19 augustus 2009
Het mensdom
|
Ze keurde de bananen. Haar dochtertje jengelde, stak haar handje uit naar die ene banaan.
Nog even wachten, zoetje en dan krijg je die banaan. Een beschaafde zachte stem. Mooie jonge vrouw trouwens. Rijzig, slank, taille mannequin.
Dochter ging nu aan het brullen: Mama banna, mama banna. De jonge vrouw deponeerde de banaan in het netje aan de buggy , duwde het vrij versleten kinderwagentje haastig verder en kwam ei na in botsing met de overvolle winkelkarren van twee pratende dames.
Kunde gij nie zien waar dagge rijdt mischien?
De jonge vrouw excuseerde zich uitdrukkelijk, kreeg prompt nog wat verwensingen naar het hoofd en liep haastig door naar de zuivelafdeling. Ik volgde haar met mijn caddy, sedert mijn melkman met pensioen ging ben ik verplicht die afschuwelijke plastic flessen aan te schaffen. Ze nam een half liter flesje van Campina in de hand. Keek naar de prijs en zette het flesje terug in het rek. Nam uiteindelijk twee flesjes van de Carrefour discount producten. Op dat moment ontmoeten onze blikken elkaar. Ze kreeg een blosje op haar wangen en ik zag prachtige ogen die op het punt stonden uit te barsten in tranen. Ik zag een afgedragen neplederen jasje. Ik zag blote voeten in versleten ballerinas. Ik zag schaamte, verdriet en
armoede.
Mama banna, mama banna het ukje hield niet op.
Ze begrijpt niet dat ik eerst moet afrekenenzei ze zachtjes verontschuldigend en ik ben nog op zoek naar een en ander.
Ga toch naar de kassa, reken af en keer terug, de kassiersters begrijpen dat wel, hoor moedigde ik haar aan. De blos op haar wangen werd groter. Ze aarzelde. Tijd om de koe bij de horens te vatten. Ik vroeg, neen beval haar mijn caddy over te nemen en vooraleer ze kon reageren was ik met de buggy, de krijsende dochter en die ene banaan op weg naar de kassa en rekende af.
Gebeurt hier haast elke dag, mevrouw, geen probleem hoor! lachte de kassierster. Dochter had haar zin en sabbelde op haar banaantje. Toen de jonge vrouw meteen haar geldbeugel bovenhaalde om de schuld te vereffenen was ik al met het kleintje onderweg naar de zuivelrekken.
Wil jij mij nu even helpen en uit het bovenste rek 10 halve literflessen melk aangeven, met jouw lengte is dat toch geen probleem? vroeg ik.
Tien flessen, mevrouw?
Ja, kind, tien, geef maar op!
Ze gaf met de eerste drie flesjes aan, ik stopte ze in mijn caddy. Toen volgenden de andere drie, en nog drie
ik stopte ze in het netje achteraan de buggy. Ze stopte met het aanreiken, keek mij vertwijfeld aan.
Mevrouw, sorry; maar ik kan
echt waar hoor, ik
opnieuw die blos op de wangen
Ik heb haar niet laten uitspreken. Wel twee biljetten in het borstzakje van haar jasje gestopt en toen vliegensvlug er vandoor gegaan.
Een kwartier later, twee huizen vóór mijn deur, stapt mijn buurman met zijn hond buiten. Hij bemerkt me en roept in de hal iets van de duivels die erop zaten want ik kwam eraan. José, de altijd vrolijke lady of the house steekt haar goedgekapt hoofdje even buiten. Kreetjes van verrukking: Kon binnen, kom binnen; ik stond juist op het punt om bij jou aan te bellen!
En wat gebeurt er? vroeg ik. Op dat zelfde moment komen twee goed gevulde dames met veel dure blingbling mijn buurvrouw aan de voordeur vervoegen. Drie paar schitterende ogen kijk me verwachtingsvol aan. José stelde me de dames voor, nooit voorheen gezien of gehoord; en begon te ratelen over de goede werken van de dames: geld rondhalen om blikjes voer te kopen voor verdwaalde katten in het buurtparkje en om ze eventueel te laten steriliseren.
Ik moet de drie dames onbegrijpend, stomverbaasd, misschien vernietigend aangekeken hebben want José wist me meteen te vertellen dat ook zij 10 euro had gegeven en zon dierenvriend als ik, allez, wat is nu 10 euro voor een goed werk, die arme beestjes
Een half uur later ging de bel. José. Waarom ik zonder boe noch baa was doorgegaan was ze van mij echt niet gewend. Ik vertelde haar van de jonge moeder met haar kind en indien die dames die dieren zo genegen waren hoefden ze slechts een collier te laten smelten om een gans jaar kattenvoer te hebben en dertig poezen te laten steriliseren.
Conclusie van José: Tja, jij altijd met je kinderen, mijn hart gaat meer naar die arme beestjes!
Ga met zo iemand naar de oorlog, zou mijn grootmoeder zeggen.
|