ruimte voor het goede sterven (zie De Standaard van vandaag)
Onderdeze titel kondigt de Gentse huisarts Marc Cosijns aan dat hij een terminale patiënte zal helpen sterven zonder de procedures te volgen die voorzien zijn in de huidige euthanasiewet. Let wel: hij doet dit op vraag van deze patiënte. In zijn reactie op het pleidooi van Marc Cosyns schrijft professor Nys: 'Nu heeft de patiënt enkel het recht om euthanasie aan te vragen. Dat is nog iets heel anders dan een recht op euthanasie. Dat laatste is in strijd met internationale wetgeving, met het recht op leven.'
Kun je dit laatste anders interpreteren dan dat voor professor Nys 'recht op leven' gelijk staat met 'plicht tot leven'?
En waartoe dient de verwijzing naar 'de internationale wetgeving' als we weten dat de huidige Belgische euthanasiewet al vooruitloopt op wat in de meeste andere landen mogelijk is?
Ook professor Distelmans verliest zichzelf in tegenspraak wanneer hij schrijft: 'we hebben een maatschappelijke toetsing nodig voor alle beslissingen over het levenseinde.' Voordien stelde hij zelf vast dat dit in de praktijk niet gebeurt, namelijk bij sedatie (opvoeren van de verdoving of pijnstilling) en bij 'versterven' (het laten uithongeren of verdorsten van patiënten)
Te vrezen valt dat het alweer genees-heren en commissies zullen zijn die beslissen over het hoofd van de patiënt heen.
En deze beslssing hangt af van de eigen moraal of geloofsovertuiging van de betrokken arts of van het ziekenhuis waar die werkt. Geen enkel vrijzinnige vraagt dat dokters zouden verplicht worden tot een handeling die indruist tegen hun overtuiging. Maar de patiënt heeft dan wel recht op eerlijke informatie vooraf en op eventuele doorverwijzing. Het is die blijvende onzekerheid die heel wat mensen angst aanjaagt: wie zal uiteindelijk over mijn levenseinde beslissen?
Zal ik mogen sterven op een door mij gekozen manier of zal mijn pijn en vernederende aftakeling nodeloos worden gerekt?
Om terug te keren tot de term 'recht op leven': is het voldoende om te spreken van leven zonder daar enige kwaliteitsvoorwaarden aan te koppelen? Wat is de waarde van verder te leven als een plant: als je daar vooraf voor gekozen hebt, tot daaraan toe, maar mag een wetgever of een dokter een mens tot zo'n bestaan veroordelen? De ultieme vraag blijft: 'who's life is it anyway?' Over wiens leven denken die dames en heren te mogen beslissen? En tenslotte: steeds weer valt het op hoe delicaat de discussie is over het particuliere levenseinde, als het gaat om de massale dood door een oorlogsverklaring dan heersen er veel minder taboes.
Ivan van Mol Vandaag drie bladzijden in De Standaard over doping in de wielersport, twee over dokter van Mol. Hoeveel zouden het er zijn in de populaire kranten? In de tekst staat dan wel dat de feiten mochten ze waar zijn, al lang zijn verjaard, maar toch vindt de redactie het nodig een reputatie te beschadigen. (Tussen haakjes: een verdachte van een moord wordt met initialen vermeld, een dopingverdachte met naam en toenaam: zegt dit iets over de graad van belangrijkheid? Wat opvalt is een enerzijds-anderzijds oordeel van een jonge journalist: enerzijds noemt hij het verstrekken van verboden middelen een misdaad, anderzijds zegt hij het te begrijpen dat een dokter misbruik wil in toom houden. De journalist noemt dit laatste evenwel: 'moreel verwerpelijk'. Ik dacht dat heel wat geneeskunde en wetgeving juist gericht is op het onder controle houden van misbruiken. Denk aan de wet op de beteugeling van de dronkenschap: alcohol wordt niet verboden, maar wel wordt de verkoop door de overheid gestuurd. In heel wat drugscentra wordt methadon verstrekt om de patiënten te helpen afkicken. En in het algemeen: wat betekent het verstrekken van geneesmiddelen met mogelijke nadelige effecten uitsluitend op doktersvoorschrift anders dan misbruik onder controle houden? Daarnaast heb je de interviews in Humo deze week waar verscheidene specialisten verklaren dat een gecontroleerd epogebruik eerder gunstig is voor het lichaam dan nadelig. Maar dat heb je met moraliserende sportjournalisten: de wetenschap interesseert hen niet, zij benaderen de feiten liever op een dogmatische manier. En nogmaals: we kunnen er alleen maar van dromen dat de echte maatschappelijke problemen, zoals de armoede in ons rijke Vlaanderen, evenveel aandacht zouden krijgen als het zoveelste feuilleton van geruchten en verdachtmakingen in de wielersport. Spuitende en slikkende renners zijn wel degelijk een probleem, maar die armoede is een schande. Blijkbaar richten we onze verontwaardiging liever op het bijkomstige dan het essentiële te moeten onder ogen zien.
Is de freelance journalist Rolf Falter dikke vrienden met Bart De Wever en Jean-Marie Dedecker? Zijn anti-PS en anti-vakbondspamflet wijst erop.
Hij schrijft onder meer: 'Sommige syndicale centrales (...) halen bijna de helft van hun inkomsten uit de werkloosheid, vooral via de ledenbijdragen van werkzoekenden die bijna niet anders kunnen dan via de vakbond hun dossier te laten beheren.'
Vallen deze ledenbijdragen soms weg wanneer een werkzoekende werk vindt?
Op de VRT heeft ACW-kopman Luc Cortebeeckx al verscheidene keren betoogd dat het beheer van de werkloosheidsvergoedingen door de vakbonden zeer efficiënt gebeurt en wellicht goedkoper dan door een overheidsdienst. Mocht Falter met cijfers in de hand kunnen bewijzen dat dit een leugen is, dat hij dan met die cijfers naar buiten komt.
En uiteraard kan je in Vlaanderen altijd scoren door de PS gelijk te stellen met eeuwigdurende werkloosheid. Is Falter vergeten dat in de tijd dat Vlamingen naar Wallonië trokken om daar te gaan werken, de toenmalige unitaire BSP ook reeds de grootste partij was in Wallonië? Waarom zouden de rode partijen noodzakelijkerwijze meer baat hebben bij een blijvende werkloosheid?
In Temse had je het rode bastion van de Boelwerf, met zelfs een duidelijke communistische kern onder de arbeiders, na het faillissement is Temse en omgeving verkiezing na verkiezing steeds bruiner geworden. Trouwens, als het FN ergens scoort in Wallonië dan is het in Henegouwen waar de werkloosheid het meest uitzichtloos lijkt te zijn. Meestal verkleuren de doorligvlekken van het zogenaamde 'hangmatsocialisme' opvallend bruin.
Slogans en karikaturen kan men verwachten in een propagandablad, niet in een kwaliteitskrant zoals De Standaard.
Noot Je staat ervan versteld hoe een krant met de pretentie van De Standaard nu al maandenlang aan propaganda doet, hun vroegere slogan AVV/VVK getrouw. En als je dan het lezersforum van Het Laatste Nieuws bezoekt en de reacties leest op het interview met Jef Tavernier, dan begin je beter de verkiezingsuitslagen te begrijpen. Het gaat hier immers om de meest gelezen krant van Vlaanderen en als dit forum de stem van ons volk vertolkt dan is het niet verwonderlijk dat de populisten zo hoog scoren. In feite staan we even ver als in de tijd van de profeet Jeremias: die moest zijn volksgenoten ook voortdurend afdreigen met allerlei rampen om ze tot inkeer te brengen en veel succes hadden hij en zijn opvolgers daarmee niet. De massa gedraagt zich als een klein kind dat eerst zijn vingers moet branden om in te zien dat bepaalde dingen wel gevaarlijk zijn.Het droevigste is echter dat zelfs een zogenaamde kwaliteitskrant een gelijkaardige eenzijdigheid vertoont en in het algemeen dat er wiggen gedreven worden in het weefsel van de samenleving: als iereen alleen de eigen krant leest en de eigen tv-zender bekijkt, hoeveel raakpunten blijven er dan nog over? Hoe kan om het even welke regeringsploeg nog goed doen voor iedereen of iedereen doen inzien dat er naast eigenbelang nog zoiets bestaat als gemeenschappelijke belangen? Het mantra 'goed bestuur voor de mensen' - dat zo vaag is dat elk er het zijne van kan denken - heeft Leterme 800 000 voorkeurstemmen opgeleverd, eens zien wat daar van overblijft bij een volgende verkiezing.
(Psychoanalytisch gezegd: de Wrekende God, het Oog dat alles ziet en niets vergeeft, is de gestorven vader die in je leeft. Elk streven naar succes is een verlangen naar goedkeuring vanwege die archetypische vader.)
vandaag dinsdag Dit is geen dagboek, maar toch is er een onrust die me verplicht om over vandaag te schrijven. Deze namiddag was ik in mijn geboortedorp Hamme aan de Durme om een aantal exemplaren van het nieuwe boek te deponeren in een paar winkels. Vrienden in het dorp stuurden me naar een natturwinkel in de Kapellestraat waar naast allerlei kruiden en biologisch gekweekte groenten ook boeken worden verkocht. De verkoper vertelde me dat hij er na 18 jaren mee ophoudt: zijn zaak staat te koop. Ik had de neiging om te vragen of er dan zo weinig Hammenaars bekommerd waren om hun voeding, maar zei heel opportunistisch: - ik hoop dat je het nog een tijdje volhoudt. Een mooie deerne met bijna etherische ogen leidde me verder door het straatje dat zoals de naam het zegt loopt van de decanale kerk naar de kapel van het Oud Kerkhof (nu heet dat Tweebruggenplein wat al even historisch en ondoorzichtig is). Zo kwam ik langs een groentenwinkel met een Turkse naam en aan de overkant wapperde de Vlaamse leeuw aan de gevel van het lokaal van de VB-jongeren. Ik bezocht de oude kerk met haar prachtige preekstoel en voortreffelijke houten beelden van de patroonheiligen Petrus en Paulus; en zocht etalages van meer dan dertig jaar geleden. Kortom, op zo'n wandeling bots je op heden en verleden. En je loopt als een dode die is terug gekeerd en vergeefs probeert zich te oriënteren. Er is nog die winkel in ijzerwaren die wij aanduidden met 'Marie van Sint Annen': daar 100 grammen nageltjes kopen was een gewichtige zending. En zonderling is die naam: Sint-Anna is een buitenwijk van Hamme, dat verklaart allicht de naam van de winkel, maar het zegt niets over het aureool, over het onaantastbare gezag van die zaak: daar moest je zijn om waar voor je geld te krijgen en 'Marie van Sint Annen' was een waarmerk zoals Solingen op een padvindersmes. In elk geval: hoe meer ik over dit dorp schrijf hoe vreemder het mij wordt, hoe verder de afstand. Zegt dit iets over een man van bijna zestig die stilaan uit dit leven wegglijdt en krampachtig verlangt naar een aanwezigheid die voorgoed verleden tijd is?
In het Humo-interview van vorige week zegt Siegfried Bracke: 'Mensen moeten gelijke kansen krijgen, maar daarna is het aan hén. En da's mooi in Amerika, een land dat niet toevallig the pursuit of happiness in zijn onafhankelijkheidsverklaring heeft staan.'
Bracke gelooft dus in 'the American Dream' die erop neerkomt dat al wie in dat land arm of minderbedeeld is dat alleen maar aan zichzelf heeft te wijten.
Wie daar niet binnen raakt in privé-scholen en privé-ziekenhuizen, heeft niet hard genoeg gewerkt. De germanist Bracke heeft tijdens zijn briljante studies allicht nooit 'Het Ziekenhuis' van Jan de Hartog moeten lezen waarin duidelijk wordt beschreven dat voor duizenden Amerikanen de gezondheidszorg volledig afhangt van vrijwilligers en liefdadigheid.
Bracke baseert zijn overtuiging op het levensverhaal van een allochtone voetballer; dat vele universitair geschoolde 'nieuwe Belgen' geen werk vinden - alleszins niet op hun niveau - omdat ze de verkeerde naam of huidskleur hebben, is onze sterjournalist eventjes vergeten.
Is het verwonderlijk dat een journalist die zo vervreemd is van de werkelijkheid ook verklaart dat het VRT-journaal nu beter is dan vroeger?
Ben ik aan het hallucineren als ik de laatste jaren een toename zie van ongevallen, rampen en moordzaken - dit laatste vaak in feuilletonvorm, dus dag na dag over eenzelfde misdaad? Het betreft hier rubrieken die traditioneel worden geassocieerd met een populistische krant als Het Laatste Nieuws, en die heeft niet direct de reputatie van een kwaliteitskrant. En om die vloed aan negatieve prikkels te verzoeten voegt de VRT er een leuke of sentimentele anekdote aan toe zonder enige relevantie.
Wat blijft over van het culturele luik in het nieuwsaanbod: ofwel ontbreekt het ofwel gaat het diezelfde populistische toer op. Zoals het opvoeren van een 'universele kippenkweker' als voorbeeld van moderne kunst.
Als er een film wordt aangekondigd, gaat het meestal om een typisch Hollywoodproduct: is het zo vanzelfsprekend dat het geld van de Vlaamse belastingbetaler wordt besteed aan de promotie van een product dat zelf over een reclamebudget beschikt dat een veelvoud is van het totale budget van een Vlaamse film? Kan je deze eenzijdigheid anders verklaren dan vanuit een keuze voor de potentiële kaskraker, dus voor de grootste gemene deler?
Uit alles blijkt dat het journaal te lijden heeft onder de strijd om de kijkcijfers met VTM. Maak het niet te moeilijk, sluit aan bij de smaak van de massa, speel in op de sensatiezucht.
Wellicht verstaat Bracke onder 'the pursuit of happiness' deze versimpeling van het bestaan: laten we ons met het banale bezig houden want de echte problemen groeien ons boven het hoofd.
In zijn column getiteld 'Geloof, seks en (wan) hoop' suggereert Christophe Vekeman dat de cultus van de maagdelijkheid bij moslims geen cultuurverschijnsel is maar wel degelijk uit de godsdienst moet worden verklaard.
Met wat meer kennis van de drie monotheïstische godsdiensten zou hij tot het inzicht komen dat de seksuele moraal bij alle drie opvallende overeenstemmingen vertoont.
Is Vekeman vergeten dat het nog niet zo lang geleden is dat in onze Vlaamse dorpen gescheiden mensen met de vinger werden gewezen en gescheiden leerkrachten in het katholiek onderwijs aan de deur werden gezet?
Onthouding voor en buiten het huwelijk is nog altijd de leer van de kerk, net zoals in het jodendom. En tegenover homoseksualiteit nemen deze drie godsdiensten quasi-identieke standpunten in.
Het verschil zit wel degelijk in de cultuur die het product is van de geschiedenis. In het bijzonder de seksuele emancipatie bij ons is er alleen gekomen door het terugdringen van de greep van de kerk op het openbaar en privéleven.
Omgekeerd zijn de repressieve en vaak mensonterende tradities binnen de moslimwereld toe te schrijven aan een gebrek aan democratie, ontwikkeling en onderwijs.
Wij leven in een open samenleving, de meeste moslims in een gesloten.
De hypocrisie van de maagdelijkheid die wel aan vrouwen wordt opgelegd en niet aan mannen, is niet exclusief islamitisch: die komt voor in alle machoculturen.
Geen van de drie monotheïstische godsdiensten is emancipatorisch inzake seksualiteit - op welk domein dan wel, zou men zich kunnen afvragen, als men tal van christelijk geïnspireerde sociale organisaties (die ook in de islamwereld bestaan: in tegenstelling tot wat de propaganda op onze tv-zenders beweert, is het succes van Hamas en Hezbollah in grote te verklaren door hun sterke sociale dienstverlening) en de recente voorbeelden van kerkasiel vergeet - maar hun repressieve moraal kunnen ze enkel handhaven in maatschappijen of in op zichzelf teruggeplooide bevolkingsgroepen die iedere vorm van emancipatie tegengaan.
Het is meer dan symbolisch dat de Taliban in Afghanistan opnieuw schoolgaande meisjes en vrouwelijke leerkrachten intimideert en desnoods vermoordt: intellectuele ontwikkeling betekent meestal het einde van fanatisme en hypocriete tradities, jammer genoeg niet altijd.
lingua franca Gisteren ging Panorama over de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja. Afgezien van afschuw voor het Poetinregime: wat viel er nog meer uit te leren? Vrijwel alle ondervraagde Russen spraken perfect Engels. Het ziet er dus naar uit dat het Engels de lingua franca van de toekomst zal worden, naar het voorbeeld van het latijn in de Middeleeuwen maar dan niet beperkt tot een elite. Verwonderlijk is deze ontwikkeling niet: er is niet alleen de dominantie van de Amerikaanse cultuur en economie, maar puur taalkundig is het Engels van alle grote wereldtalen het gemakkelijkst om aan te leren. De spraakkunst van het Spaans en het Frans is heel wat ingewikkelder, en het Russisch en zeker het Chinees zijn voor de meeste mensen niet eens uit te spreken. Welkeconclusies moeten we hieraan verbinden voor ons onderwijs? Heeft het nog zin te blijven hameren op het Frans als tweede taal in Vlaanderen? Ik herinner me de jonge moeder van een van mijn leerlingen van het tweede leerjaar in 1968: 'De taalproblemen in Brussel zouden meteen opgelost zijn als Vlamingen en Walen met elkaar Engels zouden spreken.' Mijn antwoord was toen dat buren toch in de eerste plaats elkaars taal moeten leren, maar is dit standpunt nog vol te houden? Bovendien sluit de keuze voor het Engels als tweede taal niet uit dat men het Frans als derde kan handhaven. In elk geval stellen we vast dat het rendement van de lessen Frans achter blijft bij dat van de lessen Engels. Zoals gezegd heeft dit te maken met de populariteit van de Angelsaksische cultuur, maar eveneens met het verschil in moeilijkheidsgraad. De droom van het Esperanto als wereldtaal zal het nooit halen, maar het Engels zou een waardig alternatief kunnen zijn, als men blijft geloven in de bevordering van het wederzijds begrip door het hanteren van een gemeenschappelijke taal. Voor alle duidelijkheid: als tweede taal, de moedertaal moet in het onderwijs de eerste aandacht krijgen. Waarbij je in Vlaanderen voor het probleem blijft staan: welke moedertaal? Het algemeen Nederlands, het verkavelingsvlaams, het dialect, (het Turks of Arabisch in een aantal gevallen)? En daarnaast loert het gevaar om de hoek dat je met een taal tegelijk een cultuur en levensstijl in huis haalt. Mij lijkt het geen aantrekkelijk vooruitzicht mochten alle wereldbewoners namaak-Amerikanen worden.
Kan iemand die zich bezig houdt met mensenrechten iets nieuws leren uit de publicatie van geheime CIA-documenten? Ik vrees van niet: de rapporten van onder meer Amnesty International hebben reeds in de jaren 1970 exact hetzelfde en nog meer verteld.
We lezen bijvoorbeeld niets over de opleiding van folterspecialisten die werden uitgestuurd naar Zuid-Amerikaanse dictaturen om daar linkse activisten te martelen.
In het VRT-programma Nachtwacht betoogde Amerikakenner, professor Kries Versluys, dat de Amerikaanse democratie over een sterke 'zichzelf corrigerende kracht beschikt'.
Dit zou waar zijn mochten de onthullingen leiden tot meer respect voor de mensenrechten. De recente smokkel van terreurverdachten, de praktijken in Guantanamo bewijzen het tegendeel.
Daarnaast is er de vraag wat de slachtoffers en hun nabestaanden hebben aan deze zelfcorrectie: worden het leed minder erg als de dader twintig of dertig jaar later zijn misdaden bekent?
Zullen de VS, bijvoorbeeld, in 2030 of in 2050 toegeven dat zij zich inzake het Palestijnse conflict hebben vergist door eenzijdig Israël te steunen?
Tot op de dag van vandaag worden in Viëtnam misvormde kinderen geboren als gevolg van de bombardementen met napalm en Agent Orange en nog altijd weigeren de VS hiervoor enige schadevergoeding te betalen.
De geschiedenis leert vooral dat de geschiedenis ons in morele zin niets leert: dezelfde feiten blijven zich herhalen omdat de krachten dezelfde blijven. In de moraal heten die krachten: machtswellust, hebzucht en fanatisme van ideologische, patriottische of godsdienstige aard. Voeg daar de onverschilligheid of domheid van de massa bij en je houdt nog weinig reden over voor optimisme. Maar in het Frans is al gezegd: 'il faut point d'espoir pour entreprendre , ni de réussite pour persévérer.'
Op de sportredacties van kranten en tv blijft het gonzen van dopinggeruchten wat de aandacht afleidt van een ander schandaal dat misschien maatschappelijk relevanter is.
De Jonge Duivels hebben zich gekwalificeerd voor Peking: vreugde alom, maar aan welk spektakel gaan ze deelnemen?
De Olympische Spelen brengen iedere keer een gigantische merchandising op gang die het IOC miljoenen euro's opbrengt, naar schatting in Peking nog 40 % meer dan drie jaar geleden in Sydney 2004. Veel van deze spulletjes met het Olympisch logo (petjes, sport- en reistassen) worden gefabriceerd in China door arbeiders en arbeidsters die amper de helft krijgen van het hen toegezegde loon: ongeveer 1 000 yuan in plaats van de officieel vastgelegde 2 000 yan per maand, wat nog altijd maar ongeveer 200 euro zou betekenen. Daarvoor moeten zij werkdagen kloppen van 13 uren en dat 30 dagen per maand. (Bron: het weekblad Visie van het ACW)
Daarover horen we vanwege onze Mister Proper, Jacques Rogge, nooit enig protest. En vanwege de sportredacties al evenmin.
Voor deze Chinese arbeiders en arbeidsters geldt allicht de Olympische leuze: 'werken is belangrijker dan ervoor (fatsoenlijk) betaald krijgen'.
Maar de stadions zullen oogverblindend zijn en de speculaties omtrent onze medaillekansen veroorzaken nu al een roes van nationale trots: bewustzijnsvernauwing is het kenmerk bij uitstek van ieder megaspektakel, en in de sport vernauwen de geesten tot de breedte van een medaillelint.
Wil miister Peeters voor één keer groener zijn dan de groene pausen?
Hij wil versneld oudere wagens uit het verkeer halen met als argument dat die toch niets te maken hebben met het inkomen maar wel met het bezit van een tweede wagen in het gezin. Heeft de minister dan nagegaan waarom die tweede wagen een oudere is: kiezen de hippe tweeverdieners voor een ouwe knar naast een blitze nieuwe?
Anders gezegd: wie kiest er nu voor een wagen van meer dan 10 jaar als die zich net zo goed een jongere kan veroorloven? Het zijn toch niet de lagere inkomens die om de drie, vier jaar van wagen veranderen. Zelfs de groenen zijn in het debat over de SUV's (of 4x4's) tot het inzicht gekomen dat niet het bezit maar het gebruik van een wagen tot vervuiling leidt.
De enige echte milieuvriendelijke maatregel is dus het gebruik te verminderen.
Dagelijkse files leren ons dat er gewoon te veel wagens en vrachtwagens op de baan zijn. Voor heel wat werkende landgenoten volgt dit uit het feit dat het openbaar vervoer geen werkbaar of leefbaar alternatief kan bieden. Wegens de gebrekkige aansluiting van trein-tram-bus of vanwege een te lage frequentie van deze vervoermiddelen.
Om het gebruik van meer vervuilende wagens te ontmoedigen kan men de brandstofprijs verhogen met als dubbel signaal: autorijden zorgt voor milieuvervuiling en fossiele brandstoffen zijn niet onuitputtelijk.
De meeropbrengst kan dan dienen om schonere wagens en brandstoffen en het openbaar vervoer te promoten met stimulansen in plaats van met bestraffing.
Merkwaardig detail: Peeters zou de oude wagens laten demonteren zodat ze niet meer kunnen uitgevoerd worden naar de Derde Wereld. Onderliggende gedachte: we mogen onze uitstoot niet exporteren. Twee vragen: waarom doet deze minister dan mee aan de handel in emissierechten die precies op hetzelfde neerkomt; en ten tweede: als de bewoners van de Derde Wereldlanden niet meer mogen rondtoeren met vervuilende wagens, zal Peeters hen dan nieuwere bezorgen of kunnen zij opnieuw de hort op met ezel en kar? Wat we van deze bekeerde Unizotopman niet moeten verwachten is dat hij iets onderneemt tegen de wildgroei in het bedrijfswagenpark. Sommige bekeerlingen blijven hun oude goden merkwaardig trouw.