorpscentrum. De vijver ontstond in de 13de eeuw, toen voor drinkwater, de lakennijverheid en het voeden van de stadsgrachten een aantal vijvers werd aangelegd rond de stad Ieper. In 1217 werden zo vijf vijvers vermeld, waaraan later nog aanpassingen gebeurden. Door afdamming van de vallei van de Zillebeek werd de Zillebekevijver gevormd, die rond 1295 ongeveer zijn huidige vorm kreeg. Naast deze vijver zijn ook nog de Dikkebusvijver en Bellewaardevijver bewaard gebleven. Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag de vijver vlak tegen de frontlijn van de Ieperboog. Tegenwoordig dient de vijver voor de productie van oppervlaktewater en is het een natuurlandschap dat ook wordt gebruikt voor recreatie.
De ene kant van de vijver volgen(andere kant werkzaamheden)
Mooi zicht
Eénmaal uit het domein wandelde ik langs het OC Rietje
Via een mooi houten brug ging de wandeling verder via rustige wegen of paden richting Palingbeek.
Onderweg vele mooie vergezichten
Zicht op de Kattestad.
Hier aangekomen aan een van de vele in-of uitgang van de Palingbeek.
De is een natuurgebied en West-Vlaams Provinciaal Domein in Zillebeke, een deelgemeente van de Belgische stad Ieper. Het is meer dan 230 ha groot en ligt een paar kilometer ten zuiden van het dorpscentrum, op de grens met Voormezele en Hollebeke. Het domein ligt rond het oude kanaal Ieper-Komen. De Palingbeek is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'West-Vlaams Heuvelland' .;
Altijd mooi om er door te wandelen.
Het gebied ligt op de waterscheidingskam tussen de bekkens van de IJzer en de Schelde, via de Leie. Men wenste een kanaal te graven dat de Leie zou verbinden met het Ieperleekanaal. In 1864 vingen de werkzaamheden aan. Probleem was dat men de tot 63 m hoge heuvelrug ten zuiden van Ieper moest doorsnijden. Men trachtte dit te bereiken hetzij met de aanleg van tunnels dan wel het graven van een diepe sleuf. De bodem was echter zeer instabiel en bestond uit een zandlaag die op klei was gelegen. Voortdurend stortten de constructies in. Ook een over het kanaal aangelegde brug verzakte en brak. In 1913 staakte men de werkzaamheden. Eén jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit, waarna de werkzaamheden nimmer werden hervat.;
de Eerste Wereldoorlog lag de Palingbeek aan het front van Ieperboog. Zowel Britten als Duitsers bouwden hier stellingen uit. De Britten noemden de steile noordelijke oever van het kanaal The Bluff. In de loop van de oorlog werd hier regelmatig ondergronds oorlog gevoerd, waarbij beide kampen via ondergrondse mijnen probeerden de vijandelijke stellingen te uit te schakelen. De oevers wisselden regelmatig van bezetter. Verschillende betonnen constructies uit die periode zijn bewaard in het gebied. In het domein liggen ook een aantal Britse militaire begraafplaatsen. Wat van het kanaal bleef bestaan was een 3 km lange sleuf die geleidelijk aan in bezit werd genomen door de natuur. Deze Palingbeek, met het omliggende bos (Molenbos en landgoed De Vierlingen) van meer dan 200 ha en bovendien nog 30 ha open landschap, werd in 1970 ingericht als provinciaal domein. Het omvat onder meer een bezoekerscentrum. Een aantal wandelingen is in het gebied uitgezet. In de jaren 90 werden ten zuiden van het domein de golfbaan van de Golf & Countryclub De Palingbeek aangelegd.;
Af en toe een klimmetje of een daling
Na de passage door het domein de Palingbeek ging ik richting het kanaal Komen - Ieper volgen
Zicht op Vormzele
De kerk van Vormezele
Via enkele mooie veldwegels wandelde ik terug naar Ieper
Dwars door de weide
Restanten van de oorlog.
Zicht op de Watertoren van Dikkebus.
Nog 1 stukje natuur op mijn weg
Hier door het Tortelbos.
Dit stukje bos was tot op heden onbekend.
Het ligt in een terrein in de Pannenhuisstraat in Ieper waar vroeger 2 kasteeldomeinen uitstrekten. In de Eerste Wereldoorlog werden deze kastelen vernield en werd het terrein opgedeeld in bos en akkerland. In 1994 werden delen van het domein opgekocht door het Vlaams Gewest om er vervolgens in samenwerking met stad Ieper en Regionaal Landschap West -Vlaamse Heuvels in november 1995 te startten met aanplanting van het tortelbos. Het tortelbos werd beplant naarmate de natte plaatsen waar men wilgen, populieren, zwarte els, zachte berk, es en boskers terugvind. Op de drogere plaatsen vind men zomereik, haagbeuk, beuk en winterlinde terug. Langs de bosrand zijn talrijke struiken terug te vinden met eetbare vruchten zoals mispels, vlier, aalbes, stekelbes, wilde bramen en frambozen.;
Nog een eindje langs het water
Hier over een brugje en dan terug naar de start van deze hele mooie wandeling.
Gisteren Snellegem, vandaag dichter bij huis, ik ging wandelen in Aalbeke. Mijn wandelclub organiseerde in kader van Vlaanderen wandelt lokaal een tocht te Aalbeke.
Aalbeke is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en sinds 1977 een deelgemeente van Kortrijk. Aalbeke heeft postcode 8511 en heeft een oppervlakte van 717 hectare. De deelgemeente had 2953 inwoners op 31 december 2007. Een inwoner van Aalbeke wordt een Aalbekenaar genoemd. Aalbeke is gelegen op 6 kilometer ten zuidwesten van Kortrijk en wordt omgeven door Rollegem, Moeskroen, Lauwe en Marke. Nabij het dorp ligt het Knooppunt Aalbeke van de Europese wegen E17 en E403. De oudste vermelding van Aalbeke dateert uit 1136 als Albecca. In 1211 was er voor het eerst sprake van een parochie. Het grondgebied was verdeeld over diverse heerlijkheden. De heerlijkheid Aalbeke fungeerde als dorpsheerlijkheid. Aalbeke maakte deel uit van de Roede van de XIII Parochies (met Kortrijk-Buiten, Marke, Rollegem, Bellegem, Kooigem, Lauwe, Rekkem, Moeskroen, Herzeeuw, Luingne, Dottenijs en Spiere), een van de vijf Roedes van de kasselrij Kortrijk. Omstreeks 1525 kwam de heerlijkheid in handen van Antoon de la Barre, die ook heer van Moeskroen was. Tot aan de Franse Revolutie waren de heren van Moeskroen ook heer van Aalbeke, het betrof verschillende families. Niet alleen de godsdiensttwisten (2e helft 16e eeuw), maar ook diverse krijgsverrichtingen in de 17e eeuw, eisten hun tol, met name de Negenjarige Oorlog (1688-1697). Omstreeks 1850 begon de industrialisatie. In 1842 werd de spoorlijn Kortrijk-Moeskroen aangelegd en in 1857 kreeg Aalbeke een station. De meeste inwoners van Aalbeke verrichtten huisarbeid. In 1907-1908 kwam de eerste fabriek, namelijk dakpannenfabriek De Sterreberg. In 1912 werkten hier ongeveer 150 mensen. In 1929 kwam de tapijtweverij Louis De Poortere in bedrijf. De aanleg van de snelweg E17 in 1968, en van de E403 en het bijbehorende Knooppunt Aalbeke' in 1977, vormden zware ingrepen. In het door de snelwegen afgesneden gehucht Preshoek werd het Preshoekbos aangelegd.
Deze dag waren er heel veel plaatselijke wandelingen, dus een grote toevloed aan wandelaars ging het zeker niet zijn. de start van deze wandeling was in het schooltje "de Bierkorf" men kon uit 3 afstanden kiezen, 6-12-18km. Na het aankomen van Henri en zijn vrouw, gingen de mannen op stap.
Zicht op Aalbekeplaats
De Hoogmolen van Aalbeke
Een mooi zicht op Aalbeke
De Hoogmolen, een beschermde houten windmolen uit 1717. De Hoogmolen of Messiaensmolen is een windmolen in de tot de West-Vlaamse gemeente Kortrijk behorende plaats Aalbeke, gelegen aan de Luingnestraat 38.Deze standerdmolen van het gesloten type fungeert als korenmolen. Op deze plaats stond al een molen in 1714, in welk jaar deze door brand werd verwoest. Een nieuwe molen kwam gereed in 1717. In 1967 werd het windbedrijf gestaakt en hij raakte in verval. In 1980 werd de molen aangekocht door de stad Kortrijk en in 1994-1995 werd hij opnieuw in maalvaardige staat gebracht, waarna hij door vrijwillige molenaars werd bedreven.
Wat vernield, jammer
mooie vergezichten.
Deze stond op de uitkijk.
hele grote onderneming.
Was nog op zijn gemak.
Veel afwisseling tijdens de tocht.
De schoorstenen van Sterreberg(steenbakkerij)
Was zalig weer
Aan onze rustpost in Rekkem
Zicht op de Sjouwer, monument verwijzend naar de trekarbied in Noord-frankrijk. Deze toren is 35m hoog.
Hier door een deel van het preshoekbos.
Het Preshoekbos.Het Preshoekbos is een natuur- en recreatiegebied in de West-Vlaamse gemeenten Kortrijk en Menen met hoofdingang aan de Aalbeeksesteenweg 49. Dit gebied heeft als kern het gehucht Preshoek, gelegen tussen Aalbeke, Lauwe en Marke. Het gebied wordt doorsneden door de autowegen E17 en E403. In dit gebied beheert het Agentschap voor Natuur en Bos sinds 2009 een 250-tal hectares, die reeds werden of worden bebost. Zowel ten oosten als ten westen van de E403 ligt het domein. Een viaduct verbindt beide stukken. Het bos, op voormalige akkers en weilanden geplant, bestaat uit inheemse bomen en struiken. In het oosten van het domein, nabij de Keizerstraat in Marke, ligt een bloemrijke helling met onder meer aardaker en donderkruid. Tot de vlinders die in het domein worden aangetroffen behoren oranjetipje landkaartje, bruin blauwtje, icarusblauwtje, oranje luzernevlinder, bont zandoogje en sleedoornpage. Andere dieren zijn patrijs, haas, konijn, wezel, hermelijn en vos. In het bos liggen enkele uit klei bestaande hoogten die ten behoeve van de baksteenindustrie werden gebruikt. Deze zijn of worden geïntegreerd in het gebied
Eenmaal uit het domein , nog een klein stukje wandelen tot aan onze startplaats.
Aangkomen op onze bestemming, en wat genieten van de zon bij een kop koffie of iets fris.
Foto van een deels bestuur en wat medewerkers. Het was een leuke en fijne wandeling.
De parel van groot Jabbeke leek deze keer mijn favoriete bestemming. De wandelclub uit Jabbeke(de Rustige Bosstappers) hielden er hun jaarlijkse tocht te Snellegem. De wandelaars kregen zeker heel wat natuur te zien. Dus ik reed naar Snellegem om deel te nemen aan hun wandeltocht.
Snellegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Jabbeke. De naam komt van de Germaanse naam Snello, het suffix -inga en het toponiem heem en betekent dus "woonplaats van de lieden van Snello". Snellegem was reeds in de vroege middeleeuwen een Merovingisch kroondomein. Het Oosthof was daarvan de centrale hoeve. Het oudste kerkje werd vermoedelijk in de 7e eeuw naast deze hoeve gebouwd. In 941 werd Snellegem voor het eerst vermeld, en wel als Snethlingehem. Omstreeks 953 werd melding van een nieuwe kerk gemaakt. Het is vanuit Snellegem dat later de omliggende parochies van Jabbeke, Varsenare, Zerkegem, Sint-Andries en Sint-Michiels werden gesticht. Omstreeks 1150 kwam de parochie in bezit van de Abdij van Mont Saint-Quentin. Er werd een romaanse kerk gebouwd. Het heidegebied ten zuiden van Snellegem (het Vloethemveld) werd ontgonnen. Er werden dijken opgeworpen om wateroverlast in het ontgonnen gebied tegen te gaan. Ten zuiden hiervan was het moerassig en ontstonden viskweekvijvers. Eind 18e eeuw begon de bebossing van het Vloethemveld. Van 1883-1995 verbleven de Zusters van Liefde van Heule in het dorp, die het katholiek onderwijs verzorgden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog legde de bezetter een vliegveld aan langs de Oudenburgweg. In het Vloethemveld werden door hen houtskoolovens gebouwd. Zo werd een groot deel van het Vloethemveld ontbost. In 1924 werd door de Belgische overheid een munitieopslagplaats in het Vloethemveld gebouwd. Vanaf 1995 werd het militair domein omgevormd tot natuurgebied. Snellegem was een van de zes Vlaamse gemeenten die in 2015 geselecteerd was in een grootschalig genetisch genealogisch onderzoek van de KU Leuven. Hierin werd de Y-chromosomale variatie onderzocht van mannen die via diepe vaderlijke stambomen een link met het dorp hadden.
De start was vanuit het OC de Schelp. De wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Na een koffie te hebben gedronken begon ik aan de wandeling.
We kregen regelmatig wat mooie vergezichten
het eerste deel van deze tocht bracht ons richting Jabbeke via enkele mooie paadjes.
Hier een zicht op Jabbeke
Hij stond op de loer
Heel aandachtig
Kerk van Jabbeke
Onze rustpost.
Mooie gezegden op de trap.
Na de rust ging het richting Zerkegem waar we een rust hadden bij een plaatselijke tuinder.
Een rustige en aangename wandeling.
Aangekomen aan het Maskobos.
Mooi stuk natuur.De Maskobossen is een boscomplex en natuurgebied ten zuiden van de West-Vlaamse plaats Jabbeke. Deze enkele tientallen hectare grote bossen werden einde 19e eeuw aangeplant als productiebos en omvatten eiken, lariksen, en beuken. Ook zijn er hakhoutpercelen. Het betrof ontginningsbossen in de velden, de woeste gronden in Zandig Vlaanderen. Het was lange tijd bezit van de adellijke familie De la Faille d'Huysse, en omstreeks 1946 werd het verkocht aan de familie Gillès de Pélichy. In 2000 werd het aangekocht door Natuurpunt. Kenmerken voor het gebied is een lange beukendreef. De bosuil, boomvalk en boomklever nestelen hier. Tegenwoordig is het gebied toegankelijk voor wandelaars en fietsers, en is er een wandelroute uitgezet. Men streeft naar een bosbeheer waarin inheemse soorten de overhand krijgen.
Hier onze nestor onder de wandelvrienden.
Bijenhotel
De 3 musketiers
Moest ook eens op de foto staan.
Hier door het Vloethemveld.Vloethemveld is een voormalige militair domein en krijgsgevangenkamp gelegen in Zedelgem. Momenteel is het een beschermd natuurdomein (deels natuurreservaat, deels bosreservaat, deels domeinbos) en Natura 2000-Habitatrichtlijngebied. Het Vloethemveld staat ook in de inventaris van onroerend erfgoed. In het gebied lagen meerdere vijvers. Deze waren ontstaan door de aanleg van de "Vossenbarm" in 1478 om overstromingen tegen te gaan. De meeste vijvers verdwenen weer in de 19de eeuw, toen het terrein met bos beplant werd. Door het decennialang maaien ontwikkelde zich op de vlaktes en de beschermingsbermen rond de munitieopslagplaatsen een heidevegetatie. Deze verschraalde grond met heidebegroeiing vormt thans een waardevol natuurgebied, dat vanwege zijn kwetsbaarheid niet voor het publiek toegankelijk is. Het bosdomein is wel opengesteld voor wandelaars, fietsers en ruiters.
Eventjes rusten.
heel mooi gedaan.
na het verlaten van het natuurdomein rest ons nog een klein stukje tot aan het eindpunt.
Wat verder zijn we terug aan de startzaal. Een mooie en leuke wandeling.
Terug een mooie lentedag en opnieuw de wandelschoenen aandoen. Deze keer ging ik wandelen naar de Kemmelberg. Altijd mooi om daar te wandelen en ook een stukje lastiger dan gisteren.
Kemmel is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Heuvelland. In deelgemeente Kemmel bevinden zich het gemeentehuis en de gemeentelijke administratie van de fusiegemeente, net als het politiekantoor en het postkantoor. Kemmel telt ruim 1000 inwoners en staat in de lijst van de 50 mooiste dorpen van Vlaanderen. Het grondgebied van Kemmel was al bewoond tijdens het neolithicum. Ook uit de vroege ijzertijd en uit de La Tène-periode zijn overblijfselen aangetroffen. Op de Kemmelberg lag een belangrijke nederzetting, waarvan de omgrachting 350 bij 90 meter mat. Ook tijdens de Romeinse tijd was het gebied bewoond. Kemmel werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 916, als Kemlis, naar het Latijn: culmen (top). In de 9e eeuw was er al een kerk. In de 15e en 16e eeuw bloeide de lakennijverheid. In de 2e helft van de 16e eeuw vonden de godsdiensttwisten plaats, waarbij de kerk verwoest werd. In 1622 werd aan de voet van de Kemmelberg, nabij de Nieuwstraat, een kasteel gebouwd, dat echter tijdens de Eerste Wereldoorlog werd verwoest. In 1925 werd op het neorenaissancekasteel Kasteel De Warande gebouwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het dorp zwaar beschadigd. De Kemmelberg, die op 1,5 km zuidwest van het dorp ligt was een strategisch punt en werd door de strijdende partijen zwaar bevochten, vooral op 25 april 1918, toen de Duitsers een laatste offensief bewerkstelligden. Naast de tientallen begraafplaatsen herinneren een aantal gedenktekens aan de dramatische gevechten op die datum.
De start van deze tocht was in het OC De Gaper. Er was al wat volk op de been toen ik rond 7u15 aankwam. Inschrijven en nog een kop koffie en begon dan met 2 wandelvrienden aan de tocht.
Tocht die de top en de flanken van de Kemmelberg verkent via rustige veldwegen, langs boom- en wijngaarden en het domein de Warande. Een tocht vol verhalen. De grotere afstanden trekken richting Nieuwkerke en Dranouter.
Het was zalig om te wandelen in dit lenteweer.
Mooie vergezichten
Zicht op de kerk van Kemmel
Op weg naar de beklimming van de Kemmelberg.
Zicht op de Kemmelberg.
Een van de vele klimmetjes. De Kemmelberg is een heuvel bij het dorp Kemmel in de Belgische provincie West-Vlaanderen en is met zijn 156 meter het hoogste punt van de provincie. Zijn topografische prominentie bedraagt 90 meter. De dominantie, dat is de afstand tot het meest nabije hoger gelegen punt, bedraagt 10,23 kilometer. De heuvel ligt een halve kilometer ten zuidwesten van het dorpscentrum van Kemmel, op de grens met de deelgemeenten Loker en Dranouter. Het is een van de getuigenheuvels van het West-Vlaams Heuvelland. Op de flank ontspringt de Kemmelbeek. De Kemmelberg is een getuigenheuvel, net als de meeste heuvels in de omtrek (zoals Rodeberg, Zwarteberg, Scherpenberg, en Katsberg), ontstaan uit zandbanken die ontstonden toen de Noordzee (Diestiaanzee) tot daar landinwaarts kwam. In dat zand zat heel wat ijzer. Dit vormde door oxidatie met het zand ijzerzandsteen. Toen de zee terugtrok beschermde dit zandsteen de toppen van de voormalige zandbank tegen erosie. In de gebieden daartussen was er geen zandsteen en zorgde de erosie ervoor dat heel wat grond verdween, hierdoor ontstond een heuvelachtig landschap. De Kemmelberg is een onderdeel van de zogenaamde centrale heuvelkam in het Heuvelland. Deze bestaat daarnaast uit de Watenberg, Kasselberg, Wouwenberg, Katsberg, Boeschepeberg, Kokereelberg, Zwarteberg, Vidaigneberg, Baneberg, Rodeberg, Sulferberg, Goeberg, Scherpenberg, Monteberg en Lettenberg. Ten zuiden van deze heuvelkam bevindt zich het stroomgebied van de Leie, ten noorden van deze heuvelkam het stroomgebied van de IJzer.
Boshyacinten
kregen mooie zichten
Deze trap afdalen was voor later op deze tocht.
Heel veel afwisseling, prachtig uitzicht.
Zicht op Dranouter waar we onze eerste rust hadden.
Hier een zicht op Loker
Aangekomen in Dranouter.Dranouter (uitspraak: Dranoeter[bron?], "dranoetre" in het West-Vlaams) is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en sinds 1 januari 1977 een deelgemeente van de gemeente Heuvelland. Dranouter is gelegen in de Westhoek dicht bij de Franse grens. Dranouter telt een 700-tal inwoners. Door de plaatselijke bevolking wordt van Nouter gesproken. Dranouter is een landbouwdorp. De landbouwoppervlakte wordt voor een derde ingenomen door grasland. Er zijn ook vele nijverheidsgewassen. Dranouter werd voor het eerst vermeld in 1123 als Drawenoltra, waarschijnlijk afgeleid van een persoonsnaam en altaar. Vanaf 1113 was Dranouter een zelfstandige parochie. Het dorp behoorde tot de Kasselrij Belle. In de eerste helft van de 15e eeuw kende het een bloeiperiode door de lichte lakennijverheid. Een dieptepunt was het jaar 1568, toen fanatieke beeldenstormers niet enkel kerken kort en klein sloegen, maar ook drie geestelijken vermoordden. In 1552 werd Petrus Plancius geboren, die in 1585 om zijn geloof naar de noordelijke Nederlanden moest vluchten en een beroemd geograaf werd. Hoewel het dorp tijdens de Eerste Wereldoorlog achter de frontlinie lag en een toevluchtsoord was voor Britse frontsoldaten, werd het uiteindelijk geheel vernield en daarna in ongeveer dezelfde stijl herbouwd. Diverse oorlogsgraven en -kerkhoven getuigen van die periode.
Nu verder met de wandeling naar de volgende rust.
Terug een zicht op de Kemmelberg
We hadden rust in Kemmel op een 6tal km van het einde.
Na de laatste rust richting Monteberg en de warande om de startzaal terug te bereiken.
Moest even wat stoom aflaten.
Hier vader en zoon (speeltijd)
mooi zicht op Nieuwkerke.
Nog een klim
Ook hier mooie boshyacinten
De afdaling van de trap die we zagen in het begin van de wandeling.
Zicht op de kerk van Kemmel
Hier door de warande.
na deze passage waren we terug aan de startzaal. Een hele mooie tocht, prachtig weer en terug een leuk gezelschap.
Na gisteren te hebben gewandeld in Oostnieuwkerke( camera niet bij), ging ik vandaag op Pasen wandelen in Tielt.
Tielt is een stad en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Ze ligt in de driehoek Gent, Brugge en Kortrijk. De stad telt ruim 20.000 inwoners en is de hoofdplaats van het arrondissement Tielt. Tielt is ontstaan in de periode 5de-10de eeuw. De oudste vermelding in de vorm van Tiletum[1] en dateert uit 1105. Het betreft een vermeldingen van de belasting die de heer van een Tieltse villa betaalde. Daarom werden in 2005 in de stad verschillende evenementen gehouden om '900 jaar Tielt op schrift' te vieren. In 1245 werden aan Tielt de stadsrechten verleend, en in 1275 werd de lakenhalle gebouwd. Daarna volgden het houden van een jaarmarkt (recht geschonken door Filips de Stoute), een schepenhuis, de Minderbroeders (lange tijd was in Tielt zelfs het noviciaat) en een Latijnse school in 1686. Tussendoor werd meermaals een gedeelte van Tielt verwoest door een stadsbrand of de Gentenaren die oorlog kwamen voeren. In 1602 werd Tanneke Sconyncx beschuldigd van hekserij en in Tielt gemarteld tot ze bezweek.
Met Henri deed ik de 21km. het was een leuke en rustige wandeling rond Tielt en de randgemeenten.
Het beloofde een super dag te worden, dus de wandelschoenen in de sporttas steken en een wandeling te maken. Ik besloot om een knooppunten wandeling te doen in de Vlaamse Ardennen. Ik reed naar Ename waar de wandeling startte aan de kerk. Ik deed een knooppunten wandeling van 20km. de start was aan de kerk van Ename.
Ename is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Oudenaarde. Ename ligt aan de Schelde in de Vlaamse Ardennen, een heuvelachtig gebied in het zuidwestelijk deel van Oost-Vlaanderen.
De Sint Laureinskerk is een kerk in Ename, een deelgemeente van de Belgische stad Oudenaarde. De kerk is een van de best bewaarde vroegromaanse kerken in Belgiė, gebouwd in ottoonse stijl. Ze is opgedragen aan Laurentius van Rome, een martelaar uit de 3e eeuw.
De Sint Laureinskerk werd gebouwd in opdracht van graaf Herman van Verdun (998-1024) tijdens zijn ambtsperiode als markgraaf van Ename. Ename lag op dat moment op de grens tussen Frankrijk en het Duitse Rijk en nam derhalve een zeer strategische positie in. Met de bouw van de kerk wilde Herman van Verdun zijn trouw aan de Duitse keizer tonen, vandaar de stijl van de grote rijkskerken. In 1778 werd een classicistische ingangspoort aan de toren gebouwd. Aan de binnenkant werd de nieuwe ingang overkoepeld met een rondboog waar een doksaal op werd gebouwd. Bij renovatiewerken aan de kerk werd in 1992 het 18de-eeuwse orgelfront van het oorspronkelijke Van Peteghemorgel weggenomen. Daarachter werden romaanse muurschilderingen in Byzantijnse stijl ontdekt.
De natuur in.
Bos t'Ename is een erkend natuurreservaat in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het 105 ha grote natuurreservaat ligt op het grondgebied van de stad Oudenaarde (deelgemeente Ename) en wordt onder andere beheerd door Natuurpunt. Het Bos t'Ename heeft een grote cultuurhistorische waarde en is al eeuwenlang verbonden met het dorp Ename. Het bosgebied wordt al eeuwen uitgebaat als middelhoutbos. Het Bos t'Ename is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt samen met het Volkegembos deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. In 1999 werd het Bos t'Ename (samen met de Everbeekse bossen en later het Raspaillebos) opgenomen in een LIFE-project van de Europese Unie.
Mooie zitbank
Zicht op de woonkern van Ename.
Heel rustig om te wandelen.
Mooi bloementapijt
Regelmatig wat info.
Hier een mooi knuppelpad.
Dit deel kan er erg drassig bijliggen in de periode van regen.
Een pittig klimmetje langs de konijnenberg.
Eenmaal uit het natuurdomein gaan we richting Mater via enkele mooie paden en autoluwe wegen.
Krijg mooie uitzichten.
Mooie dreef richting het restaurant.
Mooi opschrift.
Richting Mater
Aan dit kapelletje at ik mijn boterham op.
Mooi zicht
Zicht op Mater. Mater is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en sinds 1969 een deelgemeente van de stad Oudenaarde. Het is qua oppervlakte de grootste deelgemeente. Mater ligt in de Vlaamse Ardennen. Buiten de dorpskern bestaat Mater hoofdzakelijk uit landerijen, weiden en akkers, die alle op een zeer heuvelachtig, glooiend terrein gelegen zijn. Om deze reden, en omdat veel wegen nog met kasseien zijn aangelegd, zijn de Abeelstraat, Kerkgate, Holleweg en Ruitersstraat in Mater een vast onderdeel van wielerwedstrijden zoals de Ronde van Vlaanderen. Er zijn restanten van een Romeins legerkamp ontdekt in de buurt van de Casterstraat, die etymologisch op castrum (kamp) teruggaat.
Langs het kerkhof.
De Amelbergkapel. De Sint-Amelbergakapel is een kapel in de Vlaamse Ardennen in Mater, deelgemeente van de Belgische stad Oudenaarde. De neoromaanse kapel is gewijd aan Amelberga en werd grondig gerestaureerd begin 20ste eeuw. Ze werd opgetrokken in 1915-1916 naar de plannen van architect A. Van Ommeslaeghe. De bouw werd bekostigd door de familie van griffier Verheyden uit Oudenaarde. De nieuwe kapel verving een oudere Sint-Amelbergakapel op dezelfde plaats die minstens terugging tot de 16de eeuw. Volgens de overlevering werd Amelberga in de vroege 8e eeuw achternagezeten door Karel Martel, naar wie in Mater ook een straatnaam verwijst. Zij vond beschutting in Mater en schiep er op miraculeuze wijze de naar haar vernoemde bronnen door met een zeef water te scheppen uit de waterput van een plaatselijke gierige boer en het vervolgens op een akker te laten wegdruppelen. De Sint-Amelbergakapel zou zich op dezelfde plaats bevinden waar het hutje van Amelberga stond, al zijn er tot op heden geen archeologische werkzaamheden uitgevoerd om deze theorie te verifiëren. Elk jaar op 10 juli vindt de Amelberga-paardenprocessie plaats, een ommegang waarbij een dansende nar, trommelaar, fijfelaar (fluitist) en Sint-Amelbergaruiters door het dorp trekken om een goede oogst af te smeken.
Mooi interieur .
De Sint Martinuskerk van Mater
Een laatste blik op Mater en ga verder richting Volkegem.
Mooie en rustige paden
Mooie vergezichten
Hier ben ik in Volkegembos. Het Volkegembos is een natuurreservaat in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen. Het op termijn 30 ha grote natuurreservaat ligt op het grondgebied van de stad Oudenaarde (deelgemeente Volkegem) en wordt beheerd door Natuurpunt en de stad Oudenaarde. Het Volkegembos is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen' en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk.
Nog niemand tegengekomen, heel rustig. In het gebied bevindt zich een aloud bronbosje aan de oorsprong van de Riedekensbeek. In 1995 werd in de onmiddellijke omgeving reeds twee hectare aangeplant aanpalend aan dit bronbosje. In 2001 werd 9 ha aangekocht door de stad Oudenaarde en 11 ha door Natuurpunt. Eind 2001 werd door de stad Oudenaarde drie hectare aangeplant, de rest (11 ha) verbost spontaan op de voormalige akkers. In 2003 werd door de plaatselijke werkgroep Bos t'Ename drie hectare aangeplant met streekeigen plantgoed en in 2004 werd nog eens twee hectare aangeplant op de rechterflank van de beek. Jonge ouders planten bovendien bomen bij in het aangrenzende geboortebos "Steenbergbos". Het Volkegembos is bestemd als stadsbos en ligt in een (vroegere) ontginningszone met nabestemming bos. De bedoeling is om het Volkegembos op termijn te laten uitgroeien tot een bosgebied van 30 ha dat via de Riedekensbeek aansluit op het Bos t'Ename.
Prachtig stukje natuur.
Uit dit natuur domein , op weg naar het eindpunt
Voorbij de kerk van Volkegem. Volkegem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Oudenaarde. Volkegem is een dorpje van ongeveer 1400 inwoners, gelegen op een heuvel in de Vlaamse Ardennen. Het is een ruraal gebied, dat nog grotendeels van landbouw afhangt. De oppervlakte van het dorp bedraagt ongeveer 295 hectare.
Ook hier een mooi interieur
Na een bezoekje aan dit mooi kerkje begon ik aan het laatste stukje van deze wandeling.
Ook hier weer enkele mooie paden als afsluiter.
Zicht op Ename.
Terug aan de kerk.
Nog eventjes door het klein parkje en ben dan terug aan de wagen.
Een hele mooie en rustige wandeling door een deel van de Vlaamse Ardennen.
Vandaag een verplaatsing te voet. De wandelclub uit lauwe organiseert er hun Leietocht. De start is vanuit Hoeve Delaere. De wandelaars kunnen kiezen uit een 4tal afstanden. Ik koos voor de langste afstand.
Lauwe is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Menen. Tot 1977 was Lauwe een afzonderlijke gemeente. De deelgemeente had op 31 december 2006 8.346 inwoners.[2] De leuze van de deelgemeente is: Lauwe Leeft. Lauwe is gelegen aan de rivier de Leie. De plaats is ook bekend om de 21 julifeesten (Nationale feestdag van Belgiė) (Summer@Lauwe), inclusief vuurwerk, waar jaarlijks veel volk op afkomt alsook de uitgebreide jaarlijkse kerstmarkt.
Het KMI had wat regen voorspeld, en hopelijk is dit maar voor vanavond. Na eerst een koffie te hebben gedronken begon ik aan de wandeling. benieuwd wat we deze keer zullen zien.
Het te volgen parcours
De startzaal, toen ik het parcours zag ,wist ik al dat we niet veel natuur gingen krijgen.
Pad naast startzaal
Op weg naar de Golden River(de Leie)
Deze een tijdje volgen
Zicht op de nieuwe appartementen langs de leie
Dit is het enige stukje groen die we onder onze voeten kregen, de rest was één en al verhard. JAMMER
We hadden een centrale rustpost bijna in het centrum van Lauwe. Het eerste gedeelte was 7.3km lang het tweede stuk was 7.8km en dan nog een 6tal km tot aan de aankomst.
Hier een verhard pad
Ook hier nog een pad
Zicht op de industriezone de LAR
Op weg naar het Biezeveld
Rond de vijver en dan dwars door de wijk die er buiten ligt.
Echt heel jammer dat we praktisch geen natuur hebben gehad, ze hebben het Preshoekbos en het Leiebos om erdoor te wandelen, maar blijkbaar geen zin dit aan gaan. We hebben geen regen gekregen en er was heel weinig volk op de been. Echt een droevige tocht.
Gisteren Koekelare, vandaag was Kortemark aan de beurt. Was al hele poos geleden dat ik nog eens wandelde in deze streek. Deze tocht was ten voordele van Kom op tegen kanker. Deze tocht ging door in het Judolokaal. Er was wat omleiding om de zaal te bereiken wegens wegenwerken.
Kortemark is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 12.000 inwoners. Kortemark is gelegen in de vallei van de Krekebeek, een vertakking van de IJzer. In de deelgemeente Handzame verandert de naam in Handzamevaart.
De wandelaar kon uit een 5tal afstanden kiezen. Terug met dezelfde vrienden wandelen en kozen opnieuw voor de 20km.
Zicht vanmorgen aan het Judolokaal.
Verhard en onverhard volgden elkaar voordurend op.
Op weg naar een stukje natuur.
We stapten richting de steenfabriek.
Een mooi pad om te wandelen (meer groen al gekregen t.o.v gisteren)
Zicht op de steenbakkerij van Kortemark.
Hier op weg naar onze centrale rustpost.
Mooie vergezichten.
Een mooi kapelleke
Hier onze stamvader, bezinningsmomentje
Hier gingen we door het spaarbekken. De kleinste afstand wandelde bijna het hele gebied af.
Was beter dan gisteren. Nog wat na gepraat en dan terug huiswaarts.
Deze keer ging ik richting Koekelare om er deel te nemen aan de Blarentocht. Niet meer de grootste afstand voor mij, ik koos voor de 20km. De start was vanuit het CC de Balluchon. Ik wandelde met enkele vrienden deze keer.
Koekelare is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Deze gemeente in de Westhoek telt ruim 8.000 inwoners.Koekelare vormt de overgang van de Westhoek en De Polders met het Houtland en ligt op 18 km van de kust, binnen de driehoek Diksmuide, Torhout en Gistel. Naast Koekelare-centrum liggen binnen de gemeente ook nog de parochies Bovekerke, Zande en De Mokker. Bovekerke en Zande zijn deelgemeenten die vroeger zelfstandig waren, De Mokker is een kern en parochie die bij de hoofdgemeente Koekelare hoort. Deze dorpen komen overeen met de katholieke parochies Sint-Martinus (Koekelare), Sint-Gertrudis (Bovekerke), Sint-Andries (Zande) en Heilige Pastoor van Ars (De Mokker). Koekelare ligt in het dekenaat Torhout, deel van het Bisdom Brugge.
Een klein doorsteekje via de markt.
Na deze passage was het de hele tijd langs de weg.
Gelukkig dat deze pijl hier wat verkeerd geplaatst was, wij kozen voor dit stukje natuur, in feite moesten we de weg volgen.
We wandelden door dit klein stukje natuur.
Dreigende wolken kwamen onze richting uit.
Af en toe waren er ook mooie opklaringen.
Na dit stukje natuur kwamen we terug op het officieel parcours. Terug veel asfalt.
Aangekomen op de Ruidenberg is een heuvel in de Belgische provincie West-Vlaanderen, op de grens van de gemeenten Koekelare, Ichtegem en Kortemark. Een noordelijk uitsteeksel in de gemeente Koekelare draagt de naam Koekelareberg. De verhoging in het landschap gaat tot 50 meter boven de zeespiegel en is een zuidwestelijke uitloper van het Plateau van Wijnendale. Het omliggende vlakkere land bevindt zich tot een 20-tal meter boven de zeespiegel.
Mooie naam
Hier in Bovekerke hadden we een rustpost. Daarna op de terug weg richting Koekelare
We hebben wel geteld 2 stapwegels gekregen, de rest was beton en asfalt.
Op het einde van de tocht stapten we nog door het park (gelukkig) naar de zaal.
Aangekomen op de markt waar de startzaal was gelegen. Jammer dat deze tocht uit het grootste gedeelte verhard was.
Gisteren was Zedelgem aan de beurt, vandaag ga ik naar Lovendegem wandelen, waar de Vinderhoutse wandelclub er hun Reigerstocht houden. Toen ik vertrok was er heel wat mist, hopelijk kan ik wat foto's nemen van de tocht.
Lovendegem (uitspraak: loovendəgem is een plaats en voormalige gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Lovendegem ligt in de regio Meetjesland en heeft een totale oppervlakte van 19,48 km² en telt ruim 11.000 inwoners, die Lovendegemnaars worden genoemd. De bestuursmeerderheid in Lovendegem rondde in september 2017 gesprekken af met de gemeenten Zomergem en Waarschoot om samen over te gaan tot een vrijwillige fusie. De fusiegemeente Lievegem is op 1 januari 2019 ontstaan en telt circa 26.000 inwoners.
De start van deze wandeling is vanuit het Parochiaal Centrum. De wandelaars kunnen uit een 6tal afstanden kiezen.
Alle afstanden wandelen rond het kasteeldomein Dons, richting Lo Luchteren en de Kalevallei. Wandeltocht t.v.v. DVC Triangel Lievegem
Vandaag ga ik wandelen in Zedelgem. Het beloofde terug een mooie dag te worden.
Zedelgem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente ligt tussen Brugge en Torhout en telt ruim 22.000 inwoners. Zedelgem (in de volksmond Zilleghem) bestaat uit de deelgemeenten Aartrijke, Loppem, Veldegem en Zedelgem zelf.
De start van deze wandeling is vanuit het Spes Nostra.. Men kon kiezen uit een 7tal afstanden. Een echte natuurontdekking! Je stapt door het domein van Zevenkerke, Merkenveld, Domein Tudor, Beisbroek, Vloethemveld.
Vandaag ging ik wandelen naar Helkijn, waar de wandelclub de Waterhoekstappers uit Heestert er hun jaarlijkse Scaldistocht organiseren.
Spiere-Helkijn (Frans: Espierres-Helchin) is een faciliteitengemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente ligt in het zuidoosten van de provincie tegen de grens met Henegouwen, aan de Schelde, en telt ruim 2000 inwoners. In de volksmond spreekt men van Spiere-Elking.
De start is aan het B complex FC Spiere-Helkijn. Men kon kiezen uit een 5tal verschillende afstanden.
Het parcours die ik volgde.
Zicht op de kerk van Helkijn.
Een stukje langs de Schelde
Mooie vergezicht
Zicht op Helkijn
Aangekomen aan onze eerste rust.
Na de rust gingen we via enkele doorsteekjes richting Spiere waar de centrale rustpost is.
Een nieuw stukje aangelegde groenzone
Ook dit is nieuw.
Zicht op de kerk van Spiere
Op weg naar de centrale rustpost.
Hier moeten de 2 grootste afstanden een lus maken .
Mooie afwisseling
Terug zicht op Spiere kerk en brug.
Mooi in bloei.
Terug naar de rustpost.
Naam van een frituur.
Hier ben ik op de terugweg richting Helkijn.
Zicht op het oud open zwembad.
Zicht op het open zwembad.Guilbert Samain, brouwer in de Sint-Hubertusbrouwerij in Helkijn 16, liet omstreeks 1939 het proefstation inrichten als openluchtzwembad met café. Dit impliceerde niet dat de herbestemming van het proefstation als openluchtzwembad veel aanpassingswerkzaamheden inhield. Volgens mondelinge bronnen gaat niet alleen het accomodatiegebouw maar gaat ook het zwemdok terug op het proefstation. Dit betekent dat het zwemdok in oorsprong als waterreservoir fungeerde. Met de oprichting van het openluchtzwembad speelde Guilbert Samain als ondernemer duidelijk in op de algemene trend die in het interbellum aan zwemmen een meer sportieve en recreatieve invulling gaf. De democratisering van de zwemsport maakten van openluchtzwembaden vooral een attractie voor de lokale en bovenlokale arbeiders- en middenklasse. Omstreeks het midden van de jaren 1950 werd het openluchtzwembad buiten gebruik gesteld. Uit briefwisseling blijkt dat het openluchtzwembad in 1958 reeds totaal vervallen was. De cabines verdwenen, het zwemdok en de visbekkens werden opgevuld en het accommodatiegebouw verviel. Na decennia verwaarlozing werd met de bescherming als monument bij ministerieel besluit dd. 8 april 2008 van het accommodatiegebouw van het openluchtzwembad een eerste stap gezet naar een maatschappelijke reïntegratie van deze uitzonderlijke site. Gezien de wezenlijke ondeelbaarheid van deze erfgoedsite dringt zich in functie van integrale erfgoedontwikkeling een uitbreiding van de bescherming tot de gehele site, meer bepaald met het zwemdok en de visbekkens, alsnog op. Door zijn landelijke ligging vormt het openluchtzwembad van Spiere immers een unieke erfgoedsite binnen het onroerend sportpatrimonium. De openluchtzwembaden die in het interbellum werden gebouw, bevonden zich in de regel ofwel in een stedelijke context (zoals Menen en Deurne (Boekenbergpark)) ofwel in badplaatsen (zoals Westende (Lac aux Dames) en Oostduinkerke).
Keerpunt op de Schelde. Een rustige en mooie wandeltocht, jammer dat er weinig wandelaars waren.
Na gisteren 2 wandelingen te hebben gedaan , besloot ik vandaag er een te stappen in Moerbrugge, waar de Vredeseilanden er hun Lentetocht hielden. Ik reed richting Oostkamp om daarna richting Moerbrugge te rijden. Moest een serieuze omweg maken , daar ze aan het werken zijn aan de brug. Eénmaal aangekomen, dronk ik eerst nog een kop koffie en besloot dan om aan de wandeling te beginnen. De wandeling bestond uit 2 delen.
Moerbrugge is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het ligt op het grondgebied van de gemeente Oostkamp, twee kilometer ten noordoosten van het dorpscentrum van Oostkamp, ervan gescheiden door de Rivierbeek. Moerbrugge wordt doorsneden door het Kanaal Gent-Brugge. In september 1944 had aan de kanaalbrug van Moerbrugge een hevige strijd plaats tussen Duitsers en geallieerden: de Slag om Moerbrugge. Vooral veel Canadese soldaten kwamen om, een monument ter hoogte van die brug herinnert aan die slag. Prachtige lentewandeling door het Beverhoutsveld, de Assebroekse Meersen en Ryckevelde. Geniet even mee
De wandelaars moesten het eerste gedeelte over een noodvoetgangersbrug wandelen.
Zicht op deze brug
Een eindje het water volgen.
Enkele mooie vergezichten.
Hier onder de spoorweg Gent -Oostende
Veel variatie
Op weg naar de Warande putten.
Een mooi stukje natuur om te wandelen.
Ook hier is het heel rustig en kalm.
Mooie zichten.
Het is wel aangeraden de knuppelpaden te gebruiken, het moeras ernaast is bijna 3m diep en is levensgevaarlijk.
Hier ben ik dan aan de brug die ze moeten herstellen en nazien. Nog een klein beetje wandelen en ik ben aan de rustpost.
na de rust volgde ik het 2°deel van de wandeling
Eerst ging het richting de Steenkerkse bosjes om daarna richting Assebroekse meersen ennog een deel van het Beverhoutsveld te wandelen.
Nu op weg naar het Beverhoutsveld
Zicht op de Assebroekse Meersen.
Het laatste gedeelte van deze wandeling
Terug een mooie wandeling, proficiat aan de parcoursbouwer.
Na de Palingbeekwandelroute ging ik via een doorsteek op zoek naar de Gasthuisbossenwandeling. Dit is maar 1km van elkaar, dus 2 vliegen in één klap.
De Gasthuisbossen zijn een provinciaal domein in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De bossen bestaan uit een aantal bosdomeinen ten zuidoosten van de stad Ieper. Ze liggen op de heuvelkam van de Ieperboog, op de waterscheidingslijn van de IJzer en de Leie. De totale oppervlakte is meer dan 200 ha. De Gasthuisbossen zijn Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'West-Vlaams Heuvelland. Het gebied telt een zevental bossen, namelijk Drie Blotenbos of Hoge Netelaar of Hogebos, Godtschalckbos, Groenenburg, Huikerbossen, Papenelst of Twaalf Gemeten, Zandvoordebos en het Zwarte Leen. In de omgeving van de Gasthuisbossen liggen nog meer bossen, waaronder het Polygoonbos in het noordoosten en de bossen van het domein Palingbeek in het zuiden.
Een korte beschrijving van deze route:
De Gasthuisbossen wandelroute is een absolute top natuurwandeling door bos en wei. De afstand zorgt er wel voor dat dit een tocht is voor gevorderde stappers. Al heb je via het wandelnetwerk Ieperboog de kans om ook kortere stukken van dit gebied te verkennen. Binnenkort volgen enkele kortere suggestiewandelingen voor de startende stapper en de stapper. Vanaf de parking is het even zoeken naar de start van deze wandeling. Je neemt het smalle pad dat terug naar de hoofdweg loopt (niet hetgene dat parallel met de weg blijft lopen). Eenmaal de straat over stap je door het kantelpoortje de weide in, hier vind je de eerste signalisatie terug. Nadat je de weide doorkruist hebt wandel je over een breed bospad kort door het Zwarte Leen bos om dan opnieuw door de weides te stappen. Onderweg moet je door enkele kantelpoortjes. In het najaar of na natte periodes kan het rond de poortjes erg modderig zijn, in de zomerperiode stap je hier tussen de koeien. Respecteer de dieren, eventuele honden moeten hier zeker aan de leiband en hou wat afstand. Nadat je door de weides bent kom je aan de ingang van het Groenenburgbos, één van de 7 verspreide bossen die onder de Gasthuisbossen (230 hectare in totaal) horen. Je doorkruist een deel van het bos over brede boswegen. Net voor je het bos verlaat kom je een eerste rustbank tegen. Na een heel kort strookje asfalt stap je over een veldweg tussen akkers en weides. Hier stap je echt middenin Flanders Fields. Op het einde van de veldweg kom je aan een geasfalteerd kruispunt (knooppunt 42), je dwarst de weg en loopt kort over asfalt om dan net voor een hoeve links opnieuw onverhard verder te stappen. Halverwege de veldweg stap je door een kleine beekvallei om daarna terug even verhard te stappen richting Domein Godtschalck. Je stapt dit bos binnen langs een graspad waar het soms behoorlijk drassig kan zijn. Een tip, blijf wat op de randen stappen als je de voetjes droog wilt houden ;-). Een smal bospad begeleid je de volgende 3 kilometer doorheen dit prachtig bos. Het pad kronkelt zich een weg door het bos. Nu en dan kom je eens aan de bosrand waar je mooie zichten hebt op de omliggende akkers. Met wat geluk zie je hier af en toe een ree. Nadat je een grote lus doorheen het bos hebt gemaakt kom je nagenoeg op het punt waar je het bos in ging. Nabij de poel vind je een rustbank terug waar je even kan uitblazen. Je bent hier net over de helft van deze tocht dus neem gerust de tijd om even te genieten. Op zomerse dagen is het hier heerlijk! Nog even verder over een graspad tot je het bos verlaat. Enkele korte stukjes asfalt worden afgewisseld met graspaden tot je knooppunt 37 bereikt. Van hieruit gaat het opnieuw voor lange tijd onverhard verder over graspaden door weides en akkers richting het Zandvoordebos. Via boswegels doorkruis je dit kleiner bos om zo terug in een ander deel van het Groenenburgbos te belanden, de bospartij waar je in het begin van deze wandeling al even in wandelde. De wandeling begeleid je over prachtige boswegen naar een veldweg die je terug op de hoofdweg brengt. Nog even stappen en ik bereikt terug de wagen. Geniet even mee van de sfeerbeelden.
Ook een mooie en rustige wandeling.80% van deze wandeling is onverhard.
Terug schitterend weer beloofd, dus terug wandelen. Ik koos voor een wandeling van Westtoer, nl de Palingbeekwandelroute. Ik reed naar Zillebeke, waar deze wandeling start. Deze wandeling is uitgepijld met zeskantige bordjes met de naam van de wandeling.
Zillebeke is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen, en een deelgemeente van de stad Ieper. Het was tot 1977 (3.554 inw.) een zelfstandige gemeente, waar in 1971 Hollebeke en Voormezele aan werden toegevoegd. Zillebeke ligt in Zandlemig Vlaanderen en de Westhoek. Op een totale oppervlakte van 1.734 ha zijn er 222 ha bossen in Zillebeke. Zillebeke werd voor het eerst vermeld in 1102, als Selebecka. De bisschop van Terwaan verleende toen het patronaatsrecht van de parochie aan de Abdij van Voormezele. In 1270 kwam de Cisterciënzerabdij van Esen naar het Hof Hemelsdale te Zillebeke, om in 1295 naar Werken te verhuizen. Tot Zillebeke behoorde ook de heerlijkheid Bellewaerde.
De start van de wandeling begon ik aan het bezoekerscentrum.
het bezoekerscentrum waar de wandeling start.
Rondom het bezoekerscentrum ligt een modelboerderij waar op ecologische wijze groenten en fruit worden geteeld. Binnen wordt de ontstaansgeschiedenis van het provinciedomein op kindvriendelijke wijze uit de doeken gedaan. Je kan er ook een toffe zoektocht aanschaffen die zich in het domein afspeelt
hier door het modelboederij
Een mooi stuk natuur. De Palingbeek is een natuurgebied en West-Vlaams Provinciaal Domein in Zillebeke, een deelgemeente van de Belgische stad Ieper. Het is meer dan 230 ha groot en ligt een paar kilometer ten zuiden van het dorpscentrum, op de grens met Voormezele en Hollebeke. Het domein ligt rond het oude kanaal Ieper-Komen. De Palingbeek is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'West-Vlaams Heuvelland'.
In de omgeving van Zillebeke lagen een aantal kastelen, zoals Kasteel 't Hooge, en verderop langs de Meensestraat het kasteel Beukenhorst, na de Eerste Wereldoorlog herbouwd als Huize Zandberg en sedert de jaren '50 van de 20e eeuw bekend als Catalunya. Verder lag het kasteel Kerskenshove aan de Rijselse Weg. Dit werd na de Eerste Wereldoorlog niet meer herbouwd, maar op deze plaats ligt nu het Bedford House Cemetery.Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd rond Zillebeke, vooral bij 't Hooge, hevig gevochten. Oorlogsbegraafplaatsen, bunkers, mijnkraters en dergelijke getuigen hier nog van. Na de oorlog werd het dorp herbouwd.
Brits kerkhof. Hedge Row Trench Cemetery is een kleine Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Zillebeke, een deelgemeente van Ieper. De begraafplaats ligt 1,8 km ten zuidwesten van Zillebeke dorp in het provinciedomein De Palingbeek en is via een 300 m lang graspad bereikbaar vanaf de Verbrandemolenstraat. Ze werd ontworpen door John Truelove en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Het terrein is 676 m² groot en is omgeven door een bakstenen muur. Het Cross of Sacrifice staat centraal opgesteld. Er liggen 96 Britten (waarvan 2 niet geïdentificeerd konden worden) en 2 Canadezen begraven. De naam van deze begraafplaats heeft zijn oorsprong door een nabijgelegen boerderij die Hagereke heette, wat "hagen rij" betekent. Vroeger werd ze soms ook Ravine Wood Cemetery genoemd. De eerste slachtoffers werden er op 24 maart 1915 begraven en de laatste op 18 september 1917. Tijdens het Duitse lenteoffensief in april 1918 kwam dit terrein in handen van de Duitsers maar werd op 28 september 1918 heroverd door de Britten. Door de nabijheid van het Kanaal Ieper-Komen en de strategisch belangrijke hoogte The Bluff werd dit terrein door de hevige gevechten en artilleriebeschietingen zodanig beschadigd dat de graven niet meer gelokaliseerd konden worden. Daarom heeft men na de oorlog alle oorspronkelijke graven als Special Memorials opgericht en deze in een cirkel rondom het Cross of Sacrifice opgesteld. De begraafplaats werd in 2009 als monument beschermd
Het gebied op de waterscheidingskam tussen de bekkens van de IJzer en de Schelde, via de Leie. Men wenste een kanaal te graven dat de Leie zou verbinden met het Ieperleekanaal. In 1864 vingen de werkzaamheden aan. Probleem was dat men de tot 63 m hoge heuvelrug ten zuiden van Ieper moest doorsnijden. Men trachtte dit te bereiken hetzij met de aanleg van tunnels dan wel het graven van een diepe sleuf. De bodem was echter zeer instabiel en bestond uit een zandlaag die op klei was gelegen. Voortdurend stortten de constructies in. Ook een over het kanaal aangelegde brug verzakte en brak. In 1913 staakte men de werkzaamheden. Eén jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit, waarna de werkzaamheden nimmer werden hervat.;
Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag de Palingbeek aan het front van Ieperboog. Zowel Britten als Duitsers bouwden hier stellingen uit. De Britten noemden de steile noordelijke oever van het kanaal The Bluff. In de loop van de oorlog werd hier regelmatig ondergronds oorlog gevoerd, waarbij beide kampen via ondergrondse mijnen probeerden de vijandelijke stellingen te uit te schakelen. De oevers wisselden regelmatig van bezetter. Verschillende betonnen constructies uit die periode zijn bewaard in het gebied. In het domein liggen ook een aantal Britse militaire begraafplaatsen.;
Onderweg botst je op heel wat bezienswaardigheden uit de Eerste Wereldoorlog zoals de landartinstallatie ‘ComingWorldRememberMe’ (CWRM) en verschillende militaire begraafplaatsen. Ook de sterrenwacht, tal van speelelementen en het bezoekerscentrum ‘De Palingbeek’ liggen langs het traject.
Carterpillar
Carterpillar is het resultaat van een enorme mijnontploffing op 7 juni 1917 om 3u10 waarbij 32 ton springstof in de lucht werd geblazen. Nu is het een vredige plek, waar kikkers een vredesconcert houden in de met water gevulde krater. De plek is machtig schoon ondanks zijn wrede ontstaan.
Hill 60.We bevinden ons midden de frontregio. Op deze lijn zaten de Duitsers en geallieerden op amper enkele meters van elkaar in volle oorlogstijd. Hill 60 is authentiek gebleven dankzij een Engels legerofficier die na de oorlog dit stukje grond kocht om te bewaren voor het nageslacht.
Rustig wandelen op deze knuppelpaden.
Wat van kanaal bleef bestaan was een 3 km lange sleuf die geleidelijk aan in bezit werd genomen door de natuur. Deze Palingbeek, met het omliggende bos (Molenbos en landgoed De Vierlingen) van meer dan 200 ha en bovendien nog 30 ha open landschap, werd in 1970 ingericht als provinciaal domein. Het omvat onder meer een bezoekerscentrum. Een aantal wandelingen is in het gebied uitgezet.In de jaren 90 werden ten zuiden van het domein de golfbaan van de Golf & Countryclub De Palingbeek aangelegd.
Hier eventjes een rustpauze, iets drinken en wat eten om dan terug verder te wandelen.
Eventjes een afdaling
Op weg naar The Bluff.
Het knuppelpad volgenLangs het knuppelpad kom je langs de kraterwand van The Bluff. In het najaar van 1914 bereikten de Duitsers de verlaten werf rond het nieuwe kanaal. Ze zetten er hun stellingen op en kunnen er de adem van de tegenpartij bijna ruiken. De artilleriebeschietingen en mijnontploffingen woelen het landschap om. Aan het infopaviljoen van The Bluff kan je een interessante film zien over de Eerste Wereldoorlog op de Ieperboog.
Hier aangekomen aan The Bluff.
Hier kan men luisteren naar wat er zich heeft afgespeeld in deze streek.
Uitleg over dit beeld.
Nu op weg naar Astro-lab.
Hier het Astro-lab Iris. Eén van de zes Vlaamse volkssterrenwachten is het AstroLAB Iris in het Provinciaal Domein De Palingbeek. Je kan er van alles leren over sterren, het heelal, de zon... Ideaal voor een woensdag- en zondagnamiddagactiviteit, want dan zijn ze gratis geopend voor het brede publiek.
Zeker een bezoekje waard. Heel leerrijk.
Sluis 7Bis.Beneden aan de Vaart ontdek je stenen resten. Het zijn overblijfselen van Sluis 7 bis. Dit was één van de zestien afgewerkte sluizen langs het kanaal. Wist je dat iedere sluis ook een sluiswachterswoning had? Nu is het een prachtige natuurplek, maar ook het verhaal van de mislukte vaart en het oorlogsverhaal.
Heel mooi om daar te wandelen, nu nog op zoek naar de doorsteek om in de Gasthuisbossen te wandelen. Het is ongeveer 1km verwijderd van hieruit.
Vroeg opgestaan, het KMI beloofde een schitterende dag, dus ideaal weer om te wandelen. Deze keer besloot ik te gaan wandelen naar Limburg, ging een bezoekje brengen aan de Bosdravers van Eksel.
Eksel (vroegere spelling: Exel) is een dorp in de Belgische provincie Limburg en een deelgemeente van Hechtel-Eksel in de Kempen. Eksel ligt aan de noordrand van het Kempens Plateau, op een hoogte van 41 tot 64 meter. Het ligt op de waterscheiding tussen het stroomgebied van de Schelde (de Grote Nete ontspringt hier) en het stroomgebied van de Maas: De Bolissenbeek, zijrivier van de Dommel, vormt de oostgrens van Eksel. De Winnerloop, die ten noorden van Winner ontspringt, loopt in noordelijke richting en komt nabij Neerpelt in de Dommel uit. Ten westen van Eksel liggen grote naaldboscomplexen op zandige bodem, terwijl ten zuiden en ten oosten van Eksel een gebied met kleinschalige percelen is te vinden, waar landbouwgrond afgewisseld wordt met stukjes bos. Meer naar het oosten vindt men het beekdallandschap van de Bolissenbeek.
Eenmaal aangekomen(was de eerste wandelaar)dronk ik eerst een koffie. het parcours bestond uit 2 verschillende lussen van 10km, een lus van 8 en 7km en ook nog een lus van 4km. Dus keuze genoeg. heb de 2 grootste lussen gedaan en dan nog een van 7km.. Na de tocht dan nog eens een bezoekje gebracht aan onze vrienden uit Lommel. geniet even mee van enkele mooi beelden.
Vanaf de parking aan de zaal. Bij aankomst was het 3graden rond 6u15
De Kerk van Eksel.
Mooi zicht op de kerk.De Sint-Trudokerk is de parochiekerk van Eksel in de Belgische provincie Limburg. De kerk bevindt zich aan het Kerkplein aldaar. Het betreft een driebeukige bakstenen kruisbasiliek met hardstenen gevelelementen. Het koor, het dwarspand en de oostelijke traveeën zijn in Maaslandse gotiek, de toren en de westelijke traveeën zijn in neogotische stijl, waarbij de bouwtrant aansluit aan het gotische deel. Er is gebruikgemaakt van Maaslandse kalksteen voor de speklagen.
Beetje een gruwelijke lucht.
Nog heel rustig om te wandelen.
Voor al de afstanden was hier de splitsing aan de stermolen.
Mooie paarden.
Zicht op de bossen rondom Eksel.
Heel veel variatie tijdens de wandeling.
Nog een zicht op de molen.
Hier een flink stuk door het Pijnven.
Het Pijnven Het Provinciaal Natuurcentrum Pijnven strekt zich uit op het grondgebied van Hechtel-Eksel, Lommel en Overpelt en behoort tot Bosland, het grootste bos van Vlaanderen. Het is 1012 hectare groot en was eertijds een winningsgebied voor hout voor de Limburgse steenkoolmijnen. In de Kiefhoeksstraat in Eksel ligt het Bosmuseum Pijnven, van waaruit diverse wandelingen en fietstochten vertrekken (onder andere naar de zogenaamde IJzeren Paal, een landmeetkundig punt uit de 19de eeuw[24]). Het museum is geopend op zondagnamiddag. De tentoonstelling geeft een beeld van de flora en de fauna van de Kempen. De nadruk ligt op het bos als levensgemeenschap en op de principes van de bosbouw. Er is eveneens een collectie houtsoorten te bezichtigen.
Altijd de moeite waard om door dit stuk natuur te wandelen.
Mooi kapelleke.
De zon was wel op de afspraak maar de temperaturen waren niet hoog.
Aangenaam
Mooie vergezicten.
Hier ben ik opweg naar de startzaal.
Nu de andere kant op voor de andere lus. De Stermolen in de Windmolenstraat is een staakmolen die in 1901 werd opgericht door molenaar Eugène Bleukx-Driesen (tevens molenaar te Wijchmaal, vandaag een deelgemeente van het nabijgelegen Peer). De molen werd aangekocht in Henegouwen. Over de plaats waar de molen voorheen stond heeft men geen enkele zekerheid. Sinds 1973 is de molen een beschermd monument. In 1977 werd de gemeente er eigenaar van. Op afspraak is de molen in werking te bezichtigen.
Ook nu enkele mooi vergzichten.
Kwam regelmatig wat paarden tegen.
Hier een eindje langs de Noord-Zuidverbinding. Kan nogal wat lawaaierig zijn.
Hier aan het wandelen rond de Dommelvallei. Het typische landschap rond de Dommel en Bolisserbeek (Watering De Dommelvallei) tussen Eksel, Wijchmaal, Peer en Kleine-Brogel werd in 1987 beschermd. Hoeve Hobos en omgeving werd in 2000 beschermd[ en ligt gedeeltelijk op het grondgebied van Eksel en gedeeltelijk op dat van Overpelt (Lindelhoeven). Het is 200 hectare groot.
Dit was een heel drassig stukje die we moesten trotseren.
Wel heel mooi om er door te gaan.
Nog enkele paarden.
Op de terugweg naar de zaal.
Nog een laatste zicht op de kerk. Het was een hele mooie wandeling zeker een aanrader.
Het beloofde een mooie maar frisse dag te worden, dus ik besloot om een wandeling te maken in het Heuvelland.
Heuvelland is een gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt bijna 8000 inwoners en bestaat uit acht kleine dorpjes. Heuvelland is een dunbevolkte gemeente in het plattelandsgebied tussen de kleinstedelijke kernen Ieper en Poperinge en het stedelijk gebied Kortrijk-Rijsel langs de E17. De fusiegemeente Heuvelland bestaat uit 8 kleine landelijke dorpjes. De deelgemeenten Dranouter, Kemmel, Loker, Nieuwkerke, Westouter, Wijtschate en Wulvergem waren vroeger zelfstandig gemeenten. De Klijte was voor de gemeentelijke fusies niet zelfstandig, maar maakte deel uit van de toen nog zelfstandige gemeente Reningelst. Kemmel, Wijtschate, Nieuwkerke en Westouter zijn de grootste kernen, met elk meer dan 1000 inwoners. Het gemeentehuis en de gemeentelijke administratie bevinden zich in Kemmel, net als het politiekantoor en het postkantoor van de gemeente. In Wijtschate bevinden zich het rustoord, de gemeentelijke sporthal en de hoofduitleenpost van de gemeentelijke bibliotheek. In Nieuwkerke ligt het gemeentelijk containerpark. De vier andere kernen zijn kleinere dorpjes met minder voorzieningen. Naast deze dorpskernen liggen in de gemeente nog enkele kleine woongroeperingen. Zo komen op de heuvelruggen van de Rodeberg en Zwarteberg residentiële woningen voor, gemengd met horeca- en handelszaken. Ook de kern van de gemeente Mesen heeft nog een kleine uitloper in Heuvelland.
Ik reed naar Westouter waar ik mijn knooppuntenwandeling begon.
Westouter is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en sinds 1 januari 1977 een deelgemeente van de gemeente Heuvelland. Westouter is gelegen in de Westhoek, tegen de Franse grens. Westouter werd voor het eerst vermeld in 1089 als Wistaltare (Altaar naar het westen gericht). Op het grondgebied van Westouter werden voorwerpen uit het neolithicum aangetroffen. In 1069 werd Westouter een zelfstandige parochie, waarvan het patronaatsrecht toekwam aan het kapittel van Terwaan. Op het grondgebied lagen drie heerlijkheden, waarvan de heerlijkheidWestouter onder de Kasselrij Belle viel. In 1678 werd dit gebied onderdeel van Frankrijk en in 1781 kwam het weer bij de Oostenrijkse Nederlanden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef het dorp in geallieerde handen, maar het werd wel verwoest door beschietingen, waarna herbouw volgde. Op 6 september 1944 werd het dorp bevrijd van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Poolse bevrijders werden geëerd met de bouw van een kapel op het dorpsplein, gewijd aan de Zwarte Madonna van Częstochowa.
Zicht op het speelplein aan de kerk.
Kapel
Een van de vele paden die ik zal bewandelen.
Eerste mooi vergezicht
Op weg richting Zwarte Berg
Terug een mooi panorama.
Zicht op de Catsberg.
De Zwarte berg De Zwarteberg is een getuigenheuvel en gehucht in de gemeente Heuvelland. De heuvel ligt op de Frans-Belgische grens, de top op 152 meter. Aan de Franse zijde heet de helling Mont Noir, naar het gelijknamige gehucht op de top. De heuvel ligt op de grens van Westouter in België, en Sint-Janskappel en het grondgebied van Boeschepe in Frankrijk. De naam is afkomstig van de familienaam De Zwarte die de berg in de 13e en 14e eeuw in hun bezit hadden.
De Zwarte Berg De Zwarteberg ligt tegen de Vidaigneberg, Rodeberg en Baneberg. Op de Zwarteberg liggen vele winkeltjes en horeceagelegenheden, die vooral door Fransen in de weekenden bezocht worden en voor erg druk grenstoerisme zorgt. Op Frans grondgebied staat het oude huis van de ouders van Marguerite Yourcenar, naar wie een departementaal park ter plekke is genoemd. De Zwarteberg is een onderdeel van de zogenaamde centrale heuvelkam in het West-Vlaams Heuvelland, deze bestaat daarnaast uit de Watenberg, Kasselberg, Wouwenberg, Katsberg, Boeschepeberg, Kokereelberg, Vidaigneberg, Baneberg, Rodeberg, Sulferberg, Goeberg, Scherpenberg, Monteberg, Kemmelberg en Letteberg. Ten zuiden van deze heuvelkam bevindt zich het stroomgebied van de Leie, ten noorden van deze heuvelkam het stroomgebied van de IJzer. Op de Zwarteberg bevindt zich een bronzen vrouwenfiguur die Edith Cavell voorstelt en Miss Cavell wordt genoemd. Het betreft een Brits verpleegster die tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers werd vermoord.
Wederom een mooi zicht op de Catsberg.
Het was heel rustig tijdens mijn wandeling
Op en af rond de Zwarte berg.
Hier kreeg ik zicht op Sint Jans Cappel op Franse bodem.
Sint-Janskappel: Frans-Vlaams: Sint-Janskappel en Frans: Saint-Jans-Cappel) is een gemeente in de Franse Westhoek, in het Franse Noorderdepartement. De gemeente ligt in Frans-Vlaanderen in de streek het Houtland. Sint-Janskappel ligt tegen De Schreve en grenst aan de gemeenten Boeschepe, Westouter (Heuvelland), Belle, Meteren en Berten. Door het grondgebied van Sint-Janskappel vloeit de Grote Beke, die ontspringt aan de Zwarteberg en in Steenwerk uitmondt in de Leie. De gemeente heeft bijna 1500 inwoners.
Na wat heen en weer rond de Zwarte berg ging ik nu richting het bos van de Zwarte Berg via enkele mooi paden..
Voor en achter mij altijd hele mooie panorama's
Ben hier nog altijd op Franse bodem aan het wandelen.
Deze kapel staat op de grens België-Frankrijk.
Laatste passage door op de Zwarte berg.
Hier een militair kerkhof. Op de Franse zuidflank ligt ook een militaire begraafplaats uit de Eerste Wereldoorlog, Mont Noir Military Cemetery.
Nu verlaat ik het grondgebied Zwarte Berg en wandel ik richting Rode Berg.
Enkele trapjes naar beneden
En via enkele knuppelpaden kom ik aan bij de Douvevallei.
Eindelijk een rustbank gevonden, zodat ik mijn boterham kon opeten.
Na het eten ging ik terug op stap naar de volgende heuvel.
Terug vele mooie vergezichten.
Hier in de verte een blik op Loker.
Een zicht van een flank van de Rode Berg.
Zicht op de Belvedere op de Rode Berg.
De Lijstermolen.
Mooie zicht op de kerk van Loker.
Nu stijgen naar de Rode Berg.De Rodeberg is een getuigenheuvel in het Belgische dorpje Westouter. Het is een van de heuvels in de gemeente Heuvelland en het West-Vlaams Heuvelland. De Rodeberg is 138 meter hoog. Op de noordelijke en westelijke flank bevindt zich het Hellegatbos, een bosgebied dat als natuur- en wandelgebied dienstdoet. De naam van het bos verwijst naar een diep ravijn onderaan de Rodeberg, het "gat in de helle" waarbij "helle" in de streektaal staat voor heuvel.
Hoofdgebouw van de bekende Kosmos.Verlaten recreatiedomein Kosmos In dit gebied lag het recreatiecentrum Kosmos. Tot de jaren tachtig was dit een van de grote recreatiecentra van de provincie, zowel voor gezinnen als voor kampen en schooluitstappen. Vooral het openluchtzwembad was erg gekend. Geleidelijk raakte het centrum echter wat in verval en in 2002 werd de vergunning van het zwembad ingetrokken.Vakantiedomein Kosmos was een recreatiegebied op de Rodeberg, bij het Belgische dorp Westouter. De Kosmos beslaat een gebied van 70 543 m² en bevatte onder meer een tennisveld, voetbalveld, openluchtzwembad, hotel met restaurant en feestzaal en muziekcafé, Home Boskant (met 48 kamers) en Home Zeewind (slaapzalen en polyvalente zalen).
Heel veel afwisseling tijdens deze wandeling.
Na de Rode berg was de Sulferberg aan de beurt.De Sulferberg is een heuvel in het Heuvelland bij Westouter, in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Net onder de top komt de Goeberg omhoog. De top ligt op 88 meter. "Sulfer" is in de streektaal een typische naam voor slechte grond. De grond wordt nog steeds gebruikt om ongedierte te doden. De Sulferberg is een onderdeel van de zogenaamde centrale heuvelkam in het Heuvelland,
Hier terug een mooi vergezicht
Nu kwam er een mooi knuppelpad te voorschijn
Daarna was het de beurt aan een 40tal trappen die ik te verwerken kreeg.
Enkele uitspraken op een ligbed.
laatste pad vanop de Sulferberg
Mooi zicht op een deel van Westouter
Kreeg de kerk al in zicht, dus het einde naderde.
De kerk van Westouter.De Sint-Eligiuskerk is de parochiekerk van de tot de West-Vlaamse gemeente Heuvelland behorende plaats Westouter
Hier was het het einde van deze hele mooie wandeling.
Vandaag besloot ik eens een wandeling te maken van Westtoer. Ik reed richting Baliebrugge om daar deze wandeling te doen. Er was voldoende parkeergelegenheid aan de kerk, waar ook de wandeling begon. De wandelingen van Westtoer zijn uitgepijld met zeshoekige bordjes.
Baliebrugge is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Baliebrugge is een van de gehuchten die behoren bij Ruddervoorde, en is ook een deelgemeente van Oostkamp. Baliebrugge ligt een drietal kilometer ten zuidwesten van het centrum van Ruddervoorde, langs de weg naar Torhout. Baliebrugge bestaat uit een kleine verkaveling rond het centrum, maar daarnaast vooral uit lintbebouwing langs de invalswegen.
De Vrijgeweedwandelroute vertrekt aan de Sint-Godelievekerk in Baliebrugge. Via landelijke wegen stap je al vrij snel het historische Vrijgeweed binnen. Dit was lange tijd een onontgonnen gebied op de grens tussen Wingene en Oostkamp. Het duurde tot midden 20ste eeuw eer de regio volledig gecultiveerd werd. Vandaag wordt het vlakke Vrijgeweed gedomineerd door statige populieren, witte hoeves en verschillende onverharde dreven. geniet even mee van enkele sfeerbeelden.
Sint Godelievekerk van Baliebrugge, tevens het startpunt van de wandeling.
Hier de natuur in.
Veel variatie in de wandeling
Mooie vergezichten
Mooie dreef
deze was gesloten
Moederziel allen in de wei.
Een mooi rustpunt op deze wandeling.
Picknickbank.
Enkele paarden kwamen eens kennis maken met mij.
2 mooie Alpaca's of zijn het lama's.
Aan dit rustpunt at ik mijn boterham op.
Mooi in de natuur en heel rustig.
Op weg naar het eindpunt.
terug van weggeweest. Het was een aangename wandeling en heel rustig. Deze wandeling is een 13km lang en je komt er 2rustpunten tegen.
Deze keer ging ik wandelen aan onze kust, nl in De Panne. Altijd mooi om er te stappen, er is veel natuur in De Panne. Het beloofde een mooie maar koude dag te zijn met veel zon. Dus ideaal om te wandelen.
De Panne (Frans: La Panne) is een badplaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 11.000 inwoners. De Panne is de meest westelijke plaats van Belgiė en de meest zuidelijke badplaats aan de Belgische Kust. Deze grenst op zijn beurt aan de meest noordelijke plaats van Frankrijk, namelijk Bray-Dunes. De naam is afkomstig van het woord duinpan. Een pan of panne is een komvormige diepte in de duinen. In het gebied van Adinkerke was al bewoning aanwezig in de 5e eeuw voor Christus en ook in de Romeinse en Frankische tijd woonden er mensen die aan landbouw, veeteelt en visserij deden. De naam van het dorp Adinkerke vindt men vanaf de 12e eeuw terug. De Panne ontstond echter pas rond 1782 in de tijd van de Oostenrijkse Nederlanden. De regering onder keizer Jozef II wilde de kustvisserij stimuleren, hierdoor werd door vooraanstaande burgers uit Veurne een nederzetting opgericht dat men Sint-Jozefsdorp noemde, later Kerckepanne. Het was gelegen tussen de duinen en de zee. Het kleine gehuchtje werd in 1789 een parochie van Adinkerke en werd administratief in 1799 bij de gemeente Adinkerke gevoegd. In de duinen van dit gehucht zette Leopold I, de eerste Koning der Belgen voet op Belgische bodem. Rond 1830 erfde grootgrondbezitter Pieter Bortier ongeveer 650 ha duingrond in De Panne. Hij opende er in 1831 het eerste primitieve "Pavillon des Bains", een ontmoetingsplaats voor Engelse en Veurnse beau monde. Jaren later bouwde hij er een eigen zomervilla. Hij leverde grote inspanningen om het kleine, wat verarmde, vissersdorpje te verbeteren. De Panne had dan wel geen haven, maar had rond 1900 toch de op een na grootste vissersvloot van de Belgische Kust, na Oostende. Wegens het ontbreken van een haven moesten de boten met platte bodem, de "panneschuiten", telkens op het strand worden getrokken. In het begin van de 20e eeuw was er een project om een haven aan te leggen, maar dit kwam er uiteindelijk niet, en de vissers verdwenen geleidelijk uit De Panne. Van een vissersdorp werd De Panne echter meer en meer een toeristische badplaats vanaf de tweede helft van de 19e eeuw. Hierdoor werd De Panne groter dan het oorspronkelijke Adinkerke. Op 5 februari 1870 was de spoorlijn De Panne - Duinkerke in gebruik genomen. Rond die tijd kwam er in de buurt van het Pavillon des Bains een eerste kursaal, enkele paviljoenen en de eerste pensions en hotels. De Panne werd kort voor 1900 grotendeels uitgebouwd naar ontwerp van architect Albert Dumont. Van de specifieke cottage-architectuur die hij hierbij hanteerde bleef o.a. de Dumontwijk goed bewaard. Op de zeedijk werden aaneengesloten villa's in pittoreske stijl gebouwd. Het gehucht De Panne werd op 24 juli 1911 officieel van Adinkerke afgesplitst en werd een zelfstandige gemeente. Bij de gemeentelijke fusies in 1977 werden beide gemeenten weer samengevoegd. Ditmaal werd echter Adinkerke als kleinste dorp een deel van de nieuwe fusiegemeente De Panne. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vestigde de Belgische regering zich in het Franse Le Havre, nadat ook Antwerpen zich overgaf aan het Duitse leger. Koning Albert I en koningin Elisabeth betrokken echter wel een villa in De Panne om van daaruit het Belgisch leger te leiden. De komst van het massatoerisme, vanaf de jaren 50, bracht grote veranderingen teweeg. De kustvilla's ruimden plaats voor hogere appartementsblokken. Vooral op de zeedijk is, op enkele villa's na, niets meer overgebleven van de oorspronkelijke bebouwing.(bron:wikpedia) De start was in de polyvalentezaal De Boare op het Koningsplein. Deze wandeling bestond uit 4 verschillende lussen met telkens rust in de startzaal.
Deze lus deed ik eerst, bijna 11km en bestond uit 95%natuur.
De startzaal en tevens rustpost.
Kerk van De Panne.
Via enkele kleine paadjes kwamen we direct aan in de Oosthoekduien.
De Oosthoekduinen is een natuurgebied in de West-Vlaamse gemeente De Panne.Het 80 ha grote gebied wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Doordat de duinen wat ouder zijn is het gebied licht ontkalkt en daardoor komt het duinroosje er veel voor. Ook muurpeper en kandelaartje zijn er te vinden, evenals duinsterretjesmos en diverse korstmossoorten. Ook is er duinstruweel.Van de vogels kunnen worden genoemd: nachtegaal, grasmus, zwartkop en fitis. In poelen leeft de kamsalamander. Van de insecten vindt men de kleine parelmoervlinder en de blauwvleugelsprinkhaan. Bijzonder van dit gebied is de overgang van duin- naar poldergebied. Hier zijn diverse soorten iepen aangeplant. Hier komt ijzerrijk kwelwater aan de oppervlakte, en er komen bloemrijke graslanden voor.In de nabijheid van het gebied ligt het Bezoekerscentrum De Duinpanne en in het gebied zijn wandelingen uitgezet. In het westen sluit het gebied aan op het Calmeynbos, in het noorden op Houtsaegerduinen en het Kerkepannebos.
Deze dieren waren er gerust in dat er wandelaars in hun gebied aanwezig waren.
Een deel van de kudde.
Enorm veel afwisseling tijdens deze wandeling.
Zand- en andere paden wisselden elkaar af.
Het was echt heerlijk om te wandelen. Er was bijna geen wind en de temperatuur viel goed mee.
Hier via een trapje naar een hoger gelegen deel.
Zicht op het bezoekerscentrum
Terug aan kerk en op weg naar de rust.
De andere lus ging ook via enkele autoluwe wegen richting de Oosthoekduinen.
Ditmaal stapte men aan de andere zijde van het domein.
Ook heel rustig.
Hier zijn we bijna aan het einde van het domein en dan langs dezelfde uitgang naar ons vertrekpunt. Een hele mooie wandeling.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.