1xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
april
2010
Dag
Allemaal!
|
Anders gezegd: hallo drie à vier brave zielen, die zich de moeite blijven getroosten om in mailtjes te vragen wat er met Titipoes aan de hand is (chapeau voor jullie eindeloos geduld) want dit blogje wordt nog nauwelijks bijgewerkt.
Wel Titipoes maakt het goed, ergo uitstekend maar ze
.vergrijst. Met 65 en oneffen, sta ik, volgens bepaalde statistieken, in de herfst van mijn leven. Het is te zeggen statistieken gepubliceerd door dames- en lifestylemagazines tonen aan dat ik volop in het walhalla van mijn bestaan zit. Medische statistieken maken dat ik haast de deur niet meer uitdurf. Niet dat ik last van mijn seniorendom heb, integendeel: energie zat!
Nou ja, zat is lichtjes overdreven. Kon ik een tweetal jaartjes terug qua werklust en ijver, als een onstuimige merrie in een Waregem Koerse of een G.P. wedijveren, dan zit er nu nog slechts een ere-prijsje in bij de lichting vrolijke dravers-veteranen. Soit!
Met een flinke dosis luck raak ik er wel door en met wat in Aalst een hoerenchance wordt genoemd voeg ik er nog een stuk winter bij. And thats it!
Ondertussen komt die halve zool met zijn zeis op gezette tijden maaien onder mijn generatiegenoten. Het doet toch wel wat eens je ervaart dat die kerel jouw lichting benadert. Het zet de ene mens misschien aan om af en toe een en ander te overwegen en mij om een bilan op te maken: eerst marche en arrière en dan traction avant. Kwestie richting te geven aan mijn hopelijk- halflangetermijnplanning; Jawel. In dit stadium beveelt de ratio mij niet langer met een 10 jarenplan te werken, eerder alles halveren en daarbij vijf plus vijf maakt ook tien.
Op de keper beschouwd is al dat achterom kijken onnodig. Het Nahon geleuter dat het goed is in eigen hert te kijken voor het slapengaan of bij het krieken van de dag, maakt in se niks uit. De steken die je om 9 uur liet vallen, zijn rond 22 uur nog moeilijk op te rapen. Het leven is wat meer dan een proeflapje breien of haken, toch? Met 65 lijkt het eerder op sletige dweil met halfslachtige pogingen tot reparatie-aanzet.
In feite, zon massa flagrante stommiteiten heb ik niet begaan. Allen die menen dat ik met deze zaligmakende gedachte echt over de schreef ga, niet aarzelen hoor maak Titis billetjes gerust bloot. Serieus nu, mocht ik gelovig zijn dan kwamen overwegend pekelzonden in aanmerkingen. En gelukkig maar. Trouwens pekel heeft een beschermende en bewarende werking. Een flinke snuif zout geeft pit en smaak aan het bestaan vandaar dat die pekelzonden van mij niet op de vingers van honderd handen te tellen zijn.
Traction avant dus en wat houdt dat in. Vergroening! Jep! Komt door het gezinnetje van mijn darling-daughter. Kleinzoon gaat weldra puberen en kleindochter peuteren. Zit daar als senior maar tussen: links testosteron-opstoten en rechts liters kwijl door het kiezen krijgen.
Al dit gezwets doodeenvoudig om te zeggen dat ik echt geen idee heb waarover en waarom ik nog op dit blogje een woord zou moeten schrijven. Er gaat de voorbije maanden haast geen dag voorbij of ik val omver van stomme verbazing door de wereld rondom mij. Die wereld raast met ongekende snelheid echt aan mij voorbij.
Lees ik gisteren of eergisteren in mijn krant Aalst lust Antwerpenaren niet!. Goed het ging om een artikel op de prullaria paginas van De Standaard maar toch. Aalstenaars zijn gek op Antwerpen, kan je zo in de shoppingbuurten en vooral bij de horeca natrekken. Wie vertelde die onzin dan? Een oud-burgemeester nota bene! Eigenlijk een niet-Aalstenaar want, geboren en getogen boerendochter uit een van onze deelgemeenten. Volgens het mens zou de modale Aalstenaar vertoornd zijn, want zelfs niet gepakt in zijn kruis, doch erger in zijn wij-gevoel. Zij weet uit ervaring dat wanneer iemand aan dat wij-gevoel een vinger uitsteekt, hij gegarandeert heel Aalst op zijn dak krijgt. Komt allemaal door dat sterrenkokende wonder uit West-Vlaanderen en dat superbe VTM-programma: Mijn Restaurant.
Naar verluid (dixit de gazet) zou er zelfs sprake zijn van een protestactie tegen die kok en VTM., want Alost schuimt! Onze huidige burgemeesteres weigert de aanvankelijk beloofde Aalsterse bijdrage van 50.000 euro aan het programma omdat die Westfluter de twee geselecteerde Aalsterse vriendinnen-uitbaatsters-in-spe, aan de deur heeft gezet. Teveel geruzie en gestook. Normaal toch, twee vrouwen, beiden met beperkte restaurantervaring (zoniet valt er voor VTM geen lol aan te beleven) van zes uur s morgens tot een half stuk in de nacht samen in eenzelfde schabouwlijk en al maanden leegstaande krocht, nogal wiedes dat de pannen in het rond vliegen! Aalst kampt al jaren met de grootste werkloosheid in Oost-Vlaanderen, loop gebukt als een toverkol onder de miljoenenpoef en dan 50.000 euro belastingsgeld voor een marketing stunt van het achterste knoopsgat; Komaan zeg! Maar ja, de VTMshow must go on dus werden die kibbelende kraaien en vitesse vervangen door
.twee kokende Antwerpenaren, die nu al verzekerd zijn dat ze er asap uit vliegen want
no Money = no Show!
Daarom zou, nog steeds volgens de gazetten, mijn stad op springen staan. Toeval wou dat ik gisteren twee, ondanks het barre weer, niet te annuleren afspraken had in het stadscentrum. Anders gezegd, ik zou de laaiende woede van dichterbij meemaken, want in mijn buurt ( amper 10 minuten stappen van het stadscentrum) was er geen zuchtje van de woede te ervaren, ergo wij wisten van toeten noch blazen.
In de wachtzaal van de gemeenschappelijke tandartsenpraktijd een zevental Aalstenaars, allen verdiept in Story of Dag Allemaal. Niks vlammende woede, alles heel rustig. In de bibliotheek, tegenover het pand in kwestie, af en toe wat gekuch, niks woede. Tevreden die baliebediende dat de helse wind nog een lap waterzooi naar binnen dreef. Op de Grote markt in afwachting van mijn tweede afspraak, kopje koffie gedronken en plasje gemaakt. Niks woede, geen woord gehoord, slechts de merci bedankt van de ober. Gans Vlaanderen weet dat mijn stad kolkt van woede; een dezer dagen staat het hier op springen, het stond zwart op wit in de gazet- en niet zo maar een gazet- en geen kat die er alhier iets van merkt. Waarover moet een mens dan nog iets zinnigs schrijven?