k vind het niet zo gemakkelijk je blog te verbeteren k heb nog veel te leren hoor,hopelijk vind ik hoe het moet ,k hang daar in de midden en weet niet hoe t moet maar alles komt on orde,dat voel ik ,als ik al die mooie berichten zie,ben ik nog vere van ,allen de ze stuurden zeg ik bedankt?love roger
Er wordt oveel geschreven over pijn en pijn bestrijding maar; wat doe je als de pijn veroorzaakt wordt door suikerziekte. Voornamelijk de benen en de voeten? voorlopig kan ik mij verhelpen met toevoeging van magnesium en inspuitingen met vitamine b,voor de rest is t wel beter maar weggaan doet het niet. makelijk gezegd maar,voor de rest geloof ik niet dat tussen mijn twee oren zit(makelijker gezegd dan gedaan) mail roge.clement@skynet.be
In de brouwerij werd het een ellendig leven. De oudsten lagen in den kelder. Daar kwijnde de negentigjarige vrouw W...., die in geen tien jaar meer uit haar woning was geweest en welke men nu op haar matras door een raam binnengeschoven had. Daar ijlde in koorts V.H..... die men 10 minuten na haar bevalling in een beddezak gewikkeld, herwaards voerde. Daar kreunden grijsaards en schreiden zuigelingen die de moeders met genoeg voeden konden. Idioten staarden dol voor zich uit. In de muiterij en op den zolder ook zaten ze samengehoopt, de slachtoffers van de Duitsche dwingelandij. 't Voedsel was schaarsch. In een maand tijds hebben de Duitschers geen vijftig brooden gegeven. 't Kon hen niet schelen of de gevangenen honger hadden. Hoogstens lieten ze enkelen in de reeds door soldaten geplunderde huizen wat levensmiddelen te zoeken, en zoo vond men toch wat meel. De bakkers onder de opgeslotenen bakten brood, dat met stukjes van een vinger lang zuinig bedeeld werd. In drie fornuizen kookte men koffie, aardappelen en soep. Drie aardappelen was, per hoofd, 't dagelijkse rantsoen.... Of een schepje aardappelen met soep tot een stamppot gekookt. De doompelaars namen het voedsel in de handpalm, in een muts, een ledige konservendoos, op een plankje, een teloorscherf, en verslonden het gretig. De dochter en de zoons van Costenoble hielden het toezicht, deelden de spijze uit en bemoedigden nog hunne lotgenooten. Een walgelijke geur walmde door de vertrekken. die niet gelucht konden worden. Kindsch geworden ouderlingen lieten hun ontlasting onder zich loopen op 't mul geworden stroo. Er ontstond buikloop. Wasschen kon men niet, want men mocht geen vodoend water halen. Ongedierte plaagde de ongelukkigen. En dag aan dag kroop voorbij, zonder uitzicht op de bevrijding?. Want de vijand had besloten hun hier te vervolhouden, tot Diksmuide gevallen was.Wij zullen zien hor dat duurde tot 15 November. 't Volk noemt nu deze brouwerij ( ze werd later bijna geheel door het geschut vernield)." het pesthol van Eessen." En zwaarder werd het lijden in 't pesthol der brouwerij, waar de opgeslotenen zich nauwelijks bewegen konden, honger leden en stiklucht inademden. Toen begonnen er gevangenen van ellende te sterven. Dan haalden eenige gevangenen planken van de binnenplaats, timmerden een kist en brachten den doode weg naar 't kerkhof. Dat mocht wel van de Duitschers, en men vroeg zich waarlijk af of den beul van Eessen de hoop koesterd dat allen wel bezwijken zouden. We ullen naderhand vernemen, hoe het dezen rampzaligen verder verging. Achter Eessen op 't Roggeveld hadden de Duitschers in hoeven lazaretten ingericht.En al dadelijk vloeide er een stroom van Duitsche gewonden heen.Nu moeten wij nog een ander deel der vijandelijke linie beschouwen.( vervolg op 8) (Foto Belgen in aftocht over een noodbrug).
Dag; mijn lieve, lieve meisje, 't is al weer lang geleden,maar hoe is het nou. Ja echt; echt dat wil ik weten, ik kan je niet vergeten,hoe is het nou. Nee dat is niet wat ik vroeg, je stem alleen is niet genoeg, omdat ik van je hou, maar dat kan ik nu niet zeggen tegen jou. Waarom zeg jij nu niet, denk niet dat het zo maar over is, daarom bel ik je op, alleen omdat ik je zo vreeslijk mis. Als alles anders was mijn lieve meisje, dan had ik nu bij u kunnen zijn, alleen ondat ik van je hou, maar dat kan ik nu niet zeggen tegen jou.
Dag mijn lieve lieve meisje, laat nu de rest maar zitten , 't is wat ik zeggen wou.
Wat jij en ik nu mogen vinden, wij komen toch niet verder, dan hoe is het nou. Nee je stem alleen is niet genoeg, maar dat kan ik nu niet zeggen tegen jou. Omdat ik van je hou, Omdat ik toch zo heel veel van je hou.
De man overdreef niet. zoo was het inderdaad gebeurd. De Heer Jules Maes was schepene van Eessen. De ongelukkigen waren van de wagens gesprongen. De weerloozen schuilden dan onder het voertuig. Het hielp hen niet. Weldra lagen daar op den weg elf dooden. En tusschen de lijken kreunde een dochtertje van Maes, dat twee dagen later gewond, maar nog levend gevonden werd.We zagen het in 1919 terug.Het kind is nog altijd zeer zenwachtig. De vrouw van Maes was langs een andere richting gevlucht, maar werd toch vermoord. Serpieters vluchte met zijn kind door de velden. Hij vertelde dan ook:"Ik kroop door 't aardappelloof lijk een slakke 'k Had 't dutske van mijn kind mee...Zoo zagen ze mij niet....Anders ware ik er ook aan geweest.... O, 't zijn razende duivels.... 't Is aan Eessen- Kapelle gebeurd. Volkaert en zijn schoonbroer zijn ook dood ?" "Die ook al ?" " ze lagen bij Becu aan elkaar gebonden op den mesthoop. En Maes' vrouwe ook ?. " We moesten er allemaal aan ?. kreet een der aanwezigen. Nog sloopen er gedaanten binnen, schuwbevend onder den indruk van hevige tooneelen. En ieder was bode van gruwelen. Uitenhoven was op den weg van Pikkelboon naar Diksmuide eerst geweldig geslagen en dan doodgeschoten. De Duitschers hadden bij Tuitens' bakkerij een gelm en een bebloede vest gevonden. Ze wilden niet gelooven dat Uitenhoven een, gewond soldaat had moeten vervoeren met 't rijtuig van den bakker. Dien helm en het vest waren van den gekwetste. Wat hielp het, dat alles te zeggen ?.Francs-tireurs, moordenaars", antwoordden de woestelingen, die alleen aan burgerhaat wilden gelooven en daarom niet onderzochten. Alois Vevne en zijn vrouw waren op straat vermoord. Als de soldaten maar een burger zagen, losten ze een schot. " We moeten er allemaal aan ?" herhaalde een doffe stem uit den koek. Er aten nu 22 mannen en 40 vrouwen in de kelder van de brouwerij. In 't geheel bleek dat ruim veertig dorpelingen omgebracht waren geworden. Altijd maar meer gevangenen werden er in de brouwerij gebracht en weldra waren er ruim 500 ?Ze werden van dichtbij bewaakt. De Duitschers metselden vensteropeningen dicht, of maakten ze met nettedraad af.... en in 't eerst verboden de gevangenen zelfs buiten aan hun natuurlijke aan hun natuurlijke behoeften te voldoen. In den omtrek dwaalde 't vee,dat talrijke bonte vee der welige streek. Eenige burgers mochten toen de koeien gaan melken. Dat gelukte enkele dagen. De arme beesten lieten de menschen naderen maar weldra werden ze wild door het oorlogsgeweld en stormden ze brullend over de velden tot een granaat of 't schot van een Duitscher hen neervelde.(wordt vervolgd op 7) Foto De Belgische grenadiers doen een charge en werpen den vijand achteruit aan den IJzer in 1914)
Een groene vriend; Dat is degene die altijd en overal in elke situatie het positieve laat zien, en altijd hoop geeft.
Mijn blauwe vriend? Dat is de kleur van de lucht en de zee,die mij vrede en rust brengt.
Mijn gele vriend; Dat is de kleur van de zon?,een vriend die mij aan 't lachen brengt, en die mij de sterren toont als ik triest ben.
Mijn rode vriend; Dat is diegene die mij herinnert aan de regels van mijn leven, en die mij aanmoedigt om te veranderen , met warme liefdevolle woorden.
Mijn oranje vriend, HA? M'n " oranje" vriend , die versterkt mijn geest met nieuwe inergie, met vitaminen boordevol liefde die mij helpt groeien.
Mijn grijze vriend? Dat is degene die mij stilte bijbrengt; die mij leert om naar mijn zelf te luisteren en mij leert om anderen te begrijpen.
Na veell problemen ben ik dan toch weer van start gegaan,ik wens jullie allen het allerbeste toe en hoop met wat meer tijd weer definitief van start te gaan. In ieder geval de groetjes van ploef.
Den kommandant gebiedt te schieten.De soldaten vuren in de lucht. Dan moeten de mannen in looppas heen en weer rennen, terwijl de Duitschers staan te lachen en hun uitschelden voor frances tireurs. Een tweede zoon van den brouwer egt, dat de inwoners hun weinige wapens afgegeven hebben en deze in het huis van den burgemeester verzameld zijn. Hij is bereid er den kommandant heen te brengen. Den overste en eenige mannen gaan mee. Te vergeefs belt men. De deur wordt ingebeukt. In de voorkamer liggen inderdaad de wapens ordelijk geschikt, elk met het briefje van den eigenaar. Daar valt den blik van den kommandant op eenige Duitsche geweren en militaire vesten. " Wat is dat ?" huilt hij. "'t Is heel eenvoudig. Er hebben hier soldaten gelogeerd en dit achtergelaten toen ze op 17 October vluchtten." " Neen,neen, gij hebt ze laf vermoord en zult die misdaad duur bekopen." Waanzinnig van woede biedt de overste de woning,de kerk en een veertigtal huizen met naphta te begieten en in brand te steken. Buiten het dorp moeten een dertigtal huizen en hoeven hetzelfde lot ondergaan.En onmiddelijk laait van alle zijden het vuur. Dikke rookwolken, waaruit duizenden vonken spetteren,stijgen omhoog. Menschen weenen en jammeren, soldaten huilen, geweren knallen. 't Leek wel 't einde van de wereld. De mannen moesten lang op den koer blijven. Sommigen vielen van vermoeienis neer, maar werden met schoppen en zweepslagen weer overeind gejaagd. De reeds gewonde zoon van den brouwer, Alberic Costenoble,werd geheel afgemaakt. Een kogel velde hem neer. 't Lijk moest daar blijven liggen. Soldaten beroofden tal van Essenaren van hun geld en horloge.De pastoor, de heer Boutens was reeds gevangen naar Ichtegem gevoerd. Eessen was nu een oord van verschrikking. Niet alleen was de dorpsplaats een brandpoel, maar overal in 't ronde woedden de vlammen, naar Keiem op en Beerst, te Vldsloo, te Woumen en boven Diksmuide elf waggelde de rosse gloed. De kanonnen bulderden maar, getiktak der machinegeweren en deschoten, het fluiten der kogels, want niet ver van daar waren de legers op elkander gebotst en van Woumen tot voorbij Beerst, dus in een kring om de stad,betwistten ze elkaar het zoo veege Diksmuide. In dat strijdgewoel ook waren vluchtelingen verdoold geraakt en ze schuilden in putten en achter de mijten en aten met den angst van ontdekking op 't lijf. De Duitschers dreven de burgers van de brouwerij naar de herberg van Bossuit. Hier moesten ze in de gelagkamer wachten, onder toezicht van vier bewakers ,welke hun toch verlof gaven te zitten.Maar dan trad hun beul weer binnen. "Niet zitten ?" huilde hij. "Recht staan ? Zwijnhonden zijt ge francs-tireurs en moordenaars ?" Eensklaps greep hij een kruisbeeld en hief het in de hoogte. "Ziet dat aan ?" vervolgde hij. " 't is voor 't laatst bereidt u tot den dood ?" ( wordt vervolgd op 5) Foto ;(De Koning in een West Vlaamsch dorpje achter het frond)
Pluk de dag ,zolang je er nog van genieten mag, begin met een mooie lach,stel niet veel vragen, en wees vroom voor al wie je tegen komt. en je wordt er dubbel en dik voor beloond.
(Met de groetjes van ploef)Da benne 'k ik op den foto)
(2)DE DUITSCHERS NAAR DIKSMUIDE HANDZAME?WERCKEN BEERST,VLADSLOO,ESSEN,WOUMEN
VERVOLG VAN 1( Foto)(Wat overbleef van het bloeiende Roozebeke) Men voerde dan de gevangenen naar het dorp, scheidde hier de mannen van de vrouwen en kinderen, welke ruw naar Couckelare, een dorp ruim een uur achterwaarts, werden gestuurd. Intusschen had den vijand ook te Beerst zelf zijn woede bot gevierd. Burgemeester Coene was, evenals zijner dorpsgenooten,uit den kelder gehaald geworden, waar zij zich voor het geschut hadden verborgen. " Gij hebt op ons geschoten?" luidde natuurlijk ook nu de betichting, gevolgd door de bedrijging: " Ge wordt allen gefusileerd." De heer Coene nam het woord, maakte zich als dorpsoverste bekend en vroeg dat men de huizen zou onderzoeken, om te zien of er ook wapens verborgen waren.De burgers werden dan vrijgesteld. Erger was 't vergaan met den boer. Charles- Goudemaker. Hij en twee landbouwers van Vladsloo? vader en dien getrouwde zoon Rommelare, werden door een Duitsche bende meegevoerd.De ellendelingen behoorden zeker tot de slechtste elementen van het leger, want al het beestachtige moest in een mench woeden, om alzoo naasten te behandelen gelijk zij het met deze drie dompelaars deden. Ze sloegen en stampten, wierpen hen ten gronde, joegen hen weer met de bajonet op, stelden ze tegen den muur, dreigden te schieten, veranderden hun plan. Drie dagen duurde deze foltering.De burgers die Goudemaker 't laatst gezien hebben, getuigden, dat hij bont en blauw geslegen was. Ten slotte werden de drie martelaars achter de kerk doodgeschoten. Niet ver van daar naar Keiem op, vermoorde men een zwakzinnige vrouw, die uit Vladsloo gevlucht was en de soldaten bedreigde zonder dat zij wist wat zij deed.Een man uit Leke,die op de zelfde hoeve gevlucht was, onderging ook dit lot. Basiel Bruwaen en zijn 15 jarige dochtertje vluchtten van Beerst weg en werden door kogels getroffen en omgebracht. De Duitschers zochten naar den pastoor, den eerwaarden heer Hoet, maar deze was tot zijn geluk gevlucht.De gansche familie Deseck, man, vrouw en dochter verloren het leven. Minstens vijftien menschen van 't kleine Beerst vielen aldus als slachtoffers der Duitsche terreur. De soldaten dreven de bewoners uit de huizen.Zoo vertelde ons een gezin.Wij zaten in den kelder. De kerk was afgebrand en veel huizen vlamden. Wij hoorden granaten barsten. Er waren bondgenooten uit Diksmuide gekomen en ze hadden den Duitschman weggeborsteld, maar voor niet lang. Den vijand kwam dus terug en wij moesten zijn woede ondergaan. We hoorden de soldaten ons winkeltje plunderen. Ze wierpen suiker, meel en andere waren de straat op Dan dreven ze ons naar boven.'tWas tegen den avond."Allez, voort", schreeuwden ze. " En ge komt in ons huis niet meer terug. Wij zullen wel in uw bedden slapen. Ze spotten nog met ons. Door de duisternis moesten wij met de kinderkens heendolen, tot we bij Couckelare een onderdak vonden. 's Woesdags avonds, den 21° was de gansche dorpskom op die wijze ontruimd. Alleen eenige oude lieden bleven,en dan gevangenen, onder de groep van Beerst-Bloote, waarvan er verschillenden mishandeld en gewond werden.(Wordt vervolgd op (3)
Ondanks de drukte om mij geen gezien de komende verkiezingen wil ik nog aan al de vrienden en vriendinnen bloggers een goeje dag wensen en ik hoop op betere tijden binnen kort,je krijgt in ieder geval van mij het allerbeste toegewenst.
(De groetjes van ploef en aan de vrouwkens een dikke zoen)
(1)DE DUITSCHERS NAAR DIKSMUIDE HANDZAME?WERCKEN BEERST,VLADSLOO,ESSEN,WOUMEN
De inwoners van Diksmuide werden wel diep in hun verwachtingen teleurgesteld, toen na dien maandag met het beloofde offensief, op Dinsdagmorgen reeds vroeg granaten in hun stedeke vielen.Officieren waarschuwden de burgerlijke overheden en de inwoners met de weinig geruststellende woorden."Dan men vluchte? De Duitschers zullen de stad aanvallen.ja, het offensief was mislukt en eensklaps lag Diksmuide in den vreeselijken strijd.Maar niemand kon nog vermoeden, hoe het worden zou,en al trokken er wel veel inwoners heen, toch bleven er niet weinigen, in een laatste poging tor bescherming van huis en have en uit aanhankelijkheid aan hun grond. Ja de Duitschers waren in aantocht.Ze teekenden ook in dit gedeelte hun weg met bloed en vuur te Handzame vermoorden ze den burgemeester Ampe, die aan de deur was komen zien en niets misdeed nog geen nijdig woord sprak. Zijn geld zat in den kelder. Nabij het station dreven ze weerlooze mannen en jongelingen voor zich uit. Een officier huilde dat zij Franc-tireurs waren. Dan werden er vier uitgekozen en zoo schandelijk vermoord, dat men later bij het openen der graven,de dorpsgenooten bijna niet meer herkennen konden.De martelaren lagen nog geboeid en zoo had men hen geslagen,gestoken, gebeuld en eindelijk afgemaakt. De woeste benden liepen den hanschen omtrek af.Te Wercken hadden ze tegenstand van Fransche soldaten ondervonden en wreeken ulks ook hier op de bevolking.Dertig huizen ongeveer gingen in de vlammen op. Twee jongelingen van Ardooie bij Roeselare die op hun vlucht niet verder geraakt waren en op een hoeve schuilden, werden met den boer en twee werklieden met bajonetsteken vermoord. Te beerst zaten dertig burgers,mannen,vrouwen en kinderen in een gracht tusschen het dorp en den IJzer,op de wijk Beerst-Bloote.Er was voor hen geen andere dekking in het vuur vanBelgen en Duitschers, det hier elkaar kruiste.Twee sagen schuilden de ongelukkigen daar. Den honger dreef hun naar een hoefje. Hier zou men wat aardappelen koken. De Duitschers zagen de rook uit den schoorsteen komen en slopen naar het gebouw, meenend dat daar spionnage bedreven werd. Teneinde de lieden uit de woning te jagen, staken ze deze in brand. De verschrikte menschen vloden gillend naar buiten, maar de wilde soldaten lagen gereed om op hen te vuren. Schoten knalden en dadelijk daarop klonken doodskreten. Vier vrouwen werden aldus gruwelijk vermoord. Een officier liet toen de moordpartij ophouden en snelde naar de verschrikte groep toe."Gij zijt spionnen, ge helpt de Belgen, daar aan den IJzer" riep hij dreigend. De molenaar Blankaard betoogde, dat zij allen weerlooze vluchtelingen waren, die zich verborgen hadden voor het geschut. ( PUIN DER KERK VAN ESSEN)(wordt vervolgd 2)
DE GRUWELEN IN HET LAND VAN NAMEN ( 28) VERVOLG VAN 27( SLOT)
TE AUVELAIS Op21 Augustus on den vroegen morgen, verschenen de Duitschers uit de richting van Velaine, in de omgeving van Auvelais, een groot nijverheidscentrum, niet ver van Tamines. Het kostte heel veel verliezen om zich van La-Sarthe, een der wijken van Auvelais, meester te maken. De Franschen trokken systematisch terug, daalden van hoogten van La Sarthe naar Auvelais af, en wachtten ten slotte, den vijand op den rechter Samberoever af.Tegen den middag slaagde deze er inAuvelais binnen te dringen.Terwijl de straatgevechten in vollen gang waren, begonnen reeds de gruwelen. Een der eerste slachtoffers was een vrouw van 25 jaar. Zij poogde te ontvluchten met haar 5 jarig kind in de armen? De kogels troffen echter doel en de vrouw viel ten gronde met verbrijzelden schedel. De moordenaars grepen toen het kind, brachten het bij de buren en zegden;"Maman kapout? kind voor u?. De Duitsche geweldenaars vermoorden 52 inwoners, waaronder 6 vrouwen, verscheidene grijsaards en zelfs een kind van 2 jaar; 127 huizen werden verwoest; 200 gijzelaars werden aangehouden en gedurende vier dagen en vier nachten op alle mogelijke wijzen mishandeld. TE SOMME-LEUZE Ook Somme-Leuze,gelegen op de groote baan van Marche op Luik en deze van Barvaux-sur-Ourthe naar Andenne, was het tooneel van Duitsche gruweldaden. Verscheidene inwoners werden gefusilleerd en huizen in brand gestoken, terwijl een aantal gijzelaars- waaronder de pastoor Hacherelle- naar Duitschland werden gevoerd, waar zij maanden lang gevangen werden gehouden. einde van de gruwelen bij Namen.
vervolg het tooneel van de strijd in den westhoek van Vlaanderen
God zal niet vragen in welke auto je hebt gereden. Hij zal u vragen hoeveel mensen je vervoerd hebt die geen auto hadden.
God zal niet vragen hoeveel vierkante meter je woning was. Hij zal vragen hoeveel mensen er welkom waren in je huis.
God zal niet vragen naar je hoogste salaris. Hij zal vragen hoever je bent gekomen.
God zal niet vragen hoeveel kleren je in je kast wel hebt. Hij zal vragen hoeveel mensen je hebt geholpen om aan kleren te komen.
God zal niet vragen naar je titel of funktie die je had. Hij zal vragen hoe goed je uw werk hebt gedaan.
God zal niet vragen hoeveel vrienden je wel had. Hij zal vragen voor wie hij een vriend waard.
God zal niet vragen in welke buurt je woonde. Hij zal je vragen hoe je uw buren hebt behandeld.
God zal niet vragen naar je huidskleur. Hij zal je vragen naar je karakter.
God zal je niet vragen waarom 't zo lang duurde voor je bij hem verlossing zocht. Hij zal je liefdevol naar je plaats in den hemel brengen, en niet naar de hellepoort.
DE GRUWELEN IN HET LAND VAN NAMEN ( 26) VERVOLG VAN 25
TE ERMETON-SUR-BIERT Ermeton-sur Biert ligt op de spoorlijn van Dinant naar Tamines,20km, ten W, van Dinant en bezit een bevolking van620 zielen. De vreeselijke slagen, die de Duitschers aan de forten van Namen op den 20° en 21° Augustus toebrachten , alsmede de drukking, die zij op het Samber-front van Namen naar Charleroi uit oefenden, deden al spoedig hun invloed op het tusschen Samber-en-Maas gebied gelden. Den 23°Augustus werden de Fransche troepen troepen den terugtocht te aanvaarden. Te Ermeton bleven slechts enkele honderden Belgische soldaten van het 8°, 10° en 18° linie over. ze hadden tot opdracht het te snelle oprukken van den vijand te belemmeren en den aftocht te dekken. Onder den indruk dezer gebeurtenissen, nam het grootste gedeelte der bevolking de vlucht. Te Ermeton bleven nog slechts de gravinnen de Villermont, enkele dorpelingen en den pastoor, die weigerde heen te gaan. Bij den dageraad van den 24° rukten de Duitsche voorhoeden Ermenton binnen. Onmiddelijk ontbrandde den strijd.De onzen gedroegen zich ongemeen dapper en legden het wapen slechts neer, na meer dan zeshonderd vijanden buiten gevecht te hebben gesteld.Ermenton moest voor dezen tegenslag boeten: 83 woningen werden vernield; een inwoner werd te Furnaux, een te Couvin gefusilleerd, terwijl eene geheele familie te Surice als slachtoffer viel. TE METTET Te Mettet, ten westen van Ermenton, werden twee inwoners gefucileerd en 10 woningen verwoest. TE JENEPPE_SUR SAMBRE Op 17 km, ten westen van Namen, op de spoorlijnen van Charleroi naar Namen en Tamines naar Gembloux, ligt Jemeppe -sur-Sambre,een gemeente van3.500 inwoners.Op 21 Augustus, om 1 uur 's namiddags, verschenen er de Duitschers, opgewacht langs den rechteroever der Samber door een handvol Fransche soldaten.De Duitschers begonnen onmiddelijk te plunderen en gijzelaars, gekozen onder de notabelen van het dorp, te nemen.Deze laatsten werden dan als schild voor de Duitsche troepen gebruikt, hetgeen de Franschen verplichtte met schieten op te houden/ 's Avonds trokken de Duitschers zich op de hoogten van Valaine terug en sleepten de gijzelaars met zich mee. Een dezer werd gefusilleerd, de anderen werden zeer slecht behandeld. Ook de twee volgende dagen beschutten de Duitschers zich achter de gijzelaars,waarne ze eindelijk werden losgelaten. Zeven inwoners hebben er het leven bij gelaten. Onder hen bevond zich een arme van geest, die redding in de armen van zijn moeder had gezocht. De Duitsche moordenaars behooren tot het Elisabeth-regiment. TE WILLERZIE Deze plaats maakt deel van het kanton Gedinne uit, bevindt zich op de Fransche grens, ligt op 10 km, in vogelvlucht van den rechter oever der Maas en telt 700 zielen. Op zondeg 23 Augustus, om 10 uur 's avonds, greep er een treffen tusschen Duitschers en Franschen plaats. Om 2 uur 's ochtends van den 24° moesten de Franschen wijken. wordt vervolgd op 27 vervolg van 26
Een woord;,een kaart een regel op papier,die zegt ik ben hier, kom maar schuilen, hier mag je huilen, hier mag je zijn. Dat heeft een mens zo nodig, en dat is fijn. Elkaar wat ruimte geven,en altijd duidelijk zijn. Dat is echte vriendschap ,en respect, dat is intens alles samen delen. Liefhebben is niet moeilijk, open je hart en je ogen,dan weet je, dat het leven nooit z'o mooie is geweest, het geeft een goed gevoel om lief te hebben, delen in 't leed van anderen,biedt je schouder aan en laat zien dat je om je vrienden geeft
Het is mooi om lief te hebben,de warmte van je hart te kunnen geven,om ook nog te krijgen, Dit is een heel gevoel apart. Je kunt rijk zijn en en van alles hebben, maar je staat er heel alleen, wanneer je niemand eens kan zeggen, hoeveel je om hem; om haar geeft. 'T is mooi om lief te hebben, laat je hart steeds open staan. Het is mooi om lief te hebben; 'T is een bron om door te gaan.
't is misschien raar,'t is misschien arrogant en niet geheel zonder pretentie.
Maar't is echt waar, ik vind 't zelfs onbetant en 'k heb zo 'n last van intelligentie.
'k ben zo gevoelig en een beetje slim, dat ik denk 't is veel voor eene mens, in de wereld vol van kommer en kwel, heb ik nog maar die eene wens.
aan allen die dit lezen, trek het je wat minder aan, van al dat menselijke lijden. en probeer jezelf nog even te verblijden. het zijn nu eenmaal zulke moeilijke tijden.