Vers 34. Begeerte en afkeer ontstaan in de zinnen die op hun beurt worden opgewekt door zintuiglijke objecten. Geef er niet aan toe, het zijn struikelblokken op het pad van zelfrealisatie.
In deze duale materiële wereld worden we voortdurend belaagd door het verlangen naar zinsbevrediging. Deze onstaan door het effect van de zintuigen op de geest na te zijn opgewekt door zintuigelijke objecten. Voor de niet gerealiseerde ziel bestaan er tal van voorschriften die hem moeten helpen hier niet overmatig, door regulatie, aan toe te geven doch gezien deze voorschriften niet zonder wilskracht kunnen worden nageleefd is succes geenzins gegarandeert. Uit eigen ervaring weet ik dat men slechts door zich volledig aan de Allerhoogste over te geven, Hem toegewijd te dienen en zonder enige beloning te verwachten, geleidelijk aan wordt gezuiverd en bevrijd van deze zo intens sterke materiële aantrekkingskracht en van hun duale spel van tegenstellingen, zoals liefde, haat enz.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 3 Het pad van handeling (Karma yoga)
|