Wellustelingen....
episode...
109... |
Ik parkeerde de wagen en betrad het donker huis. Neen, ik zou Marianne niet wekken. Ik had zelfs geen behoefte aan slaap. Ik had aan niets behoefte. Tenzij Serge opgesloten te zien. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik zag hem met Marianne. Hoorde hem zijn smerige voorstellen doen. Dan met Gerda. Haar schoppend in de keuken, ruziënd bovenaan de trap. Serge en zijn gefingeerde bereidwilligheid voor de uitvaart. Serge en zijn belofte aan die vunzige flemerd van een notaris. Ik zag mijn vrouw aanpappen met die opa. Ze kropen in bed en ze wou hem geld doen kakken. Beiden kraaiend van plezier. Alles keerde om in mijn binnenste.
Mijn hoofd barstte.
Mieren en muizen knaagden opnieuw al mijn blijdschap van daareven en mijn verwachtingen stuk. Ze wroetten en krioelden door mijn hersenen. Een angstfanfare van hoon, zelfverwijt, onmacht, woede en haat. Wurgend. Gedachten als koorden rond mijn hoofd. Ze trokken, lieten los, trokken opnieuw, drukten tot ik geen adem meer kreeg.
Beheers je Max. Ga naar boven. Ga bij je vrouw. Rust naast haar. Het is vrijwel ochtend. Het is bijna voorbij. Je hebt het geklaard. Je hebt gewonnen. Nieuwe toekomst in de herfst van je leven. De langste en vreemdste nacht is seffens verleden tijd.
Ik nam een flesje bruis uit de koelkast. Slurpte het koele water gulzig naar binnen. Dat deed deugd. Smaakte nu beter dan de meest uitgelezen wijn. Een simpel flesje bruis als start bij de herbronning van mijn leven. Geen enkel hongersignaal. Toch maar een appel. Hondsmoe maar klaarwakker. Hoe laat al? Tien voor drie. Tijd voor een goeie vier à vijf uren rust. Dan nogmaals de politie bellen, de dagboeken van Gerda, de hele rimram rond de afgezant des duivels. Misschien een laatste verklaring op het bureau ondertekenen. Twee dagen de krantenkoppen, die een hoop telefoontjes gingen veroorzaken. Dan: over en out.
Deze tijd, volgend jaar, allicht zijn proces. Kleine week rechtbank. Strafvordering, verdict en gedaan.
Wordt vervolgd
|