Tot nu toe had hij slechts een vijftal mannen in driedelig maatpak opgemerkt. Net fossielen in dit snobwereldje, hij was er één van. Zij paradeerden in charmant gezelschap, hij kankerde alleen. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Max, Max, cher ami.
Een verroeste stem, het gerinkel van armbanden, een schorre, doorrookte, geforceerde lach en een rochelige hoestbui, dat kon alleen Marietta zijn. Max draaide zich richting stem.
Zij kwam op hem af, afgewaggeld eigenlijk. Ach, la veuve joyeuse en haar Veuve Cliquot Brut. Goeie ouwe Marietta! De jaren hadden wel vat op haar lichaam, niet op haar garderobe. Channel all the way, begon aan de oren eindigde aan de tenen.
Marietta, de rechterhand in de hoogte met haar onafscheidelijke cigarillo in het even onafscheidelijke goudzwarte kokertje, was nog zon vijftien voetstappen van hem verwijderd. Het zou op zn minst nog enkele minuten duren vooraleer zij zich zou vastklampen aan zijn armen en haar onderkaak aanbieden voor een net-niet zoen.
Nog zon fossiel, dacht Max en genoot van haar mimiek en aanpak. Zo kende hij haar al jaren. Ze deed perfect wat het agentschap van haar als medebeheerder verwachtte, haar corebusiness: recepties aflopen, handjes geven, kushandjes werpen, kaaksbeen aanbieden, gezien worden en weetjes vergaren. Scherpe nagels priemden bijna door zijn jas en overhemd, kin naar boven, de weeïge geur van een overdosis Nr. 5 en de cigarillo te dicht bij zijn slapen.
Alors, cher ami, ça va?
Max gaf geen antwoord, hoefde niet. Marietta verwachtte nooit enig antwoord, iets wat hij bijzonder apprecieerde. Bij Marietta kreeg je daar trouwens niet de tijd voor. De cigarillo ging meteen de hoogte in, de gouden armbanden rinkelden, hét Marietta-signaal dat ze meteen wou doorfladderen naar een andere cher ami. Alleen dit keer niet.
Marianne, chère enfant, viens donc! Ah, la voilà, Max, je te présente Marianne Dries, elle soccupe
Max hoorde nog vaag iets over administratie en audio-visueel in het agentschap. Een hand werd hem aangeboden, een frêle, goedverzorgde hand, om de pols een ragfijn gouden kettinkje. Max keek op en zag DE vrouw. Adembenemend. Niet de klassieke schoonheid in al haar perfectie, maar een jonge klassedame. Slank, verzorgd en bijzonder smaakvol gekleed. Weelderig blauwzwart haar. Flitsende groene ogen. Heerlijk sensuele lippen.
Alles bij elkaar, zoals hij een tijdje later ondervond, een charmant-brutaal, zelfverzekerd en onweerstaanbaar verleidelijk schepseltje, dat hem terzelfdertijd wat verschrikt afstootte en onzeglijk tergend aantrok.
Wordt vervolgd
|