Geen twee zonder drie .
Eerst Claus, die de natuur de baas wou blijven, eergisteren meneer Constant, vandaag Madame Angèle. Hij drieënnegentig, zij deed er vier jaartjes bij. Claus, Vanden Stock en Manteau, namen die momenteel mediakoppen doch blijvend de annalen halen. Terecht.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Mevrouw Manteau, zo bloklettert de nieuwsredactie van Skynet, overleed in het Aalsterse O.L. Vrouwziekenhuis na een lang verblijf in een rusthuis aldaar. Sta me toe even de puntjes op de i te zetten. Een mevrouw Manteau verbleef niet in wat wij verstaan onder de term van modaalrusthuis. Mensen van dat slag verblijven in een "seigneurie". Het soort van optrekje met uitzicht op de eindmeet, bestemd voor de enkele gegadigden die leven van de intrest op hun intresten. Nou het weze mevrouw Manteau en haar mede-residenten gegund, maar of ze er gelukkig was? Hoe dan ook, mevrouw Angèle, voor zover ik de verzorgsters mag geloven was alles behalve een doetje van een besje. Geen makkie. Een dame met ijzeren wil, een vrouw die haar eigen wetten steeds weer uitgevoerd wou zien.
Generatiegenote van meneer Constant bovendien. Qua opvoeding ergens uit hetzelfde hout gesneden, hiërarchie bewust en getrouw. Meneer Constant heb ik tweemaal ontmoet., voor zover je handjes schudden en twee beleefdheidsformules uitkramen als een ontmoeting kunt bestempelen. Obligate nummertjes. Een up and away begroeting eigenlijk. Ik beslist voor hem, maar hij allesbehalve voor mij. Een natuurlijke bonhomie gekoppeld aan de grandeur eigen aan zijn leefwereld, die man. Rang en stand meegekregen met de moedermelk. Geen mas-tu vu, wel een aangeboren me voici: minzaam, hoffelijk en uiterst gedecideerd. Het soort mens waarvan je de superioriteit als evident beschouwt. Het soort van mens dat op juiste vijvers de juiste vis weet te vangen. Een arrangeur, sacré en cultivé. Perfecte neus voor zaken, voor rechts- en linksvoetige lefgozers, voor fiscale fantasietjes indien nodig.
In tegenstelling tot Madame Angèle, heeft meneer Constant thuis mogen ontslapen. In zijn hommage beschrijft Camps hoe het riante appartement omgebouwd was tot een soort privé-ziekenhuis met twee aparte kamers: een voor hem en de andere voor haar, Madame Claire, zijn vrouw. Ze wisten al een tijd niets meer van elkaars bestaan af, want teveel sneeuw in het hoofd.
Claus had een afkeer van die sneeuw. Claus wou warmte, zon dus en de geur van lavendel hartje Provence
vandaar zijn besluit.
|