Wellustelingen....
episode...
25... |
Zijn stem was vlak, zijn bevel keihard. Nu komt het, dacht ik. Mijn betere-ik en zijn weloverwogen vragen. Behoedzaam uitgesproken. Elk woord een pijl, meteen in de roos.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat is er eigenlijk aan de hand, pa? Je gesnauw om je beleggingen, de oude koeien die jij op een bijzonder irritante wijze uit de gracht haalt en je geleuter over je job. Man, je hebt al voor hetere vuren gestaan. Als er iemand Simonne De Grez op een afdoende wijze kan aanpakken, haar van haar melk brengt, dan is het Max Cijnens en niemand anders. Je hebt haar al dikwijls een toontje lager laten zingen. Denk je werkelijk dat ik trap in de argumentatie die jij ophangt? Wat is er iedere woensdag gaande?....Geen antwoord? Oké
Facts!
Vorige maand heb ik tweemaal toevallig op een woensdagnamiddag naar de redactie gebeld. Neen, meneer Cijnens was er niet en kwam niet meer naar kantoor. Toen naar huis gebeld. Ma met haar Moet je dat nu vragen, niet hier, bel maar naar de overkant. Je weet wat ze bedoelt met de overkant: de redactie. Deze maand, wij zijn vandaag de twintigste, heb ik reeds drie opeenvolgende woensdagen, in de late namiddag, naar de krant gebeld en wees gerust, ik heb niet altijd je rechtstreeks nummer gedraaid of naar je secretariaat gevraagd. Instinctief wist ik dat discretie geboden was.
En neen, ik heb niet naar ma gebeld. Indien mijn vermoedens juist zijn en dat zijn ze, vrees ik
Tussen haakjes, de reden waarom ik je mobieltje ongestoord liet, dat zou pas echt
grof zijn! Enfin, het zou crazy zijn om door mijn telefoontjes ma
misschien tot nadenken aan te zetten. Ze heeft nu niet bepaald, tja
eh
ons niveau en hoe wereldvreemd ze soms ook doet, het vrouwelijke zesde zintuig mogen we niet onderschatten pa.
Ik was sprakeloos. Niet om de essentie van zijn vermoedens, helemaal niet. Zijn uitgekiende methodiek, de hypocrisie met de telefoontjes, de voorgestelde lunch op woensdag, wàt een mise-en-scène. Te laf om op de man af dé vraag te stellen, gluiperig genoeg om mijn tijdsgebruik stiekem te registreren. Zijn gemelijkheid Dat zou pas echt grof zijn was niet één, doch tien bruggen te ver.
Gerdas jarenlange onverdroten opzet had wortel geschoten in mijn zoon. Ik had gefaald, zij was cum laude geslaagd. Ik keek hem aan, amper een halfuur geleden mijn trots, mijn boegbeeld. Nu haar toonbeeld, niks Cijnens, alles Vanbesien, een achterbakse regelneef, een tsjeef die drijft op wijwater. Het resultaat van genen aangedikt door zeven maanden moedermelk. Vanbesien melk.
Luister, pa, niemand kent de situatie hier beter dan ik. Je weet dat je alle vertrouwen in mij
.
Wordt vervolgd