LENTE 2008xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Werk in de tuin, confituren voor twee gezinnen en enkele vrienden, pakken krantenknipsels klasseren, diepvriezer vullen met seizoengroenten, ons terras heeft een likje verf nodig om te zwijgen van de kelder, fotoalbums dienen absoluut bijgewerkt, alle pvc-ramen wachten op hun jaarlijkse intensieve opknapbeurt, zomerkledij opstrijken, meneer heeft buiten mijn weten om voor enkele concerten gereserveerd, dochter en schoonzoon zien af van hun jaarlijkse reisje dus rekent ventje op zijn oudjes om de komende twee maanden verlof voor hem op te leuken, liefst samen met zijn vrienden etc
etc
Dit alles, liever lezers, om jullie erover in te lichten dat iets zal te lijden hebben onder deze activiteiten: mijn blogje.
Of ik dacht dat jullie hierdoor moord en brand gaan schreeuwen, bijlange niet. Zoveel lezers heb ik echt niet, niet langer. De meesten hebben al maanden geleden afgehaakt. Titi en haar streken kunnen best gemist worden, want soms onverenigbaar met de normen en waarden van braaf Vlaanderen. Uitgerekend die streekgebonden normen en waarden, de Vlaamse geplogenheden heb ik in een verhaal gegoten. Een roman is het niet, noem het een blog-novella, met alle kruidige ingrediënten vandien : driehoeksverhouding, betuttelende geestelijkheid, hebzuchtige volwassen kinderen, gladjanussen in de uitgeverswereld, passie en seks, een behoorlijke portie zelfs. Zal ik eraan beginnen ? Ja ? Here we go !
Wellustelingen
Lente 2005
« A faire pâlir tous les Marquis de Sade
A faire rougir les putains de la rade
A faire crier grâce à tous les échos
A faire trembler les murs de Jéricho
Je vais taimer »
(M. Sardou Thibaut/Revaux))
Loom en voldaan lagen ze in bed. Uitgeteld van nazinderende lust. Hun bleke naaktheid glinsterde van de zweterige en zurige geur van lichaamsvochten. Ze hadden alweer zo verdomd zalig gevrijd. Kreunend, hijgend, briesend en soms huilend als wild parende dieren, die een laatste offer aan zichzelf willen brengen en dat besef ondergaan als een herrijzenis.
Marianne en Max zwegen al een hele poos. Net of dat totaal opgaan in elkaar, die dubbele ontlading, die bijna pijnlijk intense bevrediging, alle gedachten en gevoelens hadden verlamd. Zo was het al jaren tussen hen. Week na week. Iedere woensdagnamiddag, soms s vrijdags, in dat afgelegen rustiek villa-hotelletje, waar de oudere, stijlvolle eigenares méér dan een complice was geworden.
Dont touch me, nu nog niet, had Marianne sloom gefluisterd toen ze van hem was afgegleden, helemaal van de kaart, beverig bevangen van de kloppende stroom adrenaline, die haar als het ware van de haarwortels tot de tenen elektriseerde.
Max voelde zich opnieuw in haar en ervoer dat waanzinnig genot alsof haar heftig krijsende passie hem de huid afstroopte. Alsof hij in haar zuignappen verdronk. Hij stopte. Bij een vrouw als Marianne geen zelfzucht. Alsof ze een harmonieuze eenheid vormden, werd zij opnieuw bovendeel van hem. Hij likte haar tot zij hem bevrijd ondersproeide en hij even later in haar opnieuw levend stierf .
« A se croire mort et refaire lamour encore, je vais taimer », haar ogen zongen Sardou.
Wordt vervolgd
|