Van krantenknipsels naar dressingcontrolexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Krantenknipsels. Mijn passie, beter gezegd één van mijn passies. Ik knip me onnozel al ruim 18 jaar. Hij zucht. Ik weet het hij wordt er gek van. Gek van mijn stapels mappen, nog gekker van de stapeltjes Klassement netjes thematisch opgeborgen in fardes. Hoelang ik die onzin ga aanhouden? Weet ik veel, beslist nog een drie, viertal jaartjes. Waarom? Om te herlezen, tiens, later wanneer ik de buik vol heb van internet, wanneer mijn ogen en mijn pc-scherm foert zeggen tegen mekaar en wanneer de kranten afglijden naar meer beeld dan woord.
Goeie oefening trouwens in het updaten van mijn taalkennis en het reilen en zeilen in tal van- voor ons toch- postmoderne dus ongekende circuits. De jongerensubcultuur bijvoorbeeld en haar muziek. Nog zon vijf jaar en kleinzoon kleeft wellicht een of andere tijdsgebonden trendy hype aan. De digitale kloof tussen hem en mij is nu al groot. Grootmoeder wil kost wat kost op andere terreinen bijblijven.
Ik ga tenminste met de tijd mee, vriend, allez soms toch!sneer ik. Hij zucht opnieuw, onbegrijpend. Cybergothic, emospotting, shoegazer, cappucinosoulstem; krautrock en bumpersticksentiment daar heeft die man van mij geen greintje benul van en -om het op zijn Theas te zeggen- dat soort woorden bezorgt hem het apezuur. Ishtar kent hij als godin van de liefde, niet als Vlaanderens Eurovisionsong-vertegenwoordiger.Vraag hem naar de a cappella-Björk avant-gardepop met Afrikaanse ritmes en punk met paganisme, die een lofi spektakel bracht in het Koninklijk Circus, valt hij achterover. Weet niet wie dat worldwide knuffelpopje is. Onder ons gezegd, ik evenmin, alleen de pagina ligt hier voor mijn neus: een obees geval verpakt in oranje wikkels en multicolore haarslierten over ogen, neus en mond. Klaar voor mijn classement verticale zon wicht , recht de papiermand in
Mio marito, té braaf om dood te kloppen maar zo oer-conservatief, zo oubollig. Leest zich verrot en blijft maar hangen bij Roth, Oz, Naipul, Grisham en konsoorten, zelfs bij Flaubert en de Shake. Dat koppige conservatisme van hem heeft vaneigens weerslag op zijn alledaags taalgebruik. Een voorbeeldje? Kakken! Wie kakt nu nog? Ik bedoel wie spreekt nog over kakken? Goed, het is een doewoord dat een normale dagelijkse noodzakelijkheid omschrijft, doch heden te dage omwille van de plastische associatie, om het half uur op commerciële kanalen door o.m. Danone omschreven wordt als het resultaat van een goeie darmtransit voornamelijk dankzij de actieve bifidus in hun papjes. Als ik Danone-analyses moet geloven zit half België verstopt. Niet mio marito. Voor hem geen darmflora stimuli, in zelden gevallen van nood enkele gedroogde pruimen of een koffielepel lijnzaad en hij kakt als vanouds, met verve. Terwijl iedereen, in navolging van de commercials dus na de nodige wachttijd en met verplichte dagelijkse spijzing van het Danone-aandeelhoudersrendement- met een gelukzalige glimlach naar het kleinste kamertje zweeft, omschrijft mijn man het resultaat van zijn deugdelijke darmtransit -resulterend uit dagelijkse portie verse groenten, lekker brokje vlees of vis, huisgemaakte soepen en veel fruit- als een gezonde jongen, ferm gedraaid of met plezier gelegd.
In gezelschap, jawel in gezelschap want de darmtransituitstoot is naar verluid een typisch Oiljsters gespreksthema tijdens het tafelen, zal hij het uiteraard hebben over ontlasting of stoelgang. Stoelgang godgebetert... nog zon woord uit de oudheid! Kakken, als woordje, neen ik hou er niet van. Doe mij dan liever voor een keer- het Hollandse poepen. Komt op hetzelfde neer maar ligt beter in de mond, klinkt niet zo platjes maar voor Vlamingen zit er wel en serieus verschil op.
Kleerkasteninhoudcontrole, een tweejaarlijks gebeuren hier. Kijk, lieve mensen, daar word ik pas goed gek van. Waarom? Vertel ik bij leven en welzijn een dezer dagen. De piepkuikens en doorgestoken appeltjes wachten. Stukken smakelijker dan bifiduspapjes. En bovenal een weldaad voor
de kak.
|