Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Na een dikke maand van rusten ben ik vandaag mee met de bus naar Ekeren, waar de wandelclub De Bosgeuzen van de Voorkempen er hun Herfsttocht hielden.
Ekeren is een plaats in België en een district van Antwerpen. Ekeren was een zelfstandige gemeente tot 1 januari 1983.Na de fusie op 1 januari 1983 werd een gedeelte van Ekeren (het bevolkingsrijkste met het dorpscentrum) aangehecht bij Antwerpen, de wijken Hoogboom, Zilverenhoek en gedeelte Leugenberg bij Kapellen. Onderstaande bevolkingscijfers betreffen het district Ekeren, het gedeelte van de voormalige gemeente dat bij Antwerpen werd gevoegd. De volgende grenswijziging was op 1 januari 2019. Ekeren ligt deels in het Scheldepoldergebied. Naar het oosten toe gaat het landschap over in de Noorderkempen, waar het bosachtige gebied veel villabouw kent, met name in de wijken Sint-Mariaburg en Donk. Er zijn nog een aantal weilanden en akkers, o.a. de Puihoek tussen Ekeren centrum en Sint-Mariaburg en de Hoekakker in Ekeren-Donk. In het westen vindt men het Antwerpse havengebied met natuurgebied Ekerse Putten, later Muisbroek genaamd.
De inwoners van Ekeren staan ook bekend onder hun bijnaam "Bierpruvers", vanwege de vele bierbrouwerijen die zich eertijds op het grondgebied van de oude heerlijkheid Ekeren bevonden. De Ekerse carnavalvereniging De Bierpruvers dankt haar naam aan de bijnaam van de Ekerenaars. De bijnaam is vereeuwigd in het standbeeldje "De Bierpruver" dat oorspronkelijk een plaats kreeg op de hoek van Geestenspoor en Driehoekstraat. Op 30 juni 2015 is het beeld verplaatst naar het vernieuwde Kristus-Koningplein. Het beeldje werd op 9 september 1990 op zijn sokkel gezet en stelt een mannelijke "bierpruver" voor die een aker in de hoogte houdt, een koperen ketel waarin vroeger bier werd gebrouwen. Deze koperen ketels zijn ook verwerkt in het wapenschild van Ekeren. Door huisbrouwerij de 3 vaten wordt het bier Bierpruver gebrouwen.
De start was vanuit Zaal jeugd en cultuur en men kon uit een 6tal afstanden kiezen. Ik koos om te beginnen met de 12km.
Al vanaf de start gaan alle omlopen genieten van dit slechts enkele jaren geleden aangelegd park. Dit dus nog recent groendomein kuier je tussen het groen met watertjes, tripstenen, uitzichtpunten en bosjes.na deze te hebben verlaten ging met door naar de Oude landen. De Oude Landen bestaat uit de mooi kronkelende Oudelandse Beek, grillig gevormde rietkragen, bloemrijke graslanden en wilgenbosjes. Het gaat hier over grasveldjes, doorheen stegeltjes en over bruggetjes. Verwacht je alvast aan wat wellicht één van de mooiste natuurgebieden van Vlaanderen mag genoemd worden. De gekende Schotse Galloway-runderen helpen hier al gras-verorberend een handje bij het beheer.
Het parcours lag er hier en daar wat vettig bij en het was oppassen voor valpartijen. Daarna ging het richting Kasteelpark Veltwijck. Kasteelpark Veltwijck .Het Veltwijckpark heeft een prachtige rozentuin en een slotvijver met een groot vissenbestand. In het voorpark staan nog steeds enkele beuken uit een dreef die werd aangeplant in 1759. De oudste vermelding van het omwaterde ‘Hof van Veltwijck’ dateert van 1565. Zo genaamd naar de eerste eigenaar, Aert Van Veltwijck, een Antwerpse poorter die hier een zogenaamd hof van plaisantie (lusthof) liet oprichten. Het Veltwijckpark sluit naadloos aan bij de Oude Landen zodat je van het ene moois in het andere terecht komt. Wat verder kwamen we aan onze rustpost, dit was het cafetaria van het zwembad. Na iets te hebben gedronken en gegeten gingen we verder richting de Bospolder. De Bospolder in Ekeren was vroeger poldergebied. Bij de havenuitbreiding zo’n dertig jaar geleden werd het gebied opgespoten. Daarna veroverde de natuur langzaam opnieuw het vernielde gebied. Graslanden, ruigten, bos en moeras wisselen er af met ondiepe plassen. In 2002 werd het allereerste Vlaamse natuur-inrichtingsproject afgewerkt. Door moeras te herstellen en “wielen” of plassen die ontstaan zijn door dijkdoorbraken te ruimen, werd het gebied terug natter en waardevoller. En….bovenal, een magnifiek wandel-natuurgebied waarin zich trouwens ook de Galloways opperbest thuisvoelen. Ongetwijfeld een niet te versmaden exploratie.
Nooit gedacht dat we zoveel natuur gingen krijgen op deze wandeling. Het laatste gedeelte wandelde men door de Ekerse putten en Ekerse Meersen. De routes die deze contreien aandoen kunnen een blik werpen op de twee Ekerse Putten die in de jaren twintig werden uitgegraven in het kader van de aanleg van het rangeerstation Antwerpen-Noord (1925-1930). De grote vijver - die een maximumdiepte heeft van ongeveer 21 m - is één van de meest populaire duikplaatsen in Vlaanderen. Dit komt doordat in de loodrechte kleiwanden (van 5 tot 10 m diepte) duidelijk herkenbaar fossiele schelplagen voorkomen. En, uiteraard, natuur alomtegenwoordig. na deze passage kwamen we uiteindelijk terug waar we begonnen waren. Er restte ons nog wat tijd om een babbeltje te slaan en iets te drinken alvorens men terug met de bus huiswaarts keerden. Geniet even mee van de beelden.
Het was een hele mooie wandeling en prachtig herfstweer.
Vandaag was het een wandeltocht van de wandelclub WSK Marke, waar ik ben aangesloten. Deze tocht ging door te Stasegem.
Het gehucht Stasegem bevindt zich in de stad Harelbeke, gelegen in de provincie West-Vlaanderen. Het situeert zich in het uiterste zuiden van de stad en ligt wat van de andere stadsdelen verwijderd door het nijverheidsgebied Harelbeke-Zuid en het natuurgebied De Gavers. Het gehucht grenst ook aan Kortrijk, Zwevegem en Deerlijk, en ligt vlakbij het kanaal Kortrijk-Bossuit.
Het grondgebied dat vandaag Stasegem heet kent reeds een lange geschiedenis wat bewoners betreft. Dat bewijzen een aantal vondsten uit de Gallo-Romeinse periode. Bij de aanleg van de Collegewijk, gelegen aan het provinciaal domein De Gavers, zijn restanten gevonden van meerdere houten gebouwen. Eikenhouten waterputten, afvalkuilen, glas, brons, muntstukken en een cultusplaats wijzen op een zogenaamde vicus. Wellicht splitsten meerdere Romeinse wegen op wat nu de Collegewijk is. Een van die wegen liep via Stasegem naar Kerkhove. Langs deze vermoedelijke weg zijn in Stasegem meerdere Romeinse boerderijen aangetroffen. De eerste maal dat de naam Stasegem echter opduikt is in het jaar 1641, op een kaart van het burggraafschap Kortrijk uit het boek Flandria illustrata, een historiografisch werk van de Vlaamse kanunnik Antonius Sanderus. Het gehucht draagt de naam van het Goed te Staseghem, een belangrijke rentehoeve die vanaf 1580 tot het midden van de negentiende eeuw bewoond werd door de familie Deconinck. Gedurende lange tijd werd het omgeschreven als een heel landelijk gebied. Andere belangrijke hofsteden waren het Goed ter Halle en Het Gehucht, dat sinds 1747 bewoond wordt door de familie Hanssens.
De start was vanuit de Zuiderkouter en de wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. Ditmaal kon ik niet wandelen wegens een blessure aan de knie(ontsteking van de pees). Vrouwlief nam de taak op zich voor het maken van enkele mooie beelden.
Het Provinciaal Domein de Gavers stond centraal in deze wandeling. De grotere afstanden stapten dan richting Zwevegem. Deze foto's waren genomen op de afstand 12km.
Inschrijvingstafel Fiere voorzitter Het traject dat mijn vrouw volgde. De Startzaal.
De Koutermolen.
De Koutermolen, een oude staakmolen uit de streek, werd in 1981-1986 gerestaureerd en in de Gavers heropgebouwd. Voor hij er terechtkwam was de molen al enkele keren afgebroken en herbouwd op een andere plaats. Zo had hij in Desselgem, Deerlijk en Stasegem gestaan. De molen is sinds 1944 erkend als monument.
De oorspronkelijke Koutermolen werd tussen 1775 en 1789 opgericht door Pieter Gheysens. Het was de eerste molen in Stasegem. Hij werd voor het eerst vermeld op een kaart van 1789, gemaakt door landmeter P.C. Steur, in verband met het kalseien van de weg van Harelbeke naar Zwevegem. De molen stond een 300-tal meter ten zuiden van zijn huidige standplaats, aan de oostzijde van de tegenwoordige Masteluinstraat, waar nu het speelterrein van Chiro Stasegem is. In een latere kadastertelling was hij vermeld als oliecot. Op Palmzondag 1891 brandde de molen door onbekende oorzaak af. August Gheysens, de toenmalige molenaar van de Koutermolen, kon nadien vrijwel direct de Brandemolen in Deerlijk kopen, die uit elkaar was genomen om de onderdelen los te verkopen. In 1917 sloopten het Duitse leger de molen voor de aanleg van een landingsbaan in de Gavermeersen.In 1919 zocht Victor Gheysens, de zoon van August, een vervangende molen. Door een gelukkig toeval stond de eveneens in Deerlijk staande Statiemolen te koop. Deze molen was in 1897 verplaatst van Desselgem naar Deerlijk Statie. De molenaar kocht het werktuig en bracht hem met paard en kar naar Stasegem. De familie Gheysens bemaalde tot 1948 de Koutermolen. André Gheysens liet de molen nog regelmatig draaien tot 1968. In 1976 werd hij door de gemeente Harelbeke aangekocht in een volledig vervallen toestand, waarop de provincie West-Vlaanderen hem voor 1 frank had gekocht. In 1981-1986 werd de molen volledig gerestaureerd en heropgebouwd in het provinciedomein De Gavers . In 1987 ging hij officieel open en prijkt op een zes meter hoge belt. Hij draait regelmatig dankzij vrijwillige molenaars. In 2020 trok de provincie 246.826 euro uit voor een nodige tweede restauratie.
Provinciedomein De Gavers is een West-Vlaams natuur- en recreatiedomein van 192 ha in de gemeentes Harelbeke en Deerlijk. Het Gavermeer van ongeveer 65 ha ontstond door zandwinning in de jaren 1960, die nodig was voor de aanleg van de nabijgelegen snelweg E17. Daarvoor was het een drassig meersengebied.Het beheer van de Gavers valt onder de provincie van West-Vlaanderen. Met ongeveer 800.000 bezoekers per jaar is dit het drukstbezochte provinciedomein van deze provincie. Faciliteiten omvatten een zwemstrand, speelweides, wandel-, ruiter- en fietspaden, cafetaria's en een avonturenpark. Ruimte voor recreatie laat watersporten op het Gavermeer toe zoals: zeilen, surfen en kajakken. Een deel van het domein is natuurreservaat waar vooral watervogels kunnen overwinteren.
Het gebied maakte in de vroege middeleeuwen (ca. 500 - 1000) deel uit van een groot woud, het Methelawoud. Dat woud verdween geleidelijk door houtkap, waarbij het vrijgekomen land werd gebruikt voor de landbouw. Rond 1600 waren de Gavers al een drassig weidegebied. Op de Vandermaelenkaarten (uit de 19de eeuw) wordt het huidige natuurdomein aangegeven als Gavere Weyde. Het oorspronkelijke Gaverlandschap bestond uit laaggelegen wei- en hooilanden met rijen knotwilgen of elzen en populieren langs de ontsluitingswegen. De natte weilanden aan de Gaverbeek stonden in de winter geregeld onder water. Voor de aanleg van de autosnelweg E3 (de huidige E17) was behoefte aan grote hoeveelheden zand. Dit werd in goede kwaliteit gevonden in de nabije Gavermeersen. Er werd een gebied van 80 ha onteigend en in augustus 1968 begon men de eerste gronden weg te zuigen. Tegen eind 1970 was 4.000.000 m3 weggespoten en had het oorspronkelijke landschap van natte hooilanden plaats gemaakt voor een grote waterplas van 62 ha. In 1974 kocht het Provinciebestuur van West-Vlaanderen het gebied aan van de Intercommunale E3 en de Intercommunale Leiedal. De totale oppervlakte werd vergroot en uitgebouwd voor recreatie en natuurmogelijkheden. De Gavers bestaan tegenwoordig uit een groot meer met daaromheen bossen, wandel- en fietspaden.
Het westelijke deel van het Gavermeer is een permanent vogelreservaat, en wordt 's winters fors uitgebreid om de dieren optimale rust te kunnen bieden. In het oostelijke deel huist een reigerkolonie met een zeventigtal nesten. Natuurpunt Gaverstreke neemt het beheer van de "Vlinderweides" (1 ha bloemen- en insectenrijk hooiland), de "Villaplasjes" (6 ha natte weiden met ondiepe plassen) en de Oeverzwaluwenwand voor haar rekening. Het meer wordt als wachtbekken voor drinkwater uit het kanaal Kortrijk-Bossuit gebruikt. Rond de waterplas loopt de volledig gescheiden Gaverbeek die vervuild water naar het waterzuiveringsstation aan de Leie in Harelbeke brengt. In 2006 werd aan een zuidoostelijke hoek van het meer een soort zwembad gebouwd. In 2021 vingen grote werken aan om het domein met ongeveer 20 hectare uit te breiden, tot 212 hectare. Drie nieuwe zones zullen ingericht worden voor natte natuur, natuureducatie en recreatie, een gecontroleerd overstromingsgebied en het herstellen van de natuurlijke loop van de Gaverbeek. Deze werken omvatten een aantal fases, waarbij het einde wordt voorzien in 2025.
Ik hoopte op ietsje meer wandelaars, maar er was veel concurentie qua wandeltochten in West Vlaanderen.
Ditmaal een wandeling dicht bij huis, ik ging wandelen in Rekkem, waar de wandelclub De 12uren van lauwe er hun Grenstocht hielden.
Rekkem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Menen, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Rekkem ligt in het zuiden van de provincie, ingeklemd tussen Wallonië (Moeskroen) en Frankrijk (Halluin). Rekkem-centrum ligt in het noorden van het grondgebied, meer naar het zuiden ligt het gehucht Paradijs. In het oosten van de deelgemeente ligt een stuk van het industrieterrein LAR, genoemd naar de drie deelgemeenten waarin het gelegen is (Lauwe - Aalbeke - Rekkem).
Rekkem ligt in Zandlemig Vlaanderen in de vallei van de Palingbeek. In het noorden vindt men de Leie. De hoogte varieert van 15 tot 67 meter, het hoogste punt is Castert, waar dan ook diverse windmolens stonden opgesteld. Ten zuiden ligt het verstedelijkte Moeskroen en ten westen liggen de, eveneens verstedelijkte, kernen Halluin en Menen. In het oosten ligt een bedrijventerrein en in het noorden vindt men eveneens veel bebouwing.
De start van deze wandeling was vanuit de gemeenteschool Barthel en de wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Ik koos voor de 22km. iedere afstand ging richting Paradijs, waar de centrale rustpost was. Daar maakten de 2 grootste afstanden een lus van 8.5km richting Moeskroen en terug.
Paradijs is een gehucht in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het ligt in het zuiden van Rekkem, een deelgemeente van de stad Menen. Paradijs ligt tegen de grens met Frankrijk en Wallonië en is van het dorpscentrum van Rekkem afgesneden door de snelweg A14/E17. Paradijs heeft een eigen parochie, genoemd naar de Heilige Maagd der Armen Op de Atlas der Buurtwegen uit het midden van de 19de eeuw staat het gehucht Paradis aangeduid. Het gehucht kende een sterke ontwikkeling door de groeiende industrie in Noord-Frankrijk..
Vandaag eens een wandeling maken bij onze Noorderburen. Ik reed naar Ijzendijke in Zeeuws-Vlaanderen.
IJzendijke (Zeeuws: Iezndieke) is een stad in de gemeente Sluis, gelegen in het westen van Zeeuws-Vlaanderen in de Nederlandse provincie Zeeland en telt 2.530 inwoners (1 januari 2023). Tot april 1970 was IJzendijke een zelfstandige gemeente, waarna het tot 2003 deel uitmaakte van de gemeente Oostburg. IJzendijke ligt in het zeekleipoldergebied op een hoogte van ongeveer 1,5 meter. De omgeving wordt gekenmerkt door akkerbouw. Er zijn enkele overblijfselen van de voormalige vestingwerken, en in het noorden daarvan vindt men het Bunkerbos, een natuurgebiedje met overblijfselen van vroegere militaire opslagplaatsen. In de omgeving liggen enkele kreken, zoals de Bierkreek, en in het zuiden ligt de Passageule, tegenwoordig een uitwateringskanaal, vroeger een militaire linie. In de Passageulepolder, ten zuidwesten van IJzenzijke, ligt een natuurgebied.
De start van deze wandeling was in de kantine van voetbalploeg Ijzendijke.De wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. Ik koos voor de 22km. Aan de start op de parking waren het bijna allemaal Belgische nummerplaten te zien.Deze tocht werd gerealiseerd door de wandelclub WV Voor De Wind. Wandeling rondom IJzendijke over verharde en onverharde wegen, door polders en natuurgebieden.
Mooie weidse landschappen
Hier aangekomen op een minicamping. Ik deed hier een mooie lus richting de Westerschelde.
Een 40tal opwaarts, daarna een 10tal afdalen en ik wandelde langs het strand aan de Westerschelde.
Ik wandelde langs Westerscheldepad richting Sasput en keerde via Slijkplaat terug naar de minicamping.
In de verte zicht op Breskens
Recht voor mij een zicht op de haven van Vlissingen.
Op de terug weg naar de rust.
Na de rust ging ik terug richting Ijzendijke via enkele mooie landelijke wegen.
De Amaliapolder (ook, foutief: Ameliapolder) is een polder ten noordoosten van IJzendijke, behorende tot de Polders rond Biervliet, in de Nederlandse provincie Zeeland. De polder werd ingedijkt in 1638 door landmeter Pieter Gilissen in opdracht van Pieter Rombouts. De polder is vernoemd naar Amalia van Solms en heeft een oppervlakte van 372 ha.In of aan de rand van de polder liggen de buurtschappen: Driewegen, Nieuwlandse Molen en Nieuwland. Voorts is er een boerderij met de naam: 't Oude Tolhuis. De gemeentegrens tussen Sluis en Terneuzen loopt dwars door de polder. De polder wordt omsloten door de Driewegenweg, de Hoofdplaatse Weg, de IJzendijkse Weg en de Schorerweg. Waar de laatste op de Driewegenweg uitkomt, bevindt zich Schorersgraf.
De Witte Juffer is een korenmolen in IJzendijke in de Nederlandse provincie Zeeland. De molen had lange tijd geen naam, maar in 2009 heeft de huidige eigenaar hem De Witte Juffer genoemd. De molen werd in 1841 als grondzeiler gebouwd. Later is de molen tot stellingmolen verhoogd. De molen kent een aantal Vlaamse kenmerken. In 1931 werd de molen onttakeld waarna in 1965 de molen weer in oude glorie werd hersteld. Later volgden nog enkele restauraties om de maalvaardigheid van de molen te verbeteren. Uniek aan deze molen is de Vlaamse constructie van de kap. De molen is eigendom van de gemeente Sluis en wordt regelmatig in werking gezet door een vrijwillig molenaar. De roeden van de molen zijn bijna 24 meter lang en zijn voorzien van het Oudhollands hekwerk (op Vlaamse wijze opgehekt) met zeilen. De molen is ingericht met één koppel maalstenen.
Onze Lieve Vrouw Hemelvaart Kerk.
Vanaf 1701 konden de katholieken in IJzendijke gebruik maken van een schuurkerk, die in 1720 en 1776 door een groter exemplaar vervangen werd. In 1824 werden plannen gemaakt voor een volwaardig nieuw kerkgebouw, compleet met koepeltoren, die sterk leken op die voor de nieuwe Joannes de Doperkerk in Sluis (1823-1830). De plannen werden echter niet uitgevoerd, en pas op 27 mei 1841 kon een nieuwe kerk in gebruik genomen worden, waarvoor op 25 maart 1840 de eerste steen was gelegd. Dit was een waterstaatskerk, gebouwd naar een ontwerp van ingenieur L. Rijsterborgh (1803-1864) uit Breskens, dat na diens vertrek door zijn opvolger D.J. Santijn Schovel was gewijzigd. Het gebouw is nadien in de loop der jaren regelmatig uitgebreid, en wel in 1869 met een nieuw koor, in 1913 met een nieuwe toren, en in 1929 met een nieuwe kapel. Eind 1944 werd deze kerk verwoest ten gevolge van de Slag om de Schelde.Tot 1951 werd vervolgens gebruik gemaakt van een noodkerk en in dat jaar werd een nieuwe kerk in gebruik genomen, naar ontwerp van J. de Lint.
Het betreft een driebeukige bakstenen kruiskerk met halfingebouwde vierkante toren waarboven een balustrade en bekroond met een smalle achthoekige lantaarn met daarop een kenmerkende spits. De kerk is gebouwd in traditionalistische stijl, met steunberen en een vieringtorentje. De kerk heeft een vijfzijdig afgesloten koor. In 2017 werd de kerk onttrokken aan de eredienst vanwege teruglopend kerkbezoek, en sindsdien kerken de IJzendijkse katholieken in de Mauritskerk, die daarmee tot simultaankerk is geworden.
Een rustige en mooie polderwandeling. Jammer van de heel magere opkomst. Er waren 525 deelnemers waaronder een 400tal Belgen.
Vandaag een busreis met de wandelclub WSK Marke naar Bray-Dunes, om daar deel te nemen aan de Picontocht, georganiseerd door de nog hele jonge wandelclub D&A (De Panne-Adinkerke).
Bray-Dunes (Frans-Vlaams: Bray-Duunen), is een badplaats aan de Duinenkust van Frans-Vlaanderen. Het ligt aan de Noordzee en is de noordelijkste gemeente van Frankrijk, tegen de schreve, de grens tussen Frankrijk en België, aan. De gemeente telde 4.380 inwoners op 1 januari 2021. Bray-Dunes werd in de 19e eeuw door de Duinkerkse reder Alphonse Bray gesticht als een tehuis voor oudere zeelieden. Van 1875-1880 werd de Église Notre-Dame des Dunes gebouwd. Er kwam een compleet dorpje tot stand dat door Bray aan de Franse staat werd geschonken. Bray-Dunes was oorspronkelijk een gehucht van Gijvelde tot het in 1883 een zelfstandige gemeente werd. Later werden er door een maatschappij uit Roubaix en Tourcoing ook villa's gebouwd, waarvan er ongeveer 800 aanwezig zijn. In 1927 werd de parochie Bray-Dunes-plage gesticht. De Heilig Hartkerk (Sacré-Coeur) werd na de Tweede Wereldoorlog gebouwd.
Bray-Dunes ligt aan de Noordzee en is de meest noordelijke gemeente van Frankrijk. Tussen Bray-Dunes en de West-Vlaamse buurgemeente De Panne bevindt zich een ongerept duingebied, het natuurreservaat Dune du Perroquet, van 565 ha, aansluitend aan het Belgische Natuurreservaat De Westhoek. Tussen Bray-Dunes en Zuidkote vindt men het natuurreservaat Dune Marchand. Het brede zandstrand is een belangrijke toeristische trekpleister van het plaatsje. De hoogte bedraagt 0-29 meter, het laatste vanwege de duinen.
De start van deze wandeling was vanuit zaal Dany Boon en men kon kiezen uit een 5tal afstanden. Ik koos voor de 17km en het beloofde een mooie dag te zijn. Na iets te hebben gedronken, begon ik aan de wandeling.
We waren er vroeg bij, er gingen 16bussen hier aankomen, de zaal was nog een beetje leeg.
Het eerste gedeelte ging wat door het dorp alvorens we langs de dijk kwamen. Hier een zicht op de Noordzee
Infobord met wat uitleg van de wrede oorlog. Een eindje langs de dijk van Bray-Dunes Zicht op een kalme zee en een verlaten strand
Op weg naar de duinen.
Het Dune du Perroquet is een natuurgebied in de tot het Franse Noorderdepartement behorende plaats Bray-Dunes. Het 179 hectare grote gebied bestaat uit duinen die rechtstreeks in contact staan met de Noordzeekust, en het is daarbij het meest noordelijke stukje Frankrijk. Sedert 1985 is het beschermd als natuurgebied en het meest oostelijke van een reeks duingebieden langs de Franse Noordzeekust (hier Opaalkust genaamd).In de duinen komen meer dan 350 plantensoorten voor, er zijn 70 broedvogelsoorten en ook zijn er diverse amfibieën te vinden. Tot de typische duinplanten behoren zeeraket, grote teunisbloem, kleverige reigersbek, blauwe zeedistel, parnassia en gewone rolklaver.Aan de oostkant van het natuurgebied, direct aan de Belgische grens ligt een camping in de duinen. Aan de Belgische zijde van de grens ligt het Natuurreservaat De Westhoek. Aan de westzijde is er de bebouwing van Bray-Dunes Plage, de badplaats van Bray-Dunes. In het gebied zijn veel bunkers te vinden. Voor een deel zijn het overblijfselen van de Atlantikwall uit de Tweede Wereldoorlog, maar er zijn ook een aantal bunkers die door de Fransen gedurende het interbellum werden gebouwd als deel van de Maginotlinie. Hoewel deze linie vooral sterk aanwezig was langs de Frans-Duitse grens, was ze ook in verzwakte vorm langs de Belgisch-Franse grens te aangelegd, om een eventuele doorbraak van Duitse troepen via Belgisch grondgebied tegen te houden.
Heel wat bunkers of wat er van overgebleven is.
Het Dune Marchand is een nationaal natuurreservaat, omvattende een deel der duinen tussen Bray-Dunes en Zuidkote.Het duin werd geklasseerd in 1974 en tussen 1980 en 2004 werd 108 ha duingebied verworven door het Conservatoire du littoral. Het natuurreservaat omvat hier 83 ha van. De duinen worden vaak blootgesteld aan stormen, waardoor er duinpannen ontstaan waarin tal van plantensoorten een toevlucht hebben genomen. Er werden 337 soorten geteld, waaronder wintergroen, diverse orchideeën, parnassia en gentianen, naast de typische duingrassen en grauwe abeel. Ook telde men 162 soorten gewervelden, waaronder 6 amfibieën (onder meer kamsalamander en rugstreeppad, 1 reptielensoort, 140 vogelsoorten waarvan 35 broedvogels, en zoogdieren waaronder de gewone zeehond.
Veel op en neer
Aangekomen bij onze eerste rust na 7km
Eerst een heel eind dit wandel-fietspad volgen alvorens we een volgend mooi natuurdomein kregen. Hier zijn we terug op Belgische bodem in De Panne
Dit was een heel mooi stuk natuur
Nu naar de volgende rustpost
Dit was even een tussenstop, hier enkele clubleden.
Dit was onze 2°echte rustpost
Na deze rust gingen we terug naar de startzaal via enkele mooie paden en de Fossiele duinen.
Het is een gebied van oude binnenduinen en beslaat 112 ha. Het reservaat heeft, samen met het aangrenzende Domein Cabour in België, een lengte van 5 km en een breedte van ongeveer 600 meter. Het is een van de weinige overgebleven binnenduinen, daar de meeste zijn afgegraven en in cultuur gebracht. Het werd aangekocht door het Conservatoire de l'espace littoral et des rivages lacustres. Deze 5000 jaar oude duinen liggen op 3 km van de kust en zijn dus afgesneden van de aanvoer van zand en schelpen. Hierdoor zijn ze, door uitspoeling, in de loop van de eeuwen kalkarm geworden.De bodem is daarmee zeer voedselarm en, om verruiging te voorkomen, wordt ze begraasd met Haflingerpaarden.In het gebied is een wandeling uitgezet. Er liggen een aantal bunkers uit de Tweede Wereldoorlog, die deels worden benut als vleermuiskelder.
Heel mooi om er door te wandelen.Een prachtig stuk natuur.
Mooie zichten.
Terug in de bewoonde wereld, nog enkele honderde meters en we zijn terug aan de startzaal.
Dit was een hele mooie wandeling heel veel natuur gekregen. Er waren 16 autobussen voor deze mooie wandeling. Ongeveer 1500 deelnemers. Onze wandelclub was met 61 deelnemers aanwezig.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is sinds 1 mei op rust gesteld.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.