Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag eens in eigen provincie een wandeling maken. Ik ging naar Ardooie, waar de Spartastappers er hun Skobiaktocht hielden.
Ardooie is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het dorp ligt 7 kilometer ten noordoosten van de stad Roeselare. De gemeente telt 9.083 inwoners (12/11/2020), Ardooienaars genoemd. Naast Ardooie ligt de deelgemeente Koolskamp. Op het grondgebied ligt nog een dorp en een gehucht. Het dorp Tasse (De Tassche) ligt een tweetal kilometer ten westen van het dorpscentrum, op de grens met de stad Roeselare. Het sluit meer aan op de stedelijke invloedssfeer van Roeselare dan op het dorpscentrum van Ardooie. In het oosten ligt een klein deel van het dorp Sneppe (beter gekend als 't Veld). Dit dorp ligt grotendeels in de buurgemeente Meulebeke. Een deel van de bebouwing ligt in Ardooie. Een derde, en meestal vergeten kern is De Kortekeer. Dit ligt op de verbindingsweg tussen Koolskamp en Beveren. Ondanks dat het grondgebied Ardooie is, is er geen rechtstreekse verbindingsweg met het centrum van Ardooie.
De start was vanuit de evenementenhal de Ark, de wandelaars konden uit een 6tal afstanden kiezen. Iedere wandelaar kon na de wandeling gratis 2 pannenkoeken krijgen. Wandeling door spaarbekken en vanaf 14 km door het Provinciaal Domein 't Veld.
Hier ging ik in het domein. Het Provinciedomein 't Veld is een natuur- en recreatiegebied in de West-Vlaamse gemeente Ardooie, direct ten westen van de kom van het dorpje 't Veld gelegen. Het 44 ha grote gebied was oorspronkelijk het domein van het Kasteel van Ardooie, en bestaat uit park met vijvers en bos. Het kasteel is particulier bezit, maar het domein is vrij toegankelijk en er zijn wandelpaden door en om het domein uitgezet die ook langs de Rysselendemolen en het historische Veldkruis, dat zich aan de rand van het gebied bevindt. Er zijn ook recreatieve voorzieningen zoals een cafetaria, bootverhuur en dergelijke. Het provinciale domein bevat o.a. wandelpaden en twee hengelvijvers waarbij de aanwezige eilandjes het geheel erg aantrekkelijk maken. De vroegere kasteelvijver wordt in de volksmond het 'zeetje' genoemd. De derde vijver en omgeving wordt als natuurreservaat beheerd.
Na gisteren een erg natte wandeldag gehad(eigen schuld, moet maar thuis blijven) in Burst.geen foto's kunnen nemen door het slechte weer, beloofde het vandaag toch droog te blijven. Er stond een busreis op het programma van onze wandelclub WSK Marke en die ging naar Meise.
Meise is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Vlaams-Brabant en het arrondissement Halle-Vilvoorde. De gemeente telt bijna 20.000 inwoners. De gemeente behoort tot de Brabantse Kouters en de Groene Gordel. Meise is de hoofdplaats van het gelijknamig gerechtelijk en kieskanton. In 1876 werden er in Meise een vuurstenen bijl en drie vuursteensplinters gevonden. Deze behoorden toe aan jagers-verzamelaars, gedateerd in de nieuwe steentijd (2000 - 1600 v. Chr.), die in deze toen dichtbeboste streken leefden. Reeds in het prille begin van de verspreiding van het christendom werd er hier een houten kerkje gebouwd (in het jaar 684) met als patroonheilige Sint-Martinus. In de 10e eeuw kwam er een stenen kerk en in de 11e eeuw kwam er een kerktoren, los van het gebouw. Tijdens de Beeldenstorm beschadigde men in 1567 de Sint-Martinuskerk. In 1664 werd het dorpscentrum van Meise dan weer in brand gestoken door Franse soldaten. In diezelfde periode was er ook een zware pestepidemie in het dorp waarbij zo'n 50 mensen stierven. Tot het begin van de 18e eeuw bleef Meise door hongersnood en Franse soldaten getroffen worden. Toen men onder Oostenrijks gezag kwam, kwam het dorp meer tot bloei. In 1747 telde het ongeveer 600 inwoners. In de vroege 19e eeuw wordt de gemeente vermeld als Meysse. In 1830 telde de gemeente 2.152 inwoners. In 1874 werd Nieuwenrode een aparte gemeente en verloor Meise dus een deel van het grondgebied. In 1893 werd de eerste tram in het dorp aangelegd. Rond 1900 was Meise vooral een landelijk dorp. Rijke stedelingen van Brussel kwamen met de fiets of de stoomtram toeristische uitstapjes doen. Tegenover het tramstation langs de Kasteeldreef was er een hoeve, de "Laiterie", waar de toeristen boterhammen met platte kaas en bier konden bestellen. De tram bereikte tot 1935 het dorp via Grimbergen en de Kasteeldreef. Veel Meisenaren werden opgeroepen om met de Duitsers mee te strijden in WO I. Twaalf van hen komen om het leven. Twee jaar na de oorlog, in 1920, verandert de bestuurstaal van het Frans naar het Nederlands. In 1935 is ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling een rechtstreekse tramlijn aangelegd naar Brussel. In 1977, met de fusie van Belgische gemeenten ontstond de fusiegemeente Meise uit het samengaan van Meise, Wolvertem en Oppem (een deel van de voormalige gemeente Brussegem).
De start was vanuit Willy Vandenberghecentrum, deze zaal was te klein voor zo'n evenement. De wandelaars konden uit een zestal afstanden kiezen. iedere wandelaar kreeg een poncho . Ik wandelde vandaag met de voorzitter en zijn vrouw en nog 2leden.We dronken eerst nog een koffie, vooraleer we aan deze tocht begonnen. Ook alle afstanden gingen door de Plantentuin. Er was degelijk controle, iedere wandelaar moest zijn armbandje tonen(die we bij inschrijving hadden gekregen)zodat we gratis door deze tuin konden wandelen.
Wandeltocht in de groene gordel ten westen van Brussel. Mooie vergezichten op de hoofdstad vanuit het pittoreske Oppem. Doorgang door 2 privé kasteeldomeinen.
De Sint Martinuskerk is de parochiekerk van de Vlaams-Brabantse plaats Meise, Het betreft een georiënteerde kruiskerk in voornamelijk laatgotische stijl, gebouwd in witte zandsteen. De kerk heeft een driezijdig afgesloten koor en een ingebouwde westtoren. Deze toren heeft twee geledingen en een Tudorboogportaal. De zijbeuken zijn als dwarskapellen opgevat, eindigend in puntgevels. De kerk ligt op een lichte verhoging en was vroeger omringd door een kerkhof.
Hier gingen we door de Plantentuin.
De Plantentuin van Meise is een botanische tuin in de Vlaams-Brabantse gemeente Meise. Het is een van de grootste plantentuinen in de wereld. Agentschap Plantentuin Meise, voorheen de Nationale Plantentuin van België, een Federale Wetenschappelijke Instelling, is sinds 2014 een agentschap van de Vlaamse overheid. De plantentuin heeft twee onderzoeksafdelingen, een herbarium (ongeveer 4.000.000 collectiestukken), een bibliotheek en uitgebreide levende verzamelingen (20.000+ soorten). Samen met de Koninklijke Belgische Botanische Vereniging is de plantentuin verantwoordelijk voor het in 2010 geïntroduceerde wetenschappelijke tijdschrift Plant Ecology and Evolution.
Zicht op het kasteel van Bouhout
Het Kasteel (van) Bouchout (ook Boechout) is een kasteel dat gelegen is in de Belgische gemeente Meise. Het is een versterkt kasteel waarvan de oorsprong teruggaat tot in de 12e eeuw. Op het domein bevindt zich tegenwoordig Plantentuin Meise.
Enkele mooie werkjes van bepaalde fotograven.
3 sympathieke dames
Zicht vanop het Kasteel
Een hele mooie tuin, jammer er stond weinig in bloei.
Nog een bovenzicht
Zicht op de vijver
Zicht vanuit een ander invalshoek.
Kunstwerk Wilde wingerd
Mooie tulpenboom
Nog een kunstwerk.
Info betreft het kasteel.
Op weg naar onze rustpost in Oppem.
Hier een zicht op Brussel. Na onze rust moesten we nog een lus maken
Afwisselend parcours met mooie vergezichten.
Hier wandelden we door een stuk privé
Zicht op privékasteel
Het Domein Terassel is een landgoed in de Vlaams-Brabantse plaats Meise, Eind jaren '90 van de 19e eeuw werd een villa in neorenaissancestijl gebouwd door Pierre Parmentier, die rentenier was te Schaarbeek. In 1914 werd deze villa door de Duitse bezetter in brand gestoken. Nadien werd het landhuis, tezamen met een koetshuis en stallen, herbouwd.
Een grote en mooie tuin, De villa werd omringd door een landschapstuin van 4 ha. Voor de aanleg van de A12, in 1969, werd 1 ha van dit park opgeofferd. In het park staan enkele monumentale bomen. Het landhuis werd onder de naam Domein Terassel in gebruik genomen als restaurant annex zalencentrum. In 2017 werd de exploitatie stopgezet.
Soms waren de paden wat drassig.
Terug zicht op de Martinuskerk.
De laatste rechte lijn alvorens we terug aan de start waren. Een prima wandeling, jammer van de te kleine zaaltjes.
Vandaag stond er een wandeling in Zedelgem op de agenda.De wandelclub 4 op een rij uit Zedelgem gaf er hun 32° Leeuwtocht.
Zedelgem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente ligt tussen Brugge en Torhout en telt ruim 22.000 inwoners. Zedelgem (in de volksmond Zilleghem) bestaat uit de deelgemeenten Aartrijke, Loppem, Veldegem en Zedelgem zelf. Zedelgem behoort tot Zandig Vlaanderen en de kom ligt op een hoogte van ongeveer 12 meter, terwijl de hoogte van de omgeving varieert van 9 tot 20 meter. De Plaatsebeek stroomt door het centrum en de Zabbeek stroomt iets ten noorden daarvan. Tot de nabijgelegen natuurgebieden behoren het Vloethemveld, in het westen, dat het vroegere munitiedepot herbergt en een beschermd landschap is. Ten oosten van de buurtschap De Leeuw vindt men het gemeentelijk domein Merkenveld, een bosgebied waarin zich ook een jeugdverblijf bevindt. Ook Doeveren bevindt zich deels op Zedelgems grondgebied. Op het grondgebied van Zedelgem bevinden zich ook enkele wandelpaden, namelijk Merkenveldpad, Sint-Maartenspad, Sint-Elooipad, Heirwegpad en Klytepad. Fietsroutes zijn de Boschvogelroute en de Zilleghemroute.
De start was vanuit het Spes Nostra en de wandelaars konden uit een ruim aanbod kiezen, ik koos terug om de 21km te wandelen. Het was te hopen dat het niet te veel ging regenen, want de voorspelingen waren niet gunstig. Gelukkig kon ik droog starten. Eerst een rondje Zedelgem met rust in de groene Meersen, daarna richting Snellegem en dan terug naar Zedelgem. Af en toe in het laatste gedeelte viel er wat lichte regen met tussenposen. Gelukkig was er veel wind zodat we toch nog droog waren toen we aankwamen. Geluk gehad betreft het weer.
Een rustige wandeling , had toch wat meer groen verwacht op deze wandeling.
Vandaag terug een wandeling maken bij de Vredeseilanden. Ditmaal was hun terrein Waardamme.
Waardamme is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Oostkamp, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. De patroonheilige van Waardamme is Sint-Blasius. Het dorp ligt een tweetal kilometer van het centrum van een andere deelgemeente Ruddervoorde, en de twee kernen zijn tegenwoordig door een nijverheidsgebied met elkaar verbonden. Waardamme ligt in Zandig Vlaanderen op een hoogte van ongeveer 12 meter en is relatief bosrijk, vanwege de aanwezigheid van diverse landgoederen. De belangrijkste rivier is de Waardammerbeek die overgaat in de Rivierbeek en in noordelijke richting stroomt.
De startlocatie was ditmaal de Zaal Wara. De wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Ik besloot de 22km te wandelen, een prachtige natuurwandeling door het Kampveld, de Breidels en Nieuwenhovebos. Geniet even mee.
Het was een prachtige wandeling, proficiat aan de organisatie.
Vandaag ging ik wandelen naar Rollegem, het Multifunctioneel Centrum De Kindervriend, deed er hun Lentewandeling in samenwerking met WSK Marke. Deze wandeling opbrengst gaat volledig naar het instituut. Het MULTIFUNCTIONEEL CENTRUM KINDERVRIEND biedt ondersteuning aan kinderen en jongeren met een lichte, matige of ernstige verstandelijke beperking.
Rollegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Kortrijk het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Het landelijk dorp ligt een vijftal kilometer ten zuiden van het stadscentrum van Kortrijk, in het gebied tussen de rivieren de Leie en de Schelde. Het dorp wordt begrensd door Aalbeke, Bellegem en Moeskroen. In het zuiden van Rollegem, op de grens met het Henegouwse Lowingen (Luingne), ligt het gehuchtje Tombroek.
De start van deze wandeling was vanuit de sporthal en de wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Er waren 2 afstanden met een fotozoektocht voor de kinderen.
Ik koos voor de langste afstand. We kregen heel veel natuur met regelmatig wat afwisseling.
Het parcours van de 21km
Iedere wandelaar kreeg een appel en een zakje chips
De eerste splitsing
De kerk van Rollegem
We gingen richting Bellegem via enkele mooie en rustige paden
Mooie vergezichten
Via mooie paden richting St Anna
Op weg naar de eerste halte, hier door de natuur aan het Don Bosco College
Aangekomen aan de rustpost. Hier moet ik een lus maken van ongeveer 5km.
Na de rust begon ik aan de lus.
Het beloofde een hele mooie lus te zijn.
Hier aangekomen aan de ingang van de Libelle.
De zijkant nemen en dan richting het AZ.
Sommige struiken stonden al in bloei.
Zicht op het AZ groeninge
Eenmaal uit de Libelle, de straat dwarsen en opnieuw door een nieuw aangelegd stuk natuur.
Hier ging ik door het Doerakies, een soort themabos.
regelmatig plezierige voorstellingen.(hierboven een loopbrug)
hangmatjes
veldtoilet
telefooncentrale
na het verlaten van dit themabos, enkele paden volgen dit was de smerigste plaats , iets ervoor moest ik dwars door het water, hier viel dit nog mee.
op de terugweg naar de controle, deed ik opnieuw de Libelle aan , langs een andere zijde.
Hier verliet ik het stadsgroen de Marionetten
Zicht vanop de Libelle richting St Anna
terug aangekomen aan de rustpost.
Na de tweede stop ging ik nu richting Aalbeke
Nu wat wandelen door een deel van het Preshoekbos.
Hier enkele mooie borden.
Aangekomen in Aalbeke, nog een 5tal km te gaan tot het einde.
terugweg via paden en autoluwe wegen.
Een hele mooie en rustige wandeling. gelukkig heb ik geen regen gekregen, er waren 1745deelnemers.
Gisteren had ik familiale verplichtingen, dus niet wandelen, vandaag ging ik richting Kaster, waar de wandelclub De Textieltrekkers uit Vichte er hun jaarlijkse Aktivtocht hielden.
Kaster is een dorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Anzegem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Kaster ligt op de zuidelijke helling van een oost-west georiënteerde heuvelrug die hier een maximale hoogte heeft van ruim 53 meter. Naar het zuidoosten loopt het niveau af naar de Schelde. In het westen ligt het Bassegembos. De Kasterbeek en de Nederbeek stromen in dit gebied. Omstreeks 1920 werden schrabbers en pijlpunten uit het neolithicum aangetroffen. Hoewel de plaats doorsneden werd door de Romeinse heerweg van Bavai naar Oudenburg en ook de plaatsnaam Kaster van het Romeinse woord castrum afkomstig schijnt, werden nog geen resten van een Romeins legerkamp aangetroffen, hoewel er vondsten van Romeinse munten, scherven en stukken dakpan werden aangetroffen. In 1977 en daarna werden ook resten van een Romeinse nederzetting aangetroffen. In 1075 werd Kaster voor het eerst schriftelijk vermeld, als Castra. Daarbij werd Arnoldus de Castra als eerst bekende heer vermeld. De heerlijkheid was afhankelijk van de Abdij van Corbie. In 1559 wist Godfried van Bocholt de heerlijkheid te bemachtigen om deze later met veel winst terug te verkopen aan de Abdij. Door de godsdiensttwisten einde 16e eeuw werd Kaster zwaar getroffen, mede door de strategische ligging nabij de Schelde. Ook de tweede helft van de 17e eeuw bracht oorlogsellende met zich mee, eerst waren het invallen door de Fransen, en daarna kwam de Negenjarige Oorlog, waarbij keurvorst Maximiliaan II Emanuel van Beieren in 1695 een kamp opsloeg te Kaster, waar 50.000 manschappen gelegerd waren. In de loop van de 18e eeuw werd de infrastructuur aanzienlijk verbeterd, waarbij wegen werden verhard en bruggen over de Schelde werden gebouwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd te Kaster een Duits vliegveld aangelegd, maar bombardementen vonden pas plaats in 1918, toen de Duitse troepen zich terugtrokken.
De start was vanuit het OC Groeninge en de wandelaars konden uit een 6tal afstanden kiezen. Ik koos voor de 20km, er was ook de wielerwedstrijd Kuurne Brussel
Kuurne die daar voorbij kwam en voor de nodige opstoppingen zorgde. De 6 tot 13km blijven in het gebied aan de linkeroever van de Schelde. De wandelingen gaan langs afgesneden rivierbeddingen en doorkruisen het glooiende terrein. Deze kant van de Scheldevallei bevat veel natuurschoon en mooie passages met in de verte zicht op de Vlaamse Ardennen terugkeren naar Kaster gebeurt over de kasseien van de Varentstraat of via de Galgestraat. De Varent is wel bekend bij de renners en de wielertoeristen wegens zijn venijnige kasseien. Het alternatief is de Galgestraat waarvan de naam natuurlijk verwijst naar de onaangename bestraffingen in vroegere tijden.
De tocht van 20km steekt de Schelde over naar Ruien en vandaar naar Berchem. Via zeer rustige wegen en verkeersvrije paden verken men de rechterkant van de Scheldevallei. Eenmaal terug in Kerkhove voor de 2°keer in het OC was het nog een kleine 4km te wandelen tot aan de startzaal
Een mooie winterse wandeling in een prachtig zonnetje. Er waren 1576 deelnemers.
Gisteren met de trein richting Geraardsbergen om daar in deelgemeente Nederboelare de Krakelingentocht te wandelen.
Geraardsbergen (Frans: Grammont) is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad ligt in de Denderstreek, aan de Dender en tegen de Oudenberg aan. De stad in de Vlaamse Ardennen telt ruim 34.000 inwoners (2022), die Geraardsbergenaars worden genoemd. In de wielrennerswereld is de stad berucht omwille van de steile en heuvelachtige Muur van Geraardsbergen. De stad is ook bekend om zijn mattentaart. Het jaarlijkse feest van Krakelingen en Tonnekensbrand is door UNESCO erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. De heilige Bartholomeus en Adrianus zijn haar patroonheiligen. De plaatselijke benaming voor Geraardsbergen luidt Giesbaargen. Jaarlijks wordt in de maand februari het einde van de winter gevierd met Krakelingen en Tonnekensbrand. Dit eeuwenoude dubbelfeest werd opgenomen in de Inventaris van Immaterieel Cultureel Erfgoed Vlaanderen (2009) en ingeschreven op de Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid van UNESCO (2010). Elk jaar vond in Geraardsbergen op de tweede zondag van september een festival plaats. Het Internationaal Hooghuysfestival voor Draaiorgelspelers brengt in het afgesloten stadscentrum draaiorgels uit meerdere Europese landen samen. In 2015 ging dit festival voor de laatste keer door.
Geschiedenis heeft ook onze tocht, want we sturen al voor de 20ste keer de wandelaars op pad voor onze eerste midweektocht van het jaar. Starten doen we dit keer vanuit de parochiezaal van Nederboelare. Deze startzaal geeft de parcoursbouwer en zijn ploeg de mogelijkheid om de omgeving van Deftinge, Goeferdinge en Zarlardinge te gaan verkennen, een gebied ten westen van Geraardsbergen, waarvan de kaarten bij ons niet zoveel op de tekentafel liggen. Dus hebben ze er extra werk van gemaakt. We wandelen niet door echte natuurreservaten, maar dat doet geen afbreuk aan de kwaliteit van de gekozen wandelpaden, veld- en landwegen. Er mag dan al niet meer te zien zijn dan kale akkers, velden, weiden en landerijen, toch loont het de moeite om in deze rustige landbouwstreek de Vlaamschen boerenbuiten in al zijn eenvoud te komen ontdekken. Daar horen uiteraard een paar schitterende boerderijen bij die diep verscholen in de velden liggen te wachten op de aanvang van een nieuw seizoen of een kapelletje langs de kant van een holle weg of een windmolen, getuige van een ambachtelijk verleden. In Zarlardinge wandelen we ook een stukje op de Bizarroute, een route langs 25 permanente kunstwerken. Wij bewonderen er een paar. Wie rust zegt, zegt ook rustpost en die hebben we opgebouwd in de parochiezaal van Goeferdinge. Alle afstanden houden er halt. Wij zorgen er voor warme en gekoelde drankjes en verzorgde broodjes en bieden de wandelaar een zitplaats aan om de benen even rust te gunnen.
Een mooie en rustige wandeling, gelukkig hebben we geen regen gekregen tijdens deze wandeling. Er waren 1200 deelnemers die deze wandeling deden.
Vandaag een wandeling in Oost-vlaanderen, nl Oombergen. Ditmaal ging ik met de trein. Deze morgen nam ik de trein in Wevelgem om 7u25, maar die had vertraging van ongeveer 30min. Oeps mijn aansluiting in Kortrijk was ook om zeep. Met een uur vertraging kwam ik uiteindelijk op mijn bestemming.
Oombergen is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Zottegem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Oombergen ligt in de Vlaamse Ardennen. Vroeger stond het (intussen verdwenen) Kasteel van Oombergen er. De naam Oombergen (1119 Hvmberges) komt van het Germaanse hunu berga, vrij vertaald de honingkleurige berg. De heerlijkheid Oombergen behoorde aanvankelijk toe aan het geslacht van Oyenberghe (Thomas van Oyenberghe 1242). Rond 1530 werd de heerlijkheid (rond het kasteel van Oombergen) aangekocht door de Gentse Jan Damman (bekend van het Dammansteen, het huidige Huis van Oombergen in Gent). Nazaat Kasper Damman werd op 17 januari 1645 door Filips IV van Spanje benoemd tot burggraaf van Oombergen. Marc-Antoine de Preud'homme d'Hailly († 1699), die zich burggraaf van Nieuwpoort noemde (en naar wiens familie de Nieuwpoortmolen is genoemd), trouwde in tweede huwelijk met Anne Damman, burggravin van Oombergen. De familie De Preud'homme d'Hailly de Nieuport bleef tot de Franse Tijd in België (Karel-Frans, baron van Poeke († 1721) en zoon Albert) in het bezit van Oombergen.
De start was vanuit het OC in Oombergen. Winterse wandeling in en rond Oombergen via Cotthem naar Sint Lievens Houtem.
het eerste gedeelte was richting Sint Lievens Houtem via enkel mooie paden en enkele autoluwe wegen. Eens in St-lievens Houtem moesten de 2 grote afstanden daar een mooie lus maken, daarna keerden ze terug via het Cotthemvallei naar Oombergen.
Ditmaal koos ik voor een wandeling aan zee. Ik reed naar De Panne, waar een nieuwe wandelclub D&A(De Panne en Adinkerke) er hun Pannepottocht hield.
De Panne (Frans: La Panne) is een badplaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 11.000 inwoners. De Panne is de meest westelijke plaats van Belgiė en de meest zuidelijke badplaats aan de Belgische Kust. Deze grenst op zijn beurt aan de meest noordelijke plaats van Frankrijk, namelijk Bray-Dunes De gemeente De Panne telt twee deelgemeentes. Aan de kust ligt De Panne zelf. Drie kilometer landinwaarts ligt Adinkerke, langs het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke. De totale oppervlakte van het grondgebied bedraagt 2 390 ha, waarvan De Panne 901 ha inneemt, en de deelgemeente Adinkerke 1 489 ha. Oorspronkelijk behoorde het toenmalige gehucht De Panne tot Adinkerke. Op 24 juli 1911 werd De Panne officieel van Adinkerke afgescheiden, waardoor er dus een nieuwe zelfstandige gemeente ontstond. Later, op 1 januari 1977, werd de landelijke moedergemeente Adinkerke gefuseerd met De Panne. De Panne is een badplaats aan de Noordzeekust, met een breed strand en omringd door natuurgebieden. In het oosten is dat de Houtsaegerduinen en het Kerkepannebos (86 ha), in het zuiden het gemeentelijk reservaat Oosthoekduinen (61 ha), het Calmeynbos (85 ha), de Krakeelduinen, en in het westen het Natuurreservaat De Westhoek (340 ha) dat aansluit bij het Franse natuurgebied Dune du Perroquet te Bray-Dunes. Tussen het Calmeynbos en de Oosthoekduinen bevindt zich ook het provinciaal bezoekerscentrum Duinpanne met een museum. In de natuurgebieden is gelegenheid tot wandelen.
De start locatie was vanuit de zaal de Boare gelegen op het Koningsplein. Het is een lussenwandeling, dus keuze genoeg om kms te vreten.
Ontdek al het moois van De Panne. Je wandelt door de Westhoek met het Calmeynbos, de Oosthoekduinen en de Houtsaegerduinen. Lussen zijn onderling combineerbaar .Geniet even mee:
Het was een hele mooie wandeling, soms lastig door de duinen in dit mulle zand.
Oostkamp is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt circa 24.000 inwoners, die men Oostkampenaren noemt. Oostkamp komt van de naam "orscamp" (paardenplaats). Het oude woord "ors" is identiek met het oude Engelse woord "Horse". Oostkamp ligt in Zandig Vlaanderen op een hoogte van ongeveer 10 meter. Een belangrijke waterloop die ten oosten van Oostkamp loopt is de Rivierbeek. Deze stroomt in noordelijke richting en komt bij het natuurgebied Warandeputten uit op het Kanaal Gent-Brugge, dat ten noordoosten van Oostkamp loopt. De relatief bosrijke omgeving (Doeveren, Kampveld, Munkebossen in het Bulskampveld) bleek aantrekkelijk voor de stichting van tal van kastelen en landgoederen.
De wandelaars konden uit een 6tal afstanden kiezen. het beloofde een mooie en droge dag te zijn.
De Vredeseilanden wandeltocht staat bekend omwille van zijn natuurgerichte parcours. De afstanden 4-8-12 km gaan richting Moerbrugge, waar een rustpost voorzien is. De 12 km gaat langs het Beukenpark, naar het bos ‘De Cellen’ (aan kasteel Gruuthuse) , langs het natuurreservaat De Leiemeersen en de warandeputten om af te sluiten met het gemeentelijk park De Valkaart. De 8 km volgt dezelfde richting maar komt niet in het bos ‘De Cellen’ en gaat niet langs de Leiemeersen. Voor de 4 km staan de twee gemeentelijke parken op het menu: Beukepark en De Valkaart De langste afstanden 15-21-32 km gaan richting Waardamme en Nieuwenhove en gaan als na +/- 1 km een compleet andere richting uit via een doorsteek door het park van Kasteel Gruuthuse. Via de bossen rond kasteel Erkegem gaat het naar het Nieuwenhovebos, waar de 15 km naar de rustpost ‘Nieuwburg’ gaat en daarna nog een lus door het privé domein van Kasteel Nieuwburg en omgeving maakt, gevolgd door een tweede stuk van het Nieuwenhovebos vooraleer via rustige paden terug naar de startplaats af te zakken. De 21 en 32 km trekken naar het Kampveld en het Comeniuswandelpad langs de Rivierbeek en rustpost in zaal De Wara, gevolgd door een bosrijk gedeelte naar ‘De Breidels’ en de rustpost Nieuwburg. De 32 km maakt nog een bijkomende grote lus door een ander gedeelte van het Kampveld en komt een tweede maal in zaal De Wara. Kortom: veel groen en veel onverharde wegen voor alle afstanden en voor de grootste afstanden ook drie exclusieve doortochten door privé domeinen.
Een hele mooie wandeling met enkele mooie privé domeinen.
Ditmaal een wandeling dicht bij huis. Ik ging naar Geluwe, waar de wervikse wandelclub er hun Gaperstocht hielden.
Wervik is een stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De stad ligt langs de Leie, die er de grens met Frankrijk vormt. Aan de overzijde van de Leie ligt de Franse gemeente Zuid-Wervik (Wervicq-Sud). De stad heeft een oppervlakte van 4361 ha en meer dan 18.000 inwoners, die Wervikanen worden genoemd. Wervik is een van de oudste steden in België.
De gloednieuwe polyvalente zaal van het gemeenschapscentrum Gilwe is deze keer de plaats van afspraak. Parcoursmeester van dienst Frans klaarde het opnieuw om niet minder dan 5 afstanden aan te bieden gaande van 4, 8, 12, 18 en 24km. Deze winterse wandeling langs verkeersluwe wegen leidt ons doorheen het Geluwse platteland. De langere afstanden gaan richting Kruiseke, met een rustpost in De Knippelaar. Vanop de Geluwse hoogten, een vertakking van het Heuvelland, geniet je van heerlijke vergezichten.
Het nieuwe Gemeenschap Centrum Gilwe
Een hele rustige wandeling, er waren 1601 deelnemers.
Na gisteren te hebben gewandeld in Beernem, ging ik vandaag richting Oost-Vlaanderen, nl naar De Pinte. De Postiljon wandelclub uit Merelbeke gaf er een tocht.
De Pinte (Frans: La Pinte) is een dorp en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen ten zuidwesten van Gent. De gemeente telt samen met deelgemeente Zevergem ongeveer 11.000 inwoners, die Pintenaars worden genoemd. De hoofdkern De Pinte bestaat uit 8 500 inwoners (2009). Naar het gemiddelde netto belastbaar inkomen van de inwoners is de gemeente anno 2012 de op twee na rijkste gemeente van België. De Pinte ligt tussen de rivieren de Schelde en de Leie, tussen 7,5 m en 10 m boven de zeespiegel, waarbij de Scheldevallei het laagste punt is. De Schelde stroomt door de deelgemeente Zevergem. De naam van de gemeente is afkomstig van een oude herberg, Het Pyntken (gelegen aan de huidige Pintestraat 69[5]), die reeds op een kaart van 1662 wordt vermeld. Het grondgebied bleef lang een uitgestrekt heidegebied van de Gentse Sint-Pietersabdij, het Scheldeveld genoemd. Vanaf de 13de eeuw was er, ten oosten van het huidig dorpscentrum, een ontginningshoeve gevestigd, doch begon men pas vanaf de 18de eeuw met een systematische ontginning. Op de Ferrariskaart uit de jaren 1770 is de plaats weergegeven als een landelijk gebied met verspreide gehuchten en landgoederen. Op de plaats van de huidige dorpskern toont de kaart nog het gehucht Pintestraete. In 1791 was er al een eerste verzoek voor het oprichten van een hulpkerk. De bouw werd gestart, maar werd door de Franse bezetting al gauw stopgezet. Bij de creatie van de gemeenten op het eind van het ancien régime behoorde het gebied tot de gemeente Nazareth. Het gehucht werd ook wel "Klein Nazareth" genoemd. Reeds in de Hollandse periode in 1829 werd een verzoek tot zelfstandigheid ingediend onder de naam "Willemsdorp", maar dit ging toen niet door. In 1838 werden nieuwe plannen voor een kerk goedgekeurd en in 1839 werd een eerste kerk ingewijd. In het midden van de 19de eeuw werd De Pinte door spoorlijnen doorsneden, namelijk de spoorlijn Gent-Kortrijk vanaf 1839 en de aftakking Gent-Oudenaarde vanaf 1857. Het station De Pinte werd geopend in 1839. Op 2 juni 1868 werd het gehucht afgescheiden van Nazareth en werd het een zelfstandige gemeente onder de naam De Pinte. Eind 19e eeuw komen er zich een aantal tuinbouwbedrijven vestigen, die later in de twintigste eeuw verkaveld werden.
De start van deze wandeling was vanuit de gemeenschapsschool, gelegen aan de Kasteellaan. Ook hier konden we kiezen uit verschillende afstanden. de grotere afstanden gingen richting het Speelbos en daarna verder richting het Parkbos en naar het kasteel Hemelrijk en via Mierengoed naar de sportvelden van Moerkesheide naar de rustpost aan het Polderbos. Hier maakten we een lus naar de Molenhoek, Hooglatem in St Martens Latem. Na de 2°rust via het station terug naar de startplaats.
Heel veel afwisseling tijdens deze wandeling. Ook het weer was prachtig.
Vandaag mijn eerste wandeling in het nieuwe jaar. Ik ging wandelen in Beernem.
Beernem is een dorp en gemeente in de groene rand rond Brugge (30 km ervandaan) in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 15.000 inwoners, die Beernemnaars worden genoemd. Beernem is bekend van het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus, haar verenigingsleven, de gesloten jeugdinstelling De Zande Beernem waar meisjes tussen 12 en 18 jaar die misdrijven gepleegd hebben worden geplaatst door de jeugdrechter. Beernem bevindt zich op een knooppunt van verbindingswegen, wat ideaal is voor pendelaars. In 1977 werd besloten tot een gemeentelijke fusie tussen Beernem, Oedelem en Sint-Joris-ten-Distel. De gemeente bestaat naast Beernem zelf nog uit de deelgemeenten Oedelem en Sint-Joris (ook wel Sint-Joris-ten-Distel genoemd). Beernem zelf is de grootste deelgemeente, maar Oedelem telt slechts een grote 1000 inwoners minder. Op het grondgebied van Oedelem ligt nog een klein afzonderlijk gehucht en parochie, Oostveld genaamd. Het centrum van Beernem bestaat uit de oude dorpskern ten noorden van het kanaal Gent-Brugge, een nieuwer gedeelte ten zuiden van dit kanaal nabij de snelweg A10/E40 en een woonkern genaamd Vliegende Paard.
De start was vanuit de Vrije Basisschool De Regenboog. De wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Ik ging voor de langste afstand, wij wandelden samen met de 15km tot aan de rustpost, via de keersluis Gevaerts. Daarna een lus tussen de nieuwe en de oude vaart. Na de tweede rustpost gingen we over de spoorwegbrug en de brug over de autosnelweg langs het Blommeke terug naar de startzaal. Er was nogal veel beton voor deze wandeling.
De keersluis aan de Gevaerts is een fraai staaltje van hedendaagse waterbouwkundige architectuur. Bij hoge waterpeilen worden de schotten neergelaten die de watertoevoer richting Brugge afremmen om te verhinderen dat laag gelegen wegen en woonzones aldaar overstromen. Met neergelaten schotten is geen scheepvaartverkeer mogelijk. De waterafvoer kan dan worden geregeld met een regelbare stuw.
Nogal veel verhard en een hele poos langs de spoorweg.
Traditiegetrouw organiseert Hanske de Krijger hun jaarlijkse wandeltocht Oudenaarde in kerstsfeer op, 2° Kerst. Deze wandeling is het 3°luik van de 4kunststeden. Oudenaarde (Frans: Audenarde) is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad ligt 30 km ten zuiden van Gent en telde op 1 januari 2021 31.650 inwoners, die Oudenaardenaren of Oudenaardisten[1] worden genoemd. Eertijds was de stad in heel Europa bekend om haar wandtapijtenproductie, een nijverheid die haar bloeiperiode meemaakte in de zestiende eeuw, maar nog bleef voortduren tot in de achttiende eeuw. Vandaag wordt de stad weleens de parel van de Vlaamse Ardennen genoemd. Naast de stad Oudenaarde zelf behoren ook de deelgemeenten; Bevere, Edelare, Eine, Ename, Heurne, Leupegem, Mater, Melden, Mullem, Nederename, Volkegem en Welden tot de fusiegemeente Oudenaarde. Verder is ook het landelijke gedeelte van de vroegere gemeente Ooike nu een onderdeel van de stad. De dorpskern van Ooike is weliswaar bij de gemeente Wortegem-Petegem gevoegd. De wandeling start in het Bernarduscollege dat gesticht werd in het jaar 1844 door de “Congregatie der priesters van Onze-Lieve-Vrouw”. Van hieruit hebben we de mogelijkheid om verschillende historische gebouwen te bezichtigen die tijdens deze periode voorzien zijn van een prachtige kerstverlichting. De 5 – 10 km gaat rechts via de Hoogstraat naar de historische gebouwen van het vroegere Hospitaal die dateren uit de 13de en 14de eeuw en het Begijnhof (15e eeuw). We komen aan de “Ham” en steken de Schelde over om verder langs een rustig wandelpad langs het Spei (aangeplant in 1988) naar de rustpost “Het Sportkot” in Leupegem te wandelen. De 10 km maakt een lus in Leupegem via onverharde paden rond de Ladeuze. Dan keren beide afstanden terug via het wandelpad langs de Desire Waelkenstraat, de Bergstraat (oude rijkswachtkazerne), de Broodstraat (de straatnaam werd reeds vermeld in de 13de eeuw) en de Markt met het prachtige stadhuis (dat werd opgetrokken van 1526 tot 1536 in Brabantse laat gotiek) terug naar de startzaal. De 14 en 18 km maken eerst vanuit de startzaal een lus in de omgeving van de Donkvijver en volgen dan verder de 5 en 10 km naar de rustpost. Hier maken beide afstanden een lus rond de Ladeuze met zijn panoramische vergezichten en keren dan terug naar de startzaal samen met de 5 km.
Vandaag met de trein richting Brugge. Ik ging deelnemen aan de wandeling Brugge, binnenste buiten in kerstsfeer. Het ging een koude, maar droge dag zijn, dus warme kledij aandoen, mijn fototoestel in orde brengen en hups gaan wandelen.
Brugge (Frans en Engels: Bruges; Duits: Brügge) is de hoofdstad en naar inwonertal grootste centrumstad van de Belgische provincie West-Vlaanderen en van het arrondissement Brugge. De stad, gelegen in het noordwesten van het land, is tevens de hoofdplaats van het kieskanton Brugge, telt zelf vier gerechtelijke kantons en is de zetel van het bisdom Brugge en van een hof van assisen. Het historisch centrum is als middeleeuwse stad opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is eivormig en ongeveer 430 hectare groot. De volledige gemeente heeft een oppervlakte van ruim 14.099 hectare, waaronder zo'n 1.075 hectare gewonnen op de zee, bij Zeebrugge. De stad telt ruim 118.000 inwoners; ongeveer 20.000 daarvan wonen in de binnenstad. De inwoners van Brugge worden Bruggelingen genoemd. De economische betekenis van Brugge vloeit voornamelijk voort uit de zeehaven, Zeebrugge, maar ook uit de industrie, dienstensector en scholen op alle niveaus. Tevens is de stad een wereldberoemde toeristische trekpleister.
De start van deze wandeling was vanuit het St Lodewijkcollege, gelegen op een 500tal meter van het station. Door het mooie, historische centrum van Brugge in kerstsfeer. Van drukke pleinen naar smalle stille straatjes en terug. geniet even mee.
Hier en daar was het oppassen voor gladheid.
Het was een hele mooie dag en wandeling, op sommige plaatsen was het goed uitkijken voor wat ijsplekken.
Na gisteren te hebben gewandeld in Gent, ging ik vandaag richting Sijsele. Het feestcomite de Marollen van Sijsele hielden er hun Winterfeestentocht.
Sijsele is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Damme, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Sijsele is met zijn 5.000 inwoners de hoofdgemeente en grootste kern van de stad Damme. Vooral historische redenen liggen achter het gegeven dat de gemeente naar de stad Damme en niet naar Sijsele vernoemd is. In 961 de eerste schriftelijke vermelding als Siedsela. Een sala was de hoeve van een Frankische erfpachtboer, mogelijk met eigennaam Siedsu, voorloper van de heren van Sijsele Sijsele is het buitenbeentje tussen al de andere Damse deelgemeentes in het opzicht dat het de enige deelgemeente is die niet in de polders ligt, maar in de zandstreek. Hier vind je geen kreken en dijkjes maar wel het enige bos op het Damse grondgebied: het domein Ryckevelde. Het is bovendien de gemeente met de meeste inwoners (meer dan de helft van alle Dammenaars woont hier!).
De start van deze wandeling was vanuit Feestzaal de Kring. Het was terug een koude dag, gelukkig geen nattigheid. Na mijn inschrijving , begon ik aan mijn wandeling.
De grotere afstanden gingen naar Vivenkapelle. Vandaar ging de tocht naar Sijsele terug, met wat omwegen voor de grootste afstand.
Kerk van Sijsele, de startzaal ligt er juist achter.
Heel veel variatie in de wandeling
Zicht op het Kasteel.Altena.Dit kasteel staat op grondgebied Moerkerke. Het werd voor het eerst vermeld in 1325. Er was toen ook sprake van de heerlijkheid Altena van zo’n 19 hectare. In de periode 1875-1879 werd het gesloopt en in eclectische stijl herbouwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het bezet door Duitse soldaten. Na de oorlog werd het zwaar verwoest door een brand. In 1927 werd een nieuw kasteel gebouwd in neo-roccoco stijl. Dit is het huidige kasteel. Kenmerkend is de gele baksteen met natuurstenen omlijstingen en het mansardedak. Rond het kasteel is een omwalling. De tuin is aangelegd volgens principes van de Engelse landschapstuinen en bevat veel plantensoorten en een vijver. Er is een oprijlaan met oude eiken. Het kasteel en het park zijn privé eigendom.
De kerk van Vivenkapelle. Vivenkapelle is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen, gelegen op het grondgebied van Damme. Het plaatsje telt ruim 500 inwoners. Vivenkapelle behoort sinds 1977 tot Damme, daarvoor hoorde het bij Sint-Kruis, nu een deelgemeente van Brugge. In 1240 is sprake van ene Hendrik van Vyve, en in 1300 werd de plaatsnaam Viven voor het eerst gebruikt. Vanaf 1530 sprak men van de capelle van viven, en vanaf 1743 werd de naam Vijve cappelle gehanteerd. Ook tegenwoordig ziet men de naam Vijve kapelle nog wel. Vijve kapelle was een leengoed van de Burg van Brugge. In 1341 kreeg de heerlijkheid eigen rechtspraak. Willem de Kalkere was toen de heer. In 1351 werd het gekocht door Jacob de Wale en in 1354 door Hendric Braderic. Hij bouwde reeds in 1349 een kapel te Viven en bezat daarvan het patronaatsrecht. Dit recht bleef tot aan de Franse tijd in handen van de heren van Viven. Door huwelijk kwam de heerlijkheid aan de familie Adornes. De kapel groeide uit tot een belangrijk Maria-bedevaartsoord. In 1561 kocht Jan Lopez Gallo de heerlijkheid. Deze was raadgever van Filips II en tevens heer van Male, zodat beide heerlijkheden verenigd werden. Tot 1697 bleef de familie Gallo in bezit van Viven. De kapel werd echter tijdens de godsdiensttwisten 1578-1579 geplunderd. In 1584 kwam een eind aan de Calvinistische republiek van Brugge, maar pas in 1635 werd de kapel gebouwd.In 1697 werd de heerlijkheid verkocht aan Gaspar de Gourcy, en in 1710 verkocht deze de heerlijkheid weer aan François Claesman. In de Franse tijd werd Vivenkapelle aangehecht aan de burgerlijke gemeente Sint-Kruis.In 1797 werd de kapel opnieuw verwoest, nu door Fransgezinde libertijnen. Het meubilair werd verkocht. In 1799 werd de kapel door een landbouwer namens de bevolking teruggekocht, maar vervolgens door dezelfde landbouwer als schuur gebruikt. In 1827 werd de kapel weer via koop door Philippe Verhulst, ter beschikking van de eredienst gesteld, ook het 17e-eeuws Mariabeeld werd geplaatst, maar pas in 1855, na de instelling van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria (1854), werd de kapel gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte. In 1858 werd de kapel verheven tot proosdij, afhankelijk van de parochie van Sint-Kruis, en daarop werd een neogotisch ensemble gebouwd in Vivenkapelle naar ontwerp van Jean-Baptiste de Béthune. Zo ontstond de Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte en Sint-Philippuskerk, welke in 1867 werd ingewijd en de oude kapel als zuidkoor had. Verder een jongensschool met broedersklooster en een bewaarschool en meisjesschool met zustersklooster. In 1885 werd Vivenkapelle verheven tot parochie. Vanaf 1945 werd de kerk geklasseerd als monument. In 1980 werden ook de kloostergebouwen en het dorpsgezicht beschermd. In 1988 werden de kloostergebouwen overgedragen aan de gemeente Damme, waar Vivenkapelle in 1977 bij werd gevoegd.
Na de eerste rust in Vivenkapelle, ging ik rustig verder terug naar Sijsele via enkele mooie weggetjes.
Wat uitleg over dit beeld
Trots monument
Nog een zicht op Vivenkapelle
Op weg naar Domein Rijckevelde, enkel voor de grootste afstand.
Hier aangekomen aan de Bijentuin. In de tuin van de stedelijke bibliotheek van groot-Damme werd tussen februari en mei 2019 een bijvriendelijke tuin aangelegd. Er is een variatie aan planten, struiken en bomen en er zijn wandelpaden aangelegd. Iedereen kan er ook inspiratie opdoen voor de eigen tuin. Voordien was deze tuin een eenvoudig grasland. De tuin werd in juni feestelijk geopend op 19 mei 2019 met het feest ‘Biebabeloela’. Bij die opening waren er workshops, rondleidingen, productenmarkt, speelplezier voor de kinderen en muziek. De bekende chocolatier en imker Dominique Persoone was peter van deze campagne. Hij woont ook in Damme. Het initiatief voor de aanleg van de bijentuin was voor de kandidaatstelling van ‘Mooiste bijenvriendelijke tuin van Vlaanderen’ waarbij Stad Damme deze verkiezing ook won in 2019. Uitdager van de verkiezing dat jaar was de Oost-Vlaamse gemeente Beveren
Na de tweede rust kreeg de langste afstand een heel mooi stuk.
Hier zijn we in het begin van het domein Rijckevelde
Het was heel rustig, weinig volk op de been
Aangekomen in de laan richting het kasteel.
Mooi zicht op het Kasteel Rijckevelde.
Het Ryckevelde bos vormt een grote groene long ten oosten van Brugge op grondgebied van Assebroek, Oedelem en Sijsele. Oorspronkelijk bevonden zich hier dorre zandruggen van een vroeger duinengebied. Dit is nog duidelijk merkbaar aan de huidige ondergrond. Er werd hier niet aan landbouw gedaan omdat deze grond onvoldoende vruchtbaar is. Daarom werd het huidige bos aangeplant in de 18de en 19de eeuw. Een aantal gebieden in het bos zijn recent helemaal gerooid voor de aanplanting van nieuwe jonge bomen. Het bos werd begin jaren 2000 uitgebreid naar de Maalse Steenweg waarin een hondenweide met vijver aangelegd werd. Het wandeltraject gaat langs de heemtuin. Deze werd in 1999 aangelegd en geopend. Het bevat een wandelroute van 1,3 km met de typische landschapselementen en de biotopen van de arme zandgronden die de streek kenmerken.In het Ryckevelde bos bevindt zich ook het kasteel van Ryckevelde (vroegere Europacentrum) en het oud kasteel van Ryckevelde. Daarbij is er ook een vijver die vogels aantrekt. Deze kastelen liggen op het wandeltraject en kan je met je eigen ogen bewonderen.
Bijna terug, hier een mooi zicht op de dorpskern.
Nog enkele honderden meters en deze mooie , koude tocht zit erop.
Ik ging vandaag wandelen met enkele clubgenoten naar Gent. Gent is als eerste aan de beurt van de vierkunststeden trofee.
Gent (Frans: Gand) is de hoofdstad en grootste centrumstad van de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en van het arrondissement Gent. Gent heeft een oppervlakte van 15.774 hectare en telt ruim 260.000 (ingeschreven) inwoners (2020), waarmee het naar inwonertal de op een na grootste gemeente van België is, na Antwerpen. De stad is tevens de hoofdplaats van het kieskanton Gent en telt vijf gerechtelijke kantons. Gent ontstond uit Keltische woonkernen in het gebied van de samenvloeiing van de Leie en de Schelde. In de middeleeuwen groeide Gent onder impuls van een bloeiende wolnijverheid uit tot een van de grootste steden van Europa. Ook de vlas- en linnennijverheid en het stapelrecht op graan dat Gent verwierf droegen aanzienlijk bij tot haar welvaart. Na een korte calvinistische periode kende de stad een zeker verval dat pas keerde tegen het einde van de 18e eeuw, toen de katoennijverheid Gent tot een van de eerste industriesteden van het Europese vasteland maakte. In het Hof ten Walle, het latere Prinsenhof, werd op 24 februari 1500 de latere keizer Karel V geboren. In de stad werden de Pacificatie van Gent (1576) en de Vrede van Gent (1814) ondertekend. Gent wordt ook wel de Fiere Stede of de Arteveldestad genoemd. Wegens zijn ligging in een uitgestrekt gebied van bloemen- en plantenkwekerijen wordt Gent ook de Bloemenstad genoemd (zie Gentse Floraliën). De inwoners van Gent heten Gentenaars[1] en dragen de bijnaam Stroppen (Stroppendragers). In Gent spreekt men Gents, een dialect dat behoorlijk sterk van de andere Oost-Vlaamse dialecten afwijkt. De patroonheiligen van Gent zijn Sint-Lieven en Pharaïldis. Sint-Bavo is de patroonheilige van het bisdom Gent; naar hem zijn de voormalige Sint-Baafsabdij en de huidige Sint-Baafskathedraal vernoemd.
De start was vanuit Odissee Technologie Campus Gent. Sfeervolle wandeling in het historische en pittoreske gent in kerstsfeer, langs vele bezienswaardigheden en oude stadsgedeelten.
Vandaag was er niet veel keuze om te wandelen, buiten een groepswandeling van Euraudax in Torhout was er een gewone wandeling in Dentergem. Zelfs in de provincie Oost-Vlaanderen was er geen. Dus ik reed vanmorgen naar Dentergem, waar de wandelclub uit Tielt( Wattewijstappers ) er hun Sinterklaaswqandeling deden.
Dentergem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 8000 inwoners. De naam van het dorp, voor het eerst vermeld in 1035, is een samentrekking van een persoonsnaam en de -heim (woonplaats) uitgang en heeft een Germaanse oorsprong. Op het grondgebied van Dentergem werden omstreeks 1900 de overblijfselen van twee paaldorpen aangetroffen. Het oudste dorp werd al vanaf het neolithicum bewoond en tot in de late bronstijd vond er bewoning plaats. In het tweede dorp kwamen in de vroege middeleeuwen een aantal Frankische immigranten te wonen. Vermoedelijk vestigde zich omstreeks de tiende eeuw een heer in Dentergem. Naast de heerlijkheid Dentergem lagen op het grondgebied nog een aantal, soms zeer kleine, heerlijkheden. In 1322 werd het bestaan van een kerk gemeld, in 1353 was voor het eerst sprake van een zelfstandige parochie. Vanaf de 14e eeuw kent Dentergem, naast de landbouw, ook huisnijverheid zoals de linnenweverij. De heerlijkheid was oorspronkelijk waarschijnlijk in handen van de Sint-Pietersabdij te Gent. Later, tot 1535, de familie van der Zype, vervolgens van Lichtervelde en de Gruutere, vanaf 1578 aan Lachals en vanaf 1698 aan de Kerckhove de Denterghem. De omgeving van Dentergem had te maken met de legering van Franse troepen in 1581, en hetzelfde gebeurde eind 17e eeuw, nu door anti-Franse troepen, tijdens de Negenjarige Oorlog. Tijdens de 18e eeuw keerden betrekkelijke rust en welvaart terug. Vanaf 1789 waren de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van 7 weeën actief in het onderwijs. In 1861 stichtten zij een klooster. In 1888-1889 werd onder meer de Meulebekesteenweg aangelegd, die een betere verbinding met Meulebeke mogelijk maakte. In 1892 kwam er een weverij (Abbeloos) en in 1896 een grote brouwerij (Desplenter). In 1977 fuseerde Dentergem met Markegem, Wakken en Oeselgem tot een fusiegemeente met zetel in Dentergem.
De start was vanuit het JOC en men kon kiezen uit 7-10-12-18 en 24km. Had afgesproken met Henri en Urbainen we besloten om de 18km te wandelen. Er was een centrale rustpost in Markegem, waar de 18 en 24km een mooie lus moesten wandelen door de Baliekouter.
Het parcours die ik volgde
Via mooie veldwegels ging het richting Markegem.
Het eerste gedeelte was heel mooi, bijna alles was onverhard.
Zicht op Markegem
Hier een mooie dreef die ons door het bedrijf deed wandelen.
Door de boomgaarden
Enkele vergezichten
Na de doortocht door de fruitboer, kwamen we aan in Markegem. Hier moesten we een mooie lus maken richting Baliekouter.
eerst een kleine weg volgen vooraleer we aan de Baliekouter aankwamen.
Hier zijn we aangekomen aan het domein.
De Baliekouteris een West-Vlaams provinciedomein in Wakken, deelgemeente van Dentergem. Het domein is gelegen aan de Mandel. De naam baliekouter is afkomstig van een balie (of tol) op de weg tussen Tielt en Waregem. In 1993 werd het voormalige kasteeldomein overgenomen door de provincie, en later in 2004 opengesteld en in 2005 uitgebreid. Het gebied is nu 51 hectare groot waarvan 8 hectare bebost.
Heel rustig om er door te wandelen. Dit domein is enkel voor wandelaars, dus geen moutainbikers toegelaten.
Een lus van 5.5km deden we hier.
Hier even buiten het domein
om hier er terug in te gaan.
Markegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Dentergem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Aan de kerk werd in 2011 een standbeeld van een uil onthuld. Het verwijst naar de bijnaam van Markegem, Uilengemeente, en de legende van Uilegem. De legende gaat ongeveer als volgt: De pastoor begroef zijn geld op een plaats en schreef daarboven: hier woont een uil. De nieuwsgierige koster ging daar eens kijken, trof het geld aan en nam het mee, nadat hij in het zand geschreven had: hier woont geen uil meer. Uiteindelijk schreef de pastoor: hier zal nooit meer een uil wonen .Na de tweede rust in Markegem gingen we terug richting startzaal.
Hier gingen we door het bedrijf van Walcarius, een heel groot bedrijf.
eventjes voorbij een pretpark
een weg volgen tot aan de andere kant van dit bedrijf.
terug tussen de appelen en peren.
En dit was voor het allerlaatste gedeelte door dit bedrijf. iedere afstand moest hierdoor
En dan nog een mooi nieuw wandelpad volgen tot aan de startzaal.
Het was een rustige en mooie wandeling rondom deze gemeente. er waren meer dan 1600deelnemers.
Vandaag een wandeling dicht bij huis. De wandelclub uit Moorsele (de 7 Mijlstappers) organiseerden er hun Mannavita warmewijntocht in Gullegem.
Gullegem is een plaats in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is sinds 1977 een deelgemeente van Wevelgem. De gemeente is sterk verstedelijkt. Ze wordt van de hoofdgemeente Wevelgem gescheiden door de verkeerswisselaar van Moorsele en is bijna vergroeid met de stad Kortrijk, waarvan ze nog door de R8 is gescheiden. Het grondgebied van Gullegem werd al bewoond in het neolithicum, uit welke tijd enkele pijlpunten van silex werden aangetroffen. Uit de Keltische tijd stamt een brandgraf. Ook werden er in 1976 Romeinse waterputten gevonden van de 1e eeuw n.Chr., waarin zich enkele sieraden en munten bevonden. Gullegem zou gelegen zijn op het tracé van de heerbaan van Tongeren naar Boulogne. Gullegem werd voor het eerst vermeld in 1066, als Godelinchehem, de verbinding van een persoonsnaam en de -heim (woning) uitgang. Het patronaatsrecht werd toen geschonken aan de Sint-Maartensabdij van Doornik. De eerste vrouwe van Gullegem die bekend is, was Catharina van Maldegem, genoemd in 1340. De laatste heer was Louis de Haveskerke (1788-1792). Van belang is de vlasnijverheid die vanaf de 15e eeuw van groot belang werd voor Gullegem. Omstreeks 1838 werden in de regio enkele uitvindingen gedaan die het weven van linnen ster, vooral de Europese weg 403k verbeterden. In de 19e eeuw kwam de industrialisatie van de vlas- en linnenindustrie op, hoewel er ook nog lange tijd veel thuiswevers waren. Einde 19e eeuw waren dat er 154. Daarna slonk dit aantal snel. Het hoogtepunt van de industriële vlasnijverheid lag in 1935. Vooral na de Tweede Wereldoorlog liep het belang van deze activiteit snel terug maar nieuwe bedrijvigheid kwam op. Naast de snelwegen, vooral de E403, verrezen bedrijventerreinen. Ook groeide Gullegem vrijwel vast aan de Kortrijkse agglomeratie. Een zwingelmolen was een speciaal type windmolen dat in deze streek omstreeks 1880 werd ontwikkeld en diende voor het zwingelen van vlas. Dit was de eerste stap op weg naar de mechanisatie van het zwingelproces. Op 19 oktober 1914 richtten de Duitse troepen grote schade aan in het dorp. Ook op 6 en 7 september 1944, toen Britse troepen Gullegem kwamen bevrijden, werden een aantal huizen vernield door beschietingen en bombardementen. Na de Tweede Wereldoorlog breidde Gullegem zich snel uit. In de jaren '60 van de 20e eeuw werd de sociale woningbouwwijk Wijk Te Walle aangelegd. In 1977 werd Gullegem een deelgemeente van de fusiegemeente Wevelgem.
De start van deze wandeling was vanuit het OC de Cerf. de wandelaars konden uit verschillende afstanden hun keuze maken. Ditmaal afgesproken met Urbain, en we besloten een lange afstand te wandelen. We dronken eerst nog een koffie, alvorens aan de wandeling te beginnen. De kleinste afstand bleef in Gullegem en ging richting de Bergelen en terug. De andere afstanden gingen eerst richting Bissegem, de langere afstanden wandelden daarna richting Marke en naargelang de afstand deed men 1 of 2 lussen. Na deze ging men terug naar Bissegem om dan vervolgens via de oude Pastorie (waar men een warme wijn of een alternatief kreeg) terug naar de startzaal.
Vanaf 10km naar Bissegem. "Ja ,mein ne kjer noa Bissegem gewist" klinkt in onze oren ! Eens over de R8 trekken we naar het onlangs aangelegde stadsgroen Ghellinck, en zo verder langs OC De Neerbeek en een stukje natuur, de oude startbaan van het vliegveld van Wevelgem, naar de rustpost.
hier wandelden we door het stukje natuur de Ghellinck
Hier zicht op de startbaan van het vliegveld Wevelgem
De nieuwe brug te Bissegem die verbinding heeft met Marke
Hier langs de Leie
We volgden een eindje het Prikkelpad
Hier aan gekomen aan het park van Marke
Dit diertje kwam even dag zeggen
Het kasteel park van Marke. Het kasteel werd gebouwd tussen 1802 en 1807 als zomerverblijf voor François van Ruymbeke (1770-1840) en zijn echtgenote Marie-Thérèse Delebecq (1768-1844). Samen baatten zij de lakenhandel Bethune & Fils van haar eerste echtgenoot Jean Baptiste Bethune (1757-1791) verder uit. François van Ruymbeke liet het belangrijkste deel van zijn patrimonium aan zijn schoonkinderen en zo bleef het kasteel eigendom van de familie de Bethune. Het park is door Dewarlez ontworpen in Engelse stijl, zeer in de mode bij het begin van de Romantiek. Men streeft naar een natuurlijk en idyllisch landschap, waarbij schilderachtige plekjes gecombineerd worden met verre uitzichten. De bijgebouwen met oranjerie, nu omgebouwd tot bibliotheek, zijn aan het oog onttrokken. Over de twee vijvers werden kleine, op China geïnspireerde brugjes aangelegd. Zij moeten tot de vroegste smeedijzeren bruggen in ons land worden gerekend. Ook de ommuurde, ovale moestuin is een zeldzaamheid.
Na het bezoek aan het park gaan we verder door Marke richting onze rustpost het Open groene.
Dit was een mooi stukje tot aan de rustpost
Het Preshoekbos is een natuur- en recreatiegebied in de West-Vlaamse gemeenten Kortrijk en Menen met hoofdingang aan de Aalbeeksesteenweg 49. Dit gebied heeft als kern het gehucht Preshoek, gelegen tussen Aalbeke, Lauwe en Marke. Het gebied wordt doorsneden door de autowegen E17 en E403. In dit gebied beheert het Agentschap voor Natuur en Bos sinds 2009 een 250-tal hectares, die reeds werden of worden bebost. Zowel ten oosten als ten westen van de E403 ligt het domein. Een viaduct verbindt beide stukken. Het bos, op voormalige akkers en weilanden geplant, bestaat uit inheemse bomen en struiken. In het oosten van het domein, nabij de Keizerstraat in Marke, ligt een bloemrijke helling met onder meer aardaker en donderkruid. Tot de vlinders die in het domein worden aangetroffen behoren oranjetipje landkaartje, bruin blauwtje, icarusblauwtje, oranje luzernevlinder, bont zandoogje en sleedoornpage. Andere dieren zijn patrijs, haas, konijn, wezel, hermelijn en vos.
Na onze rust maakten we een 1°lus door het deel van het Preshoekbos
Mooie zichten
Na de rust begonnen we aan de 2°lus richting het stadsgroen van de Marionetten.
Hier passeerden we Vanneste Molen
Op weg naar de Libelle
Zicht in de Libelle
Al een zicht op het frame
In de Libelle zelf
Op weg naar het stadsgroen. Op een steenworp van het stadscentrum vind je een groene schat. Stadsgroen Marionetten is een ecologisch recreatief natuurgebied in Kortrijk, aantrekkelijk en bereikbaar voor alle Kortrijkzanen en bezoekers. Je wandelt er door verschillende stukken landschap: boskanten, waterpartijen, open plekken, verdoken hoeken, een speelheuvel, een bos om in te ravotten en weilanden. Een stuk natuur, midden in jouw stad. Ideaal om een frisse neus te halen, de benen te strekken, tot rust te komen of heerlijk te ravotten. Stadsgroen Marionetten bestaat uit verschillende landschapskamers, elk met een eigen gezicht en sfeer. Een rood pad loopt als ruggengraat door de verschillende kamers. In de landschapskamer Sint-Anna kan je ravotten in het speelbos, kampen bouwen in het geboortebos en je uitleven op de speelheuvels. Of kom fruit plukken in de sneukelhaag en fruitbomen. In de Smokkelpot kom je heel dicht bij het water. Loop over en rond de mooie waterpartij omringd door riet. Of kom heerlijk picknicken langs de oevers van het bufferbekken.
Na de 3°stop gingen we nu terug richting Bissegem via een deel van het prikkelpad en enkele autoluwe weggetjes
Nog een zicht op Marke
Skatepiste tussen Marke en Bissegem
Wat langs de Leie
Na onze laatste stop in Bissegem, nu nog naar de Oude pastorie in Gullegem voor onze degustatie.
Hier zijn we aangekomen aan de Oude Pastorie voor onze warme wijn die we aangeboden kregen van de wandelclub de 7Mijlstappers
Na onze degustie was het nog een 500tal meters te wandelen tot aan onze startzaal. Het was een hele mooie wandeling met heel veel groen. Proficiat aan de parcourmeester en de wandelclub.
Ze voorspelden geen al te goed weer, ik besloot toch een wandeling te maken. Ik ging wandelen in Kruiseke, waar de wandelclub uit Wervik er hun Herfsttocht hielden.
Kruiseke of Kruiseik is typisch landbouwgehucht in de Belgische stad Wervik. De dorpskern - enkele erven, drankgelegenheden, winkels en een huizenrij - ligt een viertal kilometer ten noorden van het centrum van Wervik op 38 meter boven de zeespiegel in een heuvelachtige omgeving, bovenop de glooiing van de Leievallei. De naam Kruiseke zou teruggaan op het feit dat de eerste geloofsverkondigers de ingewortelde boomaanbidding niet konden uitroeien. Aan verschillende bomen werd een kruis aangebracht, waaronder de vermaarde eik tussen Wervik en Geluwe. De grote weg N8 Brussel-Kortrijk-Ieper-Kust passeert nabij de dorpskern. Kruiseke raakte bekend, toen het in het middelpunt van de gevechten van de Eerste Slag om Ieper lag. Het Duitse 16de Beierse reserveinfanterieregiment, waarbij Adolf Hitler diende, deed op 29 oktober 1914 een tweede poging door te breken in Kruiseke nabij Geluveld. Na drie dagen moesten ze de gevechten staken. Op 31 oktober 1914 veroverden ze Geluveld wel maar verloren daarbij meer dan de helft van hun manschappen. De volgende dag namen ze Wijtschate in, maar verloren Geluveld aan de Britten. Op 11 november 1914 vielen de Duitsers opnieuw Ieper aan via de Meenseweg (komende van Menen) ter hoogte van Kruiseke. Ze waren met hun 18.000 manschappen duidelijk in de meerderheid, maar konden de 8.000 Britten die hun de toegang ontzegden niet verslaan. De volgende dag viel de eerste sneeuw wat voor een adempauze zorgde. De manschappen groeven zich in en bereidden zich voor op de komende winter. Nadien schoof het front enkele kilometers verder op, zodat Kruiseke net buiten de frontlinies kwam te liggen, maar nog steeds in de gevarenzone. In 1918, bij het ultieme tegenoffensief, werd minder gevochten om en rond Kruiseke. Toch lag Kruiseke voor 90% in puin, en het was zelfs onmogelijk om de wegen te herkennen.[bron?] Vanaf 1919 werd Kruiseke door de eerste terugkomers weer opgebouwd. Bij de vastlegging van de taalgrens in 1963, werd het Vlaamse gehucht Kruiseke overgeheveld van de gemeente Komen naar de stad Wervik.
De tocht was vanuit het Gemeenschapcentrum de Knippelaar en de wandelaar kon kiezen uit verschillende afstanden. Toen ik aankwam was het licht aan het regenen, dronk eerst nog een koffie alvorens ik vertrok. Tocht langs landelijke wegen op de Kruiseekse hoogvlakte. De lange afstanden gingen richting Zandvoorde, daar maakten de 2 grotere afstanden een lus richting de gasthuisbossen. Rond de klok van 8u begon ik aan de wandeling. De eerste kms waren nog in de regen, nadien hield de regen op en kon de wandelaar meer genieten van zijn tocht.
De kerk van Zandvoorde.
Zandvoorde is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Zonnebeke. Zandvoorde is een land- en tuinbouwdorp, in het golvend landschap in het zuiden van de provincie. De oudste vermelding gaat terug tot 990, als Sanfort.[bron?] "Voorde" is een doorwaadbare plaats. Zandvoorde ligt op een heuvel en lag in de nabijheid van de Romeinse heirweg die in Kruiseke passeerde. Om meerdere redenen zal het dus een veilige vestigingsplaats zijn geweest. Naast de kerk had ook de adel in Zandvoorde invloed. In 1102 werd het patronaatsrecht van de kerk toegekend aan de Abdij van Voormezele. Dit gebeurde door de bisschop van Terwaan wiens invloed ook in Zandvoorde zeer bepalend was. De Geuzenstorm en Inquisitie hadden een grote invloed op het dorp. Van het "kasteel van Zandvoorde" zijn enkel nog sporen in de vorm van een WO I-gedenkplaat te zien. In de 19de eeuw was het lager onderwijs in Zandvoorde het toneel van een taal- en schoolstrijd. Zandvoorde werd geheel verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog en vanaf 1921 vond wederopbouw plaats. In 1971 fusioneerde Zandvoorde met Geluveld, tot die gemeente in 1977 bij Zonnebeke werd gevoegd en Zandvoorde een deelgemeente van Zonnebeke werd. Land- en tuinbouw vormen er nog steeds een heel belangrijke economische activiteit. De inwoners zijn qua moderne diensten voor een groot deel afhankelijk van en gericht op de nabije steden Ieper, Komen en Wervik. Kerkelijk gemeenschapsleven speelt hier nog een rol van betekenis. Zacht landelijk toerisme zorgt langzaam maar zeker ook voor nieuwe invloeden en inkomsten. Voor veel (oude en nieuwe) inwoners is Zandvoorde een zogenaamd woon- en slaapdorp geworden.
Zicht op Zandvoorde, na de rust
Het was een rustige wandeling, spijtig van de eerste kms dat het regende. Weinig opkomst (590dln)
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.