Met de Klara Carrièreprijs lauwert Klara elk jaar een uitvoerend musicus die zich op een heel bijzondere manier verdienstelijk heeft gemaakt. De Vlaamse mezzo en alt Lucienne Van Deyck wordt gelauwerd om haar indrukwekkende professionaliteit, haar rol in het artistiek verdedigen van de Vlaamse muziek en omwille van de onuitwisbare indruk die ze op haar talrijke leerlingen maakte.
Meer uitleg bij het Muziekcentrum Vlaanderen !
25-10-2009
Schitterend concert ter ere van Chris Dubois
Deze namiddag woonden we in de Mechelse St.-Romboutskathedraal het huldeconcert Chris Dubois bij. De 75-jarige organist-componist was zelf van de partij evenals componist-dirigent Vic Nees en dirigent Urbain Van Asch. We hoorden het Mechels kathedraalkoor, het Brugs Mannenkoor en het dameskoor Persephone onder de algemene leiding van Jan Van Bouwelen. Aan het orgel zat Peter Pieters. Het programma was een rijke aaneenschakeling van Magnificats en Mariamotetten van Chris Dubois, Staf Nees, Flor Peeters, Lode Van Dessel en Joseph Ryelandt. Tussendoor wisselden orgelstukken van Flor Peeters en Chris Dubois het koorgedeelte af. De orgelmuziek van Dubois klonk groots en majestatisch. Vooral zijn fantasie op 'Zingt Jubilate' trof ons diep. De vergelijking met Max Reger is zeker niet onterecht. De muziek werd ook bijzonder goed gebracht. Dat geldt ook voor de koren. De verenigde mannenstemmen waren soms wat zwakker, vooral in Van Dessels 'Tota pulchra es'. Maar globaal genomen was het toch zeer mooi. De damesstemen klonken zeer fijn en raak. De koormuziek -meestal met orgelbegeleiding- klonk zeer overtuigend. Peeters, Van Dessel en Dubois ademen de geest en de sfeer van het Lemmensinstituut en komen niet volledig los van Van Nuffel. Maar dit is eerder een compliment dan een verwijt. Staf Nees' muziek klinkt wat intiemer en bescheidener, maar niet minder mooi. Het Magnificat van Dubois is een indrukwekkend werk. Vol afwisseling en toch één groot feest. Mijn persoonlijke voorkeur ging vooral uit naar de indrukwekkende orgelfantasie op 'Zingt Jubilate' van Dubois, het ingetogen 'Sub tuum praesidium' van Peeters en het hemelse slotkoor uit het 'Maria-oratorium' van Ryelandt. Een schitterende apotheose van een fantastisch werk. Wat hoog gegrepen voor het koor op sommige plaatsen, maar toch behoorlijk verdedigd. Ryelandt kan hier niet wegsteken dat hij een leerling van Edgar Tinel was. Het gebrachte stuk roept herinneringen op aan de finale van Tinels oratorium 'Franciscus'.
Kortom: een schitterend programma met uitsluitend Vlaamse muziek, goede uitvoerders van bij ons en een behoorlijk gevulde kathedraal. Wat wil een mens nog meer op een doorsnee zondagnamiddag? Nog meer van dat!
21-10-2009
Componist Ivo Mortelmans 25 jaar overleden
Ivo Mortelmans, geboren in Antwerpen op 19 mei 1901, was de tweede oudste zoon van de grote toondichter Lodewijk Mortelmans. Tegen diens zin verkoos hij ook zijn leven aan de muziek te wijden.
Hij studeerde aan het conservatorium van Antwerpen bij o.a. Arthur De Hovre (orgel), Edward Verheyden (harmonie) en Lodewijk Mortelmans (contrapunt). Verder volgde hij privaatlessen bij Paul Gilson in contrapunt, fuga en orkestratie. Aan het Brussels conservatorium was hij een tijdje student bij Paulin Marchand.
In 1931 werd hij leraar notenleer en in 1953 begon hij harmonie te doceren aan het Antwerps conservatorium. Dat deed hij tot zijn op rust stelling in 1966. Hij was tegelijk nog muziekleraar aan secundaire scholen en muziekacademies in Deurne, Mortsel en Berchem. In het Nederlandse Eindhoven was hij een tijd lang actief als leraar, directeur van een muziekschool en operadirigent.
Op het liefhebbersterrein was hij jarenlang dirigent van koren (Sint Joris) en fanfares. Hij zetelde in het bestuur van het VNZ (voorloper van ons ANZ) en was jurylid in de provinciale koortornooien. Hij was tevens muziekrecensent voor de Gazet Van Antwerpen en leidde het koor van de Vlaamse Opera.
Omwille van zijn optredens als dirigent op Vlaams-Nationale zangavonden en zangfeesten voor en tijdens de tweede wereldoorlog werd hij in 1944 15 maanden geïnterneerd. Toen in de na-oorlogse periode zijn cantate Antwerpens Glorie (tekst van Anton Van de Velde) zou uitgevoerd worden, rees dit op verzet van oudstrijdersgroeperingen en werd de opvoering afgelast.
Ivo Mortelmans overleed in 1984 te Wenduine in alle bescheidenheid zoals hij steeds geleefd had. Hij was van nature zeer terughoudend en had een des te diepere en doortastendere religieuze aard. Zelf zei Mortelmans dat heel zijn leven van kindsbeen af door 3 factoren was beïnvloed: de muziek, de godsdienst en de natuur.
De composities van Ivo Mortelmans volgen een strikte vormopvatting en geven blijk van een beschouwende mystiek, poëtische ingesteldheid en ingekeerdheid en weerspiegelen een aanhankelijkheid aan de natuur. Zijn muziek logisch voor zijn afkomst en werkomgeving- kadert in de laat-romantiek zoals bij zijn jaargenoot Staf Nees en vele anderen. De eerste pianowerkjes ademen tevens invloed van Ravel en Debussy. Zijn werken getuigen van een zeer gedegen vakmanschap. Wat niet te verwonderen is als men zijn leraars bekijkt.
Voor orkest componeerde hij Lentehymne, Paasnocturne, Kerstballade, Koning Winters dood en de suite Het dorp. Dit laatste werk werd in 1939 gecreëerd door het orkest van het NIR o.l.v. Franz André. Maar net zoals zijn sprookjesoperas De krekel en de mier en Antwerpens Glorie, de cantates Vlaanderens klokken en De 4 seizoenen en het Lutgardisoratorium worden deze werken nooit nog uitgevoerd zodat de muziekliefhebber van vandaag geen voorstelling heeft van de klank en welluidendheid van deze werken. Dat geldt ook voor zijn openluchtspelen, opera, kamermuziekwerken en composities voor piano en orgel. Voor de in het Indische Florea spelende film Amorira componeerde Mortelmans de muziek.
Net zoals zijn vader was Ivo Mortelmans erg aangetrokken door de menselijke stem. Vandaar de talrijke werken voor koor en liederen.
Via oude opnames die dan zelden of nooit nog ten gehore gebracht worden- kunnen we vaststellen dat zijn koorwerken (vb. 4 adagioliederen op teksten van Timmermans) zeer innig, intiem en gedragen zijn. Ze weerspiegelen duidelijk de sfeer van de tekst en de gemoedsgesteldheid van de dichter. In het Vlaams Romantisch Koorboek werd Gelijk de anemoon voor 4-stemmig gemengd koor opgenomen. Het werkje begint rustig gaande en beschrijft een anemoon die langzaam, nog zwaar van dauw en nacht wacht op de dageraad. Wanneer het licht met zijn trage gloed vermeld wordt, wordt de muziek langzaam aan wat sterker en meer bewogen. En zo komen we bij de figuur die met de anemoon vergeleken wordt. Het is de kleine maagd Maria die even nederig en klein als de anemoon het wonder van de Heer heeft volbracht. De muziek neemt een vlucht in de hoogte en gaat crescendo bij de woorden zo rijst Gij op .Om dan in het tweede gedeelte weer te dalen, verzachten en vertragen bij de nieuwe verwijzing naar de nacht en de anemoon. De tekst van Albe wordt in dat koorwerk dus zeer getrouw gevolgd en uitgebeeld. De mineurtoonaard versterkt de gedragen, intieme en duistere sfeer van de verdreven nacht en gaat dan eventjes over naar de majeurtoonaard als hij verwijst naar de maagd zo rijst Gij op voor Zijn aangezicht. Het slot is dan uiteraard weer mineur bij de nieuwe verwijzing naar de anemoon en de nacht. De aanwijzingstekens voor de uitvoering (crescendo, decrescendo, mezzopiano, mezzoforte, ritenuto, .. zijn bewust gekozen om de voordracht van de tekst perfect mogelijk te maken. In de laatste maten krijgen we een hemiool op zijn wonder hebt volbracht. Deze natuurlijke verbreding van de muziek, nog versterkt door een modulatie, laat duidelijk zien wat het belangrijkste van heel dit gedicht en koorwerk is: het wonder dat de Heer heeft laten verrichten door de Heilige maagd. Typisch romantisch is de wisselende stemming via modulaties.
Talrijk zijn de bewerkingen voor koor van volksliederen.
Hij schreef enkele zeer religieus doorvoelde missen: Missa Jesu bone Pastor, Missa Gregoriana, Missa dona nobis pacem, Missa Benedicamus Domino en Missa Deo gratias. Op zijn opuslijst staan ook heel wat motetten (o.a. voor vrouwenkoor en orgel). Twee ervan (Te carioribus vocibus en Beata es, Virgo), geschreven in 1959, zijn uitgegeven door Euprint en te bekijken op de site van Euprint/collectio cathedralis.
De liedcyclus 3 erotische gezangen ( Uw anker, Uittocht en Uw laatste) klinkt eveneens zeer intimistisch en gesloten. Eerder zwaarmoedig. Men kenmerkt zijn liederen vaak met de term stemmingslyrisme als men verwijst naar Elegische vreugden en Reninca-liederen.
Volkser van toon en opgewekter klinken zijn liederen Een lied van de zee, Te Hasselt langs de baan, het geestdriftige Zingend volk en het strijdlustige Kom in t vendel.
Met zijn composities won hij verschillende prijzen bij het VNZ en het Davidsfonds en de Prijs Henri Fester.
Tot slot citeren we Hugo Heughebaert over Mortelmans muziek: Zijn voornaamste kenmerken zijn: oprechtheid en zuiverheid in de poëtische verklanking, harmonische rijkdom en expressieve verwoording. Hij weert uit zijn scheppingen elk vooropgezet isme. Hij is noch voor noch tegen een bepaalde stroming, strekking of stijl in de muziek, maar gebruikt oordeelkundig en geniaal de middelen waarover hij beschikt.
Zeer recentelijk verscheen de CD O sacrum convivium.
Hierop zingt de Capella Ss Michaelis et Gudulae, Brussels o.l.v. Kurt Bikkembergs met de organist Bart Jacobs religieuze muziek uit het romantische Vlaanderen. Naast orgelwerken van Lodewijk De Vocht en koorwerken van Staf Nees, August De Boeck, Jules Van Nuffel, Firmin Van de Velde en Emiel Wambach staan de 2 hoger vernoemdemotetten voor de Heilige Maagd Maria (voor vrouwenkoor en orgel) van Ivo Mortelmans op deze CD én de Missa Jesu bone pastor.
20-10-2009
Ere wie ere toekomt
Langs deze weg willen we de site van het muziekcentrum Vlaanderen feliciteren en bedanken voor hun interessante info waaruit we al vaak overgenomen hebben.
Hun archief is een mijn van informatie over Vlaamse musici. Niet voor niets hebben we een link naar hun site gemaakt.
Ere dus wie ere toekomt!
Peter Leys
19-10-2009
Sebastian Bradt 30 !
Bradt studeerde fagot bij Wim Van Volsem aan de Kunsthumaniora voor Muziek en Dans,Gent. Hij heeft een uitgesproken voorkeur voor het 20ste eeuwse repertoire en probeert allerhande alternatieve speelwijzen uit op dit instrument. Pianostudie deed hij bij Sabine Haenebalcke. Hij schreef zich in aan het Conservatorium van Gent voor compositie en orkestratie bij Lucien Posman en later bij Luc Brewaeys. Voorts volgde hij lessen en cursussen bij Dirk Brossé, Frank Nuyts, Claude Coppens en dr.Godfried-Willem Raes. Zijn Proefschrift Analyse 1 beha,delde Nacht - Stilte (1981van Luc Van Hove. In 2000 maakte Bradt de overstap naar de klas Algoritmische Kompositie en Eksperimentele Muziek van dr.Godfried-Willem Raes, sedertdien vaste mentor. In 2003 studeerde hij met onderscheiding af aan het Conservatorium als 'Meester in de Muziek'. Als lid van het M&M ensemble en in opdracht van Stichting LOGOS schreef hij arrangementen van bestaande muziekstukken voor het Automaton Orchestra met als doel het exploreren van de sonore mogelijkheden van muzikale robots. In 2006 werd hij parttime medewerker van Stichting Logos als komponist, arrangeur, recycler - perfomer, technikus, zaalverantwoordelijke, Pr - contactman etc.
Studaxe (2008) 21ste eeuw / hedendaags Player Piano
Na muziekacademiestudies studeerde Hans Sluijs aan de conservatoria van Antwerpen en Tilburg(Nl.), bij de heer Jacques de Tiege (piano). Daarna volgde hij tevens privélessen bij Steven Kemper, Lode Backx, Wonmi Kim en Jean-Paul vanden Driessche. Zijn repertorium is erg uitgebreid en omvat werken van de barok tot heden. In november 2002 werd zijn tweede werk, het strijkkwartet 'Weerspiegelingen', gecreëerd en bekroond met de 'Prijs van de stad Harelbeke' op de compositiewedstrijd van de Muizelhuisconcerten. Hans Sluijs won in 2005 de Sabam-prijs met zijn "I Quattro Elementi", het plichtwerk voor de halve finale van de Internationale Koningin Elisabethwedstrijd, sessie viool. Als pianist ligt zijn zwaartepunt in het romantische klavierrepertoire; hij speelt geregeld concerten in Belgie en Nederland, en is te horen op festivals in Italië(Pianorama Firenze, Araba Fenice Collescipoli..) en Duitsland (Neckargemundfestival).
Beperkte werkenlijst: op.1 vier portretten (voor piano), op.2 Weerspiegelingen (voor strijkkwartet) op.3 I quattro elementi (trilogie voor viool en piano)
Walter Hus 50 !
Walter Hus (1959) is naast componist vooral uitvoerend pianist en improvisator. Vanaf zijn 10de trad hij op als concertpianist in binnen- en buitenland, vanaf 1979 als pianist-improvisator. Hus speelde in het Belgisch Pianokwartet en was verbonden aan Maximalist!, een muzikale groepering opgericht in 1984 die het midden hield tussen pop, rock, klassiek en avant-garde. De muzikant-componisten die zich in deze beweging verenigden (o.a. Vermeersch, Sleichim, De Mey en Hus), hadden elkaar een jaar voordien ontmoet in het kader van de eerste choreografie van Anne Teresa de Keersmaeker (Rosas danst Rosas.) Hun imago werd sterk bepaald door invloeden uit de populaire cultuur, een illustratie van een geestesgesteldheid zonder dat die hun muziek daarmee zonder meer buiten het klassieke veld plaatste. De muziek lijkt zich voornamelijk te situeren in het kader van de New Simplicity, gegroeid uit de minimal music. Een hoge graad aan repetitiviteit, een microscopisch gevarieerde ritmiek en dynamiek, de eenvoudige manipulatie en transformatie van motieven, een beperkte harmonische organisatie en zeer gelimiteerd uitgangsmateriaal zijn hiervan de belangrijkste kenmerken. Dit resulteerde meestal in muziek met een hoge consonantiegraad en directe toegankelijkheid. Daarnaast was vooral het functionele en disciplineoverschrijdende aspect bepalend voor Maximalist!: een opvallend groot percentage van de muziek die dit collectief schreef, is conceptueel verbonden met andere kunsten zoals dans, theater en film. Dit geldt ook voor de muziek van Hus na Maximalist!. Naast muziek voor modeshows (bvb. Five to Five voor Yamamoto ('84)), choreografieën (bvb. Muurwerk ('85) en Hic et Nunc ('91) voor Roxane Huilmand, en Devouring Muses ('97) voor Irène Stamou) en films (The Pillow Book van Greenaway en Suite 16 van Deruddere), zijn verscheidene van zijn composities tot stand gekomen in samenwerking met hedendaagse dichters of toneelschrijvers (zoals Stefan Hertmans (Francesco's paradox), Peter Verhelst (One day they appeared), Jan Decorte (Meneer, de zot en tkint) en Jan Lauwers van de Needcompany (Orfeo) ). Sinds '96 is Walter Hus werkzaam bij Limelight in Kortrijk, waar op dat moment het verfrissende festival en cd-label Happy New Ears werd opgericht. Momenteel werkt hij aan een cyclus van 24 preludes en fuga's voor verschillende instrumentaties.
13-10-2009
Organist - componist Jos Mertens 85 !
Dit weekend is Jos Mertens jarig.
De man wordt 85. Hij oogt echter als een kwieke zestiger. Aan het orgel is hij nog steeds een virtuoos. Aan zijn werktafel componeert hij nog volop (zag je hem niet in 'Man bijt hond' met zijn tune voor geluidloze elektrische auto's?). Als causeur - met een Blonde Leffe in de hand - houdt hij je uren bezig. Wie zong nooit zijn 'Avondliedje'? Fris blijven zijn liederen klinken (vb. 'Ik ken een blond Marleentje' en 'Schachtenliefde'....). Zijn 4-stemmige Nederlandse mis en Onze Vader zijn door en door religieus. Zijn cantate 'Kringen van Tijd' vat zijn hele leven samen. Als pianist op Zangfeesten en Dagen van het Vlaamse Lied blijft hij onsterfelijk.
Op zaterdag 17 oktober huldigt het koor Singet Scone hem in de kerk van Groot - Bijgaarden om 18 uur. Hij weet het echter nog niet. Houden zo!
Jos, ad multos annos.....
01-10-2009
Vlaams componist, dirigent en pedagoog overleden
Componist Julien Mestdagh overleden
annelies focquaert
Op 26 september overleed in Zwijnaarde dirigent en componist Julien Mestdagh. Geboren in Gent op 21 november 1922, studeerde hij piano, orgel en compositie aan het Gentse Conservatorium. Later gaf hij er zelf les als begeleider en leraar notenleer, contrapunt en fuga. Ook aan het Lemmensinstituut en aan de Conservatoria van Brussel en Rotterdam was hij verbonden als leraar in verschillende theoretische vakken. Als pedagoog maakte hij verschillende studiereizen in opdracht van het Ministerie van Nederlandse Cultuur. Bij de Koninklijke Opera van Gent was hij gedurende 20 jaar gastdirigent en bij Studio Steurbaut was hij artistiek directeur. Naast didactische werken schreef hij ook verschillende liederen, koorwerken, piano- en orgelmuziek en muziek voor orkest. Zijn Cantate op het Hooglied van Salomon werd in 1992 in Brugge gecreëerd.
De Gentenaar Julien Mestdagh (°21/11/1922) is op 26 september overleden. Mestdagh is twintig jaar gastdirigent geweest in de opera en veertig jaar leraar aan het Gentse conservatorium. Eerst gaf hij daar notenleer en daarna contrapunt en fuga of m.a.w. de technieken van de compositieleer. Diezelfde cursus gaf hij later ook in Brussel en daar was Maria Cogen zijn assistente. Ze werd later zijn levensgezellin. Zelf heeft Mestdagh de dirigentencursus van Von Karajan gestudeerd in Salzburg. Hij is ook opnameleider geweest bij Studio Steurbaut, waarover hij sappige anekdotes kon vertellen, o.a. over hoe hij eens heeft meegemaakt dat Rudolf Werthen een bepaald stuk niet onder de knie kreeg. Hij wordt begraven op donderdag 1 oktober om 10 uur in de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans in de Van Goethemstraat te Merelbeke-Flora.
Op de eerste plaats was Julien Mestdagh echter componist. Zijn eerste compositieopdracht kwam in 1966 van het Festival van Vlaanderen, een werk voor orgel dat rechtstreeks op televisie werd gecreëerd door Gabriël Verschraegen in de Sint-Baafskathedraal. Zijn grootste werken zijn een cantate op het Hooglied van Salomon (in 1992 in Brugge gecreëerd bij de Jezuïeten omdat het in Sint-Baafs niet door de beugel kon door het Nationaal Orkest van België gedirigeerd door hemzelf en met o.a. Mireille Capelle als soliste) en een musical op een libretto van Raymond Cogen, de broer van Maria. Peter Ritzen wil al lang zijn pianoconcerto creëren met het BRTN-orkest, maar dat heeft hij dus bij leven alvast niet mogen meemaken. Maria Cogen, ook wel bekend als de directrice van de muziekacademie van Gentbrugge, creëerde in 1994 een sonate voor klavecimbel die haar levensgezel in opdracht van de Stadsconcerten had gecomponeerd. Het was naar zijn eigen zeggen een atonale compositie, die echter toch voldoende melodische structuur bezit, opdat men een dissonant toch van een valse noot zou kunnen onderscheiden. Ik heb nog atonale gehoorvorming gegeven aan het conservatorium van Brussel, ging Julien verder, toen ik hem bij hem thuis ging interviewen voor Het Laatste Nieuws, en dat aanleunen bij een sfeer van tonaliteit is typisch voor mijn muziek. Sommigen zeggen dat ze een synthese is van Boulez en Stravinsky, maar ik geloof daar niet in. En t klinkt zeker niet zoals mijn favoriete componisten Richard Strauss en Gustav Mahler. Anderen zeggen gewoon: t is Mestdagh! En dat vind ik ook. Via improviseren kom ik tot een thema en daarop heb ik dan voortgewerkt. Tot ze af is. En een compositie is bij mij altijd àf. Ik laat ze pas liggen als ik er tevreden over ben. Aan deze sonate van 17 minuten heb ik anderhalve maand geschreven. Ze is bedoeld voor een kopie van een barokinstrument en niet voor een modern clavecimbel, zoals dat bij het concerto van Frank Martin, dat Maria vóór de pauze zal vertolken, wél het geval is. Dat concerto stelt ook veel meer de virtuositeit op de voorgrond, al zegt Maria dat mijn sonate ook zeer moeilijk is om uit te voeren. Maar virtuositeit om de virtuositeit, dat zegt me niets. De sonate viel in mijn smaak. Maar is dat een criterium in de smaak vallen? Het is geen doel op zich, maar het doet wel plezier, ja. Maria Cogen bevestigde trouwens dat er een heel groot verschil is tussen iets graag uitvoeren en iets graag horen. Er zijn dingen die ik heel graag speel, maar waarnaar ikzelf niet zou gaan luisteren. Maar dat was dus zeker niet het geval met het werk van Julien Mestdagh. De vraag is nu of zijn werk na zijn dood nu ook wat meer geapprecieerd gaat worden in ruimere kring.
Frank Heye aan het orgel van het Augustijnerklooster St. Stefanuskerk, de Onze-Lieve-Vrouw Sint Pieterskerk, en de Sint Jacobskerk
Label(s):
Senzanome
Labelcode:
5411499 90052
Copyrightdatum:
11.2007
Beschikbaarheid:
ter inzage in het Muziekcentrum Vlaanderen (op afspraak)
Plaatsingsnummer:
001699
Barcode:
0100000016992
Info
Orgelmuziek van Gentse componisten
Track-info
1-4. d'Hulst Adolph: Orgelsymfonie in e 5-8. Verschraegen Gabriël: Sonata Da Chiesa 9. Goethals Lucien: Klankstructuren 10. Mestdagh Julien: Passacaglia en fuga in e op. 25
Renaat Veremans
Concert in de kijker : Stabat Mater van Renaat Veremans
Op 25 oktober zal de Chorale Caecilia in Berchem het Stabat Mater van Renaat Veremans uitvoeren. Paul Dinneweth, die het werk zal dirigeren, schreef hierover:
Zijn eerste lessen kreeg Renaat Veremans [1894>1969] van zijn vader. Hij studeerde verder aan het Lemmensinstituut te Mechelen en componeerde in die periode zijn beroemdste lied Vlaanderen, bekroond in de wedstrijd van de Maatschappij voor Taal en Volk. Later studeerde hij nog aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium in Antwerpen, waar onder meer Oscar Depuydt, Arthur Meulemans, Aloïs de Smedt en August de Boeck zijn leraren waren.
Het grootste deel van zijn leven was Veremans werkzaam te Antwerpen, respectievelijk als organist aan de St.-Pauluskerk (1914-1927), als operadirigent (1921-1943) en als docent notenleer aan het Conservatorium (1928-1959), waar hij honderden jonge Vlaamse musici vormde. Van 1943 tot 1952 was hij directeur van het Conservatorium te Brugge, waar hij het Renaat Veremans-koor oprichtte en het Brugse muziekleven een nieuwe impuls gaf. Hij overleed in juni 1969, slechts enkele dagen na het 32e Vlaams Nationaal Zangfeest, waar hij nog uitvoerig gehuldigd werd.
Als componist van ruim 400 liederen, missen, motetten, psalmen en koorwerken, oratoria, drie symfonische gedichten, vier concerti, acht cantaten, vier operas, twee operettes, film- en toneelmuziek, beheerste hij de meest uiteenlopende genres. Zijn melodische vinding is het product van een spontane, impulsieve en emotionele natuur, van een persoonlijkheid die steeds zichzelf blijft. Respect voor de traditie was het credo van zijn creativiteit: Musik als Ausdruck heeft de toondichter dan ook steeds als zijn devies gekozen. Hij bleef afkerig van iedere neiging tot modernisme of atonaliteit. Spontaneïteit in de melodie en rijke harmonische kleuren (een chromatisch verglijdende tonaliteit) zijn de hoofdlijnen in zijn oeuvre. Ook zijn werkzaamheid als dirigent, gecombineerd met zijn bewondering voor het oeuvre van August De Boeck, hebben ongetwijfeld zijn inzicht in de orkestrale muziek beïnvloed.
Het Stabat Mater, voltooid op 31 december 1964, straalt een diepe geloofsbelevenis uit, in een sfeer van eenvoud en wijding. Aan de basis ligt het beroemde dertiende-eeuwse gedicht van de Franciscaan Jacopone da Todi, dat de grote smart bezingt van een moeder die de marteldood van haar zoon moet meemaken. De tekst lag eveneens aan de basis van een gregoriaanse sequentia en heeft talrijke componisten geïnspireerd tot dikwijls aangrijpende composities. Ook Veremans voorliefde voor het Stabat Mater van Antonin Dvořák zal een invloed hebben uitgeoefend, wat hem echter niet belette om deze tekst op een eigen wijze te verklanken.
Ik heb het werk gekozen op aandringen van Oscar Van Aerden en Magda Veremans, de schoonzoon en laatste nog in levende zijnde dochter van de componist. Oscar Van Aerden bezit het handschrift van de directiepartituur en toen ik dit bij hem thuis mocht doorlezen, viel mij meteen op dat dit een waardevol werk was, helemaal in die typische Vlaams-romantische stijl en uitvoerbaar door een (goed) amateurkoor. Voor mij kan deze compositie gerust de vergelijking doorstaan met het koorwerk van César Franck of Antonin Dvorak. Veremans gebruikt heel wat harmonische kleur naast een steeds zingbare melodische stemvoering. Bij de start van het repetitieproces konden we beschikken over partituren van CeBeDeM, helaas in een niet altijd makkelijk leesbaar kopie-handschrift (in een digitaal tijdperk!) en met toch nog enkele duidelijke fouten. Daar kwam enige weerstand op vanuit het koor. Ook de typische harmonische wendingen van Veremans liggen voor het koor niet altijd voor de hand. Toch denk ik dat de meeste zangers ondertussen gewonnen zijn voor deze compositie, met zijn steeds wisselende stemmingen, tonaliteiten, tempi en solistische interventies. Een zeer mooie passage is het Fac me tecum pie flere, waar de dames met de tenor-solo dialogeren. Een heel feestelijk Alleluia sluit, een tikkeltje triomfalistisch, deze compositie af.
Om budgettaire redenen en omdat het werk een bredere uitvoerbaarheid zou krijgen, vroegen we aan Peter Van de Velde om een transcriptie voor orgel en strijkers te maken (oorspronkelijk is het opgevat voor tenor-solo, koor en orkest). De Chorale Caecilia is verheugd en vereerd om deze mooie compositie eindelijk, na 45 jaar, voor de eerste maal tot klinken te kunnen brengen.
Op hetzelfde concert kan u overigens ook een transcriptie door Geert Vanderstraeten horen van twee Rückertliederen van Gustav Mahler, naast de versie voor kamerorkest van het Requiem van Duruflé.
Paul Dinneweth, met dank aan Oscar Van Aerden.
Canvas doet zijn plicht ....
Canvas viert Vlaamse componisten
hugo sledsens (producer VRT-televisie)
In 2009 komen we niet alleen veel muziek van Haydn, Händel en Mendelssohn tegen. Er zijn toevallig ook heel wat Vlaamse jubilarissen uit de twintigste eeuw te herdenken. Of laat ons zeggen: twintig jaar geleden zag de VRT het nog als haar opdracht om actieve initiatieven te nemen ten gunste van Vlaamse componisten. Wie toen zestig of zeventig was, wordt er dit jaar tachtig of negentig. Canvas Klassiek zag de kans om hen in oktober en november te eren met uitzendingen die we nog in ons archief hebben liggen. Opvallend veel van de jubilarissen komen uit de Antwerpse hoek. Toevallig is er een rode draad in deze werken: bezinning, oorlog en hunkering naar vrede, rouw en dood. De uitzendingen beginnen telkens om 12u00.
Uitzenddatum: 25/10/09 Ouderdomsdeken is August Verbesselt,die 90 wordt in oktober. Van hem zenden we Ares en Irene uit. Een werk dat de Vlaamse televisie zelf nog creëerde in 1989. Deze compositie voor koor en orkest is, zoals alle rijpe werken van Verbesselt, knap georkestreerd, en in navolging van Schönberg, gebouwd op een reeks van twaalf tonen. De inhoud gaat over de eeuwige en uitzichtloze strijd tussen oorlog en vrede, tussen goed en kwaad. Opmerkelijk is de behandeling van het koor. Dat laat overwegend onverstaanbare kreten horen. Geleidelijk worden woorden als Morte en Pace verstaanbaar. Op het einde horen we het Bach- koraal Ermuntere dich, mein schwacher Geist. Een poging van Verbesselt om een hoopvol perspectief te creëren. Tevens een groet van de dodecafonist aan de door hem hoog geachte contrapuntmeester, Johann Sebastian Bach. Het BRT- Filharmonisch orkest en koor staan onder leiding van Silveer van den Broeck.
Er zijn ook twee tachtigjarigen. Frédéric Devreese en Frits Celis :
Uitzenddatum: 25/10/09 Frédéric Devreese componeerde het ballet Gemini in 1980 voor de tiende verjaardag van het Ballet van Vlaanderen. Repetitieve elementen spelen een belangrijke rol. We horen de oorspronkelijke versie voor twee piano's, gespeeld door André De Groote en Robert Groslot. We zien de choreografie van Marc Bogaerts, zoals ze toen gecreëerd werd in de Opera van Gent. Met dansers als Tom Van Cauwenbergh, Karin Heyninck, Koen Onzia en Rudi van den Berghe. Het scenario werd geschreven door Chris Yperman. Er zijn drie grote scènes: De dans van de tweelingen, De Verleiding en Het gevecht. De tweeling heeft het moeilijk om zijn eigen identiteit te vinden. Pas als de ene zijn spiegelbeeld ontmoet, is hij volledig. Sterft één van de tweelingen, dan sterft automatisch ook de andere.
Uitzenddatum: 08/11/09 Frits Celis gebruikte voor Preludio e Narrazione het gedicht De ouders van Anton van Wilderode. Van Wilderode inspireerde zich op zijn beurt op Het treurende ouderpaar, het dubbelmonument van Käthe Kollwitz, nu te zien op het Duits soldatenkerkhof van Vladslo. Kollwitz wilde niet alleen haar eigen zoon herdenken. Die sneuvelde in 1914 als een van de allereerste aan het Ijzerfront. Het gebaar van machteloosheid dat door haar beelden uitgedrukt wordt geldt als een eerbewijs aan allen die de dood vinden in zinloze slachtingen als die aan de Ijzer. De muziek van Celis beschrijft de tragische zoektocht van de ouders naar het graf van hun gesneuvelde zoon. We horen de sopraansolo van Jacqueline van Quaille. Fernand Terby begeleidt met het BRT-Filharmonisch orkest. Raf Verpooten maakte een filmische evocatie. De soldatenkerkhoven uit de Eerste Wereldoorlog spelen hierin een grote rol. Dit programma krijgt een heruitzending op 11 november om 20u40 op Canvas+.
Uitzenddatum: 04/10/09 Ook Willem Kersters werd tachtig jaar geleden geboren. Maar hij overleed al in 1998. Van hem horen we zijn Tweede Symfonie. In 1961 werd hij tweede laureaat in de Koningin Elisabethwedstrijd voor compositie met het ballet De triomf van de geest. Twee jaar later won hij met zijn Tweede Symfonie de compositieprijs van de stad Trieste. Deze bekroningen maakten van hem een componist met internationale allure. De Tweede Symfonie is gebouwd op twee twaalftoon reeksen. Ze sluit bij Kersters een periode af van streng serieel denken, al blijkt dat nergens uit het klankresultaat. De symfonie heeft een onweerstaanbare emotionele zeggingskracht. Hans Rotman leidt het BRTN-Filharmonisch orkest. Uitvoering en opname vonden plaats in de Brusselse Magdalenazaal.
Uitzenddatum: 08/11/09 Er is ook nog Marinus de Jong [1891>1984]. De Hollandse Antwerpenaar, die 25 jaar geleden overleed, speelde als pianist, componist en theoreticus een opmerkelijke rol in het Conservatorium van Antwerpen. Pianist Jozef De Beenhouwer is een leerling van Lode Backx, die zelf nog gevormd werd door Marinus de Jong. De Beenhouwer speelt in het Antwerpse Delbekehuis de nocturne Schemeravond op Esschenhof opus 53 uit 1945 en de ballade Ex vita mea opus 3, uit 1917.
Uitzenddatum: 22/11/09 Tenslotte leiden al deze herdenkingen ons op weg naar het portret van Wim Henderickx. Deze vruchtbare Antwerpse componist van nog geen vijftig voelt zich als een oosterling verdwaald in het Westen. Wim Henderickx was een leerling van Willem Kersters aan het Antwerps Conservatorium, waar hij nu zelf een analyse- en compositieklas leidt. Hij leeft zich tot nog toe vooral uit in orkestwerk, kamermuziek en werken voor het muziektheater.
24-09-2009
Jean-Paul Byloo 60
Jean-Paul Byloo werd geboren in Veurne in 1949. Na zijn humaniorastudies te Veurne studeerde hij aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Gent, waar hij de eerste prijzen notenleer (klas Gaston Van Damme), piano (klas Abel Matthys), harmonie (klas Jeanne Vignery), contrapunt (klas Roland Coryn) en fuga (klas Gery Bruneel) behaalde. Byloo studeerde koordirectie aan de Kurt Thomasstichting in Den Haag en moderne compositietechnieken bij Lucien Goethals. Hij besloot zijn muziekstudies aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel met een eerste prijs met onderscheiding voor compositie in de klas van André Laporte.
Van 1972 tot 1982 was Byloo leraar notenleer en piano aan de Stedelijke Muziekacademie van Veurne. Byloo dirigeerde het Beauvarlet Kamerkoor uit Nieuwpoort (1975-1985) en de Cantores Servadie uit Diepenbeek (1985-1988). Sedert 1982 is Byloo directeur van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Geel en leraar notenleer aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel. Sinds 1992 doceert hij vormanalyse en instrumentatie aan het Brusselse Conservatorium. Momenteel woont hij in Geel.
Het werk van Byloo werd bekroond in compositiewedstrijden van o.a. Sabam, Cantabile, de Provincies West-Vlaanderen en Antwerpen en de Koninklijke Academie. Zijn composities werden in première gebracht op het Festival van Vlaanderen, Ars Musica Brussel, de Nacht van Radio 3 en de Belgisch-Nederlandse Muziekdagen. Byloo componeerde plichtwerken voor belangrijke muziekwedstrijden en kreeg talrijke compositie-opdrachten van vooraanstaande solisten, kamermuziekgroepen en orkesten.
Talrijke eenvoudige koorwerken en liedbewerkingen werden uitgegeven door ANZ Antwerpen en door uitgeverij De Noteboom. Er werden opnames gemaakt van koor-, kamer- en orkestwerken door de VRT.
De werken van Byloo werden uitgevoerd in België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Hongarije.
Ad multos annos!
23-09-2009
Proficiat!
Muziekfestival Neerpelt krijgt een prijs
Het Europees Muziekfestival voor de Jeugd in Neerpelt krijgt de Prijs van de Europese burger. Die prijs wordt uitgereikt door het Europees Parlement aan 37 personen en verenigingen die zich inzetten voor meer Europese integratie en samenwerking.
"Het festival doet al sinds 1953 verwoede pogingen om de grensoverschrijdende contacten te bevorderen tussen de jeugd", zegt bestuurslid Leon Houben. "Daarom heeft Europees parlementslid Ivo Belet (CD&V) ons voorgedragen voor de prijs. Personen krijgen een medaille, verenigingen een gedenkplaat."
De officiële overhandiging van de gedenkplaat volgt volgende week woensdag in het Hubertus-theater in Neerpelt. Eerder kreeg ook de federatie van het Oud Limburgs Schuttersfeest al de onderscheiding.
27-06-2009
Vlaamse muziek promoten
Afzonderlijk katern Vlaamse muziek bij GIG - International Arts Manag
Naar aanleiding van het muziektheaterfestival Opera XXI nam Muziekcentrum Vlaanderen het initiatief om een extra katern rond de klassieke muziekscène in Vlaanderen te laten opnemen bij het tijdschrift GIG - International Arts Manager.
Slecht nieuws
Alvaro Celso Guimarães overleden
Alvaro Guimarães, Belgisch componist van Braziliaanse afkomst, was verbonden aan de Hogeschool Gent, departement Muziek en was medestichter en artistiek leider van het KunstArbeiders Gezelschap.