Max verdroomde in herinneringen
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ruim vier jaar waren zij samen. Het leek of het pas gisteren was. Als er één cliché is dat zijn recht van bestaan mag opeisen dan is het dit. Max mocht er niet aan denken hoe het hem zonder haar zou vergaan zijn.
Zij wandelde zijn leven binnen en de drenkeling, die hij toen was, greep haar als een reddingsboei.
Bestaat er finaal toch zoiets als lotsbestemming? Een opper-iets dat mensen op de meest cruciale levensfase samenbrengt? Stom toeval dan? In zijn euforie na hun eerste ontmoetingen had hij heel, heel even maar, met de gedachte gespeeld de freelance-astrololoog van De Klapper hierover voorzichtig te polsen. Dom natuurlijk. Een hoofdredacteur kan dit niet maken, temeer omdat hij zich in de loop van de jaren vaak smalend had uitgelaten over dat sterrenbeeldengedoe met al die huizen, graden en de ganse santenboetiek. Dan die hilarische taferelen opgevoerd door zijn redacteurs bij de selectie van de lezersbrieven hieromtrent. De huizen rond Venus, Mars en Pluto bleven het immers goed doen bij de Vlaamse stieren en maagden. Zo goed zelfs dat de twee kolommen van De Klapper nu, na de facelift, uitgebreid werden tot liefst één pagina.
Facelift, restyling! Die zeveraars van marketeers toch! De Klapper was amper vijftien en had al twee verjongingskuren ondergaan
Oubollig orakelden de wizz-kids van de groep.
Max, dat magazine van jou, sorry to say, ouwe troep. Jezus man, alleen de naam al.
In oude ketels wordt nog altijd de beste soep gekookt, repliceerde Max bitsig. Hij verwees naar de laatste CIM cijfers: 135.000 gecontroleerde exemplaren, naar hun verkoopstatistieken, naar de advertentiebudgetten in portefeuille, naar zijn reeds afgeslankte, doch goeddraaiende hechte redactie, naar zijn abonnees en zijn stevig opgebouwde netwerken in tal van milieus.
Hij herinnerde Simonne, in een vorig leven marketingmanager van de uitgeverij, aan de stuipen die ze kreeg bij de gevreesde fenomenale groei van televisiereclame. Toen werd van zijn weekblad méér dan dankbaar gebruik gemaakt om de persen draaiende te houden en de technische werkloosheid enigermate te beperken. Had De Klapper, samen met de populaire krant van de groep, haar niet uit de stront getrokken toen bleek dat haar nieuwe producten quasi een voor een stilzwijgend uit de markt werden gehaald?
Een geluk meiske, dat de familie-aandelen je aanzien gered hebben. Welk normaal gerund bedrijf zou die windeieren van jou en je yups hebben geduld ? Simonne gaf geen krimp. Ze liet Max uitrazen. t Was allemaal boter aan de galg, wist hij. Hij besefte dat hij verloren had. Het verdict was gevallen. Zijn De Klapper was nostalgie. De laptopbrigade had gebaard: JOOLS.
Hun lichtgewicht werd vandaag boven de doopvont gehouden. Het had niet één, doch liefst drie G-spots: glossy, glamour en glitter. Instant bevrediging van de geslaagde druk-druk singles en tweeverdieners, met of zonder 1,75 kinderen. Een illusiewereld waarmee de mens voor gek wordt gezet
Het atrium van het Brusselse Radisson-SAS hotel was tsjokvol. Simonne, dat gefacelifte kreng, begaf zich als een vorstin onder haar gasten. In de hand een glas champagne, in haar kielzog haar flemerige, verwijfde woordvoerder-secretaris en het pas geïnstalleerde marketing-wonder, de zoveelste erfenis na de zoveelste bedrijfsovername.
Voor Max geen champagne. Water, plat water en ijskoud om het brandend maagzuur te bedwingen. Hij ontweek wie hij ontwijken kon. Drie grote videoschermen brachten wat soelaas, hielpen de tijd doden. De spraakmakende interviews van Jools, peinsde Max,. Een gewezen Gouden Schoen in pooierskledij en de goudblonde Afrikaanse middenvelder van Club in thalassotherapie, geflankeerd door twee blanke halfnaakte grietjes. Vooruit, vinden ze het doel niet, dan toch de weg naar de goudkranen. Op het andere scherm volgden een fluorroze en grasgroen bankstel elkaar in flikkertempo op. Design!?
Chef, daar mag een mens toch niet te lang naar kijken en zeker niet op zitten.
Dat, Fred, heet visueel prikkelende reclame en met dat materiaal mag jij voortaan op de lay-out naar hartelust jongleren.
Fred, ex-De Klapper, kruiste beide armen boven het beginnend hangbuikje. Zijn vlezige onderlip krulde afkeurend.
Afwachten, chef, afwachten. Bon, ze zullen wel weten wat ze doen, maar Düren is een schone stad, zegt het spreekwoord.
Komaan, Fredje, zo zwaar moet je er ook niet aan tillen.
Max ondersteunde zijn woorden met een schouderklopje.
Ik heb mijn twijfels, chef, serieus, hoor.
Hoezo twijfels?
Ze hebben geen waspoeders, tiens. Geen Dreft, geen Dixan en zeker geen Omo en wasverzachters. Ik versta dat niet. Wij zaten er vol van. Allez, chef, ge weet toch wat voor toeren wij soms moesten uithalen om al die waspoeders niet te dicht bij elkaar te zetten. Geef toe, ge hebt er ook soms op gevloekt. En dan verleden jaar, heb ik van die van hierboven onder mijn jezuïeten gekregen! Chef, dat was mijn beste dag niet, hoor. Miljaar. Weet ge wat die pekelteef mij toen verweet? Iets van geen waspoeders geen weekblad. Allez, t kwam erop neer ofwel Omo ofwel den dop. En nu, chef, nu zitten wij met de helft méér volk, maar zonder Omo. Zie, dat versta ik niet. Pas op, ik ben niet alleen, hé. Dat moet ze mij nu eens uitleggen. Jaren kon het blad niet zonder en nu mag, wat zeg ik, nu moèt het zonder.
Zonder wat, Fred?
Zonder Omo godomme! Neen, chef, ik heb er geen goed oog in. Een geluk dat gij er nog zijt. Iedereen zegt dat. Gij zijt een chique type, geen gemakkelijke, dat wel. Maar uw hart zit op de juiste plaats. Dat kan van die van hierboven met haar jannet niet gezegd worden!
Woordvoerder, Fredje, spin doctor eigenlijk .
t Blijft al gelijk, chance dat haar vader vóór haar geboren is. Zon vedetten in een bedrijf, dat is de ondergang van de werkman! Geld bonjourt ge niet buiten, dat verplaatst ge. Zo simpel is t. Chef, ik ga zien of er nog ergens een pint te krijgen is. Anders salut en de kost.
Opnieuw alleen. Vreemd, ooit kende Max haast iedereen op zon party en nu, met uitzondering van eigen personeel, haast niemand. De achtergrondmuziek werd harder. Metaalachtige, krassende geluiden. De gasten rumoeriger. Mobieltjes gingen van de zakken en handtassen naar de oren, werden gewisseld en de berichtjes op gekraai onthaald.
Waren deze lui de gesofistikeerde media-accounts en hun precieuze high-class adverteerders? Die giechelkonten met uitgerafelde en gescheurde jeans? Die gebruinde, geparfumeerde hanglummels met gegeleerde haarpieken, die graatmagere designfalsetjes met geëpileerde wenkbrauwen?
Jonge vrouwen, bijna nog schoolmeisjes, blootsvoets, de teennagels blauw en zwart gelakt, gewikkeld in verfomfaaide lange rokken, splitten vooraan, achteraan, opzij en daarover hesjes en jakjes en gedrapeerde lappen stof. Laagjesmensen. Eenvormigheid troef. Was dit het potentieel waarop Jools joeg? Hij pezen voor dit zooitje? No way! Nog vier jaar en geen dag langer.
Wordt vervolgd
|