Ik was recent overgeheveld geweest van São Paulo naar Rio De Janeiro en werd bijna onmiddellijk voorgesteld aan de Industriële Directeur van de toen genoemde Departamento de Imprensa Nacional - DIN", dicht bij de haven en volop aan het verhuizen naar Brasilia, waar de nieuwste hoofdstad van het land (vanaf de eerste jaren zestig) was gevestigd geweest. Dit speciaal regeringsdepartement was en is nog altijd, verantwoordelijk voor het drukken van de Officiële Gazet van de Staat, waarin alles wat enigszins verband heeft met de drie "machten" (executieve, rechterlijke en wetgevende), gepubliceerd moet worden vooraleer in voeging gebracht te kunnen worden. De verhuis van de tientallen loodzware machines, die nog in Rio waren achter gebleven, was uiteraard de laatste stap die op voltooiing aan het wachten was. De militaire regering (aan de macht geraakt door de Staatsgreep in 1964), had beslist van de gelegenheid gebruik te maken een nieuwe offset drukmachine in te voeren voor de DIN, die dus rechtstreeks, vanuit de VSA naar Brasilia is opgezonden geweest.
Die bepaalde industriële directeur had een speciale premie opgeëist (tienduizend dollars), om geen spijkers in de wielen te steken.
Voor de verkoop van de tweede machine, ongeveer twintig jaar later, werd de invloed gebruikt van een directeur van de Imprensa Oficial in São Paulo (kennis van D., echtgenote van een Kolonel en toen Algemene Directeur van de hernoemde "Imprensa Nacional - IN"). De verkoopsprijs grensde vijf miljoen dollars en ik weet niet hoeveel juist er los is gepeuterd geweest, vanuit Sao Paulo, maar het was zeker gene aalmoes.
Nog wat later werd er niets verkocht aan de IN, machines en materiaal inbegrepen, zonder een ronde tien percent commissie uit te moeten betalen aan de toen algemene, nieuwe, directeur die er absoluut niet beschaamd voor was dat percent op te eisen, zelfs in de aanwezigheid van zijn eigen subordinaten.
Dat allemaal onder de regering van verschillende militaire, rechts gezinde, Presidenten, uitgerust met schone, blanke, gezichten.
Tegenwoordig zijn we onze derde machine aan het installeren in Brasilia, de eerste onder de regering van de huidige President Lula, centrum-links gezind en alles behalve schoon en blank en we zijn niets gevraagd geweest en we hebben ook niets betaald. De totale verkoopsprijs bedraagt nogmaals vijf miljoen dollars.
De stoet passeert en de honden zijn alsmaar aan het blaffen..
Voor uw informatie, Recife en Antwerpen hebben iets gemeen. In beide steden is de Joodse gemeenschap veel groter dan in de andere, gewone, steden. In Antwerpen buiten ze (de Joden) de diamanten uit. In Recife, het grondwater. Allez ze zijn altijd, ergens, iets aan het uitbuiten dat eigenlijk aan iedereen toebehoort...
Hier in het noordoosten van Brazilië in het algemeen en in Recife, in het bijzonder, is de uitbating van het drinkbaar grondwater een indrukwekkende industrie geworden want er is duidelijk een versmachtend gebrek aan zoet water. Iedere poging die gedaan wordt door de plaatselijke of federale regering om dat eeuwenoud probleem op te lossen, zoals ze dat in Israël gedaan hebben bijvoorbeeld, wordt onmiddellijk gekelderd door de afgevaardigden van de "Industrie van de droogte". Tegenwoordig is de federale regering (centrum-links) een artificieel kanaal aan het construeren, verschillende duizenden kilometers lang, dat een groot deel van het noordoosten van het land kruist, met de bedoeling (amper) twee percent van de hoeveelheid water die door de enorme rivier "São Francisco" stroomt en die praktisch het gehele land doorloopt, af te tappen om de landbouw, hier in dit droge part, daarmee te beneficiereen, maar de weerstand is onbegrijpelijk groot (net alsof ze het gegarandeerd inkomen van iemand aan het verwijderen zijn) en er is zelfs een Katholieke Bisschop die daarvoor in hongerstaking is geweest gedurende meer dan twintig dagen, waarschijnlijk benauwd dat hij, door de te verwachten verbetering in de algemene welstand van de arme bevolking, zijn trouwe kudde zou verliezen. Ongelukkig genoeg heeft hij de hongerstaking niet vol gehouden.
Het water voorzien door de stad wordt dus dagelijks gerantsoeneerd wat betekent, bijvoorbeeld, dat we enkel water ontvangen gedurende vierentwintig uur en dan gene enkele druppel water, gedurende tweeënzeventig uur. Vierentwintig uur is ook bij manier van spreken natuurlijk, want vooraleer ze de kranen open gedraaid hebben en het water in uw voorraadtanks begint te lopen passeren er op zijn minst twaalf uur want zoals iedereen kan raden ligt precies uw gebouw, ongelukkig genoeg, ook op de laatste plaats van de waterlijding en moet gij eerst wachten tot alle andere gebouwen, vóór u in de omgeving, bediend worden. Af en toe bestaat er zelfs een blanke mens die beleefd gaat gaan vragen aan de bruine mens, die verantwoordelijk is voor het open en toe draaien van de kranen in elke wijk, een beetje extra lang te wachten om te beginnen met zijn werk en niet al te vlug te werk te gaan, waarvoor ze dan een speciaal uitgerekende aalmoes ontvangen, zodat ze, de eigenaars van de duizenden watercamion-tanks, rap nog enkele extra wagens kunnen verkopen...
Nu compleet veranderend van onderwerp (want niemand is daarin erg geïnteresseerd, vermoed ik), t is lang geleden dat ik nog eens in Antwerpen gepasseerd ben (de laatste keer was toen ik op weg was naar De Haag, in Holland en mijn broer zelfs de snelheid van zijn auto niet willen verminderen heeft om dat te kunnen bevestigen), maar hier in Recife bestaat er de grootste concentratie van lelijke mensen per vierkante meter van het land, schat ik. Vooral de vrouwen zijn duidelijk afstotelijk. Meestal zijn ze uiterst blank en bleek, hebben ze praktisch geen vlees, maar wel overvloedig vel, met bruine en zwarte plekken erop, veel pezen en uiterst slappe borsten en achterwerken. Niet gesproken van hun kromme benen en vieze toten, bedekt met enorme, ouderwetse en afschuwelijke hoeden, waarmee ze trachten de zonnestralen te vermijden.
Komt ge van zn leven ooit eens naar Recife, dan zal het u zelf onmiddellijk opvallen hoe veel lelijke mensen er hier eigenlijk wel bestaan. Botst ge toevallig toch op een schone mens, dan moogt ge er op wedden, het is iemand die hier niet geboren is of geen afstammeling van een werkelijke Recifense.
Eigenaardig genoeg, maar gedurende mijn honderden reizen naar praktisch alle belangrijke Steden en Staten van het gehele land heb ik kunnen vaststellen dat de schoonste meiskes in Fortaleza (CE) te vinden zijn, of in Vitória (ES), Florianópolis (SC) en ook in Rio (RJ), natuurlijk. In de eerst vermelde steden zijn de meiskes volledig schoon, aangezicht en lichaam, terwijl in Rio, de schoonheid meer gelokaliseerd is in het lichaam en minder in het aangezicht.
In alle geval, t is nergens verboden een handdoek te leggen op het wezen van de lelijke vrouwen, terwijl ge uw botten uitviert in hun kanaal...
De liefde van een Paster voor zijn wierookmannekes is onvergelijkbaar!
Hier, dicht bij Recife, met name in Arapiraca, heeft de lokale Paster, Monsenhor Luis Barbosa, 83 jaar, bewezen dat de liefde voor zijn wierookmannekes geen grenzen kent.
Ik haat mannen die ná het sluituur van de winkel, nog bediend willen worden!
Ik had nog maar pas dat papierwinkeltje gekocht, met de bedoeling mezelf een extra inkomen te verzekeren voor mijn latere dagen.
Gedurende de eerste week nog, na een dag sleur, waren we eindelijk aan het sluituur geraakt en stond ik al, samen met mijn vrouw en dochter, op het voetpad, met mijn voeten nog op de drempel en mijn rug naar de straat toegekeerd, gereed om de sleutel om te draaien toen er twee mannen me op de schouder tikten en beleefd wilden weten of ik bereid was een extra serviesje te plegen. Ik haperde ietwat met mijn antwoord en verkoos toch vooraf te weten hoe ingewikkeld dat serviesje wel zou zijn, want ik was niet van plan daarvoor mijn dagelijkse lichaamsoefeningen op te offeren.
Neenee, maak u niet ongerust, t is gewoon maar een kwestie van die losse blaadjes hier in een caderno te omvormen, maar hij haalde meteen tweehonderd vijftig bladzijden te voorschijn en toen had ik al een voet terug binnen gezet en had ik al beslist de uitdaging te aanvaarden.
Het werk van encadernação (sorry, ik heb geen enkel benul van hoe dat woord perfect kan vertaald worden in het AB Vlaams) bestaat erin zorgvuldig een hele reeks gaatjes in die tweehonderd vijftig bladzijden te maken en daar een speciaal, plastieken, spiraaltje door te draaien, zodat alles degelijk aan mekaar blijft behoren en een primitieve boek vormt.
Mijn vrouw begon meteen de gaatjes te boren met een werktuig en een stang daaraan, waar ge hard moet aan trekken om door de stapel papier heen te geraken, maar ze had natuurlijk geen kracht genoeg en ik besloot dat saai werkje over te nemen. Ik zorgde er wel voor niet teveel blaadjes in ene keer te willen stampen en wel het juiste werksysteem te volgen, zodat de papieren degelijk op de juiste volgorde en op de juiste kant van de bladzijden geboord zouden worden...
.... en zo ging Rudo verder, bijna fluitend van het genot en van de vaststelling dat ik toch voor iets diende in het leven en dat ik aan het slagen was in mijn nieuwe job van winkeleigenaar en boor maar hier en boor maar daar en stapel de geboorde blaadjes allemaal op mekaar en het was een plezier op te merken hoe rap en proper alles wel verliep, terwijl ik aan mijn dochter en vrouw uitlegde hoeveel ik wel bekwaam was mijn professionele plichten te vervullen, waarop mijn dochter onmiddellijk reageerde van niet, dat het de eerste keer was dat ik zulk een werk pleegde, wat mijn vrouw bevestigde, terwijl de klant op mijn vingers stond te loeren en terwijl zij, mijn vrouw, de stapeltjes geboorde papieren allemaal nauwkeurig op elkaar legde en tot de vaststelling kwam dat er iets verkeerds aan het gebeuren was, want dat de gemaakte gaatjes, ene keer aan de ene kant van de bladzijde en de andere keer aan de andere kant van de bladzijde (de kant van de bladzijdennummers), gemaakt waren geweest, zodat ze elkaar niet meer opeen volgden en men hier moest draaien en daar moest keren om de juiste volgorde te bekomen maar dat zo, de gaatjes niet meer op de zelfde kant van het papier verschenen, terwijl de twee mannen, die ondertussen nog geen enkel woord hadden geuit, blijkbaar bezorgd bleven aanstaren hoe hun belangrijk papier in alle kanten geboord werd en zij zichzelf herinnerden dat ze maar over één enkele originele versie beschikten en ik ook aarzelend het ritme van het boren besloot te verminderen en mijn vrouw nogmaals opperde dat alles verkeerd aan het gaan was en mijn dochter nogmaals beklemtoonde dat ik er niets van wist en er ook niets van verstond en de klant niets bleef zeggen ter zijne verdediging en ik ook niet alias, tot mijn vrouw schuchter aan de twee mannen voorstelde het werk morgen voort te zetten want dat er nog heel wat gaatjes gemaakt moesten worden, van de ene kant en veel andere gaatjes hersteld, van de andere kant en dat de dag er al op zat voor vandaag en dat iedereen doodmoe was en uitgeput van het werk van de voorbije dag en de klant niets zei, maar wel zijn tweehonderd vijftig blaadjes probeerde te organiseren in de juiste volgorde en hij ongerust vast stelde dat er geen volgorde in te krijgen was, tenware ze er akkoord mee gingen de boek in de omgekeerde richting te lezen, zoals in de Oosterse talen, te beginnen met de laatste bladzijde en lezend van rechts naar links in plaats van van links naar rechts en ik een beetje bleek begon te worden van de geleverde inspanning, na praktisch tweehonderd vijftigduizend bladzijden manueel geboord te hebben en ik verstomd gadesloeg hoe niemand mijn werk apprecieerde en zelfs minachtte en hoe ik ook eigenlijk niet goed begreep wat er mis was gegaan, tenslotte had ik alleen maar méér kracht aangewend om meer blaadjes te kunnen stampen in één enkele beweging, in vergelijking met mijn vrouw, maar absoluut niets had veranderd in verband met de werkorde in het algemeen en de manier van werken, in het bijzonder, tot de twee mannen elkaar met een gemengde blik van ontgoocheling, verbazing, vermurwing en bezorgdheid aankeken en met een beweging van gedempte haat alle blaadjes samen froefelden en gewoonweg de winkel uitstapten zonder iets te zeggen en ook niets te betalen voor al het werk dat al gedaan en afgeleverd was geweest en ik beleefd vroeg aan mijn dochter waarom ze mij had verweten en de schuld had toegewezen, want ik beminde haar uit de grond van mijn hart en dat ik toch wel de oudste was van de drie, de meeste ondervinding van het leven had en allang geleden geslaagd was geweest in mijn examens van het vijfde studiejaar, jaar dat ze nu nog maar pas aan het beëindigen is (maar opzettelijk toch vergat te vermelden dat ik onverwachts gebuisd was geweest in mijn vijfde studiejaar in de Broederschool van Roeselare) en dat ik me nog nooit zo beschaamd had gevoeld...
Uit puur protest heb ik s anderendaags s morgens, de twee helften van mijn boterham niet precies op elkaar gepaard en wel diagonaal, zodat er een ster ontstond van acht kanten en ik die boterham met acht kanten vierkant heb in gezwolgen, gewoon om mij te wreken van de gevaren van die slechte organisatie in mijn saai leven...
Conclusie: ik haat mannen die ná het sluituur van de winkel, nog bediend willen worden!
Valt ge het u ook niet op dat die drie paar nieuwe sokken, vijf zakdoeken en drie onderbroeken die ge, als duurbaar geschenk, ontvangen hebt van uw vrouw, respectievelijk voor uw verjaardag van drie, twee en één jaar geleden, intussen spoorloos verdwenen zijn?
Dat er, in de lege lade van uw kleerkast enkel maar twee gescheurde en slappe onderbroeken te vinden zijn, die ge tien jaar geleden ontvangen hebt en die ge eigenlijk nooit hebt willen gebruiken omdat ze niet goed sluiten aan uw bovenbillen en de helft van uw klootzak eruit blijft hangen?
Dat uw vrouw, als ze beslist heeft een nieuw hemd te kopen voor uw verjaardag van dit lopend jaar, thuis gekomen is met een hemd dat op zijn minst twee maten te klein is, of dat ge er durft op zweren dat ge in de schoenen die ge volgend jaar zult krijgen, zult kunnen zwemmen? Dat, enfin, uw eigen vrouw, na dertig jaar getrouwd, nog altijd uw maten niet kent en ge verplicht zijt de verkeerd aangekochte klederen zelf te gaan uitwisselen in de winkel?
Dat het polsuurwerk dat ge geërfd hebt van uw zoon, alhoewel oorspronkelijk duur, altijd een half uur vooruit loopt, maar dat ge het onnodig vindt het te laten herstellen want het heeft een symbolische waarde veel groter dan het juiste uur en de handen van een ander mens op dat uurwerk misschien pech kunnen meebrengen?
Dat de schoenen die ge ook van hem geërfd hebt, acht jaar geleden, nog altijd meegaan, alhoewel er al grote gaten op de zolen zijn verschenen?
Dat uw vrouw altijd beweert dat ze geen gepaste kleren bezit, voor eender welke gelegenheid, maar dat haar kleerkast stropvol hangt en dat ze zelfs driekwart van uw eigen kast in beslag heeft genomen en als ge dan daar naar wijst, ze zegt dat die kleren te groot zijn, of te klein, dat ze uit de mode zijn, of dat ze ze gisteren, verleden week of verleden jaar al eens gebruikt heeft en dat het niet past aan moderne vrouwen kleren meer dan twee keren te gebruiken?
Dat ge vast stelt dat dat bepaald hemd of t-shirt waar ge altijd zo verzot op zijt geweest en plotseling verdwenen was, ge ineens terug ziet, gekleed door haar broer (die ge nooit hebt kunnen verdragen) of door die straatjongen daar en als ge dan vraagt hoe dat kan, ze antwoordt dat het toch versleten goed was en dat ze het niet nodig vond u eerst te raadplegen, vooraleer uw schatten weg te geven?
Dat de mieren beslag hebben genomen van uw eettafel, want dat uw vrouw de tafel zelden grondig reinigt want dat dat iets is wat ze speciaal haat, net zoals ze haat de afwas te doen, kleren te wassen en te strijken?
Dat het eten dat ge alle dagen voorgeschoteld wordt van langs om meer zonder smaak is, zoals droge patatten en een hard gekookt ei, of simpele macaroni, zonder spijzige ingrediënten, omdat ze vergeten heeft die zich aan te schaffen?
Dat het al eeuwen geleden is dat ge nog ne keer uw lievelingsgerecht hebt gezien, laat staan gesmaakt, zoals witloof met hesp en gesmolten kaas met witte saus, soufflé, gevulde tomaten en nog t één en t ander dat ge al lang geleden vergeten hebt dat het bestaat?
Dat uw vrouw nooit ne meer om vlooien in uw haar heeft gezocht, of bloedzuigers op uw rug, zoals ze vroeger alle dagen deed?
Dat ze nooit ne meer gezegd heeft dat ze u bemint, niettegenstaande het feit dat ge alle dagen, wanneer ge wakker wordt, luid schreeuwt: darling, you are so beautyfull, today en wanneer ge thuis komt, na het werk: Sweetheart, I love you so much.
Dat ge gisteren nog juist op tijd thuis gekomen zijt, vooraleer het appartement in brand vloog, want ze had de rijst op het gasvuur gezet en was, vervolgens, gaan winkelen en dat ge vermeden hebt ruzie te maken want ze zou anders schouderschokkend beginnen te wenen, bewerend dat ze zoveel tegenslag heeft in haar leven, alhoewel ze alle dagen kaarskes aan steekt en bid zonder stoppen om tegenslagen te vermijden?
Dat ge weeral ne keer moet uitleggen hoe ze, uw vrouw, een e-mail moet verzenden naar haar vriendin, om haar geluk te wensen voor haar verjaardag, alhoewel ge er zeker van zijt dat zij, haar vriendin, nog over geen computer beschikt om electronische boodschappen te kunnen ontvangen, maar dat ze zo wil bewijzen dat ze mee is met haar tijd?
Dat ge vast stelt dat ge nog een kleinere IQ hebt dan uw vrouw, want ge hebt nu nog maar ontdekt, na dertig jaar samen geleefd te hebben, dat haar IQ negatief is....
Opgepast, een "Chip" is niet altijd een patatteschelleke
We hadden een gloednieuwe offset drukpers verkocht, na een adembenemende strijd, niet alleen tegen onze alom aanwezige concurrenten (die overigens tachtig percent van de keren, over de loop van twintig jaar, de strijd hebben verloren), maar ook met enkele deelnemers van de te nemen beslissing vanwege de directie van de krant "O Globo", in Rio De Janeiro.
De executieve directeur, Francisco Grael, was radicaal tegen "offset", want hij beweerde dat dat proces zich nog niet wáár had gemaakt in de grotere kranten, in die tijd, met het argument dat de aluminium platen, toen beschikbaar, niet toelieten meer dan 100.000 exemplaren van een krantenbladzijde te drukken, terwijl hun circulatie vijfhonderdduizend exemplaren overschreed, vooral op de zondagen, zodat ze verplicht zouden zijn alle dagen meerdere platen van dezelfde bladzijden te moeten branden. Hij beweerde ook, zonder zich daarvoor te schamen dat, in geval van staking van het syndicaat van de drukkers, hijzelf bekwaam was op zijn oude "Hoe" letterpress te kruipen om de dagelijkse circulatie van de krant te verzekeren. Zoals iedereen nu al weet, een typografische pers, speciaal ontwikkeld voor kranten, maakte indertijd gebruik van gegoten lood platen, toen in algemene voeging. Hij was niet helemaal verkeerd nochtans, zoals verder geïllustreerd, maar heeft dan uiteindelijk toch het onderspit moeten delven en zijn foute opinie moeten herkennen.
De eigenaar, Roberto Marinho, onder invloed van Octavio Frias, President van de krant "Folha de São Paulo", die zichzelf, enkele jaren eerder, ook onze offset drukpersen had aangeschaft (we waren toen in 1975), besloot diene verschrikkelijk belangrijke stap dan toch maar te zetten, na veel aarzeling en tegengepruttel van zijn eigen management, vooral nadat diene bepaalde Octavio Frias hem, gedurende een verkenningsbezoek, had gewaarschuwd dat hij "moest stoppen zichzelf te masturberen" en de knoop meteen door moest hakken.
Uiteindelijk dus werden we beloond met een achttien miljoen dollar zaak, drie drukpersen van zes printing units elk, omvattend, of alternatief, twee drukpersen van negen printing units elk, in lijn. Een machine van praktisch zestig meter lang, twaalf meter hoog en drie meter breed, met een statisch gewicht van achthonderd ton (het dubbel, voor wat betreft het dynamisch gewicht).
Ik werd belast met de algemene coördinatie van de installatie van deze pers, in een splinternieuwe building, speciaal daarvoor geconstrueerd, wat me verplichte daar dagelijks aanwezig te zijn. De gehele job heeft langer dan een jaar geduurd en is absoluut succesvol geëindigd, zodanig zelfs dat de klant, enkele jaren later, een nieuwe, gelijkaardige pers aan ons heeft besteld en heeft ingevoerd.
Zoals altijd gebeurd, echter, gedurende de introductie van een nieuw model van een bestaande drukpers, de Rockwell/Goss Metroliner (O Globo en "The New York Times" waren de eerste gebruikers van dit model), zat er een verschrikkelijke "bug" in het elektronisch stuursysteem.
Enkele weinige weken na de officiële inauguratie begon de machine geregeld in panne te geraken, wat na veel onderzoek en analyse bleek te wijten te zijn aan een simpele "chip", die onwillekeurig verbrandde. Nog wat later kwamen de ingenieurs van de fabriek tot het besluit dat die bepaalde chip (er waren twee van die IC's aanwezig in elke "printing unit") uiterst gevoelig was voor korte maar heftige spanningsstoringen (transcienten genoemd) in de elektrische lijn die voorzien werd door de locale energiemaatschappij, die, op dezelfde lijn, ook andere klanten met elektriciteit voorzag. Sommige van die andere klanten, gebruikten wisselstroom motoren die gedurende het af-en aanleggen, transcienten veroorzaakten op de algemene voedingslijn, die op hun beurt onze machine aantastten en als onmiddellijk gevolg het paralyseren van op zijn minst één printing unit bevorderde, meestal in het midden van het drukproces. We werden verplicht, koortsachtig en zonder de vereiste import documenten, die speciale componenten in grote hoeveelheden in te voeren, in overweging genomen het feit dat ze niet beschikbaar waren op de locale markt.
Stel u voor, zo een reusachtige mechanische unit, die fel over de twintigduizend kilos weegt, lam gelegd door één enkele elektronische component, "een dwaze chip" zogezegd, van amper enkele grammen en die, in tegenstelling met zijn naamgenoot, helemaal niet verteerbaar is..
De voorlopige hulp kwam vooral vanwege verscheidene vliegtuigpiloten van de luchtmaatschappij "Varig" die alle dagen, vanuit Miami arriveerden, waar ze door de fabriek, in honderdtallen, tersluiks aan hen afgeleverd waren geweest met de opdracht ze in Rio achter te laten.
Op die manier hebben we de tijd veroverd om voor een definitieve oplossing te zorgen, uiteindelijk bekomen door een exclusieve elektrische voeding aan te vragen en te verkrijgen van de locale elektriciteitsmaatschappij, rechtstreeks aan "O Globo".
Ik heb het al verschillende keren herhaald: het leven is een strijd en men moet altijd oppassen, maar als men rijk is en belangrijk, is de strijd ietwat eenvoudiger...
Blaffende honden bijten niet. Wie zegt wat hij wil, hoort wat hij niet wil. Die het laatst lacht, lacht het best.
Drie spreekwoorden die dagelijkse kost zijn in het leven van een man die geregeld op café gaat.
Aan het tafeltje recht voor het mijne gaat er alle dagen een oud koppel zitten. We hebben nog nooit één enkel woord gewisseld, laat staan elkaar ooit uitdagend onderzocht, maar ge kent dat wel: zijdelingse blikken zijn onvermijdbaar. Een "oud koppel" is eigenlijk ook bij manier van spreken uitgedrukt, want ik vermoed dat de man nog niet eens dicht bij de zeventig is, alhoewel zijn ouderwetse moustache en zijn grijzend haar er hem wel ouder doen uitzien dan hij in werkelijkheid (waarschijnlijk) is. Zijn vrouw lijkt een beetje jonger en niettegenstaande haar duidelijk geverfde pruik, laten de rimpels en hanenpoten rond haar ogen en strakke mond er geen twijfel over dat ze de vruchtbare periode al lang voorbij is.
Ze zijn voortdurend ernstig, maken nooit plezier en integendeel, terwijl hij blaft legt zij geduldig haar oren in haar nek. Tot hij schijnbaar afkoelt en ze terug op t ene of op t andere doel of oorzaak aandringt en hij, wakker schietend, nogmaals begint te blaffen.
Hij moet ergens een kolonel van t een of t ander leger geweest zijn, want de kelner sprak hem eens aan met die titel en 't zal ook daarom zijn dat hij zo uitstekend kan blaffen.
Hij begint heel vroeg te drinken, alle dagen, rond de negen uur in de morgen, zonder gezelschap en in een ander, kleiner en vuiler, cafeetje, daar dichtbij, waar hij zich blijkbaar aan het opwarmen is en waar het bier ietwat goedkoper is voor dat doel, maar eens het uur aanbreekt voor een deftige achternoen, dan spreekt hij af met die vrouw, die zelfs waarschijnlijk zijn eigen vrouw niet is, want wie gaat er nu echt met zijn echte vrouw op café? En zo ontmoeten ze elkaar dus, in die ietwat geraffineerdere plaats, kort na het middaguur en blijven daar ruzie maken en elkaar opstoken en ambeteren tot in een gat in de nacht, zodat hij praktisch niet meer recht kan kruipen om naar de WC te strompelen. Alhoewel zij precies zoveel drinkt als hij, stapt ze met een meer vastberaden pas naar het toilet, waar er waarschijnlijk, na de boodschap, zodanig veel druppels blijven plakken in haar onderbroek (ik durf niet meteen beweren dat het zich om een onderbroekje betreft want haar maat passeert, met overschot GG), dat zij, de onderbroek dus, moet rieken zoals wijle onze oude beerput in Rumbeke. In dat verband is het interessant op te merken dat een oud wijfje me eens vertrouwelijk heeft ingelicht dat het pisgatje van eender welke afgevaardigde van het vrouwelijk geslacht, eigenaardige geuren verwekt, vooral als het niet, bij gebrek aan stromend water, regelmatig gewassen wordt, maar ze had me dat eigenlijk niet moeten opbiechten want ik had dat zelf ook al eens, uit eigen ondervinding, ondervonden.
In alle geval, ik vermoed dat hij, over de man dus terug nu, iets bezit aan zijn prostaat, want hij stapt niet beslist naar de WC, maar wankelt vooruit, terwijl bezorgd oppassend niet achteruit te tuimelen, stapje na stapje, iets wat eigenlijk maar typisch gebeurt bij veel oudere mensen, tenware het virus van de prostaatziekte zich al heeft ingewerkt in de nabij zijnde beenderen. Wanneer hij vervolgens terug aan zijn tafeltje geraakt, begint zij weeral te zagen en begint hij terug te blaffen, zodat ze haar oren terug in haar nek legt en geduldig wacht tot zijn bui over is en ze dan terug aanvalt, zodat ze elkaar daar blijven pesten tot ze het zelf beu worden en iedere keer de helft van hun bier in de bloempot smijten, die naast hun tafeltje staat en waar de plant al praktisch helemaal verslenst is van verplicht te worden dagelijks mee te drinken..
Ik vraag me dan altijd af of hij niet ineens recht zal staan om haar dringend een muilpeer te verkopen, maar nee, hij blaft alleen maar verder en het is daarom dat ik er nu absoluut zeker van ben: Blaffende honden bijten niet. Eerste spreekwoord.
Zijn vrouw(?), blijkbaar ontembaar, weet ook van geen ophouden en blijft van de korte stiltes gebruik maken om te zeggen wat ze wil, wat hij dan beantwoordt met enkele goed gemikte verwijten, vermoed ik, want ze valt altijd opeens stil en verliest haar blik in de verte, zodat het volgende spreekwoord hier in aanmerking komt: Wie zegt wat hij wil, hoort wat hij niet wil. Tweede spreekwoord.
Intussen blijft de man ook maar blaffen op de kelners die hij op elk moment luidruchtig roept om beter en vlugger bediend te worden en waarbij ze moeten springen als getrainde bokken, wat hem een glimp van een gemeen en geniepig lachje doet produceren, maar wanneer hij, op het einde, de rekening beveelt, hij dan plotseling beseft dat hij, zonder bril en met zijn hoofd vol bier, de hoeveelheid lege bierflessen niet perfect kan onderscheiden en nog minder de vermenigvuldiging uitvoeren, zodat de kelners, op dat moment er nog een schepje bijscheppen, wat hij onbekwaam is na te gaan, of op te merken want dan bevind hij zich met zijn gedachten al verre over Bagdad gepasseerd, terwijl de vrouw hem aan de deurdrempel staat op te wachten, gereed om hem mee te sleuren naar haar bed, wat ze later zal aanwenden om een ruime schadevergoeding (aan haar schede), rechterlijk, op te eisen, zodat ze allemaal wreed lachen, de vrouw en de kelners en ze zich zeker zullen herinneren: Wie het laatst lacht, lacht het best. Derde en laatste spreekwoord. Voor vandaag.
Toen ik nog in Rio leefde hield ik ervan alle zondagen, of beter, alle mogelijke zondagen, door te brengen in een restaurant, vlak aan het strand van Piratininga, ongeveer veertig minuten weg van mijn woonplaats, de lange brug over die Rio De Janeiro rechtstreeks verbindt met de stad Niteroi, aan de andere kant van de Baai van Guanabara. Alhoewel relatief gezien dichtbij, gelijkt dat bepaald strand van Piratininga op een plaats ver in het binnenland gelegen en toch betreft het zich om het eerste strand aan de Atlantische Oceaan, richting "noorden" van Rio.
Het restaurant, slecht verzorgd en waar men ook slordig bediend wordt, was eigenlijk op zichzelf de moeite niet waard zich daarvoor speciaal en zo ver voor te verplaatsen, maar de veroverende rust en het geluid van de ruisende bomen en de bruisende golven, dichtbij, plus het frontaal zicht op de zee, de ferme en verfrissende bries altijd, en waarom niet, ook de verscheidene ijskoude biertjes en de gezellige caipirinhas, trokken mij geweldig aan en één dag winst daar vergoedden drie dagen verlies in Rio. Het was wel niet helemaal veilig in de omgrenzende streek, maar eens in het restaurant voelde ik mij onmiddellijk ontspannen. Meerdere van mijn broers en vrienden heb ik daar bewust naar toe geloodst en nooit heeft iemand zich daar later over beklaagd. Het droeg de naam van Castelinho (Kasteeltje), alhoewel het niets van een kasteel weg had, maar wel een torentje bezat, vanachteren, op de parkeerplaats, dat van verre, op zoiets als een toren van een kasteeltje geleek.
De eigenaar was duidelijk een homo, al ver over de zestig, maar verfde zijn haar in een koperachtige kleur, net alsof hij nog dertig was. Nochtans was hij niet afstotelijk en zelfs niet afschuwelijk. In korte woorden: het betrof zich om een deftige potter, ietwat klein van gestalte, maar redelijk goed voorzien rond zijn heupen. Ik heb hem zelfs eens toevallig ontmoet in de krant O Fluminense, terwijl hij uit het kantoor van de President stapte. Ik mag niet beweren dat ze daar niet over zaken hebben gepraat en misschien schreef hij zelfs artikels over kastelen en gietijzeren hekkens, die in de krant gepubliceerd werden, of zowel bezocht hij zijn vriendje op zijn werk, maar dat laatste, dat zal wel achterklap en laster vertegenwoordigen.
Ik ben niet bepaald zot op vis, maar mijn vrouw wel en elke keer dat we daar verzeild geraakten was het vis, verse vis, vis die gisteren gevist geweest is en jawel hoor, de vis daar, badejo of enchova, ongeveer veertig cm lang, was degelijk fris en smakelijk, reden waarom ik mij sommige keren ook bediend heb. Mijn vrouw vrat letterlijk alles op, van kop tot staart, inclusief de ruggengraat, die ze volmaakt leeg zoog.
We zijn daar geraakt op alle manieren: met de auto, op mijn Harley Davidson, de overzet boot en zelfs met de fiets, waardoor wij daar meestal arriveerden wanneer de andere mensen het al aan het aftrappen waren. Maar ze verloren de speciale zonsondergang aan de westkant en de machtige maanopgang aan de oostkant, midden in de oceaan. Prachtig.
Ik zal er niet veel over uitwijden, maar onze terugkeer ging altijd gepaard met een uitbarsting van expliciete seks, geparkeerd aan het strand, terwijl we geconcentreerd uitkeken naar de voorbij passerende duikboten...
Objectieve informatie over enkele van de meest belangrijke kranten van Brazilië
Eerst en vooral, de liberalen en rechtsgezinde mensen in het algemeen hier, gebruiken het volgende spreekwoord: "quem não tem competencia, não se estabelece", wat overeen komt met: "wie niet bekwaam is, richt zijn eigen firma niet op".
Is het een krant, of niet..
In de vroege jaren zeventig bestonden er hier vier (of vijf?), belangrijke kranten.
Vlug een korte uiteenzetting over elk van hen:
- "Estado de São Paulo" - SP: uiterst rechts gezind, met het lemma: "Familie, Traditie en Eigendom". Ze kritiseren vooral de Staat, bewerend dat hij noodzakelijkerwijze onbekwaam is, vergeleken met de competentie van het vrij initiatief en verdedigden daarom meteen de militaire Staatsgreep van 1964, tegen de links gezinde mensen in, die door rechtmatige verkiezingen aan de macht waren geraakt en sociale hervormingen probeerden in te planten. Ze vergaten echter aandacht te schenken aan de administratie van hun eigen krant en besloten zichzelf de laatst gefabriceerde "letterpress machine" van de wereld aan te schaffen, terwijl de meerderheid van de kranteigenaars, in de vroege jaren zeventig, al hadden beslist "offset" te gaan. Die machine noemde "Headliner Mark 5" en was het laatste model en laatste drukpers van die serie, ooit gefabriceerd door MGD Graphic Systems, de grootste fabriek, op dat gebied, van de wereld. Die absoluut verkeerde beslissing (eens geïnstalleerd moet eender welke drukmachine, op zijn minst, dertig jaar blijven duren) constitueert één van de belangrijkste oorzaken van hun financiële aftakeling en rechtstreekse ruk, op naar de toestand van algemeen faillissement. Ze zijn gered geweest, uitsluitend door de ingreep van diezelfde Staat die ze minachtten en die hen, om hen financieel uit de slobber te helpen, het drukken aanbood van praktisch alle telefoonboeken (toen onder Staatsbehering) van de belangrijkste steden van het land. Ze verdedigen tegenwoordig nog altijd hun oude, middeleeuwse, principes en vergeten voorzichtig dat ze nog bestaan, dankzij de bereidwillige Staat die de slecht beheerde, private, firma's te hulp schieten, wanneer ze oordelen dat het moet;
- "Jornal Do Brasil" - Rio: heeft diezelfde historische industriële fout begaan (typografie verkiezend boven offset, wanneer het uur van beslissing was aangebroken en een ouderwetse "Hoe" drukpers heeft ingevoerd, toen het dan al duidelijk was dat zulk een type van machine geen toekomst kon garanderen aan een moderne, vooruitstrevende, krant). Politiek gezien echter was "Jornal Do Brasil" de enige duidelijke tegenstander van de militaire Staatsgreep. De krant is failliet gegaan omwille van deze industriële vergissing en is niet gered geweest vanwege de Staat en zijn toen heersende, rechtsgezinde, regering. Wat er van over gebleven is, is nu, een karikatuur van wat de krant eens betekend heeft;
- "O Globo" - Rio: uiterst rechts gezind en effectieve verdedigers van de militaire machtsgreep die ze zo lang hebben ondersteund als enigszins mogelijk was en de daad, zonder enige twijfel zouden herhalen, indien de noodzakelijkheid en kans opnieuw zouden opdoemen. Ze zijn echter, op het correcte moment, "offset" gegaan, de kwaliteit van de druk uitermate verbeterend, inclusief met de publicatie van enorm veel gekleurde bladzijden, wat praktisch onmogelijk was te realiseren met "letterpress". Ze beschikten toen over een aankoopkantoor in de VSA die de export naar Brazilië regelde aan verlaagde prijzen om zo, plaatselijk, minder belastingen te moeten betalen. Logisch Amerikaansgezind tot in de botten en de marteling en de dood ondersteunend van elke links gezinde mens. Gevaarlijke beesten;
- "Folha de São Paulo" - SP: origineel centrum-rechts gezind maar nu uiterst rechts. Industrieel beschouwd hebben ze zich, op het juiste moment, offset machines aangeschaft. De krant werd, industrieel beschouwd, redelijk goed geadministreerd tot op het ogenblik dat de oude eigenaar de plaats schonk aan zijn zoon. Sedertdien is de krant fel Amerikaans en Joods gezind geworden, alle middelen aanwendend om minder belastingen te moeten betalen en daarvoor zelfs niet terug deinzend een valse invoer te realiseren, terwijl proberend de Staat te kelderen, erin gelovend dat ze zelf onfeilbaar zijn. Gevaarlijke beesten;
- "O Dia" - Rio: ook te laat overgeschakeld naar "offset", maar toch nog juist op tijd genoeg om de trein van de kleuren en de kwaliteit niet te missen. Misschien centrum links te classificeren, alhoewel origineel toebehorend aan een ex-gouverneur van de Staat van Guanabara (Chagas Freitas) en later verkocht aan Ary Carvalho, eigenaar van de krant "Ultima Hora" in Rio en medeoprichter van de krant "Zero Hora", in Porto Alegre (beiden al lang geleden gestorven en, destijds, zoals de meerderheid, niet gevoelig voor eventuele wetoverschrijdingen).
... nu ben ik er mij ineens bewust van geworden wat men werkelijk bedoelt wanneer men spreekt over een hondenleven hebben.
Als de hond in kwestie niet verplicht wordt, net zoals een vogeltje in een kooi met amper één stokje, in een piepklein appartementje zijn leven te verslijten, waar hij enkel en alleen maar over één vierkante decimeter beschikt om zich neer te vlijen aan de voeten van zijn eigenaar en nerveus zijn poten moet uitstrekken om de drang naar wilde bokkensprongen te kunnen bedwingen, terwijl hij geduldig moet wachten op alles wat door zijn meester moet voorzien worden, dan wordt hij aan de ketting gelegd, buiten, zonder eten noch drinken in zijn bereik, met de blakende zon op zijn kletskop, gefolterd door ne hele hoop huidziekten gepaard met jeuk, veroorzaakt door honderden aandringende mieren, vliegen, muggen en andere parasieten en bloedzuigers in het algemeen en voorbij passerende en uitdagende kinderen die met stenen naar hun rug mikken, in het bijzonder, enz..
Ik bezocht de nieuwe woning van een vriendin, hoog op een helling in de wijk van Ouro Preto, in Olinda en haar buur was niet thuis. Maar zijn hond wel...
...vast gebonden aan een ketting, korter dan een meter lang. Ik zag ontroerd hoe de hond zich amper kon bewegen in zijn beperkte toegewezen ruimte om zich, om de minuut, in een andere houding neer te leggen, moe dat hij was van altijd verplicht te worden uit te moeten rusten van oefeningen die hij nog nooit had gedaan, vandaag niet, gisteren niet en sedert hij bekwaam was recht te kruipen en zijn eerste wankelende stappen te pogen, ook niet en hoe de ketting overal ambeteerde, hoe hij zich ook keerde en draaide en niet in staat was hem uit te rekken, terwijl hij probeerde zijn tanden te gebruiken om de ketting te ontwrichten, veronderstellend dat het lekkere beenderen waren misschien en plotseling tot het besluit kwam dat er iets gebroken was jawel, maar niet de ketting en wel zijn achterste speciale daarvoor dienende kieke-been-kraak-tanden en het zo onmogelijk was een betere plaats op te zoeken, waar het koeler was en de grond vochtiger en hoe hij waarschijnlijk van honger en dorst leed (dat ben ik niet zeker, want ik weet niet hoe een hond dat kan tonen), want er stond geen enkele voorziening dichtbij, maar ik toch vast stelde dat zijn geschonden vel fel jeukte, want hij trachtte zichzelf voortdurend te scharten daar, vooral met zijn achterpoot, die echter bleef haperen en zelfs verhinderd werd door die smerige ketting, uitgevonden door den enen of den anderen beul, zodat hij beleefd om hulp zocht en mij braaf begon aan te staren en medelijden trachtte te verwekken om hem, aub, te bevrijden van zijn verschrikkelijke gevangenis, terwijl ik vast stelde dat de eigenaar, de Beul van Ouro Preto wellicht, niet opdaagde, zelfs na zes uren geduld.
En beseffen dat hij, de meester dus, morgen of overmorgen, verrast zal opmerken hoe lelijk zijn hond eigenlijk wel aan het worden is en zo mager, met zijn ribben duidelijk zichtbaar en dat geschonden olifantvel, zelfs tot onder zijn oksels, stinkend van de uitgedroogde stront en pis van verleden week, maar toch nog nat genoeg van de stront van gisteren, want vandaag had hij nog niets binnen gekregen, terwijl de ambetante vliegen uit en in zijn oren en onder zijn staart kruipen en hij, de hond, niet meer weet wat te doen om ze te verjagen, terwijl hij, de hond nog altijd, eindelijk en uitgeput van de rust en zonder energie om de ketting, voor de honderdduizendste keer, te trachten te vermurwen en te besluiten dat hij, de eigenaar en meester, liever een andere hond zou bezitten, helemaal van hem alleen, schoon en jong, huppelend van de opgestapelde energie en die hij dan rap van een ketting zou voorzien om hem zeker niet te verliezen en ook zijn huis te bewaken, zodat het gevestigd akkoord schoon en juist zou zijn voor beiden, hond en smeerlap en hij zich van zijn oude hond zou kunnen ontdoen, bijna één-jaar-lang-oud, met een houten knuppel in zijn tedere en onschuldige handjes, want een spuitje is niet betaalbaar...
't Is eigenaardig, maar de mensen hier, de straten, de marktpleinen, de wegen, de kanalen, de stranden, de zee, de stromen en rivieren, de wouden, de velden, de weien, enfin alles is zo verschrikkelijk vuil, besmet, besmeerd en in wanorde, overhoop, verslenst, verteerd en in puin omvormt, zodat er geen enkele hoop ontsnapt op mogelijke verandering, vandaag nog of morgen. Een totale en onverwoestbare warboel. Een vicieuze cirkel, waarin iedereen zijn uiterste best doet niet achter te blijven op zijn voorganger.
De miljoenen plastieken supermarktzakjes, de duizenden schuimschaaltjes, de uiteengerukte ontelbare krantbladzijden, de honderden vol gespoten capootjes en vooral de magere kwaliteitsstront, komen er langs alle kanten uit puilen, rond drijven, voorbij passeren, uitbarsten en opduiken, de omgeving versmachtend met zijn typisch stinkende en verpestende stank. Ratten, muizen, kakkerlakken, vliegen, luizen en vlooien hebben al lang de strijd overwonnen en iedereen helpt, koortsachtig, de toestand, rapper dan zijn buur, te verergeren.
De beter voorziene mensen, omdat ze beweren dat ze, terwijl ze hun sigarettenpeukjes, gebruikt toiletpapier, appelsienschellen, banaanpellen en plastieken flessen en blikjes, door de ramen van hun belangrijke wagens en vensters van hun chique appartementen lanceren, spugen en hun vuile neuzen reinigen, in alle richtingen, onbetwistbaar bijdragen rechtstreeks werk te garanderen aan honderden werklozen, met de exclusieve bedoeling en bewust de boel, voor hen, op te ruimen.
De minder voorziene, op hun beurt, zijn vuil omdat ze, aandachtig, het voorbeeld aan het volgen zijn van wat van boven komt.
De pot verwijt de ketel dat hij er zwart uit ziet. Dat de Europeanen, in het algemeen, zich viezer gedragen dan de Brazilianen, is niet zeker, alhoewel ze niet alle dagen hun bad pakken (maar als ze het dan toch eens doen, maken ze er wel degelijk hun werk van en wentelen ze zich, met duidelijk genoegen, in hun stomend ligbad, met schuim tot over hun oren), terwijl de laatste enkel en alleen maar en vliegensvlug, een stortbad nemen, zonder zelfs een washandje te gebruiken om hun penis (en andere voortplantingskanalenl) zorgvuldig te reinigen (dat voorwerp, het washandje bedoel ik, is hier nog niet gekend), zonder zeep, alias.
Van de andere kant en zonder de eerste steen te willen werpen, ik zal nooit vergeten hoeveel het wel onverdraaglijk stinkt in Middelkerke, werkelijk volgepropt met de stront van honderdduizend honden die daar, in tienduizend appartementen, opgestapeld zitten te verteren en waar niemand zich verantwoordelijk voelt hun afschuwelijke uitwerpselen terug naar huis mee te nemen, zodat de algemene stront-verwijder, speciaal gecontracteerd door het gemeentebestuur, intussen al steenrijk is geworden en waarschijnlijk zelfs competeert met de plaatselijke notaris.
Hier, in compensatie, zie ik geregeld (pasmen?), mensen die hun gezelschaps hondje dagelijks, ene keer, buiten laten en niet vergeten een plastieken zakje over hun hand te schuiven, waarmee ze de verse en nog hete stront opscheppen en meenemen naar hun eigen woning, indien ze, het stapelvolle zakje bedoel ik, een paar blokken verder, niet terug op de straat werpen, bekennend dat ze, in feite, alleen maar indruk wilden maken...
Er bestaan mensen die gene halve frank waard zijn.
Ik heb het al eerder ne keer gehad over diene meneer Eduardo Monteiro, één van de zonen van ex-senator Armando Monteiro, rechtstreekse afstammeling van Agamenon Magalhães, ex-gouverneur van de Staat van Pernambuco en bekende politicus. Een oudere broer van Eduardo, Armando Monteiro Neto (President van de CNI) en een neef, Mucio Monteiro Neto (huidig Minister van Staat) zijn levende getuigen van de belangrijkheid van de familienaam Monteiro.
Toen ik in direct contact werd gebracht met de familie, was Eduardo nog Directeur President van de krant Diário De Pernambuco, titel die hij veroverd had omwille van het feit dat de krant enorme schulden had gemaakt bij de bank die aan de familie Monteiro toebehoorde, Banco Mercantil de Pernambuco, veroorzaakt door de noodzaak een bankgarantie te bekomen voor de invoer van gazettenpapier afkomstig vanuit Zweden, Canada en de VSA. De bedoeling was geweest die schulden te vereffenen door hun eigen administratie in de krant te plaatsen, met ondermeer Paulo Pugliese, zogezegd een specialist in de recuperatie van wankelende firmas.
Enkele maanden daarna echter sloeg het noodlot in op hun eigen familie, die toen nog tientallen firma´s beheerde, waaronder verschillende suiker en alcohol fabrieken, de plaatselijke vertegenwoordigers van Mercedes, Honda en Fiat, enorme boerderijen in het binnenland en weet ik veel. De federale regering had hun bank failliet verklaard en de eigenaars rechtstreeks verantwoordelijk gesteld voor alle eventuele schulden die de bank bezat, zodat ze verplicht waren geweest onder te duiken, voor enkele maanden alleszins en verkozen in chique hotels te overnachten om te vermijden door de officiële afgevaardigden van het gerecht, bij hen thuis, genotificeerd te kunnen worden.
Van de andere kant was hij, Eduardo, ontslagen geweest als Directeur President van Diário De Pernambuco, door de mede-eigenaars van de groep Diarios Associados aan wie de krant (nog altijd) toebehoort en die de belofte hadden ontvangen vanwege de federale regering (FHC), dat ze, mits verdediging van zijn tweede presidentieel mandaat, hij instructies zou verstrekken aan de advocaten van de Staat om de financiële vergoeding (die zich in het gerecht al jaren lang aan het voortslepen was), veroorzaakt door het sluiten, vanwege de toen heersende militaire regering, enkele jaren eerder, onder druk van Roberto Marinho (O Globo) aan de Radio Clube De Pernambuco, niet verder te contesteren, wat een contante geldinjectie in de groep betekende van praktisch 220.000.000,00 dollars. Zijn ontslag had natuurlijk alles te maken met het feit dat hij, Eduardo, onmiddellijk zijn handen zou willen gelegd hebben op deze indrukwekkende som, nodig om er zijn eigen bank mee te redden.
Hij heeft dus letterlijk de trein zien passeren, zonder er op te hebben kunnen springen.
Uitsluitend gemotiveerd door haat en uit pure en loutere wraak besloot hij een nieuwe krant op te richten in Pernambuco, met de bedoeling Diário de Pernambuco (de oudste krant van Latijns Amerika, bijna 200 jaar) definitief te kelderen.
En daar kwam het moment eraan dat ik geroepen werd die taak te vervullen. Vanaf het concept van de krant, de bepaling van het type drukpers, de prijsonderhandeling en aanschaffing van alle nodige machines, plus hun installatie, de financiering van het gehele project, de aanpassing van een bestaand gebouw (dat eerder een bankfiliaal was geweest), kortom alles, is door mijn handen en hoofd gepasseerd.
Terwijl ik de machines aan het monteren was passeerde Dr. Eduardo (zoals hij genoemd werd) dagelijks langs en elke keer weer ondervroeg hij mij: zijde gij er zeker van dat mijn krant de beste kwaliteit zal hebben van de streek? Zal ik de machines gemakkelijk kunnen uitbreiden, naargelang de nood het eist? Zal ik aan de groeiende circulatie van de krant kunnen voldoen...??..
...en ik maar altijd, alles, bevestigen, ondermeer omdat de verkochte machines van een recentere technologie waren, uitgerust met nauwkeurigere "jaw-type-folders" in plaats van de toen algemeen gebruikte "tuckerblade rotary folders", en "satelliet-type units" in plaats van "stacked units", bestemd voor het drukken van gekleurde bladzijden... beloften die ik allemaal, één voor één, heb volbracht en de nieuwe krant is op de geplande dag gelanceerd geweest, met absoluut succes, rap de eerste plaats innemend op gebied van circulatie (het was wel ook de goedkoopste krant) en tevens de beste drukkwaliteit bezat...
Met de ondervinding die ik toen al opgestapeld had, had ik hem, gedurende een evaluatievergadering, gewaarschuwd had dat kranten zelden winst maakten, vooral gedurende de eerste jaren van bestaan en had er nog aan toegevoegd dat hij speciaal moest letten op zijn te betalen rekeningen, zodat hij meteen antwoordde dat ik me daar absoluut geen zorgen moest over maken..., dat hij daar specialist in was en inderdaad toen ik mijn eerste factuur aan hem voor legde, nadat zijn nieuwe krant al ingehuldigd was, werd ik prompt op de laatste plaats van de rij gezet om mijn goed verdiend geld te ontvangen... en hij is me nog altijd een pak schuldig..
Ziede, indrukwekkende familienamen zijn niet altijd een bewijs van eerlijkheid, trots en betrouwbaarheid...
Om de gewoonte niet te verliezen ben ik gisteren weeral eens geniepig naar mijn huidige stamcafé geslopen met de bedoeling het stof door mijn keel te spoelen, mijn blik naar een onbepaald voorwerp in de verte te richten en gewoon te relaxen, zowel geestelijk als lichamelijk. In korte woorden: de rust mij te laten overwinnen en zelfs te laten overwelven en als het niet anders kan, wat later, enkele problemen te trachten te verteren, zodat ik s anderendaags, met pas hervulde tanks, mijn strijd opnieuw kan starten, of zowel, enkele dringende en nodige beslissingen nemen.
Mijn aandacht werd ineens afgeleid naar verscheidene opeenvolgende luide smakkende kusgeluiden dichtbij, die gewoonweg niet te negeren waren. Juist voor mijn tafel, praktisch in de richting van mijn blik dus, ontdekte ik drie mannen, terwijl ze gezellig zaten te babbelen. Op de knieën van de grootste ervan zat een jongetje van een jaar of zeven die niet stil wou blijven, terwijl de vader hem luidruchtig op de wang kuste, dan in de nek en vervolgens op zijn borst, zonder ooit het gesprek met de andere twee mannen te verbreken, maar af en toe wel zijn woorden inslikkend om tijd te vinden het kussen te herbeginnen, altijd vergezeld van luide smakken, zodat zelfs de aandacht van de andere aanwezige mensen er op getrokken werd en scheve commentaar veroorzaakte, zonder effect nochtans.
Niet alleen de smakken maar ook de voortdurende verplaatsing van het kind op zijn schoot en de stoel op zichzelf, hem altijd maar dichter en dichter bewegend, terwijl vooruit leunend, achteruit trekkend, omhelzend, kussend, bekijkend en vertroetelend deden het mij moeilijk worden mijn blik ervan af te wenden. Een ietwat vuilere geest kon zich misschien en waarschijnlijk andere toestanden hebben verbeeld, maar bij mij was het duidelijk: het betrof zich om de liefde die een vader aan zijn zoon en overigens aan iedereen aanwezig, wilde tonen, alhoewel de manier die hij daarvoor aanwendde niet helemaal normaal genoemd mocht worden. De liefde voor een kind mag niet op zo een geweldige manier uitgedrukt worden. Niet zodanig verpletterend en overheersend. Ik vermoedde dat hij gescheiden leefde van zijn vrouw en recht had op kinderbezoek, ene keer per week misschien, waarvoor hij dus plechtig zijn vrienden uitnodigde, om allemaal samen enkele pizzas op te gaan vreten, vergezeld van veelvuldige flessen, heet-hoofd-verfrissend-bier, terwijl hij hen perse wilde bewijzen hoeveel hij wel van zijn zoontje hield, zodat de bezen er van alle kanten af vlogen...
Ik moet eerlijk bekennen dat dat gedoe mij ernstig begon te vervelen en zelfs hinderde. Er passeerde gene minuut zonder op zijn minst twintig kussen, altijd luidruchtig, uit gedeeld te hebben, zodat ik overwoog recht te staan en hem er op te wijzen dat zoveel liefde van een vader naar een zoon homofiele gevoelens van dat jongetje bekwaam zou zijn op te wekken en daarna misschien levenslang met diene ambetante hindernis te kempen zou hebben. Van de andere kant, de man was zeker en vast een hoofd groter dan ik, woog over de 100 kilos zonder dik te zijn, en zag er uiterst flink en fris uit.
Ik heb dus, respectvol, mijn mond maar gehouden, voor alle zekerheid..
Terwijl ik mijn blik in een andere richting wrong ontdekte ik aan de aangrenzende tafel twee jongens, recht tegenover elkaar gezeten, met aan hun gemeenschappelijke zijde een meisje dat voortdurend op de tafel bonsde van het plezier, maar tegelijkertijd haar beide knieën in de richting van het bovenbeen van beide jongens knelde en wreef, terwijl op de tippen van haar voeten steunend, zodat daar zeker gene andere uitleg voor kon gegeven worden tenzij de bedoeling hen beiden op te hitsen, de ene niet wetend van de andere, zodat ze blijkbaar uit was op een toekomstig, complex, driehoeksgeval..
Ga met zo een gerucht in uw oren zorgvuldig een pintje gaan drinken om uit te rusten, uw gedachten in de juiste richting te persen en te proberen de problemen van morgen, vandaag nog, op te lossen..
Mijn eerste echte en eigen installatie heb ik verricht in de stad Niteroi, rechtover Rio, aan de andere kant van de Baai van Guanabara, waar ik zelf, eerder, de machine had verkocht aan een zekere meneer Alberto Torres, een oud heertje, eigenaar van een krant met de naam O Fluminense die mij blijkbaar echt beminde (ik heb last van oude heertjes die mij beminnen) en een eigenaardige karaktertrek bezat die compenseerde voor zijn gebrek aan technische kennis. Wanneer iemand geen kloten van iets verstaat moet men snugger genoeg zijn om niet voortdurend in de luren te worden gelegd. Zijn tactiek bestond erin tien keer dezelfde vraag te stellen, in andere woorden, gedurende tien verschillende gelegenheden. Indien uw antwoord verschilde van de ene naar de andere keer, dan waarde gij, in zijn opvatting, een dwaas die niet te vertrouwen was. Omdat ik altijd hetzelfde antwoord verstrekte, in dezelfde woorden, won ik langzamerhand zijn vertrouwen en alhoewel ik vier concurrenten moest bestrijden heb ik die zaak, met grote onderscheiding, gewonnen. Niet ene enkele keer alias, want hij heeft me daarna nog vier verdere machine-uitbreidingen besteld, over de loop van de jaren. Maar om de gang van de zaken niet in te lopen, keer ik dus terug naar mijn eerste installatie.
Ik had aan Mr. Alberto (ex-volksvertegenwoordiger en toen al dicht bij de tachtig, terwijl de echtgenoot van zijn dochter zijn belangrijkste afgevaardigde was in de krant, tot hij hem eens betrapt heeft in zijn kantoor, met zijn secretaresse op zijn schoot en zijn broek rond zijn enkels) beloofd dat de installatie gereed zou zijn vóór de verjaardag van de krant, toen al meer dan honderd jaar oud. Die belofte zou ik niet kunnen vervullen hebben indien ik besloot te wachten op onze Prima Dona, die een complex werkprogramma moest voldoen, tenzij ik besliste zelf het werk aan te pakken. En dat is het wat ik heb gedaan.
Ik besloot, wijs dat ik toen al was (zoals die oude aap die zijn hand niet in een donker gat steekt), een locale mechanieker, Delio genoemd, mij te doen vergezellen in mijn taak en die gespecialiseerd was in de installatie van Sheetfed offset presses, van het merk Solna (Zweeds), zodat ik op zijn minst over iemand zou kunnen beschikken voor de alledaagse simpele mechanische kwesties.
We beschikten over amper drie weken tijd om de installatie te voltooien, waar de configuratie en de grootte van de machine op zijn minst vijf weken vereiste, onder normale omstandigheden.
Ik besloot daarom geen sacrificies te meten en alle dagen van de week, inclusief zater- en zondagen, op te offeren om het mij mogelijk te maken die deadline te bereiken. Bovendien besloot ik ook alle dagen uit te rekken tot een gat in de nacht, zodat we meerdere keren later dan middernacht huiswaarts keerden. Diene bepaalde mechanieker was toen ook al rond de zestig en het waren natuurlijk zijn gloriejaren niet meer. Sinds hij aan de overkant van de stad woonde en om acht uur s morgens, terug aan het werk moest, besloot hij, op den duur, boven op de enorme papierrollen te slapen...
We zijn uiteindelijk geslaagd in ons objectief, hebben de krant, gedrukt in offset en met veel gekleurde fotos, ingehuldigd op de beloofde verjaardag, maar ongelukkig genoeg is die bewuste mechanieker, enkele dagen daarna, bezweken onder de druk, slachtoffer geworden van een eerste hartaanval..
Heel in het begin van mijn opleiding in de firma waarvoor ik nog steeds werk (allez, t is nu eindelijk bijna gedaan), hadden ze mij gevraagd de montering van een nieuwe web-fed, rotary offset drukmachine bij te wonen in een stad in het Zuiden van Brazilië, genaamd Curitiba, gekocht door de krant Diário Do Paraná. De monteur, een Braziliaan afkomstig van de stad van Itú (waarvan ze beweren dat alles daar dubbel zo groot is), in de Staat van São Paulo, werd toen al beschouwd als de Prima Dona van de firma, wat overeen komt met de Ster van de ploeg monteurs (we beschikten over meer dan dertig mannen, verspreidt over het gehele land), want hij was de enige mechanieker, in diene tijd (de vroege jaren zeventig) in staat deze opdracht succesvol te beëindigen. Hij had zelf de job geleerd van een Amerikaanse mechanieker, Fred Lunt, die echter en op den duur (hij hield, zoals ik, van een biertje, of twee) enkele serieuze fouten had begaan die daarna hersteld zijn geweest door zijn eigen leerling.
De allereerste montages van het eenvoudigste model van deze offset drukpers (Goss Community) uitsluitend bestemd voor kranten met een ietwat kleinere circulatie (rond de 10.000 exemplaren/dag, te wijten aan de beperkte capaciteit van de toen beschikbare aluminium offset platen), gebeurden in São Paulo (São Paulo Shimbum, een krant bestemd aan de Japanse gemeenschap, vooral geconcentreerd in een wijk genaamd Liberdade); in Brasilia (Correio Braziliense) en in Fortaleza (Correio Do Ceará en Tribuna do Ceará) in de jaren zestig/zeventig en duurden, gemiddeld, één maand.
Dat betekende dat onze enige monteur, voor die bepaalde machine, bereid moest zijn zolang, of nog langer, ver van zijn familie te leven, wat hijzelf en nog minder zijn familie, erg vonden, want hij was gewoonweg onuitstaanbaar. Dat (plus zijn technische bekwaamheid) was één van de redens van zijn uitstekend inkomen, want zijn verdiende wedde bleef praktisch onaangeraakt, terwijl zijn dagelijkse onkosten, zoals vervoer, maaltijden en hotel, logischerwijze, allemaal betaald werden door de klanten.
De eerder genoemde Fred Lunt, snugger wanneer nuchter, heeft enkele jaren later zijn eigen firma opgericht, heeft die bepaalde machine gewoonweg gekopieerd (met behulp van reverse engineering) en is tegenwoordig, samen met zijn zoon Chris, huidig President, eigenaar van één van de grootste fabrieken in de VSA (Daughin Graphic Systems) van dat soort drukpersen, gevestigd in de gemeente Elisabethville (t gelijkt een beetje op ons goed oud Rumbeekske), dicht bij Harrisburg.
Deze uiterst gespecialiseerde monteurs en vooral onze eigen technieker (Paulo Correa Dos Santos) weigerden resoluut hun professionele geheimen, aan eender wie, prijs te geven (om hun marktwaarde niet te verbrodden, natuurlijk) en mijn originele taak bestond erin die geheimpjes geduldig los te peuteren, zonder argwaan te verwekken. Mijn onschuldig, om niet te zeggen, onnozel uitzicht, gepaard(?) met mijn moeilijkheden me perfect uit te drukken in de Portugese taal (toen nog, tenminste), plus mijn onweerstaanbare uitnodiging, alle avonden, meerdere biertjes in te slikken om het stof uit onze keel weg te spoelen, deden zijn tong langzamerhand los geraken en vooraleer hij het besefte, leerde ik alle trucks en maatregelen nodig om zijn job, zonder gevaar, over te nemen. Hij is enkele jaren later, rijk, gestorven aan een hartkwaal en heeft zijn schatten achter moeten laten voor zijn vrouw, die hij, had hij mij tussen twee slokken bier toevertrouwd, oprecht haatte. Ik heb zijn taak niet alleen voort gezet maar, bovendien, nog ne hele hoop nieuwe techniekers opgeleid, zodat we ons van alle mogelijke en toekomstige "Prima Donas" definitief hebben verlost.
Samen met de executieve directeur van de firma waarvoor ik mijn leven lang gewerkt heb en een officiële afgevaardigde van de multinationale offset drukpersfabriek die we, met exclusiviteit, vertegenwoordigden in Brazilië, hadden we een lijnvliegtuig genomen naar de hoofdstad van de Staat van Minas Gerais, Belo Horizonte, vroeg in de morgen, waar we planden een vijf-miljoen-dollar-zaak af te handelen en het verkoopscontract te celebreren. Ge kent dat wel, zon type reizen zijn altijd plezant, want het ambetante werk (op technisch en economisch gebied, dat verscheidene jaren kan aanslepen) was toen reeds achter de rug en zelfs de totale prijs en de betalingsvoorwaarden, eerder genegotieerd, waren niet langer afhankelijk van ongelukkige verrassingen, zodat we praktisch niets anders te doen hadden dan plechtig te gaan middagmalen en daarna, tussen enkele champagneglazen door, elkaar proficiat te wensen en wat schone fotos te laten trekken, die de dag daarop in de krant zouden gepubliceerd worden, als levend bewijs dat hij, de krant dus, weeral zo spectaculair aan het groeien was, progressiviteit en modernheid vertegenwoordigend voor zijn aandachtige lezers.
Wanneer iets plezierig is duurt dat natuurlijk langer dan origineel gepland en we werden meteen ook uitgenodigd hun bestaande industriële installaties te bezoeken, een half uurtje verder rijden, met de auto. Vooraleer we het beseften hadden we de laatste vlucht verloren naar Rio De Janeiro en bevonden we ons opeens voor een dilemma: overnachten in Belo Horizonte, of een "taxi-aereo" huren in de plaatselijke luchthaven. Aangezien we niet gerekend hadden met diene tegenslag(?), hadden we ook geen verse onderbroeken mee gebracht en nog minder alledaags was- en opkuisgerief en kleren, zodat we voor het tweede alternatief opteerden. Het enige beschikbaar vliegtuig echter, was een één schroefmotor/vierpersoon's/vliegtuigje dat meer op tenger speelgoed geleek dan op iets dat degelijk kon op stijgen en zweven in de lucht en het begon bovendien, ineens, verwoed te regenen...
Ge moet natuurlijk niet raden, maar eenmaal daar boven in de hemel(?), midden in de zware en laaghangende wolken, laat in de avond, zonder computers aan boord om de beste route, afhangende van de weersomstandigheden, uit te rekenen, zonder een Wc om ne keer goed te kunnen schijten van de benauwdheid en zonder airhostess die voor enkele moedverstrekkende whiskys, gratis, zou kunnen zorgen, werd het een pure kwestie van uwe laffe pisser heftig toe te kunnen knijpen en te hopen dat de flitsende bliksemstralen, de pletsende stortregen op de piepkleine raampjes en de hevige rukwinden waarmee het vliegtuigje over en 't were werd geslingerd, ergens anders verschrikkelijke gevolgen zouden veroorzaken, maar ik zweer het; ik dacht dat het zich om mijn laatste reis betrof, vooral toen we hevig begonnen te schudden, joggen, rollen en stampen en de motor af en toe bleek te haperen en zelfs uit te vallen.
Mijn beschaafd gezelschap zag er niet beter uit en ze klemden beiden, bleek, hun voeten strak tegen de houten wand voor hen aan, waarschijnlijk met de bedoeling de verwachte val te trachten te dempen, terwijl hun kneukels wit uitsloegen van de kramp, terwijl ze hun armleuningen stevig vast grepen..
Een andere keer was ik, zonder verradend gezelschap, van Belém aan het vliegen naar Manaus, in het noorden van Brazilië dus, letterlijk boven het Amazonia oerwoud, in een gewone commerciële vlucht, toen ik mij herinnerde hoe een piloot, enkele weken daarvoor, zijn bestemming verkeerd had ingetikt op de computer en op den duur verloren was geraakt boven de jungle en verplicht was geweest, zonder brandstof, voorzichtig op de boomtoppen te landen, waarbij de helft van de passagiers onmiddellijk omgekomen waren en de andere helft, waaronder veel gekwetsten, verschillende dagen op hulp hebben moeten blijven wachten en uiteindelijk toch gevonden zijn geweest dank zij een moedige ingenieur, die praktisch alleen, de omgeving te voet had verlaten, zijn bot zakmes gebruikend (oorspronkelijk bedoeld om zijn nagels te reinigen) om zijn weg door de brousse open te breken en hulp te zoeken, terwijl vermijdend op alle soorten slangen, kobben en puiten te terten. Feit is dat, gedurende mijn trip, het vliegtuig, aangetast door het zware stormweer, met donder en bliksem, gedurig bleef vallen, elke keer waarschijnlijk honderd meter dieper, terwijl de wijven vooral, maar ook enkele kinderen, voortdurend rauwe kreten slaakten van de wanhoop en er bijna paniek ontstond, vooral nadat een aanwezige Paster luid "Avé Maria" besloot te bidden..
In een nog andere vlucht waren die eendere, constante, duiken veroorzaakt door eigenaardige hittegolven, gedurende de benadering van de luchthaven in Las Vegas, boven de woestijn dus, terwijl de hemel zich absoluut helder en klaar bevond, maar die toch het zweet deed uitbreken van de nerveusheid, bij de grote meerderheid van de passagiers.
Het is eigenaardig, maar iedere keer dat ik in Zaventem arriveer en vast stel dat de mist, gedurende meerdere maanden per jaar, enkel een paar meters boven de landingsbaan zweeft, ben ik verwonderd dat er nooit accidenten gebeurd zijn daar...