Zoals alle mensen die ietwat bewust zijn van hun uitwendige aantrekkelijkheid, stellen ze de aankoop van een bril zolang mogelijk uit, niettegenstaande het feit dat ze zonder leesbril (vooral), niets ne meer degelijk kunnen onderscheiden, tenware de seks georiënteerde dromen in hun slaap, natuurlijk.
Wij ook hier, thuis, hebben elk een nieuwe bril nodig en ik zelfs twee, zijnde één om ver en een andere, om dicht te kunnen zien. Daarom ook heeft God mij voorzien van een extra grote neus, zodat er nooit plaats zal te kort schieten, zelfs niet in het geval de wetenschap ontdekt dat ik beter weg ben met een Wc-bril. Mijn dochter heeft al verschillende keren laten ontsnappen dat ze een Papa met een kleinere neus zou verkozen hebben, had ze mogen kiezen, maar ik heb daar prompt op gereageerd dat een grote neus, net zoals een groot voorhoofd, bewijzen zijn van grote virielheid, plus natuurlijk ook intelligentie, in die volgorde. Niet alles wat groot is, nochtans, is een voordeel, zoals grote oren (voor absoluut verstaanbare redens) en grote ogen (hier beweren ze dat iemand met grote ogen - een gulzighaard - niet binnen zal gelaten worden in China en vroeg of laat moet ik dat toch eens proberen). Een grote mond is nu ook niet precies iets waar ge hartstochtelijk moet naar verlangen en bij de vrouwen is de grootte van de mond zelfs rechtstreeks evenredig met de omvang van hun andere mond, daar beneden, wat niet erg geapprecieerd wordt, schijnt het, door de experts en liefhebbers. Grote handen, daarentegen, verwijzen ogenblikkelijk naar het instrument van de mannen en de Baetens waren daar absoluut meester in. Ik heb het genoegen te mogen refereren aan één van mijn vorige posts, waar ik het werktuig in kwestie, van Nonkel Marcel met name (en waar Tante Denise zich jarenlang heeft op gebotviert), heb geprobeerd te verbergen met de aanwending van een bananenblad, maar ik beken, zonder veel succes, nochtans.
Tot daar de inleiding.
Maar ik wil het vandaag speciaal hebben over die eerder vermeldde Wc-bril. Is 't u ook nog niet opgevallen dat de WC-bril in het café waar ge een dagelijkse klant zijt (of zowel, in de gemeenschappelijke badkamer van uw broer, in Gent) nooit recht wil blijven staan terwijl ge bevend uw haperende gleuf aan het open peuteren zijt en haastig uwen bijna overstromende pisser te voorschijn haalt en ge de betreffende spier al hebt toegelaten te ontspannen, terwijl ge ineens verplicht wordt u vliegensvlug te bukken om hem, de Wc-bril dus, terug recht te zetten, zodat ge er op pist zonder het te bedoelen, wanneer hij de bruisende straal voorbij passeert en bovendien luidruchtig, de Wc-bril weeral, terug naar beneden bonst, wanneer ge u nogmaals aan het oprichten zijt?
Dat het Wc-papier, iedere keer dat ge een stukje van de rol af wilt scheuren, juist in het midden van het vorige stukje scheurt en ge verplicht zijt nogmaals te proberen om te vermijden dat ge met een half blaadje in uw handen staat terwijl, de omvang van uw achterwerk in overweging genomen, ge op zijn minst drie blaadjes nodig hebt, om uw middelvinger niet vuil te maken?
Dat diene verschrikkelijke worst niet verzwolgen wil worden door het bruisend water, onafhankelijk van hoeveel keren ge probeert hem door het gat te spoelen en dat hij altijd terug opduikt, wat wetenschappelijk bevestigt dat stro.. lichter is dan water en blijft drijven, zodat ge op den duur verplicht zijt een handje toe te steken om hem definitief te doen verdwijnen?
Dat ge heimwee hebt naar die ferme straal die eens een levend bewijs is geweest van de ongerepte staat van uw prostaat, toen ge nog twintig jaar jonger waart en bekwaam op een vlieg te mikken in het piskommetje dat onweerstaanbaar verplicht werd onder te duiken om te kunnen ontsnappen aan de kracht van de straal, maar onafhankelijk van zijn weerstand, toch verplicht was te verdrinken vanwege de dertig seconden durende straal, waar geen enkele vlieg kon van overleven maar nu, tegenwoordig, de vlieg, onbekommerd vast stelt dat het zich om een motregen betreft?
Dat ge, hoe perfect ge ook mikt, de laatste druppels op de WC-bril vallen, als ge geluk hebt, want dat ze meestal buiten de Wc-pot belanden, onafhankelijk van uw mikmethode?
Dat de velletjes papier (enkele of dubbele) altijd overal scheuren, uitgezonderd op de plaats waar de fabriek daarvoor een reeks speciale gaatjes heeft aangebracht en dat zij durven zweren dat ze nergens anders zullen scheuren? Of dat ze te dun zijn, net zoals bijbelpapier en uw vinger er gemakkelijk doorheen schiet, zodat ge niet weet waar juist ge de schoonmaak zult beginnen?
Dat uw pisser altijd dikker en omvangrijker is als ge goesting hebt om het water uit uwe knie te laten vloeien, maar gewoonweg ineenschrompelt en weg kwijnt als ge van plan zijt de bloemetjes eens buiten te zetten? Dat ge niet begrijpt hoe zoveel vrouwen er niet terug voor deinzen diene afschuwelijke darm in hunne mond te steken?
t Is nu intussen voor iedereen al lang duidelijk geworden (de stresserende klootzakken niet inbegrepen) dat links zijn niet overeen komt met communisme en radicalisme" in het algemeen en "goesting om kindjes op te vreten" in het bijzonder. Modern links zijn is vooruit zijn op zijn tijd, ecologisch en natuurgezind, vredeaardig, bekommerd met een evenwichtig en gezond leven voor zichzelf, zijn familie en verder al zijn vrienden en kennissen (hun vijanden, de rechtsgezinden, kunnen op hun gemak hun kloten kussen), waarin er tijd is voor alles wat aangenaam is en de inspanning afgelost wordt door de ontspanning, de godsdienst vervangen door rust, meditatie en de concentratie en de zekerheid dat men hier, op dit brokje aarde, alles moet doen wat enigszins mogelijk is, vooral terwijl men gezond is, om geen enkele gelegenheid te verliezen gelukkig te zijn, al is het maar voor enkele seconden, terwijl men niets moet verwachten van het leven, na de dood. De belangrijkste kant van de linkse is de onzichtbare.
Aan de andere, tegenovergestelde, kant staan diegenen die de macht nastreven voor de macht, die veel lawijt maken, die geld (absoluut en volmaakt synoniem van God en in zijn naam, veroverd en gebruikt) aanbidden, die andere mensen opofferen om hun eigen overheersing te verzekeren, die voorstanders zijn van langdurige en wrede folteringen en martelingen, gevolgd door de onvermijdbare doodstraf, vooral om de sporen uit te wissen, die veronderstellen dat hun gat van goud gemaakt is, die de anderen uitbuiten, hen gewetenloos uitpersen, die het geweld gebruiken omwille van het geweld en die er daarna gezellig mee zitten te trillen van de opwinding en die, bij het nauwkeurig toezien van het afzien van een andere, gretig opmerken dat het leven nu eenmaal zó is en er niet voor terug schrikken oorlogen te verwekken, of zowel hartstochtelijk te verdedigen, immer in het land van de anderen om zich, zogezegd, preventief te verdedigen, terwijl ze zich veilig verbergen in hun eigen bunkers. Er zitten ook ne hele hoop dwazen en slecht gemeende mensen aan de rechterkant, want alhoewel meneer God en meester Duivel niet bestaan, bestaan er wel goede en slechte exemplaren van sterfbare mensen. De belangrijkste kant van de rechtse is de zichtbare.
Het is ook interessant op te merken dat, als rechts aan de macht is, de rechtse pers langdurig uitlegt waarom de regering geen sociale diensten kan offeren aan de minder begunstigde bevolking, onveranderlijk omdat ze daar eerst een speciale voorziening moeten voor maken, wat niet gemakkelijk is, want ze moeten voordien een hele boel andere maatregelen treffen, allemaal in het voordeel van wie al lang over de nodige middelen beschikt (zogezegd om eerst de koek te doen groeien om hem dan daarna, onder meer mensen te kunnen verdelen), terwijl, als links aan de macht is, de rechtse bereid zijn de helft van de wereld te verzetten om het budget, speciaal bestemd aan de meest benodigde, te verminderen, te verdelen en af te schaffen, intussen niet nalatend de regering te kritiseren, bijvoorbeeld, omdat ze aan het proberen zijn te trachten het pensioen van de gepensioneerden (onder felle druk van jarenlange deficit) volgens de reële inflatie aan te passen, zonder werkelijke verhoging, zoals met het minimum salaris gedaan is geweest, terwijl zij altijd maar aanhaalden, toen ze in dezelfde stoel zaten, dat er daarvoor geen middelen bestonden, enz..
In korte woorden, links is gezond, eerlijk, transparant en betrouwbaar, terwijl rechts, ziek is, vals, geheimzinnig, laf en bedriegend.
Gleiane M. Van Leuven, weeral "Goud" in Fortaleza (vorige zaterdag), tussen atleten van acht verschillende Staten van Brazilië: Maranhão, Pará, Bahia, Paraiba, Rio Grande Do Norte, Pernambuco, Ceará en Sergipe...
Ondergang van een jonge, maar toch al verwende, maatschappij
Het is niet helemaal verrassend, maar wel eigenaardig hoe rap de decadentie, zoals een nevel (mist?), over de VSA aan het trekken is en bijlange nog niet opgelost. Ik had dat al ontdekt, ongeveer twintig jaar geleden, na mijn eerste glorievolle jaren hier, toen praktisch alle Amerikaanse grafische leveranciers en fabrieken, na verschillende jaren succes en in sommige gevallen, zelfs eeuwenoude en beroemde fabrieken, zoals MGD Graphic Systems en Hoe Corp., maar ook kleinere, schitterende en blijkbaar gezonde firmas zoals Idab, Cutler Hammer, Sta-Hi, Western Lithoplate, Compugraphic, Mergenthaler, Autologic, NuArc, AB-Dick, Harris, AM, Versatec, Photon, Varisystems, Dauphin Graphic Systems, enz.. langzamerhand aan het kampen zijn geraakt met financiële problemen, te wijten, in groot part, aan hun zware en kostelijke structuren (net zoals die van Communistische Staats bedrijven, waar er, onveranderlijk, meer chefs aanwezig zijn dan werklui) die onderhouden moesten worden met alsmaar slinkende winsten vanwege de stijgende concurrentie, vooral van firma's afkomstig van de Oosterse landen. Eens "oneindig groot" gewaande maatschappijen, zoals IBM, Xerox, GE en Kodak zijn nu al duidelijk meetbaar, vooral in "duimen" en in "voeten", middeleeuwsachtige manieren om afmetingen en afstanden uit te rekenen.
Vandaag zijn ze allemaal, zonder uitzondering, failliet verklaard geweest, zijn simpelweg gesloten of verkocht, meestal aan Europese of Japanse firma´s en nu recenter, aan Zuid Koreaanse, Chinese en Indische fabrieken, vooral geïnteresseerd in hun patenten, ontwerpen, engineering en technische planten. Het betekent de ondergang van een artificiële jonge zon die zich niet aan de bliksemsnelle tijd heeft kunnen aanpassen, overtuigd dat ze waren (en nog altijd zijn) dat ze vooral in hun persoonlijke God mogen vertrouwen, om alles onder controle te behouden.
De Noord-Amerikanen minachtten toen vooral hun Japanse concurrenten die ze beschuldigden hun machines (slecht) gekopieerd te hebben, om ze aan de helft van de prijs te koop te stellen. Ze vertegenwoordigden, elk van hen, de belangrijkste segmenten in hun respectief gebied van actuering en zijn gewoonweg bezweken onder de druk van kleinere, buitenlandse maatschappijen, met lichtere, gestroomlijnde en goedkopere structuren. Eendere feiten zijn gebeurd, zoals iedereen al weet, met andere en nog veel belangrijkere industries, zoals de automobielindustrie, vliegtuigindustrie, elektronische industrie, enz..
In dat opzicht is het, bijvoorbeeld, eigenaardig vast te stellen hoe een land dat zich vooruitstrevend noemt, nog rekent en werkt met een laagspanning van 110 Volts (mono fase), wanneer men, in de rest van de industriële wereld al lang 220 Volts aanwend in alle elektrische en elektronische toestellen, wat enorm veel voordelen representeert, onder andere, zuinigheid in verbruik en vooral in materiaal, toelatend koperen draden te gebruiken met een kleinere diameter, wat enkele miljarden dollars vertegenwoordigt in extra gewicht en kost.
´t Is eigenlijk geen wonder dat de Amerikaanse belastingbetaler moet ingrijpen om private banken en autofabrieken te redden en/of uit de nood te helpen.
Ik heb gezegd.
NB:
Hier in Brazilië zijn er ne hele hoop mensen die echt verlangen en hopen dat de VSA zich nog ettelijke jaren bezig zullen blijven houden in Afghanistan en in Irak. Zo geraken ze altijd maar dieper en dieper in de put, van de ene kant en blijft er minder geld over en ook goesting, om nieuwe oorlogen aan te vatten in Iran, Venezuela en Noord-Korea, van de andere kant...
Fred was van Cubaanse afkomst en zoals praktisch alle Cubanen die in Miami wonen, fel anti-Fidel gezind. Hij was, ik begrijp niet goed waarom, aangeworven geweest door de firma Idab Corp., gespecialiseerd in de productie van Mailroom Equipment, of in het Vlaams, machines geschikt voor het tellen, transporteren, opstapelen en binden van krantenbundels (of magazines, in andere gevallen), in de functie van Latin America Sales Manager.
Net zoals gebeurde bij de verkoop van offset persen waren wijzelf bekwaam genoeg, niet alleen alle nodige technische en financiële inlichtingen te verstrekken, nodig om de klant te kunnen overtuigen, maar ook om, zonder verdere bemiddeling van de fabriek, de eventuele zaken zelf ook definitief af te sluiten.
Toch vonden we het, somtijds, gepast een directeur van de fabriek in het buitenland uit te nodigen gedurende het tekenen van het ordersheet en het ontvangen van het voorschot, tien percent van de totale verkoopsprijs (meestal rond de vijfhonderd duizend dollars) vertegenwoordigend, om de zaak wat belangrijker en prestigieuzer te doen klinken in de ogen van de klant, die ons echter, in de grond, meer vertrouwde dan gelijk welke afgevaardigde van de fabriek, maar ook niet weigerde er een officiële gebeurtenis van te maken, onder andere door fotos van de gelegenheid te publiceren in hun krant en daarmee te trachten te bewijzen, aan hun lezers, hoe vooruitstrevend ze wel waren en hoe modern, zodat mijn aangezicht hier nu al beter gekend is dan dat van Michael Jackson.
De krant Jornal Do Comércio, van Recife was, na enkele maanden inspanning, ook eindelijk zover geraakt en ik had besloten diene bepaalde Fred uit te nodigen om de fabriek te vertegenwoordigen op dat heerlijk moment, terwijl de klant ook bereid was er een kleine ceremonie van te maken.
Gedurende enkele eerdere bezoeken van dat wezen aan onze kantoren in Rio had onze eigen directeur speciale aandacht besteed aan Fred, vooral omdat ze beiden, gedurende vele uren, hun vergif hadden zitten destilleren ten opzichte van hun gemeenschappelijke vijand, daar in Cuba en was Fred zich zelfs een beetje zoals de zoon van mijn directeur aan het beschouwen geweest, vooral ook omdat hij ooit eens tranen met tuiten had zitten schreien, omdat hij zijn oud vaderland terug wilde bezoeken, maar vermoedde dat hij omver zou geschoten worden, zette hij daar nog eens een stap binnen.
Hij had gepland s avonds laat te arriveren vanuit Miami en ik had hem gevraagd zich rechtstreeks naar het gereserveerde hotel te begeven waar ik hem, de volgende dag, in de receptiehal, zou ophalen, stipt om 9 uur in de morgen.
Daar stond ik dus, stipt om 9 uur in de morgen en er was niets van meneer Fred te bespeuren. De vergadering met de klant had ik afgesproken om 9u30, want wat later begint hunne alledaagse sleur en kan er nog moeilijk een uurtje afgedwongen worden. Ik wachtte tien lange minuten en toen verloor ik mijn geduld en besloot hem op te bellen in zijn kamer. Niemand nam op. Men zegt hier, in Brazilië, dat tien minuten te laat, nog altijd stipt is en geoorloofd, vooral voor de belangrijke mensen, die zich laten wachten op de minder belangrijke, maar voor mij is stipt, stipt en te laat, te laat. In alle geval, ik vermoedde dat hij zich nog in zijn bed lag te masturberen, of zowel met een slappe afgang op de Wc-pot zat te kampen en daardoor onmogelijk de telefoon kon opnemen, want de receptioniste bevestigde dat hij zich wel degelijk in zijn kamer bevond. Ik heb nog ne keer gebeld en niets. Enfin, het kon me gene barst ne meer schelen en ik liet een boodschap achter aan de receptie dat ik alvast naar de klant was vertrokken. Net toen ik de deur uit beende riepen ze me terug, bewerend dat Fred aan de lijn was, met de informatie dat hij zich overslapen had. Bewust dat hij op zijn minst nog een verder half uur nodig zou hebben om zich gereed te maken, terwijl er al twintig minuten verlopen waren, bevestigde ik mijn beslissing niet op hem te wachten, om het afgesproken uur met de klant niet te verliezen.
En inderdaad een half uur later dook hij daar verward op. We hebben samen de papieren in twee minuten getekend, enkele onnozele foto´s getrokken en ik heb hem, zonder verder onnodige woorden te verspillen, terug afgezet aan het hotel en was van plan hem, beleefd, een goede reis (terug) te wensen toen hij me uitnodigde, s avonds ietske te gaan eten. Daar kon ik blijkbaar niet van-onderen-uit, oordeelde ik en besloot zijn aanbod te aanvaarden, maar ik had daar beter twee keren moeten over na gedacht hebben.
s Avonds was mijn kwaad gemoed nog altijd niet helemaal voorbij, in overweging genomen zijn onbeleefdheid en erger nog, zijn totale onverantwoordelijkheid. We hebben daar stilzwijgend zitten eten, zonder boe noch ba te zeggen en op den duur wilde hij een poging aanvatten te verklaren dat hij een belangrijk wezen was in het leven in het algemeen en in zijn firma, in het bijzonder en dat het hem geoorloofd was een half uur later dan afgesproken op te duiken, wat ik terstond afgewezen heb en waarmee hij besliste zijn derde whisky te bestellen en bleef aandringen dat hij echt belangrijk was en dat ik, integendeel, onbeleefd was geweest met hem, wat ik meteen bevestigd heb en hem ook onmiddellijk naar de hel heb gezonden, terwijl hij besliste zijn vijfde whisky te bestellen (on the rocks dan nog, wat een zonde betekent voor iemand die beweert iets van goede whisky's te kennen) en hij begon te brabbelen met zijn dubbel geslagen tong, in plaats van te redeneren, want ik was ook wel aan mijn vijfde glas bezig, maar het was gewoon bier (hier bestaan Trappist en Tripel niet) en hij beloofde over mijn gedrag te klagen bij mijn directeur, zodat ik hem nogmaals, nog heviger, naar de hel heb gewenst, dreigend dat ik zijn naam zou doorspelen aan Fidel Castro, die ik, alias, beminde vanuit de grond van mijn hart en hem zou aanklagen, wegens verraad en ook onverantwoordelijkheid, tot ik het beu werd en aan een andere tafel heb plaats genomen en hij weeral verplicht is geweest een taxi te roepen, want ik weigerde hem naar zijn hotel te voeren, onder geen enkele voorwaarde en voor geen enkel geld..
Drie maanden later is hij, zonder ceremonie, ontslagen geworden en is zijn firma opgedoekt en verkocht geweest aan een Zwitserse fabriek en concurrent (Ferag) waar ze van hem, een complexe en gefrustreerde verkoper, niet wilden weten en hij waarschijnlijk weeral tuiten heeft zitten wenen bij andere directeurs van andere firmas want mijn directeur heeft hem zelfs onterfd (en verweten als een lastige burden), diene verschrikkelijke bleiter en dronkaard...
Gedurende de installatie van een drukpers in Belo Horizonte, hoofdstad van de Staat van Minas Gerais, had ik langzamerhand nadere kennis gemaakt met de receptioniste van de krant, een redelijk mager meisje (misschien als een valse magere te bestempelen?), van een jaar of twintig, dat zich echt sympathiek en onschuldig gedroeg, zonder vooroordelen of valse indrukken van eender welk type. Een plezant gezelschap dus, praktisch om mee om te gaan, zonder zich te hoeven te storen aan een te stijlvol en eerbiedig gedrag en een vergezellend, respect afdwingend voorkomen, terwijl intussen ook niet te aambetant verlegen of teder om er geen gewaagde grapjes mee te mogen delen.
Het was mij speciaal opgevallen dat haar mond ietwat vooruit gericht gespitst was, net alsof ze misschien van plan was, binnen enkele seconden, een muziekje te fluiten. Iedere man die jaagt op rokken kent dat wel, als het niet is om een beetje te schuifelen, t is om zich gereed te maken om aan de microfoon te gaan zingen. Één van mijn vroegere vriendinnen had precies dezelfde lippen gehad en zij was werkelijk een meester in de zangles geworden, zodat ik meteen, alleen al van de herinnering, mijn onderbroek voelde aanspannen, zonder meer.
Gedurende onze eerste contacten durfde ik geen lastige vragen stellen, maar we werden alsmaar losser en vrijer in onze opvattingen en uitspraken en op den duur waagde ik me zelfs verder en verder vooruit te buigen, om dieper in haar decolleté te kunnen loeren, waar ze blijkbaar geen gevaar in veronderstelde en me dat dus ook niet verhinderde.
Het duurde bijgevolg geen verschillende weken vooraleer ik besloot op de eigenschappen van haar mond te wijzen, eraan toevoegend dat haar lippen me uiterst sensuele herinneringen veroorzaakten. Ze grijnsde wat, maar ik besloot er niet verder op in te gaan, bewust dat ik was de prooi niet voortijdig af te schrikken. Zij echter, nieuwsgierig zoals alle vrouwen, wilde meteen méér daarover te weten komen en drong aan op welk gebied ik die uitspraak eigenlijk gemaakt had. Haperend vertelde ik haar dat ik eens een meisje had ontmoet dat eendere lippen en mond had bezeten en dat ze zo erg vurig was geweest terwijl we vrijden, zodat ik er, maanden en zelfs jaren daarna, nog over fantaseerde, vooral terwijl ik met mijn vrouw aan het stoeien was. Ze lachte, rood uitslaand, luid en ietwat geforceerd. Nogmaals besloot ik de veer van de wekker niet te ver op te winden, maar tezelfdertijd hopend dat zij de draad niet zou laten vallen en waarlijk, ze viel terug in de val. Hoezo vurig?, interpelleerde ze mij belangstellend. Het was mijn beurt rood uit te slaan, vanwege haar aandringen, bewust, een eventueel gevaarlijke richting in te slaan en ik wees haar erop dat ze haar lippen natuurlijkerwijze tuitte, wat, op veel mannen een opwindende indruk na laat. Ze sloeg haar ogen zedig naar beneden, maar bleef aandringen: ik versta nog altijd niet wat ge bedoelt? Dat veroorzaakte bij mij onmiddellijk een gevoelen van: ze wil het echt weten, waarom haar nieuwsgierigheid niet bevredigen? En mijn antwoord vloeide er onbewust en zonder opzettelijkheid uit: dat meiske, dat zo een gelijkaardige mond bezat, kon zo oneindig goed pijpen en ik was mij aan het afvragen, voegde ik er ogenblikkelijk aan toe, of alle meisjes met diezelfde uitdrukking en diezelfde lippen allemaal zo even goed zijn in die kunst.
Ze keek me verstomd aan en wist duidelijk niet wat ze dáár moest op antwoorden: bevestigde ze dat ook een uitstekende fellatrix was, dan verraadde ze in een oogwenk wat de meeste vrouwen het liefst zo lang mogelijk verbergen en, in geval ze mijn besluit ontkende, kon ze zowel als een taaie tante doorgaan, de enige ongetrouwde van de familie, die niet alleen niet graag pijpte maar waarschijnlijk ook niet graag vogelde en alle avonden ging slapen met haar lederen onderbroek rond haar billen gespand, zodat zelfs de vlooien er niet in konden kruipen.
Allez, ik heb haar niet verplicht uit één van de twee bestaande alternatieven te kiezen, diezelfde avond nog, maar ik heb duidelijk gevoeld dat ze niet ongevoelig was voor dat bepaald onderwerp en dat ze waarschijnlijk zou verkozen hebben het verder uit te pluizen, te bespreken en uiteen te rafelen, misschien zelfs werkelijk te testen en zich daarin zelfs te oefenen en in praktijk te zetten, maar ongelukkig genoeg, ik voelde dat mijn standbeeld van trouwe man bijna aan het tuimelen was en ik niet bestand zou zijn verdere aanvallen moedig af te weren, zodat ik er daarna misschien spijt zou van kunnen over gehouden hebben, want alles bij alles, het betrof zich niet om een uitspatting van liefde en wel een glimp van pure lust en tussen t één en t ander verkies ik, nog altijd, het eerste....
Bergop is niet altijd moeilijk, bergaf integendeel, somtijds wel
In samenwerking met de gekende drukpersfabriek Solna, van Zweden, had onze firma een montagestructuur opgericht in Campinas, een stad in het binnenland van de Staat van São Paulo, met de bedoeling daar een genationaliseerde versie te creëren van hun populairste sheet-fed offset pers, de Solna 125. Dat bepaald model hadden we, tot dan toe, in groot aantal ingevoerd en om de locale financiering te bevoordelen (Finame), wat de verkoop nog meer zou bevorderen en alsook om vrijstelling van belastingen te bekomen, subsidieerde de regering de productie van dat type machines in Brazilië. Niettegenstaande deze belangrijke voordelen werd het gehele project niet zonder risico's beschouwd.
Nochtans de richting "bergop" vloeide uitstekend en geen enkel belangrijk probleem vereiste grote zorg en bekommernis. Integendeel, de productie van dit model, aanvankelijk vast gesteld op één machine per maand werd rap verhoogd naar twee.
Het succes was absoluut verrassend en in een tijdspanne van amper enkele maanden, werd het aantal geproduceerde machines opgedreven van twee naar vier en vervolgens naar acht, machines per maand. En niet alleen de noodzakelijke investering werd vliegensvlug gerecupereerd maar de netto winst begon aanzienlijk te groeien.
De berg was wel naar boven, maar de wind kwam van achteren en Nonkel Fons was daar niet dichtbij om "remmen" te schreeuwen.
Zoals in alle sprookjes, nochtans, begon er iets mis te lopen en de stijgende inflatie kwam om de hoek loeren, de werkloosheid verhoogde zienderogen, de interesten stegen verontrustend en ne hele hoop andere tegenslagen, het grootste part veroorzaakt door maatregelen getroffen door onbekwame, opeenvolgende, regeringen, maakten van de grafische industrie zijn eerste belangrijk slachtoffer. Terwijl we één, twee, vier en acht machines fabriceerden was de winst constant en praktisch evenredig aan het stijgen geweest, niettegenstaande de groeiende investering, niet alleen in digitaal gecommandeerde industriële werktuigmachines, maar ook in het aantal gecontracteerde arbeiders..
Het gevolg was dat de noodzaak ons verplichte de productie geleidelijk af te doen nemen, het aantal gefabriceerde machines van acht naar zes per maand verminderend, terwijl de winst ineens fel begon in te krimpen en zelfs helemaal aan het verdwijnen was. Toen het noodzakelijk werd het aantal geproduceerde machines terug te voeren, eerst naar respectievelijk vier en daarna naar twee machines, begon de fabriek regelrecht in het rood te werken.
Vooraleer de productie terug week naar één enkele machine per maand is ze stil gelegd geweest, iedereen ontslagen en de boel opgedoekt, in minder dan twee maanden tijd.
En dat avontuur was dus ook weeral voorbij. Iedereen die er bij betrokken is geweest heeft nog in zijne zak moeten peuteren om de schulden te delven en nooit nemeer heeft iemand van een drukpersfabriek in Brazilië gesproken. Het land van de eeuwige twijfel, onzekerheid en onstandvastigheid.
De machine in kwestie deugde wel, technisch beschouwd, maar wat er niet deugde was de algemene corruptie en de onbekwame regeringen.
Conclusie: soms kan bergaf veel lastiger zijn dan bergop...
De algemene afmetingen van het gehele land in overweging genomen is de afstand tussen de hoofdstad Brasilia en Goiânia, hoofdstad van de nabije Staat Gôias, maar een steenworp ver. Ongeveer 200 km.
Zowel met het vliegtuig, vanuit Rio, of met de auto, vanuit Brasília, heb ik dat traject tientallen keren moeten herhalen, vooral om aan onze uitstekende klant O Popular, in Goiânia, over de loop van de jaren, verschillende machines te kunnen verkopen. Mijn collega echter, onze vertegenwoordiger in Brasilia, wilde mij persé om zeep helpen. Gevaarlijke chauffeur, deinsde hij er niet voor terug, aan 150 km per uur, zijn radiostation te synchroniseren met zijn rechts hand, terwijl hij zijn ander open hand uit het venster stak om de wind te vangen (??!!). Zo zat ik daar verontwaardigd te reclameren over zijn roekeloosheid, niet alleen zijn eigen leven, maar ook en vooral het mijne, in het gevaar brengend. Tot we, gedurende één van die reizen, een ongeluk voorbij reden, waarschijnlijk amper enkele minuten voordien gebeurd, met verschillende dode en gewonde mensen uitgespreid op de baan. Hij vertraagde de snelheid genoeg om de gehele toestand niet alleen te kunnen overschouwen, maar ook en vooral om geen enkel detail te missen en ik begreep meteen dat hij een levensgevaar voor mij betekende. Mensen die roekeloos zijn en er van overtuigd zijn dat ongelukken alleen maar met de anderen gebeuren, zijn gedoemd datzelfde lot te ondergaan. Op de terugweg, nog altijd aangetast van het gruwelijk gezicht, heb ik hem beleefd gevraagd de 100 km/uur niet te overschrijden, maar hij wilde mij niet horen. Zonder er verder over te zeuren opende ik de deur van de auto en dreigde er meteen uit te springen, zodat hij, met zijn eigen ogen, kon vast stellen dat ik hem niet zou toelaten verder met mijn leven te spelen en inderdaad hij besloot zijn snelheid wat te verminderen. Nochtans, ene keer dat ge er overtuigd van zijt dat ge ne zekere mens niet kunt vertrouwen moet ge nooit hopen dat hij vanzelf zal genezen en toen hij verplicht was bij te tanken heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt gewoonweg uit de wagen te stappen en mij met de eerste de beste taxi naar een busstation te laten voeren, waar ik rustig van vervoermiddel ben veranderd, richting Brasilia. Hij heeft me nooit ne meer mijn gat doen toeknijpen van angst, voor zo een simpel motief, maar wel voor iets anders..
...want hij is bekwaam geweest me nog ene keer te pesten. Diezelfde klant, O Popular, was zijn vierde machine aan het kopen en we hadden alle handen al gedrukt toen het onderwerp van het gesprek af week naar politiek, in het algemeen. Iedereen begrijpt dat ik, logischerwijze, meer linkser ben dan rechtser, maar dat verklaar ik natuurlijk niet aan iedereen, laat staan aan mijn belangrijke klanten, praktisch allemaal uiterst rechts gezinde mensen en zoals in Goiânia, een streek waar zich enorme boerderijen bevinden, verdedigers van de vrije en goedkope uitbuiting van de arme sukkelaars, waarvan velen nog in de steentijd leven. Het verschil is dat toen, in de slaventijd, de slaven dus, genoeg te eten en een slaapplaats toegewezen kregen om de volgende dag, bergen te kunnen verzetten. Nu echter zijn ze absoluut geen slaven meer, maar in compensatie, hun loon is zo belachelijk laag, terwijl de "gunsten" van gratis eten en slaapgelegenheid ook afgeschaft zijn geworden, zodat ze nu twee opeenvolgende "shift's" aan de berg moeten sleuren om, op zijn minst, toch hun eten en slaapplaats te kunnen betalen. Alhoewel ik nooit bekwaam ben geweest een rechtstreekse vraag daarover, niet op dezelfde toon, onmiddellijk te beantwoorden, moet ik bekennen dat dat geen onderwerpen zijn die men op de tafel gooit, middenin een zaakvereniging..
In alle geval dus, zegt mijn oerdomme collega opeens, zonder enig nut, voordeel of reden, tegen de directeur (José De Oliveira) van de klant, dat ik niet alleen Belg ben (dat wist hij al), maar bovendien, links gezind. Dat wist hij blijkbaar niet en ik heb het ook niet ontkend, want ik heb een stevig karakter, alhoewel de klant meteen zijn spijt uitte met mij ooit zaken te hebben gedaan...
Wat wilt ge, de dommeriken zijn altijd part van ons leven geweest en ik heb alle lopende zaken voltooid en later ben ik er zelfs in geslaagd nog enkele andere machines aan die krant te verkopen, want eerlijker dan ik, bestaat er niet en eerlijke mensen zijn een fortuin waard, vooral, zoals ik al eerder al eens beweerd heb, in het land van de dieven. Ik heb dus op mijn tanden gebeten, heb onze vertegenwoordiger, daarna, toch geen muilpeer verkocht, maar heb hem sedertdien nooit ne meer nodig gehad. Niet als chauffeur en nog minder als raadgever.
(Eigenaardig, maar diene zelfde directeur is twee jaar later ontslagen geweest door de eigenaar van de krant, beschuldigd van corruptie)
Een gelijkaardig voorval is later gebeurd met mijn eigen directeur, nu al rond de negentig, die ook niet bewust was dat ik links gezind was, na dertig jaar samenleving. Maar hij had het me ook nooit rechtstreeks gevraagd.
Feit is dat hij me eens had uitgenodigd voor een middagmaal, tijdens een gepland bezoek aan Rio en toen we een bepaald restaurant binnen stapten, we opeens op enkele oude collega´s botsten die mij direct interpelleerden over hoe het ging met een zekere linkse politicus die ik altijd gewaardeerd heb (Leonel Brizola), maar die algemeen gehaat werd (hij is nu al gestorven) want hoe meer de links gezinde mensen gehaat worden door de rechts gezinde, hoe beter ze staan in mijn opvatting en mijn directeur verstomd stopte en meteen wilde weten of ik dat feit bevestigde, wat ik ogenblikkelijk gedaan heb en hij, mijn directeur, onmiddellijk zijn spijt uitdrukte mij uitgenodigd te hebben voor dat middagmaal (we hebben het zwijgend beëindigd), dat we samen, eerder, al honderd keren eerder hadden genietigd, maar nu maar pas begon te beseffen hoeveel beroepsgeheimen (en ook ne hoop andere geheimen) ik wel wist en dat ik bijgevolg niet aan de kant van de overtreders van de wet sta, maar wel aan de kant van de eerlijke arbeiders, in het algemeen en de politiek achtervolgden in het bijzonder..
Jaja, van stege mensen kan ik méé spreken. Zowel figuurlijk als lichamelijk.
In het verkeer zijn ze onuitstaanbaar. Ze zijn uiterst traag en voorzichtig aan het stuur en hun reacties worden in seconden uitgedrukt. Ze blijven onverstoorbaar in uwe weg rijden, van den ene kant naar de andere zwenkend, maar weigeren absoluut u voorbij te laten passeren en hinderen u, blijkbaar opzettelijk, tot ge het niet meer vol kunt houden en ge de passage forceert, wanneer de mens in kwestie, juist op dat moment, besluit ook zijn gaspedaal in te drukken en te blijven plakken aan uw zijde, zodat ge het gevaar loopt tegen een van de in de tegenovergestelde richting aankomende wagen te botsen en ge er nerveus van begint te toeteren en uw middelvinger gevaarlijk recht begint op te stijgen en pas dan opmerkt dat het zich om een oud wezen betreft dat, onder andere, niet meer kan vogelen, maar in compensatie, ook niemand anders zal laten vogelen.
Op persoonlijk gebied geraakt een eventueel startend gesprek niet vooruit. Ge vraagt iets en de mens antwoordt niet, zelfs niet ná aandringen. Zelf vragen ze ook niets, maar ze slagen er wel in, soms, uw nieuwsgierigheid op te wekken door, bijvoorbeeld, ineens uw voornaam luid uit te roepen, net alsof ze nu pas herinnerd hebben dat ze u iets dringend willen vragen of zeggen, maar wanneer ge u dan omdraait en geïnteresseerd wilt weten wat er op hun hart ligt, ze dan hun ogen vervolgens naar de horizon toe draaien en ze niet antwoorden, of zowel ze er aan toe voegen: laat maar, t is niet belangrijk, t is nikske...., zodat ge beseft dat ge zult moeten gaan slapen zonder ooit te weten wat er eigenlijk echt aan de gang was.
Ik persoonlijk vind dat het woord steeg zo ongelooflijk raak en perfect een toestand uitdrukt, gelijk weinig andere woorden, wanneer iets niet op rolletjes loopt, blijft haperen, onafhankelijk van hoeveel ge duwt, trekt, sleurt en wringt en het een ton blijkt te wegen en niet vooruit geraakt..
Het woord steeg, op zichzelf, is zodanig raak dat het zelfs moeilijk perfect te vertalen is, want het heeft te zien met een mechanische toestand van twee voorwerpen die een gemeenschappelijke contactoppervlakte bezitten die verbroken moet worden om glijding te permitteren en zo een toestand van onwrikbaarheid te overwinnen.
Mijn vrouw is daar absoluut meester in en vele keren vergelijk ik haar, inwendig, met een ezel of een bok, die ineens weigert zich verder te bewegen, in eender welke richting, hoeveel ge er ook op tiert, zweept en sleurt. Er is niets aan te doen, beter dan een uur te wachten, de knop af te draaien en een algemene reset te geven...
Vroeg in het begin nog van mijn verblijf in Rio, in de Rua Fonseca Teles (wijk genaamd São Cristovão), waar de firma gevestigd was, heb ik een ander Vlaams koppel ontmoet dat daar enkele jaren later was gearriveerd en waarvan de man, Jacques, een goedmoedige en gewillige West-Vlaming, voor een rechtstreekse concurrent van ons werkte, in dezelfde straat.
Spreek van een gezellig koppel!
Zijn vrouw, Gerda, een schat op alle gebied en typisch West-Vlaams, met dat mals en aangenaam accent en die speciale, verleidelijke manier van doen. Spijtig dat ik onbekwaam ben geweest er ook zo eentje te vinden voor mezelf. Ze hebben daar zelfs hun kinderen gekocht, maar zijn later definitief terug gekeerd naar hun vaderland. Ik heb ze daarna nog ene keer opgezocht, in hun huis, dicht bij Brussel, waar hij een betere job heeft gevonden.
Om eerlijk te zijn, naast Leo Schooteman, ik geloof ergens vanuit Oost-Vlaanderen afkomstig, ben ik altijd een schone mens geweest. God zij dank en dank u voor 't éés. Burgerlijk ingenieur in elektronica en waarschijnlijk, tussen de rest van ons, Vlamingen in Rio, was hij de eigenaar van het meest gewaardeerd technisch diploma. Hij was aan het werken voor een multinationale firma gespecialiseerd in de ontwikkeling van elektrische commando panels. Een goede brave jongen, die meer luisterde dan sprak, heeft hij zijn velleke kapot gefuckd in de verschillende gaten van de ervaren Lucia, die hij origineel in een nachtclub heeft ontmoet, in Rio. Lucia had altijd veel speeksel in haar mond en ik denk dat ik weet waarom, maar dat komt hier nu niet te pas. Ze zijn wettelijk getrouwd en zijn gezegend geweest met op zijn minst twee zonen.
Sedert ik verhuisd ben naar Recife heb ik ze nooit ne meer gezien.
Zo heb ik nog enkele andere koppels en vrijgezellen gekend in Rio, onder meer Benny Noens en Set (hij is een Jood, veronderstel ik), Leo (de eeuwige vrijgezel, maar die toch van de meiskes hield, gewoon om gedachten te wisselen), Guido en Cristine (over dat interessant koppel heb ik het al meerdere keren gehad), Eric en Marie (ook van West-Vlaanderen), Patrick (een auto-verwoester die later naar Venezuela is uitgeweken en meteen ook verdwenen uit het gezicht), zonder enkele Zwitsers mee te tellen, waarmee we uitstekend om gingen...
Enfin, we waren niet zodanig alleen, in dit overbevolkt continent.
Alle reizen naar Brasilia samen geteld, in de loop van dertig jaar, zal ik zeker over de honderd keren op de luchthaven daar geland zijn, indien niet dichter bij de tweehonderd. Samen met onze plaatselijke vertegenwoordiger bezochten we constant niet alleen de kranten, maar ook en vooral de Grafische Afdeling van de Federale Senaat (CEFRAF) en het Federaal Departement bestemd voor het drukken van alle officiële publicaties van de Staat (IN).
Aan beide hebben we over de loop van de jaren tientallen machines verkocht en speciaal over die laatste institutie heb ik het al ne keer eerder gehad. De eerste, vooral, is een nest van slangen en ander kruipend ongedierte, waar er meer directeurs aanwezig zijn dan feitelijke werkmensen, of zoals ze het hier uitdrukken, meer Chefs dan Indianen. De ene is voortdurend bezig de ander te trachten te ontwrichten in zijn zetel en wordt het koekje niet nat gemaakt, dan is er gene verkoop te vieren. De indrukwekkende belangstelling en interesse om henzelf een extra inkomst te garanderen, deed hen meerdere keren onnodige of verkeerde machines aanschaffen. Één ervan vooral, herinner ik mij uitstekend; een zekere Meneer Carlyle, corrupt tot over zijn oren en tot diep in zijn beenderen en die zich, buiten zijn dagelijkse bezigheden (bij manier van spreken), ook nog aanbood om consultant te zijn in andere, gelijkaardige grafische afdelingen, van verschillende Federale Staten, waar hij zijn vierde of vijfde extra wedde samen rakelde. Zijn chef was toen de onlangs ontslagen Agaciel Maia, wegens ne hele hoop vastgestelde onregelmatigheden.
Eens dook hij onverwacht op in onze booth in een internationale grafische tentoonstelling in São Paulo, nadat de openingsuren van het expositiepaviljoen, voor het publiek, al geëindigd waren en wij onszelf al aan het bedienen waren met een scheut pure whisky (type cowboy). Scheut is bij manier van spreken natuurlijk, want ik had er al drie ingeslikt, zonder adem te halen, na ne hele dag lang dwaasheden verkocht te hebben. Hij stevende recht op mij af en vroeg me meteen, zonder blikken noch blozen, maar ook met een fel riekende en ontvlambare adem, waarom hij mijn machine moest verkiezen, boven die andere, die hij zojuist had bezichtigd, in het ontvangstcentrum van onze concurrent, waar ze snakhapjes, bier en ook korte drank opdienden en waar hij de gehele namiddag was blijven plakken, gekkend, brabbelend en ook fluisterend met de verantwoordelijke van hun koop- en verkoopdienst, terwijl hij zich neerplofte op een nabije stoel, zodat ze hem later niet zouden kunnen verwijten dat hij me ook niet had opgezocht gedurende die exhibitie. Op dat ogenblik echter was ik niet bereid verdere uitleg te verstrekken aan iemand die toch al verkocht was en die later mijn eigen argumenten zou aanwenden tegen mezelf, terwijl hij alvast begon te kwijlen van de slaap. Ik heb me naast hem neer gezet en heb hem nog een extra dosis whisky in geschonken, tot we samen zongen: we gaan nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet en we gaan nog niet naar huis, bijlange niet..
De volgende maand hebben ze dus hun nieuwe machine ingevoerd (hij heeft ook zijne nieuwe auto ingehuldigd) en ze staat, die machine bedoel ik, sedertdien praktisch stil want zij was speciaal gefabriceerd geweest en bestemd voor drukwerk met grote oplagen en weinig verwisseling van type job, terwijl, wat ze echt nodig hadden, was juist het omgekeerde, een drukpers die gemakkelijk aan te passen was van één job naar de andere maar, in compensatie, kleine oplagen heeft.
Over dat woord compensatie, een kleine uiteenzetting:
Een zoontje van acht vraagt aan zijn vader de juiste betekenis van dat woord. Zegt de vader: indien ge je moeder betrapt terwijl ze in mijn bed ligt met een andere man, wat zou ik dan zijn? Ja Papa, dan zou jij een horendrager zijn hé, antwoordt het ventje. Juist, zegt Papa; ik zou een horendrager zijn, maar in compensatie, dan zou jij de zoon zijn van een hoer...
Dicht bij ons paperwinkeltje zit er alle dagen een mager madammeke, precies op het kruispunt van twee belangrijke straten. Ze arriveert stipt om acht uur en verlaat haar werk, ook stipt, om zes uur s avonds. Ze zit gehurkt (op haar hielen dus) juist op de hoek, in de schaduw van een verkeerspaal, zodat ze die fijne streep moet volgen, naargelang ze, onopgemerkt, de positie van de zon volgt. Ze bedelt niet, kijkt strak vooruit, spreekt niemand aan en alhoewel ze de voetgangers wel wat aambeteert, vanwege het obstakel dat ze vormt, juist aan die hoek daar, valt ze niemand lastig. Ik heb haar nooit een roste frank gegeven en ik beloof dat ik dat ook nooit zal doen. Ze heeft duidelijk op die tactiek gedacht vooraleer hem, in de praktijk, aan te wenden. Ze verschilt op dat gebied van andere bedelaars die de aandacht willen trekken en als ge toevallig in hun ogen, of zelfs in hun richting, kijkt, dan zijt ge, ogenblikkelijk, hun nieuwste slachtoffer, want ze zijn zoals strontvliegen, ge krijgt ze niet meer weg, hoeveel ge ook schudt, balanceert en moolwiekt.
Men beweert dat, in het leven in het algemeen en in de kunst in het bijzonder, men af en toe eens van tactiek moet veranderen om de criticus overhoop te halen, maar zij zit daar al een paar jaar en ik ben tot het besluit gekomen dat ze niet bekwaam is andere methoden uit te vinden. Ik beweer dat ik haar nooit iets zal geven, zoals ik nooit iets zal geven aan eender wie, omdat ik ook nooit iets heb gekregen, ook van eender wie, omwille van het feit dat ze dat als een werk beschouwt, zoals een kip op haar eieren broeit, i.e. er een opzettelijke bedoeling in zit, met name, in dit geval, medelijden te verwekken, of beter nog, op de gevoelens van een mens te spelen, zoals dienen anderen daar, twee hoeken verder, die vooral de toeristen zit te bekoren, terwijl hij zich voort beweegt op een plankske met rolwielekes, zijn plat uitgestrekte handen daarvoor gebruikend, te wijten aan zijn mismaakte benen. Nochtans heb ik hem al verschillende keren gade geslagen terwijl hij ontspannen, met behulp van een krukje, rond springt en zijn fles bier aan het opzuipen is. Een andere keer heeft hij me zelfs zodanig geaambeteerd dat ik beloofd heb nooit gene aalmoes meer aan hem te geven (alhoewel ik er nog nooit ene gegeven had). Feit is dat hij, diene bepaalde avond, onder mijn venster, een uur lang, dronken uiteraard, vloekwoorden heeft zitten tieren, bestemd aan een andere bedelaar die hem aan het plagen was. Iemand heeft er zelfs de politie bij geroepen, maar er was geen doen aan..
Terugkerend naar mijn lievelings bedelares, ze zit daar dus gehurkt neer (vanzelfsprekend) en iedereen die passeert in de auto denkt dat hij de kleur van haar onderbroek zal kunnen onderscheiden (ze is niet al te modern gezind vind ik, want ze gebruikt nog altijd een rok tot een beetje onder haar knieën) en nochtans, ik heb ook eens geloerd maar ze sluit haar billen heel goed en men kan absoluut niets zien, zelfs geen beetje schaamhaar, onafhankelijk van de verschillende seconden dat ik geprobeerd heb iets te ontdekken. t Zal dus daarom niet zijn dat ze gehurkt zit en wel degelijk om iets te bewijzen wat ik nog niet versta, tenware het is om geen spataders in haar benen te veroorzaken, door recht te blijven staan. Veel andere uitleg kan ik niet vinden, maar in alle geval, het vermurwt me niet en ik blijf ongenaakbaar: aalmoezen, alleen maar aan toevallige, oude, bedelaars die er nooit hun beroep van hebben gemaakt.
Of ik gierig ben? Natuurlijk! Thuis pers ik geregeld twee kleine stukskes gebruikte zeep zodanig tegen elkaar tot ze één middelmatig groot stuk zeep vormen en ik weer weg kan voor een dag of twee. Hetzelfde met mijn tandpasta: de bedelaar die hoopt dat hij er nog een scheutje pasta zal kunnen uitwringen, als hij de lege tube in mijn vuilnisbak ontdekt, zal er wreed moeten aan duwen om er nog ene enkele kubieke millimeter uit te persen, want daar ben ik specialist in geworden. Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik uiterst mistevreden word als ik zie hoe mijn vrouw, op zijn minst tien blaadjes Wc-papier gebruikt om haar poes droog te deppen, na ne keer heerlijk gewaterd te hebben. Ik heb haar al gevraagd La Libre Belgique daarvoor te gebruiken, maar er is daar ook geen doen aan...
"Jamaar, ge drinkt toch veel bier, dagelijks en daar spaart ge ook geen geld mee", zult ge direct beweren. En ik zal antwoorden dat ik altijd eerst vraag, aan de kelner, welk merk van bier, die bepaalde dag, in promotie is. Het beste bier is immers altijd het goedkoopste.
Over bier en promoties gesproken, in mijn stamcafé is er nu een speciaal offer: op de maandagen (segunda-feira) is de tweede (segunda) fles bier gratis; op de dinsdagen (terça-feira) is het derde bier gratis, enzovoort, tot aan de vrijdag (sexta-feira), wanneer het zesde bier gratis is. Ge kunt u voorstellen, mijn strijd, op de vrijdagen, om aan die allerlaatste, zesde fles (gratis) bier te geraken...
Om dit hoofdstuk af te sluiten, voel ik mezelf verplicht aan te duiden dat de plaats waar een bedelaar werkt (i.e. zijn beroep uitoefent) hier beschouwd wordt als een "commerciële drempel", die onderhandeld en dus, verkocht en gekocht kan worden. Tegenwoordig zijn er geen lege plaatsen meer beschikbaar aan geen enkel kruispunt of verkeerslicht van eender welke belangrijke stad in Brazilië. Somtijds is de geïnteresseerde bedelaar ietwat sterker dan de aanwezige eigenaar en brengt hij het geduld niet op de zaak zorgvuldig te onderhandelen. Enkele goed gericht muilperen, zoals in de kapitalistische gemeenschap de regel is, lost dat onmiddellijk op en heerst de nieuwe eigenaar van dat verse opbrengsteigendom tot er iemand anders opdaagt die nog sterker is.
Niemand heeft me dat ooit eerder gezegd, of zelfs geïnsinueerd, maar nu, na een leven lang gesleurd te hebben en af en toe, onbewust, beweerd dat bepaalde mensen niet geboren zijn geweest, maar wel gekakt, i.e. uit het verkeerde gat zijn gestoten geworden, schijnt het dat ik eigenlijk niet zo ver van de werkelijkheid ben geweest in deze toevallige constatering. Integendeel, praktisch iedereen heeft eerst kennis gemaakt met de stro.. en de pi.., vooraleer kennis te hebben gemaakt met de vrije lucht en de weelderige natuur.
Dat geheim is waarschijnlijk één van de best verborgen geweest, aller tijden, uitzondering gemaakt, wel te verstaan, voor de geheimen verspreidt door de afgevaardigden van de Katholieke Kerk (de zogenaamde Católicos, Apostólicos e Romanos), die er nooit voor terug zijn gedeinsd zodanig veel te liegen dat ze er zelf in beginnen te geloven zijn en wat bevestigt dat een leugen, de waarheid wordt, als hij maar genoeg keren herhaald wordt.
Ik ben het heel toevallig te weten gekomen door een ietwat gecompliceerde mens die geneeskundige boeken verkoopt in zijn winkel en waarschijnlijk, gedurende zijn vrije uren, heeft zitten bladeren in zijn voorraad, vooral om de gepubliceerde fotos te bestuderen en verbaasd heeft opgemerkt dat vooraleer het hoofd van het kind verschijnt, de opgestapelde str.. vanuit het achterste kanaal gestuwd wordt en de pi.. vanuit het voorste.
Alles bij alles gerekend, is het dus niet te verbazen dat ik "sproetekop" genoemd werd, toen ik nog jong was. Ik vond dat niet erg, vergeleken met "pustekop", waarmee mijn broer gezegend was. Ik heb hem zelf verscheidene keren met die naam (beleefd) aangesproken en heb daar later spijt van gehad, want ik heb er, daarna, ook last van gehad. Van de pusten, bedoel ik.
Elke avond ging ik maar pas echt gaan slapen nadat ik een vurig gebed had gericht aan God om mij daarvan te sparen, maar hij was onwrikbaar in zijn besluit en elke dag ontdekte ik, zonder de oude puisten mee te rekenen, drie nieuwe, op mijn aangezicht en rug.
Ik moet eerlijk bekennen dat Meester Saramago", wilt ge, of wilt ge dat niet, weeral gelijk heeft. God is (en is altijd geweest) een verschrikkelijke en volmaakte luiaard. Het heeft hem een oneindigheid gekost te beslissen de aarde te scheppen in zeven dagen, maar wat heeft hij voordien gedaan?? Niets, absoluut niets!! En sedertdien, wat heeft hij verricht? Niets absoluut niets. Ik ben ervan overtuigd dat hij niet alleen oneindig goed is, oneindig vergevend, oneindig begrijpend en oneindig eender wat, maar hij is ook oneindig lui.., of niet?
Hij is overal aanwezig, maar ziet niets, doet niets, hoort niets, zegt niets en komt nooit tussenbei wanneer onschuldige mensen vermoord worden. Hij is dus ook oneindig ongevoelig, oneindig ongeïnteresseerd en oneindig afwezig, geestelijk gesproken alleszins.
Waarom ben ik niet eerder te weten gekomen dat ik geboren ben tussen verschillende scheten en afval van meerdere oorsprong, door?
Ik ben er praktisch zeker van dat de Paus, de Kardinalen, de Bisschoppen en de Pasters, dat zelf ook nog altijd niet weten, want wie zou de moed gehad hebben hen dat te vertellen? Hun eigen moeders toch niet? Tenzij ze meteen geëxcommuniceerd zouden willen worden.
Heel waarschijnlijk denken ze dat ze oorspronkelijk, met hun dierbaar achterwerk, bedekt, geboren zijn geweest, onder het licht van een volle maan...
Er bestond een oud gebouw op de zeedijk, in de belangrijke en zelfs beroemde wijk Boa Viagem, in Recife. Alle appartementen waren bewoond en iedereen was duidelijk gelukkig goedkoop te kunnen blijven leven op zon aantrekkelijke en gevaloriseerde plaats. Op een zekere dag besloot één van de bewoners zijn appartement, te wijten aan een abrupt sterfgeval, te verkopen. Niemand wist precies wie het gekocht had en aan welke prijs, maar de koper wendde geen enkele poging aan zich bij de Syndicus aan te melden om zijn part van de gemeenschappelijke onkosten te delgen. De lift was wel wat ouderwets en versleten maar werkte nog degelijk en het elektrisch verbruik, net zoals het verbruik van het water in het gebouw, werd evenredig door alle bewoners verdeeld. Één enkel schuldig appartement was nu precies geen ramp.
Een tweede appartement geraakte, wat later, ook te koop en in een oogwenk werd het, nogmaals, verkocht, zonder dat iemand te weten kwam aan wie juist en in welke omstandigheden. De maanden passeerden en meerdere appartementen geraakten op diezelfde manier verkocht, vooral omdat het onderhoud van het gebouw slechter en slechter begon te worden, de lift vele dagen van de week begon te mankeren en de gebroken lampen niet meer vervangen werden, zodat de gangen en de trap stikdonker vertoefden s avonds en heel wat, vooral oudere, mensen zich niet meer naar buiten durfden wagen. De abrupte aftakeling van het gebouw en de omstandigheden van bewoning werden veroorzaakt door de slinkende bijdragen voor de betaling van de gemeenschappelijke onderhoudsonkosten die door minder en minder (verkochte) appartementen betaald werden.
De Syndicus besloot een dringende vergadering van alle, nog resterende, mede-eigenaars te organiseren met de bedoeling de toen nog onbekende koper naar het gerecht te sleuren en hem daar de achterstand, met de nodige boete en interest, te doen betalen. Tot iedereens verrassing echter, daagde hij persoonlijk op en bewees meteen dat hij de eigenaar was van de helft (plus één) van de appartementen. Hij stemde onmiddellijk tegen het voorstel van de mede-eigenaars van het gebouw, hem aan te klagen bij de rechtbank en alles bleef gelijk, in het land van de gelijken. De toestand van het gebouw, als rechtstreeks resultaat, verergerde met de dag. De elektriciteit en watertoevoer werd afgesloten door de respectieve maatschappijen en de twee bedienden toonden openbaar en agressief hun teleurstelling en zelfs hun opgekropte haat tegenover de heersende administratie.
Zonder lift, zonder algemene verlichting, zonder water, tientallen lege appartementen en met een voortdurend vloekende conciërge, besloten meer en meer andere ontgoochelde eigenaars hun eigendom te koop te stellen, ogenblikkelijk aangeschaft voor minder dan de helft van de waarde die de eerste verkoper er voor had ingecasseerd vanwege die geheimzinnige mens, die ergens dicht bij Palestina geboren bleek te zijn, tot enkel en alleen maar de inwonende syndicus over bleef in dat kil, vochtig, vuil en versleten gebouw, waarvan de voordeur zelfs niet meer gesloten kon worden, terwijl het pijpenstelen regende doorheen de tientallen gebroken dakpannen.
De Syndicus, onbekwaam nog iets te beslissen of te betalen, tenware hij daarvoor zijn eigen geld gebruikte, heeft het nog een jaar lang vol gehouden, terwijl hij hulpeloos moest toezien hoe enkele bedelaars zich in de gangen begonnen te installeren en heeft tenslotte beslist zijn eigen appartement gewoonweg te verlaten, want er bestond gene mens die er ïnteresse in had (tenzij voor het prachtig uitzicht op de zee), zelfs diene vreemde vent niet, die over alle tijd van de wereld scheen te beschikken en er niet voor terug gedeinst zou hebben nog een ander jaar te wachten, indien nodig.
Een jaar later, echter, stond er een enorm, splinternieuw gebouw te pronken, voorzien van achttien verdiepen (één appartement per verdiep), op de grond van het afgestroopt skelet...
Intelligente trucs, niet?
Daarom zijn wij, gewone stervelingen, zonder intelligente truc's, niet uitgekozen geweest door God om Hem, hier op de aarde, te vertegenwoordigen..
Men beweert dat het water altijd naar de zee loopt. Juist.
Maar als men wat helpt, loopt het water wat rapper.
Een kleine zelfstandige meneer (het kon Jacques geweest zijn, van de Spanjestraat in Rumbeke, die tomaten kweekte in zijn speciaal aangepaste serren daar), hier in Recife, had een manier uit gevonden om zijn verse tomaten, die hij niet verkocht kon geraken op de markt, in ingeblikte tomatenpuree te omvormen. Maandelijks produceerde hij verschillende honderden blikjes puree en begon kleine kruidenierswinkeltjes in de nabijheid te bezoeken om zijn productie, aan promotionele prijzen, kwijt te geraken. Jaar na jaar groeide zijn zaakje tot hij zelfs verschillende honderden blikjes per dag begon te produceren en zijn naam, en die van zijn puree (Palmeiron) bekend geraakte in de gehele streek en zelfs verder dan de streek. Hij werd verplicht zijn productie op te drijven, een groter aantal mensen aan te werven en om die additionele kosten te kunnen dekken, ook enkele verkopers te contracteren, die meer klanten moesten opzoeken, verder en verder weg.
De eigenaar van een supermarkt, ook van de streek, hoorde links en rechts van dat nieuw fabriekje spreken, dat kampioen aan het worden was in de verkoop van tomatenpuree en besloot hem een bezoek te betalen. Goed ingedrukt, plaatste hij meteen een bestelling, groot genoeg voor die kleine tomaatondernemer om hem daarvoor oprecht te bedanken.
De tijd ging voorbij en de bestellingen vanwege de eigenaar van de supermarkt werden alsmaar groter en groter, terwijl de eigenaar van de tomatenfabriek alsmaar gelukkiger en contenter werd met zijn uitstekende onderneming, zodat hij besloot de fabriek verder uit te breiden.
Op een bepaalde dag kreeg hij nogmaals het persoonlijk bezoek van de eigenaar van de supermarkt (hij bleek oorspronkelijk van de streek van "Palestina" te zijn?) en die stelde hem voor, vanaf de volgende maand, zijn gehele productie uitsluitend aan hem te verkopen. Hij argumenteerde echter, zich tezelfdertijd verontschuldigend, dat dat onmogelijk zou zijn omdat hij tientallen andere, trouwe, klanten had die hij, vond hij, zomaar niet in de steek mocht laten. De eigenaar van de supermarkt, nochtans, drong aan wees hem erop dat, uitsluitend aan hem verkopend, hij verschillende belangrijke voordelen zou bekomen, zoals en onder andere, dat hij al zijn verkopers (lastige mensen, die verkopers) zou kunnen ontslaan als wel als de helft van de mensen in zijn boekhouding, aangezien het werk daar fel zou verminderen en dat hij, bovendien, een excellente betaler was, terwijl de overige klanten somtijds verschillende weken en maanden lieten passeren vooraleer ze de kleur van hun geld lieten zien en dat hij het status zou bereiken van exclusieve leverancier van de supermarkt, die alias, verschillende filialen aan het opbouwen was, enzovoort, tot hij zijn weerstand zienderogen zag smelten en besloot toch rapper groter te worden, met verminderde onkosten.
Zo gezegd, zo gedaan en alles verliep uitstekend tot op een zekere dag de algemene gerent van de supermarkt ook een bezoek betaalde aan de tomatenfabriek en de eigenaar mede deelde dat, ongelukkig genoeg, hij deze maand zijn productie niet zou kunnen afnemen omwille van het simpele feit dat ze een andere fabriek hadden gevonden die eendere tomatenpuree, maar goedkoper, kon verstrekken. De eigenaar van de tomatenfabriek werd ontzettend nerveus, reclameerde, liet enkele vloekwoorden ontsnappen en drukte zijn spijt en wroeging uit zijn andere klanten verwaarloosd te hebben, maar er was geen doen aan. Hij bleef met zijn productie op zijn schelf zitten, die maand. Om het nog slechter te maken kreeg hij het bericht dat hij ook niets zou moeten afleveren de maand daarop en volledig ontredderd zocht hij persoonlijk en onderdanig zijn vroegere klanten op met de bedoeling ze terug te veroveren, maar niemand was bereid de oude, maar verslenste, commerciële verhouding te hervatten..
Enkele maanden passeerden en de firma, volledig verdronken in de schulden, werd door de deurwaarder aan geraden zichzelf aan te bieden voor openbare verkoop, wilde hij niet verplicht worden zijn deuren definitief te sluiten.
Op de aangekondigde dag was er maar één geïnteresseerde mens aanwezig, met name de eigenaar van de supermarkt, afkomstig dus, zeker en vast, van de streek van "Palestina". Zonder andere bieders is de fabriek verkocht geweest voor een appel en een ei en heeft Jacques beslist definitief op pensioen te gaan..
Ik was recent overgeheveld geweest van São Paulo naar Rio De Janeiro en werd bijna onmiddellijk voorgesteld aan de Industriële Directeur van de toen genoemde Departamento de Imprensa Nacional - DIN", dicht bij de haven en volop aan het verhuizen naar Brasilia, waar de nieuwste hoofdstad van het land (vanaf de eerste jaren zestig) was gevestigd geweest. Dit speciaal regeringsdepartement was en is nog altijd, verantwoordelijk voor het drukken van de Officiële Gazet van de Staat, waarin alles wat enigszins verband heeft met de drie "machten" (executieve, rechterlijke en wetgevende), gepubliceerd moet worden vooraleer in voeging gebracht te kunnen worden. De verhuis van de tientallen loodzware machines, die nog in Rio waren achter gebleven, was uiteraard de laatste stap die op voltooiing aan het wachten was. De militaire regering (aan de macht geraakt door de Staatsgreep in 1964), had beslist van de gelegenheid gebruik te maken een nieuwe offset drukmachine in te voeren voor de DIN, die dus rechtstreeks, vanuit de VSA naar Brasilia is opgezonden geweest.
Die bepaalde industriële directeur had een speciale premie opgeëist (tienduizend dollars), om geen spijkers in de wielen te steken.
Voor de verkoop van de tweede machine, ongeveer twintig jaar later, werd de invloed gebruikt van een directeur van de Imprensa Oficial in São Paulo (kennis van D., echtgenote van een Kolonel en toen Algemene Directeur van de hernoemde "Imprensa Nacional - IN"). De verkoopsprijs grensde vijf miljoen dollars en ik weet niet hoeveel juist er los is gepeuterd geweest, vanuit Sao Paulo, maar het was zeker gene aalmoes.
Nog wat later werd er niets verkocht aan de IN, machines en materiaal inbegrepen, zonder een ronde tien percent commissie uit te moeten betalen aan de toen algemene, nieuwe, directeur die er absoluut niet beschaamd voor was dat percent op te eisen, zelfs in de aanwezigheid van zijn eigen subordinaten.
Dat allemaal onder de regering van verschillende militaire, rechts gezinde, Presidenten, uitgerust met schone, blanke, gezichten.
Tegenwoordig zijn we onze derde machine aan het installeren in Brasilia, de eerste onder de regering van de huidige President Lula, centrum-links gezind en alles behalve schoon en blank en we zijn niets gevraagd geweest en we hebben ook niets betaald. De totale verkoopsprijs bedraagt nogmaals vijf miljoen dollars.
De stoet passeert en de honden zijn alsmaar aan het blaffen..
Voor uw informatie, Recife en Antwerpen hebben iets gemeen. In beide steden is de Joodse gemeenschap veel groter dan in de andere, gewone, steden. In Antwerpen buiten ze (de Joden) de diamanten uit. In Recife, het grondwater. Allez ze zijn altijd, ergens, iets aan het uitbuiten dat eigenlijk aan iedereen toebehoort...
Hier in het noordoosten van Brazilië in het algemeen en in Recife, in het bijzonder, is de uitbating van het drinkbaar grondwater een indrukwekkende industrie geworden want er is duidelijk een versmachtend gebrek aan zoet water. Iedere poging die gedaan wordt door de plaatselijke of federale regering om dat eeuwenoud probleem op te lossen, zoals ze dat in Israël gedaan hebben bijvoorbeeld, wordt onmiddellijk gekelderd door de afgevaardigden van de "Industrie van de droogte". Tegenwoordig is de federale regering (centrum-links) een artificieel kanaal aan het construeren, verschillende duizenden kilometers lang, dat een groot deel van het noordoosten van het land kruist, met de bedoeling (amper) twee percent van de hoeveelheid water die door de enorme rivier "São Francisco" stroomt en die praktisch het gehele land doorloopt, af te tappen om de landbouw, hier in dit droge part, daarmee te beneficiereen, maar de weerstand is onbegrijpelijk groot (net alsof ze het gegarandeerd inkomen van iemand aan het verwijderen zijn) en er is zelfs een Katholieke Bisschop die daarvoor in hongerstaking is geweest gedurende meer dan twintig dagen, waarschijnlijk benauwd dat hij, door de te verwachten verbetering in de algemene welstand van de arme bevolking, zijn trouwe kudde zou verliezen. Ongelukkig genoeg heeft hij de hongerstaking niet vol gehouden.
Het water voorzien door de stad wordt dus dagelijks gerantsoeneerd wat betekent, bijvoorbeeld, dat we enkel water ontvangen gedurende vierentwintig uur en dan gene enkele druppel water, gedurende tweeënzeventig uur. Vierentwintig uur is ook bij manier van spreken natuurlijk, want vooraleer ze de kranen open gedraaid hebben en het water in uw voorraadtanks begint te lopen passeren er op zijn minst twaalf uur want zoals iedereen kan raden ligt precies uw gebouw, ongelukkig genoeg, ook op de laatste plaats van de waterlijding en moet gij eerst wachten tot alle andere gebouwen, vóór u in de omgeving, bediend worden. Af en toe bestaat er zelfs een blanke mens die beleefd gaat gaan vragen aan de bruine mens, die verantwoordelijk is voor het open en toe draaien van de kranen in elke wijk, een beetje extra lang te wachten om te beginnen met zijn werk en niet al te vlug te werk te gaan, waarvoor ze dan een speciaal uitgerekende aalmoes ontvangen, zodat ze, de eigenaars van de duizenden watercamion-tanks, rap nog enkele extra wagens kunnen verkopen...
Nu compleet veranderend van onderwerp (want niemand is daarin erg geïnteresseerd, vermoed ik), t is lang geleden dat ik nog eens in Antwerpen gepasseerd ben (de laatste keer was toen ik op weg was naar De Haag, in Holland en mijn broer zelfs de snelheid van zijn auto niet willen verminderen heeft om dat te kunnen bevestigen), maar hier in Recife bestaat er de grootste concentratie van lelijke mensen per vierkante meter van het land, schat ik. Vooral de vrouwen zijn duidelijk afstotelijk. Meestal zijn ze uiterst blank en bleek, hebben ze praktisch geen vlees, maar wel overvloedig vel, met bruine en zwarte plekken erop, veel pezen en uiterst slappe borsten en achterwerken. Niet gesproken van hun kromme benen en vieze toten, bedekt met enorme, ouderwetse en afschuwelijke hoeden, waarmee ze trachten de zonnestralen te vermijden.
Komt ge van zn leven ooit eens naar Recife, dan zal het u zelf onmiddellijk opvallen hoe veel lelijke mensen er hier eigenlijk wel bestaan. Botst ge toevallig toch op een schone mens, dan moogt ge er op wedden, het is iemand die hier niet geboren is of geen afstammeling van een werkelijke Recifense.
Eigenaardig genoeg, maar gedurende mijn honderden reizen naar praktisch alle belangrijke Steden en Staten van het gehele land heb ik kunnen vaststellen dat de schoonste meiskes in Fortaleza (CE) te vinden zijn, of in Vitória (ES), Florianópolis (SC) en ook in Rio (RJ), natuurlijk. In de eerst vermelde steden zijn de meiskes volledig schoon, aangezicht en lichaam, terwijl in Rio, de schoonheid meer gelokaliseerd is in het lichaam en minder in het aangezicht.
In alle geval, t is nergens verboden een handdoek te leggen op het wezen van de lelijke vrouwen, terwijl ge uw botten uitviert in hun kanaal...
De liefde van een Paster voor zijn wierookmannekes is onvergelijkbaar!
Hier, dicht bij Recife, met name in Arapiraca, heeft de lokale Paster, Monsenhor Luis Barbosa, 83 jaar, bewezen dat de liefde voor zijn wierookmannekes geen grenzen kent.