Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag ging ik wandelen in Egem, waar de wandelclub uit Ardooie er hun St Germanustocht hielden. Het beloofde een warme dag te worden, dus vroeg uit de veren om toch nog in de koelte een wandeling te maken.
Egem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Pittem. Het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977.
De naam Egem wordt als Hedenghem voor het eerst vermeld in 1179, in een kerkelijk document, met betrekking tot de abdij van Saint-Nicolas-des-Prés bij Doornik. Hedenghem zou uit het Frankisch afkomstig zijn, van het Germaanse Hathinga haim, zoveel betekent als de woonplaats van Hado en zijn afstammelingen. In de 15de eeuw vindt men meestal Heedeghem terug, vanaf de 16de en 17de eeuw komt Heeghem meer in gebruik. In het West-Vlaams wordt de begin-h niet uitgesproken, en zo kreeg vanaf de 18de eeuw ook in de spelling de vorm Eeghem de bovenhand. Dit werd ook de officiële spelling op 21 oktober 1937, tot na de Tweede Wereldoorlog onder de nieuwe spelling de naam kortweg Egem werd. Egem ligt in Zandlemig Vlaanderen en wel op een uitloper van het Plateau van Tielt, op een hoogte van 25 meter (bij de samenvloeiing van de Ringbeek en de Veldekensbeek) tot 50 meter (bij Egemkapelle). De dorpskom ligt op ongeveer 42,5 meter hoogte.
De start van deze wandeling was vanuit de gemengde basisschool en de wandelaars konden uit een zestal afstanden kiezen. Deze keer ging ik een kleine afstand doen, daar er maar weinig beschutte delen waren op het parcours. Ik koos voor de 11km, het was een afwisselend parcours richting Pittem en terug.
Een rustige en aangename tocht. Bij de start of aankomst kon men via de inschrijvingskaart een boterham met omelet krijgen,die werd aangeboden door de organiserende wandelclub. Er waren toch nog 1070 wandelaars die deze hitte trotseerden.
Vandaag een wandeling op eigen bodem, de wandelclub uit Lauwe de 12uren van Lauwe stelde er hun Vakantie voor.
Lauwe is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Menen. Lauwe was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. De leuze van de deelgemeente is: Lauwe Leeft. Lauwe is gelegen aan de rivier de Leie. De plaats is ook bekend om de 21 julifeesten (Nationale feestdag van België) (Summer@Lauwe), inclusief vuurwerk, waar jaarlijks veel volk op afkomt alsook de uitgebreide jaarlijkse kerstmarkt.
In 1917 werden voorwerpen van Gallo-Romeinse oorsprong gevonden, zoals een bijl en een slaghamer in silex. De Dronckaertstraat zou betrekking hebben op een heerweg van Roncq naar Kortrijk en verder. De naam Lauwe werd mogelijk in een boek van 804 aangetroffen, maar zeker in 1128 als Lauwa en in 1134 als Lauha. Het zou afkomstig kunnen zijn van aleu (lichtend) of in verband staan met Keltische benamingen voor water zoals lova (waterloop) en lavo (meer). De heilige Aubertus van Kamerijk (Obertus, †668) zou hier zijn gedoopt. Omstreeks 804 zou hier al een gehucht zijn geweest aan een doorwaadbare plaats over de Leie. In 1128 werd gewag gemaakt van de eerste bekende heer van Lauwe, Disderus van Halewijn. Deze was overste van het Sint-Pieterskapittel te Rijsel. Het patronaatsrecht van de kerk behoorde dat kapittel toe. Een romaans kerkgebouw zou omstreeks 1100 zijn gebouwd. Na de Slag bij Westrozebeke (1382) werden de goederen van de heer van Lauwe verbeurd verklaard. De heerlijkheid kwam in handen van de familie van Ghistelle en omstreeks 1430 door huwelijk van de familie van Halewijn. In 1544 kwam hij aan Philip de Croy. De laatste heer was Juliaan Louis Frans Bidé de la Grandville die tijdens de Franse Revolutie gevangen werd genomen en stierf in 1802.Tijdens de 19e eeuw groeide de bevolking, mede door de industrialisatie. Tussen 1838 en 1842 werd een spoorlijn aangelegd. In 1834 werd de Leie gekanaliseerd. Een brug naar Wevelgem kwam 1868-1869 tot stand en deze verving een veerdienst. In 1855 kwamen zusters vanuit Heule en betrokken een klooster. Ze leidden een school. In 1977-1978 werden klooster en school grotendeels gesloopt. Omstreeks 1900 ontwikkelde zich de vlas- en dakpannenindustrie. In 1898 kwam er een jacquardweverij, De Witte-Lietaer genaamd. Oorspronkelijk linnenweverij, werd na 1900 ook katoen verwerkt. Het groeide uit tot een der grootste weverijen van Europa, die vanaf de jaren '50 van de 20e eeuw meubelstoffen en autobekleding ging produceren. In 1910 werd dakpannenfabriek Lauwberg opgericht, deze werd in 1965 gesloten.
De start was ditmaal uit de school Ter Molen en de wandelaars konden uit een 8tal afstanden kiezen. Vandaag wandelde ik met mijn buurman en besloten de 32km te wandelen. Eerst een kop koffie, daarna beginnen aan de wandeling. Na de start volgende al een splitsing, de grootste afstand moest eerst een lus van 7km in lauwe maken om daarna de andere richting mee te gaan met de 25km.
Parcour van de 32km
Vertrek voor de eerste lus van 7km
terug naar de startzaal
Hier op weg voor het verdere verloop van de wandeling, we gingen richting Aalbeke
Afwisseling mooie wandelpaden met regelmatig autoluwe wegen.
Zicht op Steenbakkerij en pannenfabriek Pottelberg.(3 schoorstenen)
Op weg naar de centrale rustpost in Aalbeke, deze was in de voormalige kerk, die nu dienst doet als bibliotheek en vergaderzaal.Na deze rust deden we een lus van meer dan 10km richting Moeskroen en terug via Sentier des ficheaux.
De Molen van Aalbeke.
De Hoogmolen of Messiaensmolen is een windmolen in de tot de West-Vlaamse gemeente Kortrijk behorende plaats Aalbeke, gelegen aan de Luingnestraat 38. Deze standerdmolen van het gesloten type fungeert als korenmolen. Op deze plaats stond al een molen in 1714, in welk jaar deze door brand werd verwoest. Een nieuwe molen kwam gereed in 1717. In 1967 werd het windbedrijf gestaakt en hij raakte in verval. In 1980 werd de molen aangekocht door de stad Kortrijk en in 1994-1995 werd hij opnieuw in maalvaardige staat gebracht, waarna hij door vrijwillige molenaars werd bedreven.
Hier wandelen door dit klein natuur domein op Waalse bodem.
Een vlasschaard.
Op de terugweg naar Aalbeke
na de 2°rust in Aalbeke gingen dan terug richting Lauwe via het preshoekbos en de bramier.
Het Preshoekbos is een natuur- en recreatiegebied in de Belgische gemeenten Kortrijk en Menen, in het zuiden van de provincie West-Vlaanderen.Dit gebied heeft als kern het gehucht Preshoek, gelegen tussen Aalbeke, Lauwe en Marke. Het wordt doorsneden door de autowegen E17 en E403. De hoofdingang bevindt zich aan de Aalbeeksesteenweg 49.In dit gebied beheert het Agentschap voor Natuur en Bos sinds 2009 een 250-tal hectares, die reeds werden of worden bebost. Zowel ten oosten als ten westen van de E403 ligt het domein. Een viaduct verbindt beide stukken. Het bos, op voormalige akkers en weilanden geplant, bestaat uit inheemse bomen en struiken. In het oosten van het domein, nabij de Keizerstraat in Marke, ligt een bloemrijke helling met onder meer aardaker en donderkruid. Tot de vlinders die in het domein worden aangetroffen behoren oranjetipje landkaartje, bruin blauwtje, icarusblauwtje, oranje luzernevlinder, bont zandoogje en sleedoornpage. Andere dieren zijn patrijs, haas, konijn, wezel, hermelijn en vos.
Vandaag ging ik een wandeling maken in Moerbrugge, waar de vzw Vredeseilanden er een tocht gaven.
Moerbrugge is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het ligt op het grondgebied van de gemeente Oostkamp, twee kilometer ten noordoosten van het dorpscentrum van Oostkamp, ervan gescheiden door de Rivierbeek. Moerbrugge wordt doorsneden door het Kanaal Gent-Brugge. In september 1944 had aan de kanaalbrug van Moerbrugge een hevige strijd plaats tussen Duitsers en geallieerden: de Slag om Moerbrugge. Vooral veel Canadese soldaten kwamen om, een monument ter hoogte van die brug herinnert aan die slag. Moerbrugge ligt aan het Kanaal Gent-Brugge op een hoogte van ongeveer 5 meter, in Zandig Vlaanderen. De Warandeputten bestaan uit waterplassen, moeras, wilgenbroek en grasland. Ze zijn ontstaan door de herkalibrering van het aangrenzende kanaal, de naam verwijst naar het domein de Warande. Het gebied is vrij toegankelijk en de ingang ligt dicht bij de kanaalbrug, is 10 ha groot en ligt aan de monding van de Rivierbeek. Men wandelt er op knuppelpaden en er zijn 2 observatiehutten voor vogels. Het bootverkeer loopt door Moerbrugge via het kanaal Brugge-Gent. De autoverbinding over het kanaal gaat via een ophaalbrug.
De start was vanuit de zaal Tom Dooley en de wandelaars konden kiezen uit verschillende lussen die men kon combineren. Bij de Vredeseilanden staat de natuur altijd centraal. Toen ik begon aan de wandeling, was het aan het regenen en dit duurde zo ongeveer een dik uur. Spijtig, dan maar geen foto's nemen en wachten op beterschap. na de eerste rustpost was het gestopt met regenen, maar de wind begon serieus toe te nemen. het parcours was heel goed, heel veel variatie.
Een mooi en rustige wandeling rond Oostkamp. Jammer van de regen in het begin van de wandeling.
Vandaag was er een wandeling van mijn wandelclub WSK Marke te St Denijs Zwevegem nl: Voettocht der Vlasstreek.
Sint-Denijs (Frans: Saint-Genois) is een dorp in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is een deelgemeente van Zwevegem. Het is een landelijk woon- en landbouwdorp. Sint-Denijs was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. De gemeente heeft twee patroonheiligen, namelijk Sint-Dionysius en Sint-Genesius, en ontleent haar beide namen aan deze patroonheiligen, respectievelijk, namelijk Sint-Denijs (in het Nederlands) en Saint-Genois (in het Frans)
Diverse vondsten uit silex tonen bewoning aan vanaf het neolithicum. Ook zijn er vondsten uit de tijd van de overgang van de Hallstattcultuur naar de La Tène-periode. Ook werden sporen van een Gallo-Romeinse villa aangetroffen.
In 1156 werd Sint-Denijs voor het eerst vermeld, en wel als villam Sancti Genesii. De dorpsheerlijkheid was afhankelijk van het Bisdom Doornik. Sint-Denijs had sterk te lijden onder de godsdiensttwisten in de tweede helft van de 16e eeuw. In 1646-1647 had Sint-Denijs te lijden onder Franse en Spaanse troepen. Ook in 1655-1659 maakten Franse troepen het dorp onveilig. De Negenjarige Oorlog (1688-1697) leidde tot de aanleg van een Franse verdedigingslinie dwars door het dorp met het Fort Ter Klare als belangrijkste strategisch punt. Pas na 1713 kwam er weer vrede onder Oostenrijks bewind. In 1881 kwam er een spoorlijn
Begin 20e eeuw waren de middelen van bestaan beperkt. Veel mensen gingen werken in de Noord-Franse textielindustrie. De enige industrie was een in 1932 opgerichte tapijtweverij. In 1918 werd het dorp zwaar beschadigd door oorlogsgeweld.
De start was zoals gewoonlijk vanuit het OC ter Streye. De wandelaars konden uit een 6tal afstanden kiezen. Vandaag koos ik voor de 31km. Dronk eerst nog een kop koffie, ondertussen waren mijn wandelvrienden aangekomen en wij konden beginnen aan deze tocht. De grootste afstanden gingen richting Moen via enkele mooie veldwegen en autoluwe wegen. Daar maakten de 25 en 31km een grote lus. Na de 2°stop in Moen wandelde men terug richting St Denijs via Bossuit om zo de 3° rust te bereiken in St Denijs. Daarna nog een afstand van 8.2km voor de 31km stappers tot aan de startzaal. Landelijk en heuvelachtig om en rond Sint-Denijs, door velden en open vlakten.
Een mooie en aangename wandeling, toch nog 956 deelnemers. Ook was het goed wandelweer.
Vandaag een wandeling maken bij een burenclub. Ik reed naar Avelgem, waar de wandelclub uit Heestert de Waterhoekstappers er hun jaarlijkse Guldensporentocht hielden.
Avelgem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 10.000 inwoners, die Avelgemnaars[1] worden genoemd. Avelgem ligt in het uiterste zuidoosten van de provincie, ten zuidoosten van Kortrijk, langs de Schelde, tegen de grens met de provincies Oost-Vlaanderen en Henegouwen. Avelgem ligt in Zandlemig Vlaanderen en in de vallei van de Schelde. Het landschap is vlak en de hoogte varieert van 12-20 meter. Een belangrijk natuurgebied wordt gevormd door de Avelgemse Scheldemeersen.
De start was vanuit de Spikerelle en de wandelaars konden uit een 7tal afstanden kiezen.Ditmaal koos ik voor de 18km. Wandeling door het golvende landschap tussen Leie en Schelde. Het was ook een wandeling met enkele opstakels. Ook enkele splitsingsborden waren niet juist.Een rustige wandeling, maar er kon meer natuur getoond wrden aan de wandelaars.
Een rustige wandeling rond en door Avelgem. Moest ietsjes meer natuur in de wandeling zitten.
Het beloofde een hele warme dag te worden, dus vroeg uit de veren om er een wandeling te maken. Ik reed naar Tiegem, waar de plaatselijke wandelclub de Textieltrekkers er hun Hooitocht gaven.
Tiegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Anzegem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. In de eerste helft van de 9e eeuw werd Tiegem voor het eerst vermeld, namelijk in het Liber Traditionem van de Sint-Pietersabdij te Gent. Het patronaatsrecht behoorde toe aan de Sint-Diederiksabdij bij Reims. In 1040 werd Sint-Arnoldus hier geboren. Hij was de zoon van de plaatselijke heer. Tijdens de 14e en 15e eeuw was de heerlijkheid achtereenvolgens in bezit van de families Van Rode, Gistel, Betune en Ailly. Tijdens de 15e en 16e eeuw kwam het aan de familie Van Kleef en van einde 16e eeuw tot 1792 was de familie de Plotho de eigenaar. Tiegem had veel te lijden onder de godsdiensttwisten (eind 16e eeuw) en de Negenjarige Oorlog (eind 17e eeuw). De economie beperkte zich -naast de landbouw- tot de thuisweverij van vlas en katoen. In 1910 kwamen er twee katoenweverijen, waar in totaal 326 mensen werkten. Later kwam er ook een wolweverij. Op 26 oktober 1918 vielen er 75 dodelijke slachtoffers door Duitse gasaanvallen, maar op 31 oktober werd Tiegem door Welshe en Schotse troepen bevrijd.
Toen ik aankwam aan de startzaal de Mesinde, gelegen aan de kerk van Tiegem, was de parking al helemaal volzet(6u30).Het was een lussenwandeling en de wandelaars konden eruit kiezen naargelangde km's en de zwaarte van de wandeling. Ik koos voor 3 verschillende lussen te wandelen goed voor zo'n 21km. Ik deed lus 1-2-4, deze waren de mooiste en de langste en de meeste hoogtemeters.
Je bewandelt Tiegem en de omliggende dorpen via diverse paden en landelijke wegen. Stappen door het Sint-Arnolduspark met zijn eeuwenoude bron, mooie kapel, terrasvijvers en merkwaardige grotachtige bouwsels en bosgebied.
Een aangename en mooie wandeling rond en op Tiegemberg. Er waren 703 wandelaars die deze hitte trotseerden.
Het beloofde een prachtige dag te worden, ik reed naar Tielt om daar de wandeling De Poelbergtocht te maken.
Tielt is een stad en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Ze ligt in de driehoek Gent, Brugge en Kortrijk. De stad telt ruim 20.000 inwoners en is de hoofdplaats van het arrondissement Tielt. Tielt ligt in Zandlemig Vlaanderen, op het Plateau van Tielt. Het betreft een cuestarug die zich uitstrekt van Aarsele tot Koolskamp. Tielt ligt aan de Poekebeek die in oostelijke richting stroomt. De hoogte bedraagt 14 tot 51 meter. Van landschappelijk belang is de Poelberg, een geïsoleerde heuvel van ruim 40 meter hoogte ten zuidoosten van Tielt.
De start was vanuit het Kon.Atheneum en de wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. Ik besloot de langste afstand te wandelen (25km).
Idyllische natuurwandeling naar de mooiste berg van Tielt: de Poelberg met zijn molen en Mariagrot. Heerlijke natuurpaden, attractieve wandelpaden, privédomeinen en langs de opverende graspaden van het Meikensbos en Vijverbosen de prachtige vergezichten. Langs rustige straatjes trok ik richting Poelberg met zijn mooie molen. De Poelberg is in feite een getuigenheuvel, 37 m boven de zeespiegel. De Poelbergmolen, het icoon van de stad Tielt, werd reeds beschermd als monument en opgenomen in het dorpsgezicht. Na een tas koffie, die ik dronk op een mooie landelijke locatie, stapte ik richting het Meikensbos.
Start vanuit het Kon.Atheneum
Genoot van de mooie vergezichten
Staalblauwe hemel
Zicht op de Poelbergmolen
Aangekomen op het mooie domein waar men even kon halthouden.
De 18 en de 25km moesten hier een hele mooie lus maken ricxhting het Meikensbos.
Hier verlieten ik de rustpost en begaf me richting het bos.
De Poelbergmolen is een windmolen. Het is een open standerdmolen op teerlingen. Hij heeft een aantal bijzondere houtinscripties, waaronder: Bescherm godt voor alle lien dan wort ghy gerren geseyen, en als ghy hyer verliest het leven godt sal u den hemel gheven en Maria met verlanghen sal u in har ryck ontfanghen, getekend 9 juli 1726.
Hier op weg naar het bos.
De Meikensbossen vind je aan de voet van de Poelberg en zijn ongeveer 63 hectare groot. Je kan er aangenaam wandelen door een afwisselend landschap. Oud en jong bos, dreven, hooi- en weilanden. Hier en daar een poel. Het uitzicht op de Poelbergmolen maakt het plaatje compleet. Terwijl je geniet van het landschap, trakteren zangvogels je op een prachtig intermezzo. Het afwisselende landschap van de Meikensbossen levert een grote verscheidenheid aan diersoorten op. Vlinders zoals dagpauwoog, oranjetip en konningepage fladderen over de open natuurgraslanden. Amfibieën vinden een ideale leefwereld in de poelen. De houtkanten bieden bescherming maar ook lekkere bessen voor zangvogels zoals zwartkop, fitis, grasmus, spotvogel en zanglijster. De grote bonte specht roffelt in het oude bosgedeelte, en ’s nachts komt de bosuil er op bezoek. In de omliggende weilanden vertoeven patrijs, haas, veldleeuwerik en gele kwikstaart.
Heerlijk wandelen in dit domein.
Na de 2°passage terug een stukje Meikensbos, en dan naar de volgend rustpost via mooie wandelpaden.
.De Sint-Annakapel in Dentergem is een architecturaal pareltje dat zich in de adembenemende plattelandsomgeving van Dentergem-Tielt bevindt. De kapel draagt een uitgebreide en unieke geschiedenis met zich mee. Sinds oktober 2023 is de Sint-Annakapel beschikbaar als eventlocatie. Ze bestaat uit twee inspirerende ruimtes met zicht op de Meikensbossen en de Poelberg, die per verdieping (zaal Adélie of zaal Emile) of volledig (Anna) gehuurd kan worden, inclusief de prachtige tuin en het uitkijkplatform. De Sint-Annakapel is de ideale setting voor het organiseren van teambuildings, workshops, vergaderingen, netwerkevents, brainstormsessies, lezingen, co-working, recepties etc. . De Koortskapel
De Koortskapel of Sint-Annakapel (in de volksmond ook wel Kutskapel genoemd), is een bakstenen, wit geschilderde kapel gelegen aan de rand van het Hoenderveld, langs de weg van Dentergem naar de Poelberg (nu Tieltseweg). Het heeft een leienzadeldak waarop een dakruiter met ijzeren kruis. Boven de deur hangt een metalen opschrift: De Koortskappel (!). Daarboven hangt een kruisbeeld onder een zadelvormig afdakje. Tegen de zijmuren zijn steunberen gemetseld. Binnen bevindt zich een houten altaar met een tabernakel en het beeld van de Heilige Anna met kind, dit alles achter een smeedijzeren hek.
De kapel is toegewijd aan de Heilige Anna, patrones van de huisvrouwen en het gezin. Zij wordt o.a. aangeroepen tegen ziekten als buikpijn, fijt, hoofdpijn, huiduitslag, kiespijn, koorts, oogziekten, pest en zweren.
Richting hoenderveld.
Heel veel afwisseling.
Nieuw aangelegd stukje groen .
Een geslaagde zondagswandeling waar ik heb van genoten hebben. Er waren 1853 deelnemers.
Vandaag met Ronald (mijn gebuur) gingen we wandelen in Zeeuws Vlaanderen, nl naar Sluis.
Sluis (Zeeuws: Sluus) is een vestingstad in het westen van Zeeuws-Vlaanderen, in de Nederlandse provincie Zeeland. De gemeente waartoe het stadje behoort heet eveneens Sluis, maar de hoofdplaats van deze gemeente is Oostburg. Tot 1995 was Sluis een zelfstandige gemeente. Op 1 januari 2023 had de stad Sluis 2.395 inwoners.
Het stadje Sluis werd in 1944 grotendeels verwoest door geallieerde bombardementen. Ook het unieke Belfort is toen volledig verwoest. Het centrum is echter weer opgebouwd en de omwalling is intact gebleven.
In het kleinschalige historische centrum van Sluis bevindt zich het enige Nederlandse belfort. In dit gebouw bevindt zich ook een historisch museum. Windmolen De Brak, aan de zuidelijke uitvalsweg. De historische stad Sluis had eertijds een rechtstreekse verbinding met de Noordzee en de Westerschelde via het Zwin. Als overblijfsel van het Zwin kan de Damse Vaart gelden, wat een kanaal is dat geleidelijk de plaats van de natuurlijke waterloop heeft ingenomen, toen deze geleidelijk verzandde. De Damse Vaart loopt dood in Sluis. Vroeger was hier een haven, maar scheepvaart is al lang niet meer mogelijk, doordat de Damse Vaart in 1940 is onderbroken toen de sifons werden verwoest. De fundamenten van de voormalige Sint-Janskerk. Deze kerk, die een van de grootste in de streek was, werd gebouwd in de 14de eeuw en door een brand verwoest in 1811.De oude Wallen van Sluis zijn nog grotendeels intact, met de Stenen Beer (Westpoort), Waterpoort, Zuidpoort en Oostpoort.
We waren er vroeg bij vandaag, want we gingen de 30km wandelen. De start was vanuit het Sportcomplex SV Sluis. de wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Het eerste gedeelte ging richting Retranchement en van daaruit naar Cadzand en terug naar Retranchement om daarna nog een lus te maken via de vestingen in Sluis.
De startplaats
Grenspaal 363 is de 1°grenspaal met het jaartal 1869. Hoewel grenspaal 363 ook al eerder bestond, is in 1869 deze definitieve paal geplaatst. het was tot 1869 de laatste grenspaal.
Vlasveld
Aangekomen in Retranchement
Retranchement is een plaats in de gemeente Sluis, in de Nederlandse provincie Zeeland. De plaats, in het westen van de regio Zeeuws-Vlaanderen, ligt aan de grens met België tussen het Belgische Knokke-Heist en het Nederlandse Cadzand. Het dorp telt 275 inwoners (1 januari 2023). Retranchement ligt nabij het natuurgebied Het Zwin. Ook ligt daar de Passageule, hier Uitwateringskanaal naar de Wielingen genaamd. De Wallen van Retranchement vormen eveneens een natuurgebied. Het is een onderdeel van de Staats-Spaanse Linies die in het aangrenzende België hun voortzetting vinden in de Linie van Cantelmo.Retranchement ligt in het zeekleipoldergebied op een hoogte van ongeveer 1 meter. Een nabijgelegen buurtschap is Terhofstede. De omgeving, waarin voornamelijk akkerbouw wordt bedreven, kenmerkt zich door oude, met knotwilgen omzoomde, polderdijken.Een belangrijke activiteit is, naast de landbouw, het toerisme (camping, horeca). Vroeger was hier ook een grenspost.
Nog een grenspaal
Dit jong konijnjtje bleef heel rustig voor de lens zitten.
Zicht op een deel van het Zwin
Aangekomen in Cadzand - Bad.
Zicht op het haventje
Cadzand (West-Vlaams: Kezand) is een dorp, gelegen in het uiterste westen van de Nederlandse provincie Zeeland. In 2023 telde het in de regio Zeeuws-Vlaanderen gelegen dorp 695 inwoners. Sinds 2003 is Cadzand een deel van de gemeente Sluis. Tot Cadzand behoort ook Cadzand-Bad. De zee en het strand zijn belangrijke trekpleisters voor Cadzand, maar de rustige dorpskern van Cadzand-Dorp staat in schril contrast met het toeristische Cadzand-Bad.
Zicht op de Mariakerk.
De kerk, Mariakerk genaamd, is een tweebeukige hallenkerk, opgebouwd uit gele Vlaamse baksteen. De zuidelijke beuk is vermoedelijk gebouwd tussen 1200 en 1225. De noordelijke beuk dateert van tussen 1325 en 1350. De stijl is in hoofdzaak vroeg-gotisch, beter gezegd de Scheldegotiek. De zware zuilen zijn van romaanse origine. De kerk bezat een hoge, massieve toren, de zogenaamde Sint-Lambertustoren, die samen met de Vlissingse kerktoren de tolgrens van de Westerschelde aangaf. De Mariakerk is de oudste kerk van Zeeuws-Vlaanderen.
Zicht op de windmolen Nooitgedacht aan de ingang van het dorp, uit 1898.
Nooitgedacht is een ronde stenen beltmolen in het Nederlandse Cadzand, provincie Zeeland, die gebouwd is in 1898 en in gebruik is geweest als korenmolen. Bij gebrek aan werk wordt de molen in 1951 buiten bedrijf gesteld. De molenaar start een zuivelhandel en bouwt daarvoor een melkopslag aan de molen. De builzolder (1e verdieping) wordt verbouwd tot woonverblijf. Met het opkomend toerisme in Cadzand is er dringend behoefte aan slaapgelegenheden. Het woonverblijf en de ruimte daarboven worden in 1959 verbouwd tot 2 vakantieverblijven. Het aandrijfmechanisme van de in onbruik geraakte molen is verwijderd. Vanaf 1963 is er zelfs een bar in de molen. De melkopslag wordt toiletgebouw. De oneigenlijke bestemming van de molen bleek zeer gevaarlijk: in 1974 brandde de molen uit. Daarop is de molen gekocht door de Stichting Molenbehoud West Zeeuwsch-Vlaanderen. Met acties onder de bevolking en steun van het rijk, de provincies en de gemeenten kan begonnen worden met de restauratie met het doel de molen weer in zijn originele staat terug te brengen. Onderdelen vanuit het hele land, maar ook nieuwe materialen worden toegepast. De bovenas uit 1721 van molen De Kat, die in 1820 omwaaide, in 1897 verbrandde en in 1944 een granaatinslag overleefde, blijkt ook na de brand in 1974 nog bruikbaar voor restauratie van de Nooitgedacht. In mei 1977 kon de molen weer in gebruik genomen worden. De Nooitgedacht is elke woensdag en zondag te bezichtigen.
Gazelle koersfiets uit de jaren stilletjes
Een laatste blik op deze molen.
terug richting Retranchement
De Retranchementse molen is een koren- en pelmolen aan de Molenstraat in Retranchement, in de Nederlandse provincie Zeeland. Deze open standerdmolen uit 1818, gedekt met schaliën, heeft een vlucht van 20,70/20,80 meter. De molen is maalvaardig, en wordt nog gebruikt om op vrijwillige basis graan te malen. Al vanaf 1643 staat op deze plaats een molen. De huidige molen werd in 1818 herbouwd nadat hij was omgewaaid.
Terug in Sluis aangekomen, nu nog een lusje van 5km rond Sluis.
In het Centrum
Mooi zicht op het Belfort
richting de vesten
Zicht op een stadsdeel
Hier zien we onze startplaats liggen, nog enkele honderde meters en deze mooie tocht zit erop.
Een hele aangename wandeling, met heel veel variatie. Een kleine 900 deelnemers, waaronder 10 clubgenoten.
Na het wandelweekend van vorige week ging ik vandaag een wandeling maken in Moorsele, waar de plaatselijke club De 7Mijlstappers er hun 1° weektocht hielden. Ditmaal was de start vanuit het cafetaria van het Sportcomplex.
Moorsele is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Moorsele was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling en is, net zoals buurgemeente Gullegem, sinds 1977 een deelgemeente van Wevelgem. De naam Moorsele is afkomstig van Mortsella, wat een samenvoeging is van het Frankische sella en het Keltische mort of maret. Het eerste deel, mort, betekent hoog, terwijl sella Frankisch is voor een hut. Met de naam werd dus een hooggelegen verzameling van hutten en andere gebouwen bedoeld. (Uit: Van parochie Mortsella tot deelgemeente Moorsele) Moorsele ligt in Zandlemig Vlaanderen. De hoogste punten zijn de Kezelberg (41 meter) en de Draaitap (richting Sint-Eloois-Winkel). Het laagste punt is 20 meter, in het dal van de Heulebeek, welke door de kom van Moorsele naar het oosten stroomt. In Moorsele ligt ook een park, het Groen Lint genaamd. Moorsele ligt ook dicht bij recreatiedomein Bergelen. Op het grondgebied ligt een deel van het industrieterrein Gullegem-Moorsele.
Men kon kiezen uit 5km-7km -13km en 20km. Deze afstand bestond uit het parcours van de 13km + deze van de 7km. Terug wandelen met Urbain, kozen we voor de 20km.
Het Provinciedomein Bergelen in Wevelgem groeide rond een kunstmatig aangelegde zandwinningsput van 10 ha. Het zand werd gebruikt voor de aanleg van de autoweg E 403 (A17) begin de jaren zeventig. De gemeente kocht deze put met omliggende gronden aan in de periode 1989-1995. Verschillende plantacties en tal van beheerswerken (herprofileren oever, aanleg plasberm, bouwen observatiehut en -wanden, aanleg wandelpaden, aanleg vleermuiskelder, graven poeltjes,...) werden uitgevoerd door het gemeentebestuur. Zo ontstond een klein, maar zeer interessant natuurgebiedje.
In 1996 werd de hoeve en de 29 ha landbouwgrond eromheen aangekocht door de provincie en werden grote delen van het nieuw aangekochte gebied bebost. In 1999 sloot de provincie een erfpacht af met de gemeente voor het beheer van de Bergelenput en omgeving. Zo ontstond het provinciedomein Bergelen waarvan de oppervlakte momenteel 47 ha bedraagt.
Langs en door het domein loopt de Heulebeek, die daar nog een grotendeels natuurlijke loop heeft.Je vindt er ook de Bulskamphoeve, die een eerste keer in Gullegem vermeld werd in 1549. Het is een historische hoeve waarvan de gebouwen in hoefijzervorm binnen de omwalling staan. De hoeve werd verschillende malen door oorlogsgeweld vernield en, daarna heropgebouwd of verbouwd. De huidige bebouwing zou van 1775 dateren.In die omgeving staat eveneens een beschermd monument, nl. de Meiboom. Dit is een geheel van 6 lindebomen met in het midden een groot ijzeren kruis.
Voor wandelaars, fietsers, ruiters, hengelaars...
Het provinciedomein Bergelen biedt een gevarieerd landschap waar diverse gebruikers aan hun trekken komen. Alle wegen zijn toegankelijk voor wandelaars. Voor mindervaliden werd een speciale verbindingsweg aangelegd tussen de Bergelenput en de domeinhoeve-cafétaria. Het fietsroutenetwerk heeft een doorsteek door Bergelen en de Zilveren Spoor ruiterroute doorkruist ook het domein. Een deel van de vijver is voor hengelaars gereserveerd (visverlof Vlaams gewest vereist) en de vogelkijkers vinden er een observatiehut en twee wanden. Een bosgedeelte tegen de cafétaria is als speelbos aangeduid.
Een hele mooie doordeweekse wandeling.Heel veel variatie gekregen.
Laatste dag van het wandelweekend. Na het ontbijt gingen de wandelaars richting St-Gerlach (Houthem) voor een tocht van 9km. Een tijdje later gingen de niet wandelaars na uitchecking met de bus naar St Gerlach. Ze brachten daar een bezoek aan de kerk en tuin en de schatkamer. Het restaurant waar we het middagmal namen lag daar vlakbij.
Houthem is een kerkdorp in het zuiden van de Nederlandse provincie Limburg, in de gemeente Valkenburg aan de Geul en bevindt zich op circa 6 kilometer ten noordoosten van Maastricht. Het dorp, dat gevormd wordt door de kernen Houthem, Sint Gerlach, Vroenhof en Strabeek, telt ongeveer 1600 inwoners en ligt aan de weg van Valkenburg naar Meerssen. Houthem ligt in de vallei van de Geul, aan de rechteroever, op een hoogte van ongeveer 60 meter. In de omgeving van Houthem liggen diverse hellingbossen (waaronder op de noordhelling van het Geuldal het Kloosterbosch) en in het Geuldal het natuurontwikkelingsgebied Ingendael. Het landgoed Sint Gerlach en de Sint-Gerlachuskerk gelden als bekendste bezienswaardigheden van het dorp. Bij de kerk behoort ook de schatkamer en een kapel met mozaïekwerk van de kunstenares Irene van Vlijmen van 1977. Bij het landgoed worden geregeld beeldententoonstellingen georganiseerd. Op het landgoed ligt ook het Gerlachusputje. Het landgoed grenst aan natuurgebied Ingendael.
De Sint-Gerlachuskerk is een kerkgebouw in de Zuid-Limburgse plaats Houthem-Sint Gerlach in de Nederlandse gemeente Valkenburg aan de Geul. De aan de heilige Gerlachus van Houthem gewijde parochiekerk was oorspronkelijk de kloosterkerk van een norbertinessenklooster, een adellijk stift waarvan nog grote delen bewaard gebleven zijn (château St. Gerlach). Het barokke kerkgebouw met voor Nederland unieke frescoschilderingen is een rijksmonument en behoort tot de 'Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg' uit 1990.
Het interieur, in Nederland weinig voorkomende barok,is in 1751 geheel voorzien van fresco's van Johann Adam Schöpf. Aan weerszijden van de graftombe van Gerlachus schilderde hij tien taferelen uit het leven van de heilige. Ten gevolge van ernstige vochtschade werden in 1897 drie beschadigde fresco's door schilderijen van H.bröcker vervangen.Schöpf schilderde verder op de muren met voorstellingen van de aanbidding van het Christuskind door de herders en de drie koningen. In het priesterkoor van de kerk schilderde hij het offer van Abraham. de westelijke wand achter het orgel bestaat uit een grote wandschildering van het Laatste Oordeel. De gewelfschilderijen zijn eveneens grotendeels vande hand van Schöpf.
Onder de graftombe uit 1783 ligt gewijd zand dat men kan meenemen. Het biedt bescherming tegen veeziekten.
Na jarenlange voorbereidingen werd in 2009 de vernieuwde schatkamer ingezegend door bisschop Frans Wiertz. De schatkamer is onderdeel van een klein museum dat de gehele beneden- en bovenverdieping van de noordelijke kruisgang beslaat, alsmede het aangrenzende trappenhuis en de bidkapel. In de benedenruimte bevindt zich een zaaltje waarin een film over het voormalige klooster en de kerkschat wordt vertoond. Aansluitend bezoekt men een expositie met documenten en archeologische objecten over het leven, de dood en de cultus rond Sint-Gerlachus, de bouwgeschiedenis van kerk en klooster, en de organisatie en het dagelijks leven in het klooster. In de eigenlijke schatkamer zijn een groot aantal reliekhouders, liturgisch vaatwerk en andere religieuze kunstschatten te bewonderen. In de loop der eeuwen heeft de kerkschat door oorlogen en secularisatie (vooral in de Franse tijd) sterk geleden, maar is desalniettemin nog steeds de moeite waard. Hoogtepunten vormen de gerestaureerde tunica van Gerlachus uit de 10e of 11e eeuw, het zilveren borstbeeld met de schedel van Gerlachus van de Maastrichtse zilversmid Fredericus Wery uit ca. 1705, een Luikse ciborie uit 1611, een verguld zilveren Augsburgse kelk uit ca. 1730 en een Maastrichtse zilveren monstrans uit 1773.
Prachtige tuin met mooie beelden.
Mooi zicht
En nu mooi wachten op de wandelaars
Vanuit het hotel de wandelaars richting St-Gerlach, om eerst een rondje in het centrum te wandelen waar op dit moment een openluchttentoonstelling te bekijken viel ,om vervolgens via de Heytgracht de Cauberg op te wandelen, om via de Lijkweg de Houthemerheldeweg het Geulpad te bereiken waar we de kloostergroeve passeerden om dan in Geulhem aan te komen, hier is de Geulhemermolen te zien, via het molenbroeksvoetpad richting Houthem waar we aan de holle eik ,de afgesproken plaats met de niet wandelaars waren aangekomen, nadien nog een bezoekje aan de kerk en de tuin was het tijd om lunchen. Daarna was het terug tijd om huiswaarts te rijden.
Het eerste gedeelte door het stadscentrum, waar we ook de beelden tegenkwamen.
Heb er ook enkele gefotografeerd.
Zoek de verschillen
Mooi om er eens door te wandelen
Ze had er zin in
Werklui
Nu de natuur in
Gelukkig bleef het droog.
Even pauzeren.
De Geulhemmermolen of Geulhemermolen is een middenslag watermolen in het dorpje Geulhem, gemeente Valkenburg aan de Geul, en is gelegen op de linkeroever van de Geul. Het gebouw is een rijksmonument en tevens onderdeel van het Buitengoed Geul & Maas.
Het waterrad bevindt zich in een grotendeels open ombouw aan de zijkant van het molengebouw, waardoor een deel van het rad zichtbaar is. Het lessenaarsdak sluit aan op het hoge pannen-zadeldak van de molen, waardoor een harmonisch geheel ontstaat. In de 19e eeuw werd de kracht werd geleverd door een laagwerkend middenslagrad met de aanzienlijke middellijn van 6,90 m. en een breedte van 0,86 m, dat in de jaren tachtig van de 19e eeuw van een krop werd voorzien. In 1931 werd het bestaande waterrad vervangen door een ijzeren rad met houten schoepen afkomstig van de Groote Molen in Meerssen toen die werd uitgevoerd met een dubbele turbine. Dit rad heeft een middellijn van 5,70 m. en een breedte van 1,10 m. en is voorzien van een nieuwe gemetselde krop. De onderkanten van de schoepen kwamen hierdoor een halve meter hoger te liggen, hetgeen ten koste ging van het vermogen omdat een deel van het verval verloren ging. Om overstroming en wateroverlast door opeenhoping van vuil bij de lossluizen te voorkomen, werden deze in 1968 verwijderd. Omdat het water daardoor niet meer gestuwd kon worden, bleek dit een verkeerde ingreep te zijn omdat de Geul een barrière kwijt was en daardoor regelmatig leeg liep. Om dit te voorkomen werd in 1972 een nieuwe sluis met een schuif aangebracht. Door zijn afmetingen was deze echter niet met eenvoudig te bedienen en daarom werd een dubbel windwerk aangebracht zodat bediening door twee personen mogelijk was. Later werd het windwerk voorzien van een elektrische bediening, waardoor een minimum waterpeil in de molentak beter gehandhaafd worden. Aldus bleef het karakter van het molengebouw behouden.
We zijn aangekomen bij de niet wandelaars.
Eventjes de schoenen verwisselen, alvorens we ook de kerk en de tuin konden bezoeken.
Fier als een gieter.
Altijd goed gezind. Nu nog gaan eten en daarna terug huiswaarts.
Eventjes een slaap moment.
Een heel geslaagd weekend. Speciale dank aan het bestuur voor deze prachtige uiteenzetting van deze reis.Voor herhaling vatbaar.
Na het ontbijt gingen de wandelaars een dagwandeling maken van 20km(23). Ze werden er gebracht met de bus tot Orsbach. De niet wandelaars maakten in de voormiddag een stadswandeling van een kleine 4km. 's Middags een lichte maaltijd en daarna een geleid bezoek aan de Fluweelengrot en de Kasteelruine.
Valkenburg (Limburgs: Valkeberg of Vallekeberg) is een stad in de Nederlandse gemeente Valkenburg aan de Geul, gelegen in het Zuid-Limburgse Heuvelland. Valkenburg is de grootste kern en naamgever van deze gemeente. Valkenburg heeft een sterk toeristisch karakter. De historische stadskern met zijn vele horecagelegenheden, het omliggende heuvelland en een groot aantal toeristische attracties vormen de belangrijkste publiekstrekkers. Valkenburg ligt in een dal dat gevormd is door het riviertje de Geul. Diverse steile hellingen leiden aan de noordzijde van het stadje naar het Centraal Plateau en aan de zuidzijde naar het Plateau van Margraten. Bekende hellingen (onder andere in verband met wielrennen) zijn de Cauberg, de Sibbergrubbe en de Emmaberg. Een deel van de hellingen is bebost. De bodem bestaat uit löss of Limburgse klei. In de ondergrond bevinden zich dikke lagen Limburgse mergel, soms afgewisseld met vuursteen, die beide soms aan de oppervlakte komen. Beide soorten natuursteen worden sinds mensenheugenis gewonnen en hebben hun sporen in het landschap nagelaten (zie vuursteenmijnen van Valkenburg en Limburgse mergelgroeven). Een deel van het centrum van Valkenburg geniet bescherming als rijksbeschermd gezicht Valkenburg. Binnen dit gebied, maar ook buiten het centrum, liggen een groot aantal rijksmonumenten. De meeste oudere gebouwen zijn opgetrokken uit lokaal gedolven mergelsteen.
Halverwege de voormiddag begonnen de niet wandelaars met de stadswandeling door Valkenburg. Tijdens de wandeling kon men ook genieten van sculpturen van alledaagse mensen. deze tentoostelling liep nog tot midden juni. De Alltagsmenschen, of alledaagse mensen zijn levensgrote betonnen beelden van mensen in alledaagse situaties, gemaakt door de Duitse kunstenaars Christel en Laura Lechner. Deze beelden stralen warmte, humor en herkenning uit, waarvoor ze een glimlach op het gezicht van de vorbijgangers toveren. In totaal staan er zo'n 44 beelden verspreid in Valkenburg. Na het middagmaal was er een geleid bezoek voorzien van de Fluweelengrot en de kasteelruine.
Daarna had men nog wat vrije tijd om in de stad wat rond te kuieren.
Dorine bij zo'n alledaags beeld
Vrolijk plaatje
Aan tafel in het Halderpark
Familiebank
Dansers Halderpark
Grendelpoort uit de 14°eeuw, bestaat uit een middendeel met twee rondelen. We zien de beeldnisjes in de spitsboog
Hier zien we de z.g. "Sjötter aan de poort"(een historisch beeld van een poortwachter/schutter.
De koerstruitjes voor de ronde van Valkenburg voor dames.
Amerikaans koppel
Hier de kasteel ruine.
Kasteel Valkenburg is een kasteelruïne in het Zuid-Limburgse vestingstadje Valkenburg. De voor Nederland zeldzame hoogteburcht ligt op de Heunsberg, een uitloper van het plateau van Margraten. Het kasteel, ooit de burcht van de heren van Valkenburg, werd in 1672 verwoest maar nooit geheel afgebroken. Onder het kasteel bevinden zich diverse vluchtgangen en ligt de Kasteelgroeve. De Valkenburgse kasteelruïne is een belangrijke toeristische attractie en sinds 1967 een beschermd rijksmonument.
Berkelpoort
De Berkelpoort is een van de drie middeleeuwse stadspoorten van het Zuid-Limburgse vestingstadje Valkenburg. De sterk gerestaureerde poort van Limburgse mergel is sinds 1967 beschermd als rijksmonument.
Man met verrekijker aan de Berkelpoort
De wasvrouwen
Hier een bezoek aan de Fluweelengrot.
De Fluweelengrot is een gangenstelsel in de Nederlandse gemeente Valkenburg aan de Geul. Het is ontstaan door mergelwinning. Het historische gangenstelsel bevindt zich aan de Daalhemerweg en is opengesteld voor rondleidingen.Naar het noordoosten bevindt zich de kasteelruïne met daaronder de Kasteelgroeve, naar het zuidoosten ligt de Wilhelminagroeve onder de Heunsberg en naar het zuidwesten ligt de Kerkhofsgroeve. Eveneens ligt ten zuiden van de Fluweelengrot de Proeftunnel Daelhemerweg.
Hierbij wat deskundige uitleg van de gids.
De Fluweelengrot is een van de gangenstelsels onder het stadje Valkenburg. Vanaf ongeveer 1050 ontstond het als gevolg van mergelwinning, voornamelijk voor de bouw van het kasteel van Valkenburg. Het gangenstelsel vormt samen met de Valkenburgse kasteelruïne een museum. Door de mergelwinning is een uitgebreid labyrint van gangen en tunnels ontstaan. De lengte van de Fluweelengrot bedraagt ruim 5 kilometer. Het merendeel van het gangenstelsel is tussen de veertiende en zestiende eeuw door blokbrekers uitgehouwen vanuit de Dwingel en Neerhem, latere uitbreidingen verbonden het stelsel met de Daalhemerweg. De Gemeentegrot was ooit direct verbonden met de Fluweelengrot, deze doorgang is echter eind negentiende eeuw ingestort. De hoogte van de gangen varieert van circa 1,85 meter op de laagste punten tot ruim vijf meter in de grootste gangen. Opvallend is de schijnbaar willekeurige structuur van het gangenstelsel. Terwijl mergelgroeves doorgaans rastergewijs werden aangelegd vertonen de gangen van de Fluweelengrot een meer willekeurig patroon
In 1937 werd er een nieuw gedeelte van het gangenstelsel blootgelegd. Daarbij zijn diverse gangen naar het kasteel ontdekt. Er werden door belegeraars gangen uitgehouwen om het kasteel te ondermijnen. Vanuit het kasteel werden weer gangen gegraven om dat tegen te gaan. Een groot deel van dit gangenstelsel is al verwijderd bij het uitgraven van de Fluweelengrot, men wist toentertijd niet van het bestaan van deze passages af. Een deel is in de 20e eeuw gerestaureerd, men kan er gebruik van maken om door de Fluweelengrot naar de kasteelruïne te komen. Om de veiligheid van de bezoekers te waarborgen werd in 2018 een nooduitgang aangelegd vanuit de Fluweelengrot naar de Dwingel
Na dit bezoek aan de fluweelengrot konden de nietwandelaars nog wat rondkuieren in deze mooie stad.
De wandelaars vertrokken aan het hotel met de bus richting Orsbach. Korte samenvatting van onze dag: In Orsbach aangekomen via kleine wegen en paden langs de selzerbeek naar Mamelis, om dan de rijksweg te dwarsen en vervolgens richting Vijlen te gaan, verder op de ruitersweg ,g
Gulkoelerweg naar het dorp Partij waar we in de Remise verwacht werden om het middagmaal te nuttigen om daarna de Gulpenerberg te beklimmen via de berghemersteeg om dan boven te komen en te genieten van een mooi panorama over het stadje Gulpen, doorheen Gulpen zetten we onze tocht verder naar de Beversbergweg, Heelselsweg waar we de executieplaats van Wijlre passeerden met een prachtig uitzicht, vervolgens op het klinkenpad lopen we een eind op de route naar Santiago, door het bos lopen we in het gerendal, via de Kapelkensveldweg komen we verder aan het kasteel Schaloen oud Valkenburg om dan verder op het Schaloensvoetpad verder langs de rivier de Geul richting hotel te wandelen.
Na een rit van 25min waren we bijna aan onze bestemming, maar de bus moest ons iets vroeger afzetten wegens de beperkte wegen om met de bus erdoor te rijden.
Orsbach (Nederlands: Oorsbeek) is een dorp met ongeveer 600 inwoners in de Duitse stadsgemeente Aken, gelegen in het stadsdeel Laurensberg. Orsbach ligt ten noorden van het Nederlandse en Duitse dorp Lemiers, ten zuiden van het Nederlandse dorp Bocholtz en op ongeveer zeven kilometer van het centrum van de stad Aken. Het dorp ligt op het Duitse deel van het Plateau van Bocholtz, steil aflopend naar de Nederlandse grens. Het Duitse deel maakt formeel deel uit van het Vaalser Hügelland en dus de Noord-Eifel. Orsbach ligt op een hoogte van 200 meter. Naar het zuidwesten gaat het steil omlaag van 200 naar 140 meter, waar zich het dal van de Selzerbeek bevindt. Hier liggen hellingbossen, zoals het 21 ha grote Orsbacher Wald, waar zich een rijke plantengroei bevindt, waaronder eenbes, sleutelbloem, grote keverorchis, gele dovenetel, salie, agrimonie, salomonszegel en meerdere soorten orchideeën. In het noordwesten ligt, op Nederlands grondgebied, het Kolmonderbos.
Er gingen wat regenwolken boven ons.
Nog altijd op Duits grondgebied.
Ook weer mooie vergezichten.
Eventjes pauzeren
Net een regenbui getrotseerd
Af en toe wat modderige paden
Regelmatig wat gemiezer
Na onze lunch in Partij(dorp)
Partij (Limburgs: Partei) is een dorp in de Nederlands-Limburgse gemeente Gulpen-Wittem. Het dorp vormt tezamen met de nabije buurtschap Wittem het tweelingdorp Partij-Wittem. Partij ligt ten zuiden van de provinciale weg N278, lokaal Rijksweg genoemd. Door het dorp stroomt de Sinsel- of Selzerbeek.
Terug een bui
Aangekomen te Gulpen
Gulpen (Limburgs: Gullepe; Frans: Galoppe) is een Nederlandse plaats in het Zuid-Limburgse Heuvelland met 3.990 inwoners (2023). Het is de hoofdplaats van de gemeente Gulpen-Wittem. De gehele gemeente Gulpen-Wittem telt bijna 15.000 inwoners. Het dorp is gelegen bij de samenvloeiing van de Geul en de Gulp, op een hoogte van ongeveer 95 meter. De kern ligt aan de zuidzijde tegen de Gulperberg (157 m) aan. De 'berg' is een uitloper van het Plateau van Crapoel dat hier steil eindigt. Vanuit het zuidwesten mondt het Gulpdal uit in het Geuldal. Verder naar het zuiden liggen op de hellingen van het plateau enkele bossen: het Dunnenbos, het Wagelerbos en daarachter het Schweibergerbos. In het westen ligt op een helling het Osebosch. De noordzijde van het dorp is op de zuidhelling van de Beversberg gebouwd, waarnaast de Dolsberg (161 m) ligt. In de nabijheid van Gulpen liggen de buurtschappen Ingber, Euverem, Cartils en Berghem. Omringende dorpen zijn Wijlre, Wittem, Margraten en Reijmerstok.
Heel mooi dorpje
Hier het monument
Dit was een heel smal pad
Nogmaals een regenbui
Een beetje ploederen
Vanaf hier kregen we het deksel op de neus qua regen. Nog enkele kms te gaan vooraleer we aan onze bestemming waren.
Het Schaelsbergerbos is gelegen tussen Valkenburg, Walem en Schin op Geul. In het bos zijn verschillende monumenten gelegen. Het bos ligt op de noordhelling van het Geuldal. Het bos wordt thans door Natuurmonumenten onderhouden die het, net als vroeger, gebruikt als hakhoutbos, waarbij de bomen perceelsgewijs en periodiek gekapt worden.Nog een klein duwtje en waren aan het hotel. Terug een hele mooie wandeling.
Dit jaar besloot de wandelclub WSK Marke om een wandelweekend te houden in Valkenburg. Op 31 mei vertrok een volle bus richting Valkenburg, om daar hun weekend door te brengen in het hotel Schaepkens van St Fijt. Onderweg was er een pauze voorzien in Ranst, na de koffiestop reed de bus verder naar onze eerste halte in Hoensbroek. Daar gingen we eten en daarna moesten de wandelaars naar Valkenburg wandelen, zo'n 15km. De niet wandelaars bezochten er het kasteel van Hoensbroek en van daaruit met de bus richting hotel.
Hoensbroek (Limburgs: Gebrook) is een plaats in de Nederlandse gemeente Heerlen (provincie Limburg) met 18.785 inwoners. Tot en met 31 december 1981 was Hoensbroek een zelfstandige gemeente. Sinds de gemeentelijke herindelingen per 1 januari 1982, is het een stadsdeel en plaats binnen de gemeente Heerlen. Hoensbroek heette aanvankelijk Broek of Broich, hetgeen 'moeras' betekent. (De Limburgse aanduiding Gebrook betekent niets anders dan 'het moeras'.) In 1388 werd het afgescheiden van Heerlen en geschonken aan ridder Herman Hoen, wiens familie van dan af Hoen van den Broeck, later Van Hoensbroeck zou heten en een van de aanzienlijkste adellijke families in Limburg werd. Deze Herman Hoen bouwde vervolgens het kasteel, dat nu Kasteel Hoensbroek heet en was er de eerste bewoner van. Op deze plaats had vanaf de dertiende eeuw al een motte en een verdedigingswerk gestaan. Hoensbroek is de samenvoeging van 'Hoens zu Broeck'. Hoensbroek ligt met het zuidelijke deel in het Bekken van Heerlen en met het noordelijk deel op het zuidelijkste deel van het Plateau van Doenrade. In het bekken ontspringen verschillende beken die uitkomen in de Geleenbeek. Door Hoensbroek loopt de Caumerbeek. Hoensbroek ligt op een hoogte van ongeveer 100 meter boven NAP. De plaats is sterk verstedelijkt en is vastgebouwd aan Brunssum en Heerlerheide. Open landschap vindt men in het noordwesten en het zuidwesten. Natuurgebieden zijn te vinden in het dal van de Geleenbeek en de Caumerbeek, in de omgeving van het kasteel.
Foto's van de niet wandelaars zijn genomen door Dorine.
Groepsfoto
Kasteel Hoensbroek of Gebrookhoes (Kasteel Gebrook) is een van de grootste kastelen van Nederland. Het oudste gedeelte van het kasteel, met name de hoge ronde toren, dateert van rond 1360, toen Herman Hoen het verbouwde. In 1225 was er in dit moeras (of gebrook) al een voorloper, een zogeheten motte-burcht. In 1250 werd op de plaats van het huidige kasteel een versterkt huis gebouwd. Vanwege zijn voor Limburg zeer strategische ligging aan de belangrijke handelsroutes naar Maastricht, Aken en Keulen werd het kasteel in opeenvolgende fasen uitgebouwd tot de grootste burcht tussen Maas en Rijn. Het bevat 67 zalen, vertrekken en ruimtes. Samen met het Thermenmuseum maakt het kasteel deel uit van Historisch GOUD, het erfgoedbedrijf van de gemeente Heerlen. In de loop der eeuwen is het kasteel drie keer flink verbouwd en vergroot. De verschillende bouwstijlen uit de diverse eeuwen (14e, 17e en 18e) zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden.
Het complex is omgracht en heeft vier vleugels rond een rechthoekige binnenplaats. Het hoofdgebouw is over een brug bereikbaar. Het bezit twee gelijke, tamelijk gedrongen, vierkante torens met uivormige spitsen ter weerszijden van de ingang, en twee hogere en zwaardere, half-losstaande hoektorens van ongelijke vorm aan de achterzijde, met een hoge, ronde rechts en een lagere, vierkante links, beide voorzien van flinke, ranke spitsen. Het is vooral dat imposante achterfront, aan drie zijden in een breed water gelegen, dat het kasteel zijn volle allure verleent. De oppervlakte van kasteel Hoensbroek is ongeveer 50 bij 60 meter, dus 3000 m².
Hier poseerde onze secretaris met heel veel plezier.
Maquette van het kasteel.
De voorburchten (voorhof en nederhof) zijn beide U-vormig en omsluiten twee grote binnenpleinen. Het huidige cachet van Kasteel Hoensbroek ontstond door de carrévormige bebouwing rondom het kleinere, derde binnenplein. Zij dateert hoofdzakelijk van circa 1640 tot 1660, en is uitgevoerd in Maaslandse renaissancestijl, naar ontwerpen van Matthieu Dousin uit Wezet. Deze her- en nieuwbouw geschiedde in opdracht van Adriaan baron Hoen van Hoensbroek, erfmaarschalk van het hertogdom Gelre en meestal residerend op Schloss Haag bij Geldern. Het 17e-eeuwse slotgebouw beslaat driekwart van het gehele complex. De eetzaal en enkele andere vertrekken bevatten schouwen uit circa 1650. In deze vleugel bevindt zich ook de geheime kamer, achter een boekenkast. Van 1720 tot 1722 liet Frans Arnold Rijksgraaf van Hoensbroek een volgende ingrijpende verbouwing uitvoeren, waarbij de vernieuwde noordwestelijke vleugel tot stand kwam. De inrichting met onder meer de ridderzaal en in twee vertrekken schouwen en fraaie illusionistische plafondschilderingen uit de 18e eeuw, getuigt van Franse invloed. Zoon Lotharius Frans was de laatste heer van Hoensbroek (1759-1794) die het kasteel daadwerkelijk bewoonde, tot 1787, nog net voor de Franse Revolutie.
Onze voorzitter als piloot van de ballon
Na het bezoek aan het kasteel gingen de niet wandelaars met de bus richting Valkenburg naar het Hotel Schaepkens van St Fijt
Gezellig keuvelen en genieten van hun drankje.
En wachten tot de wandelaars aankomen.
Zicht op het hotel
Foto's van de wandelingen zijn genomen door ikzelf.Zie hieronder
Na een broodmaaltijd in de Eetkamer zijn de wandelaars vertrokken aan het kasteel van Hoensbroek richting Valkenburg. Via het laervoetpad >onder de A76 >verder via verschillende paden oa vleugelsweg, kuilweg, lieverkenszandweg, aalbekerveldweg, achterste lange gats, voorste lange gats, geeneenwilgenweg, speckersdelweg om dan aan te komen in Schimmert waar we een rustpauze inlasten in Brasserie Bie-Ein.
Na verlaten van het dorp Schimmert terug op veldwegen zoals billich waar we in het bos wandelden met naast ons de strabeek waar we deels op het Pieterspad wandelden om dan de A79 te dwarsen en verder langs de spoorweg richting Valkenburg aan het hotel te komen.
Hier verlieten we de parking en begonnen we aan de wandeling met een dertigtal mensen.
We hoopten dat we niet al teveel regen zouden krijgen.
Hier met Philippe(geel hesje) aan het roer, hij heeft deze wandelingen voor het WE voorbereid samen met Frank.
Mooie vergezichten
Heel veel afwisseling
Eventjes een rustpauze
De blauwe brigade heft het glas.
Af en toe een drassig stukje
Het Ravensbosch (soms ook als ‘Ravensbos’ geschreven) is een gevarieerd, heuvelachtig bos met hoogteverschillen tot zo’n 50 meter. In het laaggelegen deel stroomt de Strabeek, een zijbeekje van de Geul, die aan de noordkant van het Ravensbosch ontspringt. De beek stroomt door twee waterpartijen en een moerasgebiedjes. In het bos komen bijzonder bijzondere flora en fauna voor, zoals het vuurvliegje of glimworm en de ruizenpaardenstaart.
Direct ten noorden van het bos liggen de restanten van de Romeinse villa Groot-Haasdal-Billich, ook wel Op den Billich genoemd. In de omgeving zijn meer Romeinse villa’s en andere Romeinse bouwwerken opgegraven.
Ten noordoosten van het Ravensbosch staat het voormalige klooster Ravensbosch tijdens een opgraving vijf stenen sarcofagen gevonden die vermoedelijk behoorden bij een Romeinse tempel. Dit klooster heeft nu een andere bestemming, onder andere een transportbedrijf, een paardenfokker en -trainer en een Bed en Breakfast, waar je samen met je paard terecht kunt. Op het terrein staat een monumentale mammoetboom, een Sequoiadendron giganteum uit 1885 van ongeveer 29 meter hoog.
Op de uitkijk
Nog even pauzeren vooraleer we aankomen in Valkenburg
Nog een laatste pauze vooraleer we terug aan ons verblijf waren. Een mooie wandeling met heel veel variatie.Dank aan één van onze parcoursmeesters die deze heeft voorbereid.
Grijze dag toen ik vertrok richting Wakken. Onderweg nog een redelijke bui gekregen, maar ik zat nog in de auto. Eenmaal aangekomen was het gedaan met regenen.
Wakken is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Dentergem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Wakken ligt in het oosten van de provincie, nabij de samenvloeiing van de Leie en de Mandel. Wakken ligt in Zandlemig Vlaanderen en in het dal van de Leie. De hoogte varieert tussen 12 en 15 meter. Ten zuidwesten van Wakken stroomt de Mandel in de richting van de Leie. Een belangrijk natuurgebied is het Provinciaal Domein Baliekouter, dat ten noordwesten van Wakken in het dal van de Mandel ligt.
De start was vanuit Hondiuscentrum en de wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. Ik besloot voor de langste afstand van 25km. dronk eerst nog een kop koffie, ondertussen Urbain kwam aan en zijn daarna begonnen aan de wandeling. Volgens het pracours zouden we heel wat natuur krijgen. We kregen het Provinciedomein Baliekouter met zijn prachtige bospaden om en rond de Mandelvallei, een natuur belevenis waar zowel korte als lange afstanden kunnen van genieten. Verder zal men kunnen kennis maken met veel onverharde wandelpaden in de dichte omgeving en trekken de lange afstanden richting Oeselgem om er te genieten van de natuurpaden in de omgeving van de Oude Leiearm.
De Baliekouter is een West-Vlaams provinciedomein in Wakken, deelgemeente van Dentergem. Het domein is gelegen aan de Mandel. De naam baliekouter is afkomstig van een balie (of tol) op de weg tussen Tielt en Waregem. In 1993 werd het voormalige kasteeldomein overgenomen door de provincie, en later in 2004 opengesteld en in 2005 uitgebreid. Het gebied is nu 51 hectare groot waarvan 8 hectare bebost.
Kerk van Oeselgem
Een rustige en aangename wandeling.We hebben geen regen meer gekregen onderweg.
Ditmaal reed ik naar Hekelgem, het pajottenland, om daar de Sinksentocht te wandelen in het kader Vlaams Branat wandelt.
Hekelgem is een deelgemeente van de fusiegemeente Affligem, waartoe ook de dorpen Essene en Teralfene behoren. Hekelgem is gelegen in de provincie Vlaams-Brabant. Het dorp heeft een oppervlakte van 809 ha en maakt deel uit van het arrondissement Halle-Vilvoorde en het kanton Asse. Hekelgem was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1977.
Hekelgem lag tijdens de Karolingische Periode in de Brabantgouw. Vanaf omstreeks 1085/1086 maakt het deel uit van het landgraafschap Brabant onder de graven van Leuven, voorvaderen van de hertogen van Brabant. Binnen dit graafschap ressorteerde het onder de heerlijkheid Asse (vanaf de 17e eeuw een markiezaat). In de bestuurlijke geografie van het hertogdom Brabant behoorde Essene tot het kwartier Brussel. Kerkelijk stond de parochie Hekelgem als dochterkerk van Essene vanaf 1086 onder het patronaat van de abdij van Affligem, die tot het einde van het ancien régime over uitgestrekte pachtvelden binnen het dorp beschikte. Bij het begin van de Franse periode vormden de gehuchten Affligem, Boekhout en Hekelgem drie verschillende gemeenten. Op 18 december 1795 werden de eerste twee bij de derde gevoegd.Tot in de negentiende eeuw werd het gemeentelijke politieke debat bepaald door twee rivaliserende kampen, de Verkens en de Smeerders. Aan de basis van de tweestrijd lag een conflict tussen culturele verenigingen en een erfeniskwestie. Beide partijen waren oorspronkelijk katholiek. De Smeerders hadden de steun van de abdij van Affligem, terwijl de pastoor van de Sint-Michielsparochie de Varkens aanhing. De tweedeling bleef belangrijk tot aan de fusie der gemeenten in 1977.
De start was vanuit de Cursaal zaal de Bellekouter. De wandelaars konden uit een hele reeks afstanden kiezen; van 6km tot 44km. Ik koos voor de 23km te wandelen, maar door een foutje van de parcoursbouwer(splitsingbord) kwam ik uiteindelijk op bijna 30km. het was een hele mooie tocht met heel veel variatie en groen. Het eerste gedeelte tot aan de rustpost bedroeg bijna 10km en we kregen enorm veel wandelpaden, zowel droge als modderige paden. Aangekomen in Sint-Kathrina Lombeek moesten we daar een lus maken van 8.6km en terug. Deze was ook heel mooi en heel afwisselend. Daarna nog 4.5km tot het einde en daar ging het mis. Bij de eerste splitsing had de parcoursbouwer vergeten onze afstand op het bord te plaatsen en zo waren we opweg naar een volgende rustpost die we niet moesten hebben met alle gevolgen vandien. Geen bezwaar, we kregen wat km's extra bij. Op het einde nog wat bijgepraat en dan terug huiswaarts.
De startzaal Bellekouter
Heel veel afwissling tijdens de wandeling.
Het Hertigembos is een bos- en natuurgebied in de Belgische gemeente Ternat, meer bepaald in de deelgemeente Sint-Katherina-Lombeek. Het bos vormt samen met het grotere Liedekerkebos het bijna 200 ha omvattende bos- en natuurcomplex Liedekerke- en Hertigembos. De naam Hertigembos betekent Hertogenbos en is ontstaan door contaminatie met Affligembos. Zo is Hertigembos ontstaan uit de samentrekking van ‘s Hertogen- en Affligembos, naar de vroegere eigenaars, Hertog Jan en de abdij van Affligem. Bij de aanplanting van het Hertigembos werd gekozen voor inheemse boomsoorten zoals zomereik, es, els, linde en een struikgordel om het beschermd waardevol grasland af te schermen.
Aangekomen te Sint Katharina Lombeek.
Sint-Katherina-Lombeek (plaatselijke uitspraak: Loemek) is een dorp, gelegen in het Pajottenland, in de Belgische provincie Vlaams-Brabant en een deelgemeente van Ternat. Sint-Katherina-Lombeek was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Het dorp is door woonwijken vastgegroeid aan het naburige Ternat. Hier moesten wij een hele mooie lus maken van 8.6km
Terug in Sint Katharina Lombeek
Zicht op de E40
Het was een hele mooie wandeling door het pajottenland,veel afwisseling gekregen en heel goed wandelweer.Er waren 1932 deelnemers aanwezig,waaronder 4clubgenoten.
Het was al een tijdje geleden dat ik nog eens naar Wallonië ging om er te wandelen. Net nu was er een wandeltocht in Péruwelz.Het weer was terug heel goed, dus reed ik naar Henegouwen om daar deze wandeling te maken.
Péruwelz is een Franstalige stad in België, gelegen in het Waalse gewest in de provincie
Henegouwen. Péruwelz ligt in West-Henegouwen op een boogscheut van de Franse grens, in de buurt van de Franse steden Condé-sur-l'Escaut, Vieux-Condé, Hergnies en het bos van Bon-Secours waar we het kasteel van Hermitage vinden
De start van deze wandeling was in Salle des Sportifs, een mooi domein. De wandelaar kon uit een 4tal afstanden kiezen, koos terug voor de 21km, die uiteindelijk ietsje meer was. Een heel rustige wandeling, bijna niemand tegengekomen op mijn tocht van 21km. de ee
Na de start eerst een stukje door het domein.
Vandaag geen gelach of getater, enkel luisteren naar de vogeltjes en genieten van de stilte.
Een heel eind wandelen langs het kanaal.
Hier zicht op het plezierhaventje
Een reejong
Na het kanaal, dit wandel en fietspad een tijdje volgen door het bos.
Ook enkele smalle weggetjes
Af en toe uitkijken voor de bepijling.
Heel rustig
Echt genieten.
Over de E42
Een aalschover
Nog een plezierhaventje
Kerk van Péruwelz.
Laatste stuk naar de startzaal, goed voor 7km.
Terug door het domein
Een hele mooie en rustige wandeling, weinig mensen tegengekomen. Heel veel afwisseling qua zichten. 65% onverhard.
Eventjes wandelen in Oost-Vlaanderen, ditmaal reed ik naar Bachte Maria Leerne, waar de wandelclub uit Deinze er een mooi tocht gaven.
Bachte-Maria-Leerne ontstond in 1823 door samenvoegen van de dorpen en parochies Sint-Maria-Leerne en Bachte. De deelgemeente ligt langs de rivier de Leie, de Oude Leie en het Schipdonkkanaal. Bachte-Maria-Leerne had een eigen gemeentebestuur en burgemeester tot de gemeentelijke fusie van 1977.
De start was vanuit het schooltje, en men kon uit een 6tal afstanden kiezen. Dronk eerst een koffie en wachte op een paar wandelvrienden die ook kwamen voor deze tocht. We besloten om de 21km te wandelen. Er was al wat zon toen we vertrokken. Lentetocht door het groene Bachte-Maria-Leerne en langs het mooie Kasteel van Ooidonk. Iedere afstand kwam langs het kasteel.
Op stap met de 3 musketiers, plezier verzekerd.
Eventjes poseren, mooi op een lijn.
Henri gaf wat uitleg, maar ja...
Zicht op een dode arm van de Leie
Op weg naar de rustpost.
hier wandelden we door het goed van Parijs.
Het Goed te Parijs en het bos rond de Astenedreef bij het Gampelaeregoed … ooit waren het twee aparte gebieden. Natuur en Bos en de stad Deinze brachten de twee boskernen samen onder de noemer stadsbos Deinze. Het gebied ten noorden van de Krekelstraat wordt een stevig bos van een twintigtal hectare. De zuidkant van de Krekelstraat wordt een gevarieerd landschap met bos, wastine en weiland met poelen en gemengde houtkanten
‘Goed te Parijs’ als naam voor een stadsbos? Dit klinkt kosmopolitisch! Maar er zit natuurlijk meer achter. Een vleugje geschiedenis… De naam verwijst naar de hoeve die je op het domein terugvindt. Vermoedelijk was de eigenaar een zekere Van Parijs. Vandaar.
Een glimp op het Kasteel van Ooidonk.
Door deze poort komt men aan het kasteel. Het was een aangename en rustige tocht, met veel gelach en getater.
Nu reed ik naar Kortemark, waar de wandelclub de Kreketrekkers er hun Hapkintocht hielden.
Kortemark is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 12.000 inwoners. Kortemark is gelegen in de vallei van de Krekebeek, een vertakking van de IJzer. In de deelgemeente Handzame verandert de naam in Handzamevaart.
Kortemark bestaat naast de hoofdgemeente Kortemark nog uit de deelgemeentes Werken, Zarren en Handzame. Tot Handzame behoort ook de kleine parochie Edewalle. In het oosten van Kortemark-centrum ligt het gehucht Kortemark-Elle. Voorts liggen nog verschillende kleine gehuchten verspreid over de gemeente, waaronder Markhove, Pereboom en Bescheewege.
In de omgeving van Kortemark werden archeologische onderzoekingen verricht naar enkele grafheuvels uit de bronstijd. Ook werd materiaal uit de La Tène-periode aangetroffen. Enkele artefacten uit het mesolithicum werden eveneens gevonden. De eerste vermelding van het huidige dorp is uit 1063 als "Merck" (afgebakend gebied binnen onbebouwde gronden). Een latere vermelding, uit 1281, had betrekking op de overdracht aan graaf Gwijde van Dampierre onder de naam "Courtemarck". Aldus ontstond Kortemark op de rand van het overstromingsgebied van de huidige Handzamevaart.
De gronden in de omgeving waren in handen van de Graaf van Vlaanderen en werden in de 11e eeuw uitgegeven als heerlijkheid aan de familie Van Oudenaarde. In 1281 werd Kortemark verkocht aan Gwijde van Dampierre en werd onderdeel van het Land van Wijnendale. De kerkelijke rechten (patronaatsrecht en tiendrecht) waren in bezit van de Sint-Salvatorabdij te Ename. In de deelgemeente Werken werden bij archeologische opgravingen enkele skeletten uit de Middeleeuwen gevonden. Eén van de skeletten was van een man van 190 cm, wat een zeer uitzonderlijke lengte is voor die tijd. De godsdiensttroebelen einde 16e eeuw leidden tot de verwoesting van de kerk en de ontvolking van de streek. Ook in de 17e eeuw vonden veel krijgsverrichtingen plaats, vooral met Franse troepen. Kortemark lag een tijd lang tegen Frans gebied aan (1678-1697). Na 1713 kwam een einde aan de voortdurende oorlogen en kwam ook Kortemark onder Oostenrijks bewind. In 1818 bevonden zich te Kortemark zes brouwerijen, twee lijnwaadfabriekjes gebaseerd op thuisweverij, twee steenbakkerijen, een leerlooierij, een tiental windmolens en een drietal rosmolens. In 1835 kwam de eerste stoommachine, die bij de Ellemolen werd geplaatst. Nadat in 1858 het station Kortemark werd geopend nam de bouwactiviteit sterk toe en ontstonden er nieuwe steenbakkerijen. Ook andere industrie vestigde zich, zoals een stoomzagerij (1906) en de groenteconservenfabriek "Aurora" (1907), opgericht door Aimé Talpe. Deze fabriek was een belangrijke werkgever in de streek.Tijdens de Eerste Wereldoorlog legden de Duitsers in de buurt van Kortemark enkele verdedigingslinies aan. Op 14 oktober 1918 werd Kortemark bevrijd door het 10e Linieregiment.De wederopbouwperiode leidde onder meer tot de bouw van een nieuwe kerk. Ook werd een vlasfabriek gesticht, Deprez genaamd. De houtzagerij en de steenfabrieken werden weer gestart, en met name steenfabriek Desimpel werd gemoderniseerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd onder meer het station door de Engelsen gebombardeerd. Op 7 september 1944 werd Kortemark bevrijd door Canadezen, Polen en Engelsen.
Deze wandeling ging van start in het OC de Kouter, en ik wandelde terug met Luc en Benny. Vandaag kozen we voor de 21km. Terug heel mooi wandelweer met een aangename wandeling die richting Torhout ging en rond Kortemark zelf met een doortocht door de steenbakkerij Wienerberg en het spaarbekken.
Op weg naar onze eerste rustpost bij de fruitboer.
Naar de steenbakkerij
De huidige ontginningsput, die we in beeld zien, is eigenlijk al de derde site waar de steenbakkerij, die nog altijd goed bekend is onder haar vroegere naam Desimpel, haar klei wint. De twee vorige putten, die meer noordelijk liggen, zijn ondertussen in gebruik als Definitieve Opslagplaats (DOP) voor uitgegraven bodem en als stortplaats (Silvamo). Ook de ontginning van deze put van ruim 15 ha groot loopt stilaan op zijn einde. Daarom werden een paar jaar geleden al plannen gemaakt voor een forse uitbreiding van de ontginningszone, tot 55 hectare. Die gaat vooral in westelijke richting, tot achter de residentiële bebouwing en de site van groenteverwerkend bedrijf Verduyn aan de Galgestraat. Dit uitbreidingsgebied bevat een capaciteit van zo’n 500.000 kubieke meter ontginbare klei, waarmee de steenbakkerij naar schatting een goeie 30 jaar verder kan. Het is de bedoeling om hier klei te winnen voor zowel de nabijgelegen steenbakkerij in Kortemark, waar gevelstenen gemaakt worden, als de Wienerberger-steenbakkerij in Zonnebeke, die binnenmuurstenen produceert.
Vandaag ging ik wandelen in een regio die nog niet helemaal bekend is voor de wandelaar. Deze regio is nog niet overspoeld door wandelingen van via het verbond. Ik reed naar Alveringem om daar deel te nemen aan de Butterblommetocht, uitgevoerd door de plaatselijke wandelclub de Ijzerstappers, nog een heel jonge wandelclub.
Alveringem (Nederlandse uitspraak: [ˈɑlvərɪŋ(ɣ)ɛm] (i); Oalveringem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente bestaat uit de deelgemeenten Alveringem, Beveren-aan-de-IJzer, Gijverinkhove, Hoogstade, Izenberge, Leisele, Oeren, Sint-Rijkers en Stavele. Op 1 januari 2006 telde Alveringem 4.887 inwoners. De oppervlakte bedraagt 80,01 km², de bevolkingsdichtheid is 61 inwoners per km². De burgemeester van Alveringem is Gerard Liefooghe (Gemeentebelangen) sinds 2006. Cyriel Verschaeve was als pastoor verbonden aan de parochie van Alveringem en werd in 1973 herbegraven in de buurt van de kerk van Alveringem.
De gemeente Alveringem heeft een relatief lage bevolkingsdichtheid en het aantal inwoners is de laatste decennia nog steeds afgenomen. Het uitgestrekte gebied omvat negen deelgemeenten. De grootste stad is Alveringem zelf, de hoofdplaats, gelegen in het noordoosten van de gemeente. Bij de fusie van gemeenten in 1971 werden de dorpen Hoogstade, Oeren en Sint-Rijkers bij Alveringem gevoegd. In 1977 kwamen daar ook Leisele en Stavele, toen nog zelfstandige gemeenten, bij. Vanaf 1971 omvatte Leisele ook de dorpen Gijverinkhove en Izenberge; Beveren-aan-de-IJzer maakte deel uit van Stavele. Sinds 1977 bestond de nieuwe uitgebreide gemeente dus uit de negen deelgemeenten op het platteland.
De start was vanuit de feestzaal Petrus en de wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. vandaag ging ik wandelen met Luc en zoon Benny. Wij kozen voor de langste afstand van 23km(die in werkelijkheid 24km was).
Tocht door de ongerepte natuur langs de boorden van het Lokanaal, het onooglijke dorp Oeren en de Wijdouwbeek, de stilte van het Pannendorp en het pittoreske stiltedorp Lampernisse met zijn specifieke komgronden. We hadden 3 rustposten op onze afstand.
Zicht op de kerk van Oeren
Mooi zicht op Oeren.
hier een eindje langs de Lovaart
Zicht op de kerk van Eggewaartskapelle.
Aangekomen op onze eerste rustpost de Molenwal te Alveringem na 6.2km.
Na iets te hebben gedronken gingen we richting Lampernisse.
Heel veel afwisseling op onze tocht.
Zicht op Lampernisse.
Aangekomen te Lampernisse na een kleine 3km
Hier onze 2° rustpost. Nu moesten we een lus van bijna 10km maken tot de volgende rustpost.
Kerk van Lampernisse.
Lampernisse is een deelgemeente van Diksmuide. Het is een landbouw- (voornamelijk op veeteelt gericht) en woondorp van 197 inwoners en een oppervlakte van circa 1362 hectare (gegevens stad Diksmuide 2003). In 1971 (eerste fusie) worden Lampernisse, Stuivekenskerke en Oostkerke bij Pervijze gevoegd. In 1977 nieuwe fusie van deze gemeentes met Diksmuide. Eerste vermelding van Lampernisse in 857 als "Lampannesse". In 1123 is de schrijfwijze "Lampernessa", in 1130 "Lampernissa", in 1142 "Lampernisse" en "Lampernes", in 1255 "Lampernesse", in 1632 "Lampernisse".
Het grondgebied van Lampernisse heeft een grillige structuur van een omgekeerde L. Tot Lampernisse behoort ook de 10 hectare grote "enclave van Lampernisse" (ook "Goudenhoek" en "Vlahoek" zie benaming op de stafkaart) geprangd tussen het grondgebied van Oostkerke, Oudekapelle en Kaaskerke. Dit heeft mogelijk te maken met het gegeven dat de parochie Oostkerke historisch een 'afsplitsing' van Lampernisse is. Lampernisse is gelegen in het poldergebied. De weiden ten westen van de Oude Zeedijk (eerste vermelding in 1439 als "den ouden zeediic") behoren tot de Oudlandpolders, die ten oosten ervan tot de Middellandpolders. In de Middellandpolders vindt men mariene sedimenten van de duinkerketransgressie van de 3de tot de 8ste eeuw (zand en klei) en mariene sedimenten van de duinkerketransgressie van de 11de eeuw (hoofdzakelijk klei) en ook veen. In de Oudlandpolders mariene sedimenten van de duinkerketransgressie van de 3de tot de 8ste eeuw. De Oudlandpolders op grondgebied Diksmuide (Lampernisse en Oudekapelle), Alveringem (Alveringem) en Veurne (Zoutenaaie) zijn beschermd als landschap bij M.B. van 30.01.2002.
Het komgrondengebied van Lampernisse wordt doorsneden door een groot aantal waterlopen. De Molenvaart (naamgeving naar de Sint-Jansmolen) en de Oostkerkevaart doorsnijden Lampernisse van west naar oost. De Leerzevaart vormt deels de grens tussen Lampernisse en Alveringem. Het Eieleed (ook te Kaaskerke) - voor het eerst vermeld in 1710 als "Eyeleed" - vormt de grens tussen Lampernisse en Oudekapelle. Het Lampernissegeleed vormt de grens tussen Lampernisse en Pervijze. De Zaadgracht - eerste vermelding als "up de zaet gracht" in 1460 - loopt langs de Oude Zeedijk en vormt dus de grens tussen Oudlandpolders en Nieuwlandpolders. Voorts het Reigersvliet - voor het eerst vermeld als "Reingheersvliete" in 1366 -, de Grote Beverdijkvaart - voor het eerst vermeld als "Beverdijck vaert" in 1699 -, het Sint-Jacobsleed - voor het eerst vermeld als "St. Jacobsleed" in 1621-1638, de Vlavaart of Bertegatvaart (ook te Oudekapelle) - eerste vermelding in 1621-1638 als "Vlavaert" of "Bertegat" -, de Bovenvliet, de Oude A Vaart, de Grote IJzerbeek en de Kleine IJzerbeek.
Zicht op de kerk van Lampernisse
Dit was een heel mooi pad die we tijdje moesten volgen.
Luc was bezig met wat uitleg te geven
Hier volgden we het Pannendorppad.
Dit is het schooltje uit de reeks Chantal. Dit was een hele mooie wandeling met veel variatie. ook het weer was heel goed.
Vandaag op de dag van de arbeid, reed ik naar Heestert om daar deel te nemen aan de West-Vlaamse wandelhappening.
Heestert is een dorp in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Zwevegem. Heestert was een zelfstandige gemeente tot de gemeentelijke herindeling van 1977. Het landschap is heuvelachtig; het hoogste punt van Heestert bevindt zich met 65 meter op de Keiberg vlak aan het kanaal Bossuit-Kortrijk. Er is nog landbouw aanwezig in de vorm van akkerbouw maar Heestert ontwikkelt zich meer en meer tot woondorp.
Heestert werd in 1048 voor het eerst vermeld als (villa dicta) Hertrudis. Het dorp dankt zijn naam aan een adellijke dame Ertrudis die zich hier in de 11e eeuw kwam vestigen en er een kasteel liet bouwen. Het grondgebied van Heestert behoorde aanvankelijk onder de kasselrij Kortrijk; bij de afscheuring van de kasselrij Oudenaarde in de 14e eeuw bleef Heestert voor een derde onder Kortrijk en voor twee derde onder Oudenaarde. De dorpsheerlijkheid werd bestuurd vanuit Oudenaarde en de heerschappij over Heestert ging in de loop der eeuwen over in handen van verscheidene families. Bij de vorming van de gemeenten in 1795 werd Heestert een zelfstandige gemeente. In 1977 werd de gemeente opgeheven en bij Zwevegem gevoegd.Naast de landbouw was de vlasverwerking een belangrijke bron van inkomen. Vanaf 1934 kwam er ook vlasverwerking op industriële basis, maar deze bedrijven was geen lang leven beschoren. In 1936 kwam er vanuit Moen een sigarenfabriek, Vandermarliere. Heestert ligt in Zandlemig Vlaanderen. Het laagste deel ligt ter hoogte van de kom, ongeveer 25 meter. De hoogste delen zijn de Keiberg op 65 meter en de heuvel in het Banhoutbos op 57 meter.
De start van deze wandeling is zoals gewoonlijk vanuit zaal Malpertus. De wandelaars konden uit een 8tal afstanden kiezen. Ik besloot om de 20km te volgen. Deze afstand had 2 rustposten, eentje in Zwevegem Knokke en één in Moen. Het beloofde een mooie dag te worden. Voor het eerst waren er geen inschrijvingskaarten meer voor de leden, die zijn automatisch ingescand, de niet leden kregen wel nog een kaart (verzekering). Het was een heel afwisselend parcours met vele paadjes en de nodige groenzones.
Een hele aangename wandeling, veel natuur gekregen.
Gisteren gewandeld in Poelkapelle, vandaag naar Tielt, waar de wandelclub de Wattewystappers er hun Plattelandstocht houden.
Tielt is een stad en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Ze ligt in de driehoek Gent, Brugge en Kortrijk. De stad telt ruim 20.000 inwoners en is de hoofdplaats van het arrondissement Tielt. Tielt is ontstaan in de periode 5de-10de eeuw. De oudste vermelding in de vorm van Tiletum[1] en dateert uit 1105. Het betreft een vermeldingen van de belasting die de heer van een Tieltse villa betaalde. Daarom werden in 2005 in de stad verschillende evenementen gehouden om '900 jaar Tielt op schrift' te vieren. In 1245 werden aan Tielt de stadsrechten verleend, en in 1275 werd de lakenhalle gebouwd. Daarna volgden het houden van een jaarmarkt (recht geschonken door Filips de Stoute), een schepenhuis, de Minderbroeders (lange tijd was in Tielt zelfs het noviciaat) en een Latijnse school in 1686, namelijk het Sint-Jozefscollege (vandaag De Bron). Tussendoor werd meermaals een gedeelte van Tielt verwoest door een stadsbrand of de Gentenaren die oorlog kwamen voeren. In 1602 werd Tanneke Sconyncx beschuldigd van hekserij en in Tielt gemarteld tot ze bezweek. Tielt is een typische provinciestad, zodat de nodige centrumfuncties aanwezig zijn. Zowel in de verzorgende als industriële sector is Tielt een belangrijke regionale pool met de aanwezigheid van het Sint-Andriesziekenhuis, het daaraan verbonden Woon- en Zorgcentrum Samen en het Woon- en Zorgcentrum Deken Darras, en de drie industrieterreinen. Ook de functie van scholenstad is sterk aanwezig met vijf secundaire scholen (alle niveaus in het katholiek en gemeenschapsonderwijs zijn aanwezig). Naast het verplichte dagonderwijs is in Tielt ook een Stedelijke Academie voor Muziek en Woord en een Stedelijke Kunstacademie aanwezig (2300 leerlingen), met afdelingen in een aantal buurgemeenten. Naast de oorspronkelijke gemeente Tielt telt de gemeente drie deelgemeenten: voormalige gemeenten die in de tweede helft van de twintigste eeuw erbij zijn gevoegd:Schuiferskapelle: de kleinste deelgemeente, ten noorden van de eigenlijke stad. Kanegem: de deelgemeente in het noordoosten, iets groter dan Schuiferskapelle. Ze staat bekend door de fleurige bloemen waar het dorp mee versierd is Aarsele: de grootste deelgemeente van Tielt, in het zuidoosten.
Prachtige landelijke tocht met goed begaanbare veldwegels, afgeboord met het nodige groen. Autoluwe baantjes richting Schuiferskapelle.
Het was een nieuwe startplaats, gelegen bij de Euorpahallen. De wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen van 3km tot 21km. Ik ging voor de grootste afstand. Samen gewandeld met vriend Henri. Toen we gingen starten begon het ferm te regenen. De tocht ging richting Schuiferskapelle waar er een centrale rustpost was. Het eerste deel was 8km met veel afwisseling van parcours. Toen we bijna aan de rustpost waren was het gestopt met regenen en kwam de zon er stelselmatig door. De grootste afstand maakte hier een mooie lus van ongeveer 7km. Daarna terug richting Tielt. Hebben geen regen meer gekregen, zon en wolken waren van de partij.
Mooie en rustige tocht, jammer van de regen in het begin. Er waren iets meer dan 1200deelnemers aan deze tocht.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.