Pfoeh..die jaarlijkse zelfkwellingxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Kleerkasteninhoudcontrole. Ik kijk er meer en meer echt tegen op. Het werk an sich stoort me niet, wel de beslissingen: Wat kan nog en wat kan niet langer?. Met andere woorden Waarmee zie ik er nog plus minus convenabel uit deze zomer?.
Met alles beweert hij enthousiast. Nu indien ik één iemands oordeel over mijn zomerse outfit met vijf kilo zout neem, dan mio marito, mijn brildragende, onrealistische en steeds overdrijvende trooster. Een geluk, de mode kan mij vierkant gestolen worden. De Hollandse ketens verdienen aan mij geen eurocent. Geef mij maar de betere boetieks, liever nog een vakkundige naaister. Ja, ik ben en blijf een ijdeltuit en neen ik spendeer jaarlijks geen hopen geld aan mijn garderobe. Meer nog, ik draag nog steeds enkele fijne spulletjes van vijf, tien, zelfs vijftien jaar geleden: een zoom wordt in- of uitgelegd, een schoudervulling aangepast, een neepje verwijderd of aangebracht. Sporadisch komt er nu en dan een nieuw hebbedingetje of accessoire bij, maar uitsluitend combineerbaar met de rest en vooral toon-in-toon. Het gekke is dat kennissen hoogst verwonderd staan wanneer ik als bewijs oude fotos toon. Lhistoire se répète wordt gezegd, wel mode evenzeer. Probleem is natuurlijk alles opbergbaar te maken en vooral naarmate je als vrouw de zestig overschrijdt, te weten kan dit nog of kan het echt niet meer!
Het gewicht speelt mij geen parten, de kilos blijven stabiel zonder noemenswaardig dieet,vergt wel een flinke dosis discipline om aan bepaalde culinaire verleidingen te weerstaan. Maar het is de rest verdorie! Mijn vel! Ik heb niet langer een perzikhuidje, doch een vel. Wat doet zon vel? Dat begint te hangen, dat zakt, dat wiebelt, dat zwaddert, dat trekt plooien enfin de rek raakt eruit. Tot overmaat van ramp ontwaar ik een drietal lichte aanzetjes tot verkleuring. Lentigo of zonnevlekken, zei de dermatoloog, een verzachtende naam voor ouderdomsvlekken. Een normaal wezen krijgt die voornamelijk op de lichaamsdelen die blootgesteld zijn aan de zon. Ik niet. Trouwens ik verdraag geen zon en dat ik niet mainstream ben is al lang een vaststaand feit. Ik krijg ze op delen die alleen blootgesteld zijn aan de ogen van intimi, in feite alleen mijn huisarts, mijn andere en enige intimus merkt ze niet, nog niet.
Lees ik dan een tijdje terug een lofzang op de armen want zij zullen het koninkrijk Gods makkelijker binnenkomen dan de armen van geest schrijft de columnist. Opgelet hij, de man, heeft het over armen in de betekenis van ledematen. Over armen die optillen, omhelzen, beschermen en ontvangen. Over armen van mollige vrouwen kneedbaar als briochedeeg, over armen van tienermeisjes, dun en spichtig als uitschietende takjes, over malse babyarmpjes en mannenarmen staalhard en gespierd.
Blote vrouwenarmen vind ik inderdaad iets speciaals hebben, ze vertellen veel over ons vrouwzijn. Volgens mijn huisintimus goddelijke tentakels die hem begeleiden naar de poorten van het paradijs. Het zal wel, maar hoe ouder ze worden hoe makkelijker ze forfait geven. Er komt sleet op, zit er geen arthrose in het schouderkapsel dan zit er reuma in. Met een tenniselleboog raak je geen bal meer aan. Waren ze ooit als wellustig kronkelende slangen, ze eindigen gegarandeerd als uitgerokken trekzakken, uit grofkorrelig struisvogelleder.
Doorstaat onze boezem de potloodproef niet langer, krijgen wij een doorhangpoep, zitten wij zoals die lieve kleine biggetjes met hangbuikjes, geen onoverkomelijk probleem for every such problem there is ( more or less) a solution: aangepaste lingerie. Een kalkoenhals fleurt op met trendy halsbandjes
maar wat met onderarmen als een mislukte soufflé? Twee mogelijkheden: ofwel chirugische ingreep met alle lasten, pijnlijke en financiële, vandien ofwel doen zoals ik
niet aantrekken. Een mouwtje , een juist gedrapeerde prachtige foulard en olé, olé! Is bloot out, were still sexy at sixty. Anderzijds, mijn drie favoriete zomerse niemendalletjes, ooit mijn tweede huidjes, mijn snoezige pluimgewichtjes eentje met spaghettibandjes, mijn zijden panterprintje met iets te hoge zijsplit en mijn zwart voilen wapperjurkje met diepe V-halsuitsnijding ik kan ze best nog één, wie weet, nog twee seizoentjes aan. Heerlijk!
Op zwoele zomeravonden, zitten wij dan op ons terras; een koele Chablis voor ons twee, voor hem enkele borrelhapjes, dan brengt hij mij een serenade met de mandoline van mijn grootvader. Hij kent geen noot muziek, heeft een stem als afgesleten schuurpapier, maar zijn kleines Kompliment doet het altijd weer:
Toch ben je 'n oma, een echte oma Zo'n oma waar ik trots op ben M'n kloek, m'n goed gebouwde hen Toch ben je 'n oma, een echte oma Met al een kleinzoon van tien jaar En opa in de twijfelaar
Bij leven en welzijn ciao
Titipoes, dat ijdeltuiterig wicht
|