Inhoud blog
  • De Geschiedenis Herhaalt Zich
  • Brazil
  • Eindelijk!!!
  • Oneindige Liefde, Onbereikbare Vrijheid en Onverschillige Wreedheid
  • KKK - Kemels, Klootzakken en Kommissaris's

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Archief per maand
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 11--0001
    Zoeken in blog


    free counters
    Laatste commentaren
  • Fijne avond nog ... (Gita)
        op Met de Nagel op de Kop - Zelfdoding als Verlossing - Staf de Wilde
  • Lieve groetjes vanuit De Klinge (Lana & Pip)
        op Voyeurs en aanverwanten
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Gruwelijk
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Nog meer tegenslag..
  • Lieve midweekgroetjes en een zonnige dag ..... (Gita)
        op Brottende liefde
  • welkom (miekemuis en maatje)
        op Vervolgende bladzijden
  • Foto
    Zoeken met Google


    De Beul van Rumbeke
    Herinneringen, anekdotes, gebeurtenissen...
    24-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kletter, kletter...
    Zonder kletter, kletter.. gaat de wereld niet vooruit..

    24-06-2011 om 18:12 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Links of rechts, eender wat

    De algemene afmetingen van het gehele land in overweging genomen is de afstand tussen de hoofdstad Brasilia en Goiânia, hoofdstad van de nabije Staat Gôias, maar een steenworp ver. Ongeveer 200 km.

    Zowel met het vliegtuig, vanuit Rio, of met de auto, vanuit Brasília, heb ik dat traject tientallen keren moeten herhalen, vooral om aan onze uitstekende klant “O Popular”, in Goiânia, over de loop van de jaren, verschillende machines te kunnen verkopen. Mijn collega echter, onze vertegenwoordiger in Brasilia, wilde mij persé om zeep helpen. Gevaarlijke chauffeur, deinsde hij er niet voor terug, aan 150 km per uur, zijn radiostation te synchroniseren met zijn rechts hand, terwijl hij zijn ander open hand uit het venster stak om de wind te vangen (??!!). Zo zat ik daar verontwaardigd te reclameren over zijn roekeloosheid, niet alleen zijn eigen leven, maar ook en vooral het mijne, in het gevaar brengend. Tot we, gedurende één van die reizen, een ongeluk voorbij reden, waarschijnlijk amper enkele minuten voordien gebeurd, met verschillende dode en gewonde mensen uitgespreid op de baan. Hij vertraagde de snelheid genoeg om de gehele toestand niet alleen te kunnen overschouwen, maar ook en vooral om geen enkel detail te missen en ik begreep meteen dat hij een levensgevaar voor mij betekende. Mensen die roekeloos zijn en er van overtuigd zijn dat ongelukken alleen maar met de anderen gebeuren, zijn gedoemd datzelfde lot te ondergaan. Op de terugweg, nog altijd aangetast van het gruwelijk gezicht, heb ik hem beleefd gevraagd de 100 km/uur niet te overschrijden, maar hij wilde mij niet horen. Zonder er verder over te zeuren opende ik de deur van de auto en dreigde er meteen uit te springen, zodat hij, met zijn eigen ogen, kon vast stellen dat ik hem niet zou toelaten verder met mijn leven te spelen en inderdaad hij besloot zijn snelheid wat te verminderen. Nochtans, ene keer dat ge er overtuigd van zijt dat ge ne zekere mens niet kunt vertrouwen moet ge nooit hopen dat hij vanzelf zal “genezen” en toen hij verplicht was bij te tanken heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt gewoonweg uit de wagen te stappen en mij met de eerste de beste taxi naar een busstation te laten voeren, waar ik rustig van vervoermiddel ben veranderd, richting Brasilia. Hij heeft me nooit ne meer mijn gat doen toeknijpen van angst, voor zo een simpel motief, maar wel voor iets anders..

    ...want hij is bekwaam geweest me nog ene keer te pesten. Diezelfde klant, “O Popular”, was zijn vierde machine aan het kopen en we hadden alle handen al gedrukt toen het onderwerp van het gesprek af week naar politiek, in het algemeen. Iedereen begrijpt dat ik, logischerwijze, meer linkser ben dan rechtser, maar dat verklaar ik natuurlijk niet aan iedereen, laat staan aan mijn belangrijke klanten, praktisch allemaal uiterst rechts gezinde mensen en zoals in Goiânia, een streek waar zich enorme boerderijen bevinden, verdedigers van de vrije en goedkope uitbuiting van de arme sukkelaars, waarvan velen nog in de steentijd leven. Het verschil is dat toen, in de slaventijd, de slaven dus, genoeg te eten en een slaapplaats toegewezen kregen om de volgende dag, bergen te kunnen verzetten. Nu echter zijn ze absoluut geen slaven meer, maar in compensatie, hun loon is zo belachelijk laag, terwijl de "gunsten" van gratis eten en slaapgelegenheid ook afgeschaft zijn geworden, zodat ze nu twee opeenvolgende "shift's" aan de berg moeten sleuren om, op zijn minst, toch hun eten en slaapplaats te kunnen betalen. Alhoewel ik nooit bekwaam ben geweest een rechtstreekse vraag daarover, niet op dezelfde toon, onmiddellijk te beantwoorden, moet ik bekennen dat dat geen onderwerpen zijn die men op de tafel gooit, middenin een zaakvereniging..

    In alle geval dus, zegt mijn oerdomme collega opeens, zonder enig nut, voordeel of reden, tegen de directeur (José De Oliveira) van de klant, dat ik niet alleen Belg ben (dat wist hij al), maar bovendien, links gezind. Dat wist hij blijkbaar niet en ik heb het ook niet ontkend, want ik heb een stevig karakter, alhoewel de klant meteen zijn spijt uitte met mij ooit zaken te hebben gedaan...

    Wat wilt ge, de dommeriken zijn altijd part van ons leven geweest en ik heb alle lopende zaken voltooid en later ben ik er zelfs in geslaagd nog enkele andere machines aan die krant te verkopen, want eerlijker dan ik, bestaat er niet en eerlijke mensen zijn een fortuin waard, vooral, zoals ik al eerder al eens beweerd heb, in het land van de dieven. Ik heb dus op mijn tanden gebeten, heb onze vertegenwoordiger, daarna, toch geen muilpeer verkocht, maar heb hem sedertdien nooit ne meer nodig gehad. Niet als chauffeur en nog minder als raadgever.

    (Eigenaardig, maar diene zelfde directeur is twee jaar later ontslagen geweest door de eigenaar van de krant, beschuldigd van corruptie)

    Een gelijkaardig voorval is later gebeurd met mijn eigen directeur, nu al rond de negentig, die ook niet bewust was dat ik links gezind was, na dertig jaar samenleving. Maar hij had het me ook nooit rechtstreeks gevraagd.

    Feit is dat hij me eens had uitgenodigd voor een middagmaal, tijdens een gepland bezoek aan Rio en toen we een bepaald restaurant binnen stapten, we opeens op enkele oude collega´s botsten die mij direct interpelleerden over hoe het ging met een zekere linkse politicus die ik altijd gewaardeerd heb (Leonel Brizola), maar die algemeen gehaat werd (hij is nu al gestorven) want hoe meer de links gezinde mensen gehaat worden door de rechts gezinde, hoe beter ze staan in mijn opvatting en mijn directeur verstomd stopte en meteen wilde weten of ik dat feit bevestigde, wat ik ogenblikkelijk gedaan heb en hij, mijn directeur, onmiddellijk zijn spijt uitdrukte mij uitgenodigd te hebben voor dat middagmaal (we hebben het zwijgend beëindigd), dat we samen, eerder, al honderd keren eerder hadden genietigd, maar nu maar pas begon te beseffen hoeveel beroepsgeheimen (en ook ne hoop andere geheimen) ik wel wist en dat ik bijgevolg niet aan de kant van de overtreders van de wet sta, maar wel aan de kant van de eerlijke arbeiders, in het algemeen en de politiek achtervolgden in het bijzonder..

    24-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    23-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stege mensen

    Jaja, van stege mensen kan ik méé spreken. Zowel figuurlijk als lichamelijk.

    In het verkeer zijn ze onuitstaanbaar. Ze zijn uiterst traag en voorzichtig aan het stuur en hun reacties worden in seconden uitgedrukt. Ze blijven onverstoorbaar in uwe weg rijden, van den ene kant naar de andere zwenkend, maar weigeren absoluut u voorbij te laten passeren en hinderen u, blijkbaar opzettelijk, tot ge het niet meer vol kunt houden en ge de passage forceert, wanneer de mens in kwestie, juist op dat moment, besluit ook zijn gaspedaal in te drukken en te blijven plakken aan uw zijde, zodat ge het gevaar loopt tegen een van de in de tegenovergestelde richting aankomende wagen te botsen en ge er nerveus van begint te toeteren en uw middelvinger gevaarlijk recht begint op te stijgen en pas dan opmerkt dat het zich om een oud wezen betreft dat, onder andere, niet meer kan vogelen, maar in compensatie, ook niemand anders zal laten vogelen.

    Op persoonlijk gebied geraakt een eventueel startend gesprek niet vooruit. Ge vraagt iets en de mens antwoordt niet, zelfs niet ná aandringen. Zelf vragen ze ook niets, maar ze slagen er wel in, soms, uw nieuwsgierigheid op te wekken door, bijvoorbeeld, ineens uw voornaam luid uit te roepen, net alsof ze nu pas herinnerd hebben dat ze u iets dringend willen vragen of zeggen, maar wanneer ge u dan omdraait en geïnteresseerd wilt weten wat er op hun hart ligt, ze dan hun ogen vervolgens naar de horizon toe draaien en ze niet antwoorden, of zowel ze er aan toe voegen: laat maar, ’t is niet belangrijk, ’t is nikske...., zodat ge beseft dat ge zult moeten gaan slapen zonder ooit te weten wat er eigenlijk echt aan de gang was.

    Ik persoonlijk vind dat het woord “steeg” zo ongelooflijk raak en perfect een toestand uitdrukt, gelijk weinig andere woorden, wanneer iets niet op rolletjes loopt, blijft haperen, onafhankelijk van hoeveel ge duwt, trekt, sleurt en wringt en het een ton blijkt te wegen en niet vooruit geraakt..

    Het woord “steeg”, op zichzelf, is zodanig raak dat het zelfs moeilijk perfect te vertalen is, want het heeft te zien met een mechanische toestand van twee voorwerpen die een gemeenschappelijke contactoppervlakte bezitten die verbroken moet worden om glijding te permitteren en zo een toestand van onwrikbaarheid te overwinnen.

    Mijn vrouw is daar absoluut meester in en vele keren vergelijk ik haar, inwendig, met een ezel of een bok, die ineens weigert zich verder te bewegen, in eender welke richting, hoeveel ge er ook op tiert, zweept en sleurt. Er is niets aan te doen, beter dan een uur te wachten, de knop af te draaien en een algemene “reset” te geven...

    23-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    22-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jacques, van Gerda; Leo van Lucia..

    Vroeg in het begin nog van mijn verblijf in Rio, in de Rua Fonseca Teles (wijk genaamd São Cristovão), waar de firma gevestigd was, heb ik een ander Vlaams koppel ontmoet dat daar enkele jaren later was gearriveerd en waarvan de man, Jacques, een goedmoedige en gewillige West-Vlaming, voor een rechtstreekse concurrent van ons werkte, in dezelfde straat.

    Spreek van een gezellig koppel!

    Zijn vrouw, Gerda, een schat op alle gebied en typisch West-Vlaams, met dat mals en aangenaam accent en die speciale, verleidelijke manier van doen. Spijtig dat ik onbekwaam ben geweest er ook zo eentje te vinden voor mezelf. Ze hebben daar zelfs hun kinderen “gekocht”, maar zijn later definitief terug gekeerd naar hun vaderland. Ik heb ze daarna nog ene keer opgezocht, in hun huis, dicht bij Brussel, waar hij een betere job heeft gevonden.

    Om eerlijk te zijn, naast Leo Schooteman, ik geloof ergens vanuit Oost-Vlaanderen afkomstig, ben ik altijd een schone mens geweest. God zij dank en dank u voor 't éés. Burgerlijk ingenieur in elektronica en waarschijnlijk, tussen de rest van ons, Vlamingen in Rio, was hij de eigenaar van het meest gewaardeerd technisch diploma. Hij was aan het werken voor een multinationale firma gespecialiseerd in de ontwikkeling van elektrische commando panels. Een goede brave jongen, die meer luisterde dan sprak, heeft hij zijn velleke kapot gefuckd in de verschillende gaten van de ervaren Lucia, die hij origineel in een nachtclub heeft ontmoet, in Rio. Lucia had altijd veel speeksel in haar mond en ik denk dat ik weet waarom, maar dat komt hier nu niet te pas. Ze zijn wettelijk getrouwd en zijn gezegend geweest met op zijn minst twee zonen.

    Sedert ik verhuisd ben naar Recife heb ik ze nooit ne meer gezien.

    Zo heb ik nog enkele andere koppels en vrijgezellen gekend in Rio, onder meer Benny Noens en Set (hij is een Jood, veronderstel ik), Leo (de eeuwige vrijgezel, maar die toch van de meiskes hield, gewoon om gedachten te wisselen), Guido en Cristine (over dat interessant koppel heb ik het al meerdere keren gehad), Eric en Marie (ook van West-Vlaanderen), Patrick (een auto-verwoester die later naar Venezuela is uitgeweken en meteen ook verdwenen uit het gezicht), zonder enkele Zwitsers mee te tellen, waarmee we uitstekend om gingen...

    Enfin, we waren niet zodanig alleen, in dit overbevolkt continent.

    22-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    21-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brasilia, hoofdstad van Brazilië

    Alle reizen naar Brasilia samen geteld, in de loop van dertig jaar, zal ik zeker over de honderd keren op de luchthaven daar geland zijn, indien niet dichter bij de tweehonderd. Samen met onze plaatselijke vertegenwoordiger bezochten we constant niet alleen de kranten, maar ook en vooral de Grafische Afdeling van de Federale Senaat (CEFRAF) en het Federaal Departement bestemd voor het drukken van alle officiële publicaties van de Staat (IN).

    Aan beide hebben we over de loop van de jaren tientallen machines verkocht en speciaal over die laatste institutie heb ik het al ne keer eerder gehad. De eerste, vooral, is een nest van slangen en ander kruipend ongedierte, waar er meer directeurs aanwezig zijn dan feitelijke werkmensen, of zoals ze het hier uitdrukken, meer “Chef’s” dan “Indianen”. De ene is voortdurend bezig de ander te trachten te ontwrichten in zijn zetel en “wordt het koekje niet nat gemaakt”, dan is er gene verkoop te vieren. De indrukwekkende belangstelling en interesse om henzelf een “extra” inkomst te garanderen, deed hen meerdere keren onnodige of verkeerde machines aanschaffen. Één ervan vooral, herinner ik mij uitstekend; een zekere Meneer Carlyle, corrupt tot over zijn oren en tot diep in zijn beenderen en die zich, buiten zijn dagelijkse bezigheden (bij manier van spreken), ook nog aanbood om consultant te zijn in andere, gelijkaardige grafische afdelingen, van verschillende Federale Staten, waar hij zijn vierde of vijfde extra wedde samen rakelde. Zijn “chef” was toen de onlangs ontslagen Agaciel Maia, wegens ne hele hoop vastgestelde onregelmatigheden.

    Eens dook hij onverwacht op in onze “booth” in een internationale grafische tentoonstelling in São Paulo, nadat de openingsuren van het expositiepaviljoen, voor het publiek, al geëindigd waren en wij onszelf al aan het bedienen waren met een scheut pure whisky (type cowboy). “Scheut” is bij manier van spreken natuurlijk, want ik had er al drie ingeslikt, zonder adem te halen, na ne hele dag lang dwaasheden verkocht te hebben. Hij stevende recht op mij af en vroeg me meteen, zonder blikken noch blozen, maar ook met een fel riekende en ontvlambare adem, waarom hij mijn machine moest verkiezen, boven die andere, die hij zojuist had bezichtigd, in het ontvangstcentrum van onze concurrent, waar ze snakhapjes, bier en ook korte drank opdienden en waar hij de gehele namiddag was blijven plakken, gekkend, brabbelend en ook fluisterend met de verantwoordelijke van hun “koop”- en verkoopdienst, terwijl hij zich neerplofte op een nabije stoel, zodat ze hem later niet zouden kunnen verwijten dat hij me ook niet had opgezocht gedurende die exhibitie. Op dat ogenblik echter was ik niet bereid verdere uitleg te verstrekken aan iemand die toch al verkocht was en die later mijn eigen argumenten zou aanwenden tegen mezelf, terwijl hij alvast begon te kwijlen van de slaap. Ik heb me naast hem neer gezet en heb hem nog een extra dosis whisky in geschonken, tot we samen zongen: we gaan nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet en we gaan nog niet naar huis, bijlange niet..

    De volgende maand hebben ze dus hun nieuwe machine ingevoerd (hij heeft ook zijne nieuwe auto ingehuldigd) en ze staat, die machine bedoel ik, sedertdien praktisch stil want zij was speciaal gefabriceerd geweest en bestemd voor “drukwerk” met grote oplagen en weinig verwisseling van type job, terwijl, wat ze echt nodig hadden, was juist het omgekeerde, een drukpers die gemakkelijk aan te passen was van één job naar de andere maar, in compensatie, kleine oplagen heeft.

    Over dat woord “compensatie”, een kleine uiteenzetting:

    Een zoontje van acht vraagt aan zijn vader de juiste betekenis van dat woord. Zegt de vader: indien ge je moeder betrapt terwijl ze in mijn bed ligt met een andere man, wat zou ik dan zijn? Ja Papa, dan zou jij een “horendrager” zijn hé, antwoordt het ventje. Juist, zegt Papa; ik zou een horendrager zijn, maar in “compensatie”, dan zou jij de zoon zijn van een hoer...

    21-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    20-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bedelaars em gierighaards

    Dicht bij ons paperwinkeltje zit er alle dagen een mager madammeke, precies op het kruispunt van twee belangrijke straten. Ze arriveert stipt om acht uur en verlaat haar werk, ook stipt, om zes uur ‘s avonds. Ze zit gehurkt (op haar hielen dus) juist op de hoek, in de schaduw van een verkeerspaal, zodat ze die fijne streep moet volgen, naargelang ze, onopgemerkt, de positie van de zon volgt. Ze bedelt niet, kijkt strak vooruit, spreekt niemand aan en alhoewel ze de voetgangers wel wat aambeteert, vanwege het obstakel dat ze vormt, juist aan die hoek daar, valt ze niemand lastig. Ik heb haar nooit een roste frank gegeven en ik beloof dat ik dat ook nooit zal doen. Ze heeft duidelijk op die tactiek gedacht vooraleer hem, in de praktijk, aan te wenden. Ze verschilt op dat gebied van andere bedelaars die de aandacht willen trekken en als ge toevallig in hun ogen, of zelfs in hun richting, kijkt, dan zijt ge, ogenblikkelijk, hun nieuwste slachtoffer, want ze zijn zoals strontvliegen, ge krijgt ze niet meer weg, hoeveel ge ook schudt, balanceert en moolwiekt.

    Men beweert dat, in het leven in het algemeen en in de kunst in het bijzonder, men af en toe eens van tactiek moet veranderen om de criticus overhoop te halen, maar zij zit daar al een paar jaar en ik ben tot het besluit gekomen dat ze niet bekwaam is andere methoden uit te vinden. Ik beweer dat ik haar nooit iets zal geven, zoals ik nooit iets zal geven aan eender wie, omdat ik ook nooit iets heb gekregen, ook van eender wie, omwille van het feit dat ze dat als een “werk” beschouwt, zoals een kip op haar eieren broeit, i.e. er een opzettelijke bedoeling in zit, met name, in dit geval, medelijden te verwekken, of beter nog, op de gevoelens van een mens te spelen, zoals dienen anderen daar, twee hoeken verder, die vooral de toeristen zit te bekoren, terwijl hij zich voort beweegt op een plankske met rolwielekes, zijn plat uitgestrekte handen daarvoor gebruikend, te wijten aan zijn mismaakte benen. Nochtans heb ik hem al verschillende keren gade geslagen terwijl hij ontspannen, met behulp van een krukje, rond springt en zijn fles bier aan het opzuipen is. Een andere keer heeft hij me zelfs zodanig geaambeteerd dat ik beloofd heb nooit gene aalmoes meer aan hem te geven (alhoewel ik er nog nooit ene gegeven had). Feit is dat hij, diene bepaalde avond, onder mijn venster, een uur lang, dronken uiteraard, vloekwoorden heeft zitten tieren, bestemd aan een andere bedelaar die hem aan het plagen was. Iemand heeft er zelfs de politie bij geroepen, maar er was geen doen aan..

    Terugkerend naar mijn lieveling’s bedelares, ze zit daar dus gehurkt neer (vanzelfsprekend) en iedereen die passeert in de auto denkt dat hij de kleur van haar onderbroek zal kunnen onderscheiden (ze is niet al te modern gezind vind ik, want ze gebruikt nog altijd een rok tot een beetje onder haar knieën) en nochtans, ik heb ook eens geloerd maar ze sluit haar billen heel goed en men kan absoluut niets zien, zelfs geen beetje schaamhaar, onafhankelijk van de verschillende seconden dat ik geprobeerd heb iets te ontdekken. ’t Zal dus daarom niet zijn dat ze gehurkt zit en wel degelijk om iets te bewijzen wat ik nog niet versta, tenware het is om geen spataders in haar benen te veroorzaken, door recht te blijven staan. Veel andere uitleg kan ik niet vinden, maar in alle geval, het vermurwt me niet en ik blijf ongenaakbaar: aalmoezen, alleen maar aan toevallige, oude, bedelaars die er nooit hun beroep van hebben gemaakt.

    Of ik gierig ben? Natuurlijk! Thuis pers ik geregeld twee kleine stukskes gebruikte zeep zodanig tegen elkaar tot ze één middelmatig groot stuk zeep vormen en ik weer weg kan voor een dag of twee. Hetzelfde met mijn tandpasta: de bedelaar die hoopt dat hij er nog een scheutje pasta zal kunnen uitwringen, als hij de lege tube in mijn vuilnisbak ontdekt, zal er wreed moeten aan duwen om er nog ene enkele kubieke millimeter uit te persen, want daar ben ik specialist in geworden. Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik uiterst mistevreden word als ik zie hoe mijn vrouw, op zijn minst tien blaadjes Wc-papier gebruikt om haar “poes” droog te deppen, na ne keer heerlijk gewaterd te hebben. Ik heb haar al gevraagd “La Libre Belgique” daarvoor te gebruiken, maar er is daar ook geen doen aan...

    "Jamaar, ge drinkt toch veel bier, dagelijks en daar spaart ge ook geen geld mee", zult ge direct beweren. En ik zal antwoorden dat ik altijd eerst vraag, aan de kelner, welk merk van bier, die bepaalde dag, in promotie is. Het beste bier is immers altijd het goedkoopste.

    Over bier en promoties gesproken, in mijn stamcafé is er nu een speciaal offer: op de maandagen (segunda-feira) is de “tweede” (segunda) fles bier gratis; op de dinsdagen (terça-feira) is het “derde” bier gratis, enzovoort, tot aan de vrijdag (sexta-feira), wanneer het “zesde” bier gratis is. Ge kunt u voorstellen, mijn strijd, op de vrijdagen, om aan die allerlaatste, “zesde” fles (gratis) bier te geraken...

    Om dit hoofdstuk af te sluiten, voel ik mezelf verplicht aan te duiden dat de plaats waar een bedelaar “werkt” (i.e. zijn beroep uitoefent) hier beschouwd wordt als een "commerciële drempel", die onderhandeld en dus, verkocht en gekocht kan worden. Tegenwoordig zijn er geen lege plaatsen meer beschikbaar aan geen enkel kruispunt of verkeerslicht van eender welke belangrijke stad in Brazilië. Somtijds is de geïnteresseerde bedelaar ietwat sterker dan de aanwezige eigenaar en brengt hij het geduld niet op de zaak zorgvuldig te onderhandelen. Enkele goed gericht muilperen, zoals in de kapitalistische gemeenschap de regel is, lost dat onmiddellijk op en heerst de nieuwe eigenaar van dat verse opbrengsteigendom tot er iemand anders opdaagt die nog sterker is.

    20-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    19-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onnozelaars!!

    Niemand heeft me dat ooit eerder gezegd, of zelfs geïnsinueerd, maar nu, na een leven lang gesleurd te hebben en af en toe, onbewust, beweerd dat bepaalde mensen niet geboren zijn geweest, maar wel gekakt, i.e. uit het verkeerde gat zijn gestoten geworden, schijnt het dat ik eigenlijk niet zo ver van de werkelijkheid ben geweest in deze toevallige constatering. Integendeel, praktisch iedereen heeft eerst kennis gemaakt met de stro.. en de pi.., vooraleer kennis te hebben gemaakt met de vrije lucht en de weelderige natuur.

    Dat geheim is waarschijnlijk één van de best verborgen geweest, aller tijden, uitzondering gemaakt, wel te verstaan, voor de geheimen verspreidt door de afgevaardigden van de Katholieke Kerk (de zogenaamde “Católicos, Apostólicos e Romanos”), die er nooit voor terug zijn gedeinsd zodanig veel te liegen dat ze er zelf in beginnen te geloven zijn en wat bevestigt dat een leugen, de waarheid wordt, als hij maar genoeg keren herhaald wordt.

    Ik ben het heel toevallig te weten gekomen door een ietwat gecompliceerde mens die geneeskundige boeken verkoopt in zijn winkel en waarschijnlijk, gedurende zijn vrije uren, heeft zitten bladeren in zijn voorraad, vooral om de gepubliceerde foto’s te bestuderen en verbaasd heeft opgemerkt dat vooraleer het hoofd van het kind verschijnt, de opgestapelde str.. vanuit het achterste kanaal gestuwd wordt en de pi.. vanuit het voorste.

    Alles bij alles gerekend, is het dus niet te verbazen dat ik "sproetekop" genoemd werd, toen ik nog jong was. Ik vond dat niet erg, vergeleken met "pustekop", waarmee mijn broer gezegend was. Ik heb hem zelf verscheidene keren met die naam (beleefd) aangesproken en heb daar later spijt van gehad, want ik heb er, daarna, ook last van gehad. Van de “pusten”, bedoel ik.

    Elke avond ging ik maar pas echt gaan slapen nadat ik een vurig gebed had gericht aan God om mij daarvan te sparen, maar hij was onwrikbaar in zijn besluit en elke dag ontdekte ik, zonder de oude puisten mee te rekenen, drie nieuwe, op mijn aangezicht en rug.

    Ik moet eerlijk bekennen dat “Meester Saramago", wilt ge, of wilt ge dat niet, weeral gelijk heeft. God is (en is altijd geweest) een verschrikkelijke en volmaakte luiaard. Het heeft hem een oneindigheid gekost te beslissen de aarde te scheppen in zeven dagen, maar wat heeft hij voordien gedaan?? Niets, absoluut niets!! En sedertdien, wat heeft hij verricht? Niets absoluut niets. Ik ben ervan overtuigd dat hij niet alleen oneindig goed is, oneindig vergevend, oneindig begrijpend en oneindig eender wat, maar hij is ook oneindig lui.., of niet?

    Hij is overal aanwezig, maar ziet niets, doet niets, hoort niets, zegt niets en komt nooit tussenbei wanneer onschuldige mensen vermoord worden. Hij is dus ook oneindig ongevoelig, oneindig ongeïnteresseerd en oneindig afwezig, geestelijk gesproken alleszins.

    Waarom ben ik niet eerder te weten gekomen dat ik geboren ben tussen verschillende scheten en afval van meerdere oorsprong, door?

    Ik ben er praktisch zeker van dat de Paus, de Kardinalen, de Bisschoppen en de Pasters, dat zelf ook nog altijd niet weten, want wie zou de moed gehad hebben hen dat te vertellen? Hun eigen moeders toch niet? Tenzij ze meteen geëxcommuniceerd zouden willen worden.

    Heel waarschijnlijk denken ze dat ze oorspronkelijk, met hun dierbaar achterwerk, bedekt, geboren zijn geweest, onder het licht van een volle maan...

    Onnozelaars!

    19-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    18-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vervolg van de vorige post

    Een ander, waar, geval:

    Er bestond een oud gebouw op de zeedijk, in de belangrijke en zelfs beroemde wijk “Boa Viagem”, in Recife. Alle appartementen waren bewoond en iedereen was duidelijk gelukkig goedkoop te kunnen blijven leven op zo’n aantrekkelijke en gevaloriseerde plaats. Op een zekere dag besloot één van de bewoners zijn appartement, te wijten aan een abrupt sterfgeval, te verkopen. Niemand wist precies wie het gekocht had en aan welke prijs, maar de koper wendde geen enkele poging aan zich bij de Syndicus aan te melden om zijn part van de gemeenschappelijke onkosten te delgen. De lift was wel wat ouderwets en versleten maar werkte nog degelijk en het elektrisch verbruik, net zoals het verbruik van het water in het gebouw, werd evenredig door alle bewoners verdeeld. Één enkel schuldig appartement was nu precies geen ramp.

    Een tweede appartement geraakte, wat later, ook te koop en in een oogwenk werd het, nogmaals, verkocht, zonder dat iemand te weten kwam aan wie juist en in welke omstandigheden. De maanden passeerden en meerdere appartementen geraakten op diezelfde manier verkocht, vooral omdat het onderhoud van het gebouw slechter en slechter begon te worden, de lift vele dagen van de week begon te mankeren en de gebroken lampen niet meer vervangen werden, zodat de gangen en de trap stikdonker vertoefden ’s avonds en heel wat, vooral oudere, mensen zich niet meer naar buiten durfden wagen. De abrupte aftakeling van het gebouw en de omstandigheden van bewoning werden veroorzaakt door de slinkende bijdragen voor de betaling van de gemeenschappelijke onderhoudsonkosten die door minder en minder (verkochte) appartementen betaald werden.

    De Syndicus besloot een dringende vergadering van alle, nog resterende, mede-eigenaars te organiseren met de bedoeling de toen nog onbekende koper naar het gerecht te sleuren en hem daar de achterstand, met de nodige boete en interest, te doen betalen. Tot iedereen’s verrassing echter, daagde hij persoonlijk op en bewees meteen dat hij de eigenaar was van de helft (plus één) van de appartementen. Hij stemde onmiddellijk tegen het voorstel van de mede-eigenaars van het gebouw, hem aan te klagen bij de rechtbank en alles bleef gelijk, in het land van de gelijken. De toestand van het gebouw, als rechtstreeks resultaat, verergerde met de dag. De elektriciteit en watertoevoer werd afgesloten door de respectieve maatschappijen en de twee bedienden toonden openbaar en agressief hun teleurstelling en zelfs hun opgekropte haat tegenover de heersende administratie.

    Zonder lift, zonder algemene verlichting, zonder water, tientallen lege appartementen en met een voortdurend vloekende conciërge, besloten meer en meer andere ontgoochelde eigenaars hun eigendom te koop te stellen, ogenblikkelijk aangeschaft voor minder dan de helft van de waarde die de eerste verkoper er voor had ingecasseerd vanwege die geheimzinnige mens, die ergens dicht bij “Palestina” geboren bleek te zijn, tot enkel en alleen maar de inwonende syndicus over bleef in dat kil, vochtig, vuil en versleten gebouw, waarvan de voordeur zelfs niet meer gesloten kon worden, terwijl het pijpenstelen regende doorheen de tientallen gebroken dakpannen.

    De Syndicus, onbekwaam nog iets te beslissen of te betalen, tenware hij daarvoor zijn eigen geld gebruikte, heeft het nog een jaar lang vol gehouden, terwijl hij hulpeloos moest toezien hoe enkele bedelaars zich in de gangen begonnen te installeren en heeft tenslotte beslist zijn eigen appartement gewoonweg te verlaten, want er bestond gene mens die er ïnteresse in had (tenzij voor het prachtig uitzicht op de zee), zelfs diene vreemde vent niet, die over alle tijd van de wereld scheen te beschikken en er niet voor terug gedeinst zou hebben nog een ander jaar te wachten, indien nodig.

    Een jaar later, echter, stond er een enorm, splinternieuw gebouw te pronken, voorzien van achttien verdiepen (één appartement per verdiep), op de grond van het afgestroopt skelet...

    Intelligente truc’s, niet?

    Daarom zijn wij, gewone stervelingen, zonder intelligente truc's, niet uitgekozen geweest door God om Hem, hier op de aarde, te vertegenwoordigen..

    18-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    17-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jodentruc's

    Men beweert dat “het water altijd naar de zee loopt”. Juist.

    Maar als men wat helpt, loopt het water wat rapper.

    Een kleine zelfstandige meneer (het kon Jacques geweest zijn, van de Spanjestraat in Rumbeke, die tomaten kweekte in zijn speciaal aangepaste serren daar), hier in Recife, had een manier uit gevonden om zijn verse tomaten, die hij niet verkocht kon geraken op de markt, in ingeblikte tomatenpuree te omvormen. Maandelijks produceerde hij verschillende honderden blikjes puree en begon kleine kruidenierswinkeltjes in de nabijheid te bezoeken om zijn productie, aan promotionele prijzen, kwijt te geraken. Jaar na jaar groeide zijn zaakje tot hij zelfs verschillende honderden blikjes per dag begon te produceren en zijn naam, en die van zijn puree (Palmeiron) bekend geraakte in de gehele streek en zelfs verder dan de streek. Hij werd verplicht zijn productie op te drijven, een groter aantal mensen aan te werven en om die additionele kosten te kunnen dekken, ook enkele verkopers te contracteren, die meer klanten moesten opzoeken, verder en verder weg.

    De eigenaar van een supermarkt, ook van de streek, hoorde links en rechts van dat nieuw fabriekje spreken, dat kampioen aan het worden was in de verkoop van tomatenpuree en besloot hem een bezoek te betalen. Goed ingedrukt, plaatste hij meteen een bestelling, groot genoeg voor die kleine tomaatondernemer om hem daarvoor oprecht te bedanken.

    De tijd ging voorbij en de bestellingen vanwege de eigenaar van de supermarkt werden alsmaar groter en groter, terwijl de eigenaar van de tomatenfabriek alsmaar gelukkiger en contenter werd met zijn uitstekende onderneming, zodat hij besloot de fabriek verder uit te breiden.

    Op een bepaalde dag kreeg hij nogmaals het persoonlijk bezoek van de eigenaar van de supermarkt (hij bleek oorspronkelijk van de streek van "Palestina" te zijn?) en die stelde hem voor, vanaf de volgende maand, zijn gehele productie uitsluitend aan hem te verkopen. Hij argumenteerde echter, zich tezelfdertijd verontschuldigend, dat dat onmogelijk zou zijn omdat hij tientallen andere, trouwe, klanten had die hij, vond hij, zomaar niet in de steek mocht laten. De eigenaar van de supermarkt, nochtans, drong aan wees hem erop dat, uitsluitend aan hem verkopend, hij verschillende belangrijke voordelen zou bekomen, zoals en onder andere, dat hij al zijn verkopers (lastige mensen, die verkopers) zou kunnen ontslaan als wel als de helft van de mensen in zijn boekhouding, aangezien het werk daar fel zou verminderen en dat hij, bovendien, een excellente betaler was, terwijl de overige klanten somtijds verschillende weken en maanden lieten passeren vooraleer ze de kleur van hun geld lieten zien en dat hij het status zou bereiken van “exclusieve leverancier” van de supermarkt, die alias, verschillende filialen aan het opbouwen was, enzovoort, tot hij zijn weerstand zienderogen zag smelten en besloot toch rapper groter te worden, met verminderde onkosten.

    Zo gezegd, zo gedaan en alles verliep uitstekend tot op een zekere dag de algemene gerent van de supermarkt ook een bezoek betaalde aan de tomatenfabriek en de eigenaar mede deelde dat, ongelukkig genoeg, hij deze maand zijn productie niet zou kunnen afnemen omwille van het simpele feit dat ze een andere fabriek hadden gevonden die eendere tomatenpuree, maar goedkoper, kon verstrekken. De eigenaar van de tomatenfabriek werd ontzettend nerveus, reclameerde, liet enkele vloekwoorden ontsnappen en drukte zijn spijt en wroeging uit zijn andere klanten verwaarloosd te hebben, maar er was geen doen aan. Hij bleef met zijn productie op zijn schelf zitten, die maand. Om het nog slechter te maken kreeg hij het bericht dat hij ook niets zou moeten afleveren de maand daarop en volledig ontredderd zocht hij persoonlijk en onderdanig zijn vroegere klanten op met de bedoeling ze terug te veroveren, maar niemand was bereid de oude, maar verslenste, commerciële verhouding te hervatten..

    Enkele maanden passeerden en de firma, volledig verdronken in de schulden, werd door de deurwaarder aan geraden zichzelf aan te bieden voor openbare verkoop, wilde hij niet verplicht worden zijn deuren definitief te sluiten.

    Op de aangekondigde dag was er maar één geïnteresseerde mens aanwezig, met name de eigenaar van de supermarkt, afkomstig dus, zeker en vast, van de streek van "Palestina". Zonder andere bieders is de fabriek verkocht geweest voor een appel en een ei en heeft “Jacques” beslist definitief op pensioen te gaan..

    Wordt vervolgd.

    17-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    16-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een geval van corruptie

    Ik was recent overgeheveld geweest van São Paulo naar Rio De Janeiro en werd bijna onmiddellijk voorgesteld aan de Industriële Directeur van de toen genoemde “Departamento de Imprensa Nacional - DIN", dicht bij de haven en volop aan het verhuizen naar Brasilia, waar de nieuwste hoofdstad van het land (vanaf de eerste jaren zestig) was gevestigd geweest. Dit speciaal regeringsdepartement was en is nog altijd, verantwoordelijk voor het drukken van de Officiële Gazet van de Staat, waarin alles wat enigszins verband heeft met de drie "machten" (executieve, rechterlijke en wetgevende), gepubliceerd moet worden vooraleer in voeging gebracht te kunnen worden. De verhuis van de tientallen loodzware machines, die nog in Rio waren achter gebleven, was uiteraard de laatste stap die op voltooiing aan het wachten was. De militaire regering (aan de macht geraakt door de Staatsgreep in 1964), had beslist van de gelegenheid gebruik te maken een nieuwe offset drukmachine in te voeren voor de DIN, die dus rechtstreeks, vanuit de VSA naar Brasilia is opgezonden geweest.

    Die bepaalde industriële directeur had een speciale premie opgeëist (tienduizend dollars), om geen spijkers in de wielen te steken.

    Voor de verkoop van de tweede machine, ongeveer twintig jaar later, werd de invloed gebruikt van een directeur van de Imprensa Oficial in São Paulo (kennis van D., echtgenote van een Kolonel en toen Algemene Directeur van de hernoemde "Imprensa Nacional - IN"). De verkoopsprijs grensde vijf miljoen dollars en ik weet niet hoeveel juist er los is gepeuterd geweest, vanuit Sao Paulo, maar het was zeker gene aalmoes.

    Nog wat later werd er niets verkocht aan de IN, machines en materiaal inbegrepen, zonder een ronde tien percent commissie uit te moeten betalen aan de toen algemene, nieuwe, directeur die er absoluut niet beschaamd voor was dat percent op te eisen, zelfs in de aanwezigheid van zijn eigen subordinaten.

    Dat allemaal onder de regering van verschillende militaire, rechts gezinde, Presidenten, uitgerust met schone, blanke, gezichten.

    Tegenwoordig zijn we onze derde machine aan het installeren in Brasilia, de eerste onder de regering van de huidige President Lula, centrum-links gezind en alles behalve schoon en blank en we zijn niets gevraagd geweest en we hebben ook niets betaald. De totale verkoopsprijs bedraagt nogmaals vijf miljoen dollars.

    De stoet passeert en de honden zijn alsmaar aan het blaffen..

    16-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    15-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eigenaardige vaststellingen

    Voor uw informatie, Recife en Antwerpen hebben iets gemeen. In beide steden is de Joodse gemeenschap veel groter dan in de andere, gewone, steden. In Antwerpen buiten ze (de Joden) de diamanten uit. In Recife, het grondwater. Allez ze zijn altijd, ergens, iets aan het uitbuiten dat eigenlijk aan iedereen toebehoort...

    Hier in het noordoosten van Brazilië in het algemeen en in Recife, in het bijzonder, is de uitbating van het drinkbaar grondwater een indrukwekkende industrie geworden want er is duidelijk een versmachtend gebrek aan zoet water. Iedere poging die gedaan wordt door de plaatselijke of federale regering om dat eeuwenoud probleem op te lossen, zoals ze dat in Israël gedaan hebben bijvoorbeeld, wordt onmiddellijk gekelderd door de afgevaardigden van de "Industrie van de droogte". Tegenwoordig is de federale regering (centrum-links) een artificieel kanaal aan het construeren, verschillende duizenden kilometers lang, dat een groot deel van het noordoosten van het land kruist, met de bedoeling (amper) twee percent van de hoeveelheid water die door de enorme rivier "São Francisco" stroomt en die praktisch het gehele land doorloopt, af te tappen om de landbouw, hier in dit droge part, daarmee te beneficiereen, maar de weerstand is onbegrijpelijk groot (net alsof ze het gegarandeerd inkomen van iemand aan het verwijderen zijn) en er is zelfs een Katholieke Bisschop die daarvoor in hongerstaking is geweest gedurende meer dan twintig dagen, waarschijnlijk benauwd dat hij, door de te verwachten verbetering in de algemene welstand van de arme bevolking, zijn trouwe kudde zou verliezen. Ongelukkig genoeg heeft hij de hongerstaking niet vol gehouden.

    Het water voorzien door de stad wordt dus dagelijks gerantsoeneerd wat betekent, bijvoorbeeld, dat we enkel water ontvangen gedurende vierentwintig uur en dan gene enkele druppel water, gedurende tweeënzeventig uur. “Vierentwintig uur” is ook bij manier van spreken natuurlijk, want vooraleer ze de kranen open gedraaid hebben en het water in uw voorraadtanks begint te lopen passeren er op zijn minst twaalf uur want zoals iedereen kan raden ligt precies uw gebouw, ongelukkig genoeg, ook op de laatste plaats van de waterlijding en moet gij eerst wachten tot alle andere gebouwen, vóór u in de omgeving, bediend worden. Af en toe bestaat er zelfs een blanke mens die beleefd gaat gaan vragen aan de bruine mens, die verantwoordelijk is voor het open en toe draaien van de kranen in elke wijk, een beetje extra lang te wachten om te beginnen met zijn werk en niet al te vlug te werk te gaan, waarvoor ze dan een speciaal uitgerekende aalmoes ontvangen, zodat ze, de eigenaars van de duizenden watercamion-tanks, rap nog enkele extra wagens kunnen verkopen...

    Nu compleet veranderend van onderwerp (want niemand is daarin erg geïnteresseerd, vermoed ik), ’t is lang geleden dat ik nog eens in Antwerpen gepasseerd ben (de laatste keer was toen ik op weg was naar De Haag, in Holland en mijn broer zelfs de snelheid van zijn auto niet willen verminderen heeft om dat te kunnen bevestigen), maar hier in Recife bestaat er de grootste concentratie van lelijke mensen per vierkante meter van het land, schat ik. Vooral de vrouwen zijn duidelijk afstotelijk. Meestal zijn ze uiterst blank en bleek, hebben ze praktisch geen vlees, maar wel overvloedig vel, met bruine en zwarte plekken erop, veel pezen en uiterst slappe borsten en achterwerken. Niet gesproken van hun kromme benen en vieze toten, bedekt met enorme, ouderwetse en afschuwelijke hoeden, waarmee ze trachten de zonnestralen te vermijden.

    Komt ge van z’n leven ooit eens naar Recife, dan zal het u zelf onmiddellijk opvallen hoe veel lelijke mensen er hier eigenlijk wel bestaan. Botst ge toevallig toch op een schone mens, dan moogt ge er op wedden, het is iemand die hier niet geboren is of geen afstammeling van een werkelijke “Recifense”.

    Eigenaardig genoeg, maar gedurende mijn honderden reizen naar praktisch alle belangrijke Steden en Staten van het gehele land heb ik kunnen vaststellen dat de schoonste meiskes in Fortaleza (CE) te vinden zijn, of in Vitória (ES), Florianópolis (SC) en ook in Rio (RJ), natuurlijk. In de eerst vermelde steden zijn de meiskes volledig schoon, aangezicht en lichaam, terwijl in Rio, de schoonheid meer gelokaliseerd is in het lichaam en minder in het aangezicht.

    In alle geval, ’t is nergens verboden een handdoek te leggen op het wezen van de lelijke vrouwen, terwijl ge uw botten uitviert in hun kanaal...

    15-06-2011 om 13:53 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    14-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De liefde van een Paster voor zijn wierookmannekes is onvergelijkbaar!

    Hier, dicht bij Recife, met name in Arapiraca, heeft de lokale Paster, Monsenhor Luis Barbosa, 83 jaar, bewezen dat de liefde voor zijn wierookmannekes geen grenzen kent.

     http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=oAN2XYuzwNc 

    14-06-2011 om 14:21 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik wed al mijn fiches op de Olympische Spelen in Rio, in 2016

    Gleiciane Martins Van Leuven is haar naam. Vergeet het niet!!

    Ze traint nu zes dagen per week, in drie verschillende judoclubs en heeft bovendien haar eigen personal trainer..

    Ze is nu 14 en ik herinner me niet meer de laatste keer dat ze een wedstrijd verloren heeft.

    14-06-2011 om 13:55 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    13-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik haat mannen die ná het sluituur van de winkel, nog bediend willen worden!

    Ik had nog maar pas dat papierwinkeltje gekocht, met de bedoeling mezelf een extra inkomen te verzekeren voor mijn latere dagen.

    Gedurende de eerste week nog, na een dag sleur, waren we eindelijk aan het sluituur geraakt en stond ik al, samen met mijn vrouw en dochter, op het voetpad, met mijn voeten nog op de drempel en mijn rug naar de straat toegekeerd, gereed om de sleutel om te draaien toen er twee mannen me op de schouder tikten en beleefd wilden weten of ik bereid was een extra serviesje te plegen. Ik haperde ietwat met mijn antwoord en verkoos toch vooraf te weten hoe ingewikkeld dat serviesje wel zou zijn, want ik was niet van plan daarvoor mijn dagelijkse lichaamsoefeningen op te offeren.

    Neenee, maak u niet ongerust, ’t is gewoon maar een kwestie van die losse blaadjes hier in een “caderno” te omvormen, maar hij haalde meteen tweehonderd vijftig bladzijden te voorschijn en toen had ik al een voet terug binnen gezet en had ik al beslist de uitdaging te aanvaarden.

    Het werk van “encadernação” (sorry, ik heb geen enkel benul van hoe dat woord perfect kan vertaald worden in het AB Vlaams) bestaat erin zorgvuldig een hele reeks gaatjes in die tweehonderd vijftig bladzijden te maken en daar een speciaal, plastieken, spiraaltje door te draaien, zodat alles degelijk aan mekaar blijft behoren en een primitieve boek vormt.

    Mijn vrouw begon meteen de gaatjes te boren met een werktuig en een stang daaraan, waar ge hard moet aan trekken om door de stapel papier heen te geraken, maar ze had natuurlijk geen kracht genoeg en ik besloot dat saai werkje over te nemen. Ik zorgde er wel voor niet teveel blaadjes in ene keer te willen “stampen” en wel het juiste werksysteem te volgen, zodat de papieren degelijk op de juiste volgorde en op de juiste kant van de bladzijden geboord zouden worden...

    .... en zo ging Rudo verder, bijna fluitend van het genot en van de vaststelling dat ik toch voor iets diende in het leven en dat ik aan het slagen was in mijn nieuwe job van winkeleigenaar en boor maar hier en boor maar daar en stapel de geboorde blaadjes allemaal op mekaar en het was een plezier op te merken hoe rap en proper alles wel verliep, terwijl ik aan mijn dochter en vrouw uitlegde hoeveel ik wel bekwaam was mijn professionele plichten te vervullen, waarop mijn dochter onmiddellijk reageerde van niet, dat het de eerste keer was dat ik zulk een werk pleegde, wat mijn vrouw bevestigde, terwijl de klant op mijn vingers stond te loeren en terwijl zij, mijn vrouw, de stapeltjes geboorde papieren allemaal nauwkeurig op elkaar legde en tot de vaststelling kwam dat er iets verkeerds aan het gebeuren was, want dat de gemaakte gaatjes, ene keer aan de ene kant van de bladzijde en de andere keer aan de andere kant van de bladzijde (de kant van de bladzijdennummers), gemaakt waren geweest, zodat ze elkaar niet meer opeen volgden en men hier moest draaien en daar moest keren om de juiste volgorde te bekomen maar dat zo, de gaatjes niet meer op de zelfde kant van het papier verschenen, terwijl de twee mannen, die ondertussen nog geen enkel woord hadden geuit, blijkbaar bezorgd bleven aanstaren hoe hun belangrijk papier in alle kanten geboord werd en zij zichzelf herinnerden dat ze maar over één enkele originele versie beschikten en ik ook aarzelend het ritme van het boren besloot te verminderen en mijn vrouw nogmaals opperde dat alles verkeerd aan het gaan was en mijn dochter nogmaals beklemtoonde dat ik er niets van wist en er ook niets van verstond en de klant niets bleef zeggen ter zijne verdediging en ik ook niet alias, tot mijn vrouw schuchter aan de twee mannen voorstelde het werk morgen voort te zetten want dat er nog heel wat gaatjes gemaakt moesten worden, van de ene kant en veel andere gaatjes hersteld, van de andere kant en dat de dag er al op zat voor vandaag en dat iedereen doodmoe was en uitgeput van het werk van de voorbije dag en de klant niets zei, maar wel zijn tweehonderd vijftig blaadjes probeerde te organiseren in de juiste volgorde en hij ongerust vast stelde dat er geen volgorde in te krijgen was, tenware ze er akkoord mee gingen de boek in de omgekeerde richting te lezen, zoals in de Oosterse talen, te beginnen met de laatste bladzijde en lezend van rechts naar links in plaats van van links naar rechts en ik een beetje bleek begon te worden van de geleverde inspanning, na praktisch tweehonderd vijftigduizend bladzijden manueel geboord te hebben en ik verstomd gadesloeg hoe niemand mijn werk apprecieerde en zelfs minachtte en hoe ik ook eigenlijk niet goed begreep wat er mis was gegaan, tenslotte had ik alleen maar méér kracht aangewend om meer blaadjes te kunnen stampen in één enkele beweging, in vergelijking met mijn vrouw, maar absoluut niets had veranderd in verband met de werkorde in het algemeen en de manier van werken, in het bijzonder, tot de twee mannen elkaar met een gemengde blik van ontgoocheling, verbazing, vermurwing en bezorgdheid aankeken en met een beweging van gedempte haat alle blaadjes samen froefelden en gewoonweg de winkel uitstapten zonder iets te zeggen en ook niets te betalen voor al het werk dat al gedaan en afgeleverd was geweest en ik beleefd vroeg aan mijn dochter waarom ze mij had verweten en de schuld had toegewezen, want ik beminde haar uit de grond van mijn hart en dat ik toch wel de oudste was van de drie, de meeste ondervinding van het leven had en allang geleden geslaagd was geweest in mijn examens van het vijfde studiejaar, jaar dat ze nu nog maar pas aan het beëindigen is (maar opzettelijk toch vergat te vermelden dat ik onverwachts gebuisd was geweest in mijn vijfde studiejaar in de Broederschool van Roeselare) en dat ik me nog nooit zo beschaamd had gevoeld...

    Uit puur protest heb ik ’s anderendaags ’s morgens, de twee helften van mijn boterham niet precies op elkaar gepaard en wel diagonaal, zodat er een ster ontstond van acht kanten en ik die boterham met acht kanten vierkant heb in gezwolgen, gewoon om mij te wreken van de gevaren van die slechte organisatie in mijn saai leven...

    Conclusie: ik haat mannen die ná het sluituur van de winkel, nog bediend willen worden!

    13-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    12-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eeuwige twijfels

    Valt ge het u ook niet op dat die drie paar nieuwe sokken, vijf zakdoeken en drie onderbroeken die ge, als duurbaar geschenk, ontvangen hebt van uw vrouw, respectievelijk voor uw verjaardag van drie, twee en één jaar geleden, intussen spoorloos verdwenen zijn?

    Dat er, in de lege lade van uw kleerkast enkel maar twee gescheurde en slappe onderbroeken te vinden zijn, die ge tien jaar geleden ontvangen hebt en die ge eigenlijk nooit hebt willen gebruiken omdat ze niet goed sluiten aan uw bovenbillen en de helft van uw klootzak eruit blijft hangen?

    Dat uw vrouw, als ze beslist heeft een nieuw hemd te kopen voor uw verjaardag van dit lopend jaar, thuis gekomen is met een hemd dat op zijn minst twee maten te klein is, of dat ge er durft op zweren dat ge in de schoenen die ge volgend jaar zult krijgen, zult kunnen zwemmen? Dat, enfin, uw eigen vrouw, na dertig jaar getrouwd, nog altijd uw maten niet kent en ge verplicht zijt de verkeerd aangekochte klederen zelf te gaan uitwisselen in de winkel?

    Dat het polsuurwerk dat ge geërfd hebt van uw zoon, alhoewel oorspronkelijk duur, altijd een half uur vooruit loopt, maar dat ge het onnodig vindt het te laten herstellen want het heeft een symbolische waarde veel groter dan het juiste uur en de handen van een ander mens op dat uurwerk misschien pech kunnen meebrengen?

    Dat de schoenen die ge ook van hem geërfd hebt, acht jaar geleden, nog altijd meegaan, alhoewel er al grote gaten op de zolen zijn verschenen?

    Dat uw vrouw altijd beweert dat ze geen gepaste kleren bezit, voor eender welke gelegenheid, maar dat haar kleerkast stropvol hangt en dat ze zelfs driekwart van uw eigen kast in beslag heeft genomen en als ge dan daar naar wijst, ze zegt dat die kleren te groot zijn, of te klein, dat ze uit de mode zijn, of dat ze ze gisteren, verleden week of verleden jaar al eens gebruikt heeft en dat het niet past aan moderne vrouwen kleren meer dan twee keren te gebruiken?

    Dat ge vast stelt dat dat bepaald hemd of t-shirt waar ge altijd zo verzot op zijt geweest en plotseling verdwenen was, ge ineens terug ziet, gekleed door haar broer (die ge nooit hebt kunnen verdragen) of door die straatjongen daar en als ge dan vraagt hoe dat kan, ze antwoordt dat het toch versleten goed was en dat ze het niet nodig vond u eerst te raadplegen, vooraleer uw schatten weg te geven?

    Dat de mieren beslag hebben genomen van uw eettafel, want dat uw vrouw de tafel zelden grondig reinigt want dat dat iets is wat ze speciaal haat, net zoals ze haat de afwas te doen, kleren te wassen en te strijken?

    Dat het eten dat ge alle dagen voorgeschoteld wordt van langs om meer zonder smaak is, zoals droge patatten en een hard gekookt ei, of simpele macaroni, zonder spijzige ingrediënten, omdat ze vergeten heeft die zich aan te schaffen?

    Dat het al eeuwen geleden is dat ge nog ne keer uw lievelingsgerecht hebt gezien, laat staan gesmaakt, zoals witloof met hesp en gesmolten kaas met witte saus, soufflé, gevulde tomaten en nog ’t één en ’t ander dat ge al lang geleden vergeten hebt dat het bestaat?

    Dat uw vrouw nooit ne meer om vlooien in uw haar heeft gezocht, of bloedzuigers op uw rug, zoals ze vroeger alle dagen deed?

    Dat ze nooit ne meer gezegd heeft dat ze u bemint, niettegenstaande het feit dat ge alle dagen, wanneer ge wakker wordt, luid schreeuwt: “darling, you are so beautyfull, today” en wanneer ge thuis komt, na het werk: “Sweetheart, I love you so much”.

    Dat ge gisteren nog juist op tijd thuis gekomen zijt, vooraleer het appartement in brand vloog, want ze had de rijst op het gasvuur gezet en was, vervolgens, gaan winkelen en dat ge vermeden hebt ruzie te maken want ze zou anders schouderschokkend beginnen te wenen, bewerend dat ze zoveel tegenslag heeft in haar leven, alhoewel ze alle dagen kaarskes aan steekt en bid zonder stoppen om tegenslagen te vermijden?

    Dat ge weeral ne keer moet uitleggen hoe ze, uw vrouw, een e-mail moet verzenden naar haar vriendin, om haar geluk te wensen voor haar verjaardag, alhoewel ge er zeker van zijt dat zij, haar vriendin, nog over geen computer beschikt om electronische boodschappen te kunnen ontvangen, maar dat ze zo wil bewijzen dat ze mee is met haar tijd?

    Dat ge vast stelt dat ge nog een kleinere IQ hebt dan uw vrouw, want ge hebt nu nog maar ontdekt, na dertig jaar samen geleefd te hebben, dat haar IQ negatief is....

    12-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    11-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opgepast, een "Chip" is niet altijd een patatteschelleke

    We hadden een gloednieuwe offset drukpers verkocht, na een adembenemende strijd, niet alleen tegen onze alom aanwezige concurrenten (die overigens tachtig percent van de keren, over de loop van twintig jaar, de strijd hebben verloren), maar ook met enkele deelnemers van de te nemen beslissing vanwege de directie van de krant "O Globo", in Rio De Janeiro.

    De executieve directeur, Francisco Grael, was radicaal tegen "offset", want hij beweerde dat dat proces zich nog niet wáár had gemaakt in de grotere kranten, in die tijd, met het argument dat de aluminium platen, toen beschikbaar, niet toelieten meer dan 100.000 exemplaren van een krantenbladzijde te drukken, terwijl hun circulatie vijfhonderdduizend exemplaren overschreed, vooral op de zondagen, zodat ze verplicht zouden zijn alle dagen meerdere platen van dezelfde bladzijden te moeten branden. Hij beweerde ook, zonder zich daarvoor te schamen dat, in geval van staking van het syndicaat van de drukkers, hijzelf bekwaam was op zijn oude "Hoe" letterpress te kruipen om de dagelijkse circulatie van de krant te verzekeren. Zoals iedereen nu al weet, een typografische pers, speciaal ontwikkeld voor kranten, maakte indertijd gebruik van gegoten lood platen, toen in algemene voeging. Hij was niet helemaal verkeerd nochtans, zoals verder geïllustreerd, maar heeft dan uiteindelijk toch het onderspit moeten delven en zijn foute opinie moeten herkennen.

    De eigenaar, Roberto Marinho, onder invloed van Octavio Frias, President van de krant "Folha de São Paulo", die zichzelf, enkele jaren eerder, ook onze offset drukpersen had aangeschaft (we waren toen in 1975), besloot diene verschrikkelijk belangrijke stap dan toch maar te zetten, na veel aarzeling en tegengepruttel van zijn eigen management, vooral nadat diene bepaalde Octavio Frias hem, gedurende een verkenningsbezoek, had gewaarschuwd dat hij "moest stoppen zichzelf te masturberen" en de knoop meteen door moest hakken.

    Uiteindelijk dus werden we beloond met een achttien miljoen dollar zaak, drie drukpersen van zes printing units elk, omvattend, of alternatief, twee drukpersen van negen printing units elk, in lijn. Een machine van praktisch zestig meter lang, twaalf meter hoog en drie meter breed, met een statisch gewicht van achthonderd ton (het dubbel, voor wat betreft het dynamisch gewicht).

    Ik werd belast met de algemene coördinatie van de installatie van deze pers, in een splinternieuwe building, speciaal daarvoor geconstrueerd, wat me verplichte daar dagelijks aanwezig te zijn. De gehele job heeft langer dan een jaar geduurd en is absoluut succesvol geëindigd, zodanig zelfs dat de klant, enkele jaren later, een nieuwe, gelijkaardige pers aan ons heeft besteld en heeft ingevoerd.

    Zoals altijd gebeurd, echter, gedurende de introductie van een nieuw model van een bestaande drukpers, de Rockwell/Goss Metroliner (O Globo en "The New York Times" waren de eerste gebruikers van dit model), zat er een verschrikkelijke "bug" in het elektronisch stuursysteem.

    Enkele weinige weken na de officiële inauguratie begon de machine geregeld in panne te geraken, wat na veel onderzoek en analyse bleek te wijten te zijn aan een simpele "chip", die onwillekeurig verbrandde. Nog wat later kwamen de ingenieurs van de fabriek tot het besluit dat die bepaalde chip (er waren twee van die IC's aanwezig in elke "printing unit") uiterst gevoelig was voor korte maar heftige spanningsstoringen (transcienten genoemd) in de elektrische lijn die voorzien werd door de locale energiemaatschappij, die, op dezelfde lijn, ook andere klanten met elektriciteit voorzag. Sommige van die andere klanten, gebruikten wisselstroom motoren die gedurende het af-en aanleggen, transcienten veroorzaakten op de algemene voedingslijn, die op hun beurt onze machine aantastten en als onmiddellijk gevolg het paralyseren van op zijn minst één printing unit bevorderde, meestal in het midden van het drukproces. We werden verplicht, koortsachtig en zonder de vereiste import documenten, die speciale componenten in grote hoeveelheden in te voeren, in overweging genomen het feit dat ze niet beschikbaar waren op de locale markt.

    Stel u voor, zo een reusachtige mechanische unit, die fel over de twintigduizend kilo’s weegt, lam gelegd door één enkele elektronische component, "een dwaze chip" zogezegd, van amper enkele grammen en die, in tegenstelling met zijn naamgenoot, helemaal niet verteerbaar is..

    De voorlopige hulp kwam vooral vanwege verscheidene vliegtuigpiloten van de luchtmaatschappij "Varig" die alle dagen, vanuit Miami arriveerden, waar ze door de fabriek, in honderdtallen, tersluiks aan hen afgeleverd waren geweest met de opdracht ze in Rio achter te laten.

    Op die manier hebben we de tijd veroverd om voor een definitieve oplossing te zorgen, uiteindelijk bekomen door een exclusieve elektrische voeding aan te vragen en te verkrijgen van de locale elektriciteitsmaatschappij, rechtstreeks aan "O Globo".

    Ik heb het al verschillende keren herhaald: het leven is een strijd en men moet altijd oppassen, maar als men rijk is en belangrijk, is de strijd ietwat eenvoudiger...

    11-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    10-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschenk van Staf de Wilde

    bereid tot afscheid

     

    je kan de vrucht van het leven

    geen twee keer eten: dit bestaan

    behoeft geen nabestaan

     

    wie echt geproefd heeft

    en gulzig doorgebeten

    die verlaat de tafel

    in vrede en voldaan

     

    neen, voor mij geen zaal

    die riekt naar ziekte,

    geen zetel waarin ik  scheef

    zak en mij bevlek met kwijl

     

    ik wil tot de laatste beet

    roerig en oproerig zijn

    ik wil tot het laatste weten

    en in weemoed de pijn

    vereren van een jong begeren

     

    en dan het afscheid

    zoals alleen voltooide vruchten

    in hun boomgaard zijn te vinden:

    geblutst, zeer zeker, en getekend

    zoals alleen  het rijpe sporen draagt

     

    de woorden die ik als slot wil spreken

    tot de laatste die zal horen: ik behoef

    geen nabestaan, ik heb genoeg gevraagd

    10-06-2011 om 14:12 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gleiciane Martins Van Leuven - De nieuwste Belgin

    Gelukkig, heb ik het genoegen te mogen mededelen dat mijn dochter eindelijk de Belgische nationaliteit bekomen heeft, langs het consulaat van Rio om.

    Dank aan de huidige Consul

     

    10-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    09-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blaffende honden bijten niet

    Blaffende honden bijten niet. Wie zegt wat hij wil, hoort wat hij niet wil. Die het laatst lacht, lacht het best.

    Drie spreekwoorden die dagelijkse kost zijn in het leven van een man die geregeld op café gaat.

    Aan het tafeltje recht voor het mijne gaat er alle dagen een oud koppel zitten. We hebben nog nooit één enkel woord gewisseld, laat staan elkaar ooit uitdagend onderzocht, maar ge kent dat wel: zijdelingse blikken zijn onvermijdbaar. Een "oud koppel" is eigenlijk ook bij manier van spreken uitgedrukt, want ik vermoed dat de man nog niet eens dicht bij de zeventig is, alhoewel zijn ouderwetse moustache en zijn grijzend haar er hem wel ouder doen uitzien dan hij in werkelijkheid (waarschijnlijk) is. Zijn vrouw lijkt een beetje jonger en niettegenstaande haar duidelijk geverfde pruik, laten de rimpels en hanenpoten rond haar ogen en strakke mond er geen twijfel over dat ze de vruchtbare periode al lang voorbij is.

    Ze zijn voortdurend ernstig, maken nooit plezier en integendeel, terwijl hij blaft legt zij geduldig haar oren in haar nek. Tot hij schijnbaar afkoelt en ze terug op ’t ene of op ’t andere doel of oorzaak aandringt en hij, wakker schietend, nogmaals begint te blaffen.

    Hij moet ergens een kolonel van ’t een of ’t ander leger geweest zijn, want de kelner sprak hem eens aan met die titel en 't zal ook daarom zijn dat hij zo uitstekend kan blaffen.

    Hij begint heel vroeg te drinken, alle dagen, rond de negen uur in de morgen, zonder gezelschap en in een ander, kleiner en vuiler, cafeetje, daar dichtbij, waar hij zich blijkbaar aan het opwarmen is en waar het bier ietwat goedkoper is voor dat doel, maar eens het uur aanbreekt voor een deftige achternoen, dan spreekt hij af met die vrouw, die zelfs waarschijnlijk zijn eigen vrouw niet is, want wie gaat er nu echt met zijn echte vrouw op café? En zo ontmoeten ze elkaar dus, in die ietwat geraffineerdere plaats, kort na het middaguur en blijven daar ruzie maken en elkaar opstoken en ambeteren tot in een gat in de nacht, zodat hij praktisch niet meer recht kan kruipen om naar de WC te strompelen. Alhoewel zij precies zoveel drinkt als hij, stapt ze met een meer vastberaden pas naar het toilet, waar er waarschijnlijk, na de boodschap, zodanig veel druppels blijven plakken in haar onderbroek (ik durf niet meteen beweren dat het zich om een “onderbroekje” betreft want haar maat passeert, met overschot “GG”), dat zij, de onderbroek dus, moet rieken zoals wijle onze oude beerput in Rumbeke. In dat verband is het interessant op te merken dat een oud wijfje me eens vertrouwelijk heeft ingelicht dat het pisgatje van eender welke afgevaardigde van het vrouwelijk geslacht, eigenaardige geuren verwekt, vooral als het niet, bij gebrek aan stromend water, regelmatig gewassen wordt, maar ze had me dat eigenlijk niet moeten opbiechten want ik had dat zelf ook al eens, uit eigen ondervinding, ondervonden.

    In alle geval, ik vermoed dat hij, over de man dus terug nu, iets bezit aan zijn prostaat, want hij stapt niet beslist naar de WC, maar wankelt vooruit, terwijl bezorgd oppassend niet achteruit te tuimelen, stapje na stapje, iets wat eigenlijk maar typisch gebeurt bij veel oudere mensen, tenware het virus van de prostaatziekte zich al heeft ingewerkt in de nabij zijnde beenderen. Wanneer hij vervolgens terug aan zijn tafeltje geraakt, begint zij weeral te zagen en begint hij terug te blaffen, zodat ze haar oren terug in haar nek legt en geduldig wacht tot zijn bui over is en ze dan terug aanvalt, zodat ze elkaar daar blijven pesten tot ze het zelf beu worden en iedere keer de helft van hun bier in de bloempot smijten, die naast hun tafeltje staat en waar de plant al praktisch helemaal verslenst is van verplicht te worden dagelijks mee te drinken..

    Ik vraag me dan altijd af of hij niet ineens recht zal staan om haar dringend een muilpeer te verkopen, maar nee, hij blaft alleen maar verder en het is daarom dat ik er nu absoluut zeker van ben: “Blaffende honden bijten niet”. Eerste spreekwoord.

    Zijn vrouw(?), blijkbaar ontembaar, weet ook van geen ophouden en blijft van de korte “stiltes” gebruik maken om te zeggen wat ze wil, wat hij dan beantwoordt met enkele goed gemikte verwijten, vermoed ik, want ze valt altijd opeens stil en verliest haar blik in de verte, zodat het volgende spreekwoord hier in aanmerking komt: “Wie zegt wat hij wil, hoort wat hij niet wil”. Tweede spreekwoord.

    Intussen blijft de man ook maar blaffen op de kelners die hij op elk moment luidruchtig roept om beter en vlugger bediend te worden en waarbij ze moeten springen als getrainde bokken, wat hem een glimp van een gemeen en geniepig lachje doet produceren, maar wanneer hij, op het einde, de rekening beveelt, hij dan plotseling beseft dat hij, zonder bril en met zijn hoofd vol bier, de hoeveelheid lege bierflessen niet perfect kan onderscheiden en nog minder de vermenigvuldiging uitvoeren, zodat de kelners, op dat moment er nog een schepje bijscheppen, wat hij onbekwaam is na te gaan, of op te merken want dan bevind hij zich met zijn gedachten al verre over Bagdad gepasseerd, terwijl de vrouw hem aan de deurdrempel staat op te wachten, gereed om hem mee te sleuren naar haar bed, wat ze later zal aanwenden om een ruime schadevergoeding (aan haar schede), rechterlijk, op te eisen, zodat ze allemaal wreed lachen, de vrouw en de kelners en ze zich zeker zullen herinneren: “Wie het laatst lacht, lacht het best”. Derde en laatste spreekwoord. Voor vandaag.

    09-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    08-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nu ne keer iets plezanter

    Toen ik nog in Rio leefde hield ik ervan alle zondagen, of beter, alle mogelijke zondagen, door te brengen in een restaurant, vlak aan het strand van Piratininga, ongeveer veertig minuten weg van mijn woonplaats, de lange brug over die Rio De Janeiro rechtstreeks verbindt met de stad Niteroi, aan de andere kant van de Baai van Guanabara. Alhoewel relatief gezien dichtbij, gelijkt dat bepaald strand van Piratininga op een plaats ver in het binnenland gelegen en toch betreft het zich om het eerste strand aan de Atlantische Oceaan, richting "noorden" van Rio.

    Het restaurant, slecht verzorgd en waar men ook slordig bediend wordt, was eigenlijk op zichzelf de moeite niet waard zich daarvoor speciaal en zo ver voor te verplaatsen, maar de veroverende rust en het geluid van de ruisende bomen en de bruisende golven, dichtbij, plus het frontaal zicht op de zee, de ferme en verfrissende bries altijd, en waarom niet, ook de verscheidene ijskoude biertjes en de gezellige caipirinhas, trokken mij geweldig aan en één dag winst daar vergoedden drie dagen verlies in Rio. Het was wel niet helemaal veilig in de omgrenzende streek, maar eens in het restaurant voelde ik mij onmiddellijk ontspannen. Meerdere van mijn broers en vrienden heb ik daar bewust naar toe geloodst en nooit heeft iemand zich daar later over beklaagd. Het droeg de naam van “Castelinho” (Kasteeltje), alhoewel het niets van een kasteel weg had, maar wel een torentje bezat, vanachteren, op de parkeerplaats, dat van verre, op zoiets als een toren van een kasteeltje geleek.

    De eigenaar was duidelijk een homo, al ver over de zestig, maar verfde zijn haar in een koperachtige kleur, net alsof hij nog dertig was. Nochtans was hij niet afstotelijk en zelfs niet afschuwelijk. In korte woorden: het betrof zich om een deftige potter, ietwat klein van gestalte, maar redelijk goed voorzien rond zijn heupen. Ik heb hem zelfs eens toevallig ontmoet in de krant “O Fluminense”, terwijl hij uit het kantoor van de President stapte. Ik mag niet beweren dat ze daar niet over zaken hebben gepraat en misschien schreef hij zelfs artikels over kastelen en gietijzeren hekkens, die in de krant gepubliceerd werden, of zowel bezocht hij zijn vriendje op zijn werk, maar dat laatste, dat zal wel achterklap en laster vertegenwoordigen.

    Ik ben niet bepaald zot op vis, maar mijn vrouw wel en elke keer dat we daar verzeild geraakten was het vis, verse vis, vis die gisteren gevist geweest is en jawel hoor, de vis daar, badejo of enchova, ongeveer veertig cm lang, was degelijk fris en smakelijk, reden waarom ik mij sommige keren ook bediend heb. Mijn vrouw vrat letterlijk alles op, van kop tot staart, inclusief de ruggengraat, die ze volmaakt leeg zoog.

    We zijn daar geraakt op alle manieren: met de auto, op mijn Harley Davidson, de overzet boot en zelfs met de fiets, waardoor wij daar meestal arriveerden wanneer de andere mensen het al aan het aftrappen waren. Maar ze verloren de speciale zonsondergang aan de westkant en de machtige maanopgang aan de oostkant, midden in de oceaan. Prachtig.

    Ik zal er niet veel over uitwijden, maar onze terugkeer ging altijd gepaard met een uitbarsting van expliciete seks, geparkeerd aan het strand, terwijl we geconcentreerd uitkeken naar de voorbij passerende duikboten...

    08-06-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)


    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!