Wellustelingen....
episode...
28... |
Voor Marianne was mij trouwen geen utopie. Ze wilde nog alleen haar Max, met haar en huid. En ze had mij. Mijn frustraties en muizenissen lachte ze weg. Ja, soms voelde ze de tijdsklok tikken. Een kind, hoe graag ook, bijna op haar veertigste? Pure waanzin of egoïsme, beweerde ze. Zij, Marianne, had geen kind als ultiem bindmiddel nodig om haar man vast te pinnen. Ik was er en ik bleef er. Als hij dat nu nog niet wist, tja
dan zat haar maatje met een groot probleem, zij lekker niet.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Natuurlijk had ik haar graag een kind gegeven. t Liefst een meisje. Marianne in miniformaat. Verhaaltjes vertellen, luiers verversen, poppenkast spelen, nachten oplopen terwijl haar moeder sliep, t zou geen probleem zijn. Maar stel dat een klasgenootje nadien zou roepen: Kijk daar is je opa!
Tien jaar jonger en ik had onmiddellijk ja gezegd. Slechts tien jaar en even vrij als Marianne. We hadden wellicht met zn drietjes de trouwzaal betreden. Gerda was er echter nog. En die wou niet scheiden.
Over mijn lijk, gilde ze, hoerenloper, varken, duivelsjong, Frankenstein!
Ik loop het verhaal echter vooruit. Sorry.
De eerste tijd na mijn confidenties over Marianne zinspeelde Francis met geen syllabe over haar. We spraken mekaar ook niet zoveel toen. Het werk slorpte hem totaal op. En zijn huwelijksleven! En het gekibbel met zijn vrouw over enkele financiële uitschuivers, die hij ontwijkend niemendalletjes noemde.
Enkele maanden gingen voorbij.
Ik bleef me super voelen. Gerda bestond niet meer. Ik leefde nog uitsluitend voor de lange namiddagen met Marianne, mijn gedichten voor haar, onze hijgtelefoontjes s avonds.
Nu meer dan eens per maand een etentje in La Maison du Boeuf, de Sea-Grill of Le Croûton, haar lievelingsrestaurant in Anderlecht, waar Rudy en Michel haar oprecht bewonderden en complimenteerden, haar als mevrouw Cijnens aanspraken, iets wat haar neusje de ganse avond deed krullen.
Voor Marianne keek ik op geen briefje van honderd zelfs geen twee van vijfhonderd euro.Ik kon het me veroorloven, Marianne was me alles waard.
En toen, een late namiddag op kantoor, dat telefoontje van Francis. Eerst de gebruikelijke blablabla over de rentevoeten en dan, als terloops, op een wat jongensachtige-spottende toon van twee ervaren mannen onder mekaar:
En, hoe staat het met de liefde?
Uitstekend, was mijn spontaan antwoord.
Dus t blijft duren tussen jou en die
hoe heet ze ook weer?
Marianne. Dat weet je maar al te goed. Verder?
Mmm ja, zeg
Pat beweert
Ik, stekelig geprikkeld:
Wat beweert Pat?
Bah, niks eigenlijk.
Wat heb je Pat verteld over Marianne en mij?
Ik? Geen woord, echt niet.
Francis, wat is er gaande?
Mijn stem sneed korzelig. Het bleef seconden stil aan zijn kant. Buiten, op de laan naar het centrum, zoemde het verkeer bijna geruisloos voorbij.
Ik staarde door het raam naar de opflikkerende lichtreclame van het Queen- Annehotel.
Ik werd almaar wreveliger, ontstemder, bijna gekwetst om het gevoel van verraad. Dat had ik van hem niet verwacht.
Francis?
Sorry, ik ben er weer. Wat vroeg je daareven?
Wat weet je vrouw over Marianne en mij? Je weet verdomd goed wat ik
Toe, pa, je hoeft daar geen drama van te maken, t Sop is de kool niet waard. Freya, een van mijn klanten, heeft jullie gezien. Tja, je loopt niet in zakken. Zeker niet op een zaterdagnamidag in Antwerpen. In de Schuttershofstraat nog wel. We waren eergisteren uitgenodigd voor een drink bij Carlos en Freya thuis. Ze hebben een drietal boetieken in het Antwerpse. Weet je dat Freya je haast niet meer herkende toen je de winkel binnenstapte? By the way, Carlos was een en al lof over je vriendin. Prachtige vrouw en de manier waarop zij voor jou enkele danspasjes maakte in dat zwart voile kleed! Kon zo een scène zijn uit Pretty Woman zijn. Pat heeft dit niet gehoord hoor. Carlos deed me het ganse verhaal in zijn bureau. Op de terugweg kwamen de opmerkingen. Ik liet me domweg iets ontvallen en zij pikte er meteen op in. Je weet hoe vrouwen zijn? En dan natuurlijk de onderste pieren naar boven willen halen. Niet aan mij besteed, hoor!
Wat zei ze precies, Francis?
Precies? Weet ik niet meer. Iets in de zin van: hoe ouder hoe gekker. Enfin, het verbaasde haar niet.
En jij?
Ik? Pff
we hebben eens hartelijk gelachen. Niet direct om jou, pa, ook niet om de situatie. Zo maar in t algemeen om oudere bokken, die nog graag een groen blaadje lusten.
Hij lachte opnieuw. Ik niet.
Bye, Francis.
Ik legde de hoorn neer, stak een sigaret op, schakelde mijn pc en het felle bovenlicht uit en bleef in de opkomende schemer voor mij uit staren.
Dat was de eerste deuk, die mijn zoon me gaf. Er zouden er nog volgen. Onder de gordel, welbewust en zonder genade. Natuurlijk, hij had gelijk. Ik moest er niet te zwaar aan tillen.
Au fond kon het me eigenlijk geen barst schelen. Elkeen mocht weten dat ik een kanjer van een lief had, van wie ik zoveel was gaan houden dat ik haar nooit meer wou opgeven. Laat ze maar kletsen en grappen over oude bokken.
Maar het was zijn klikspaanachtig gedoe, vooral tegenover Pat. Zijn weloverwogen verraad. Een zomaar licht ontvallen woord! Mijn kloten! Uit opgekropte verontwaardiging of opstandigheid? Omdat hij niet kon aanvaarden dat ik zijn moeder bedroog? Omdat hij me opeens zag als een stiekeme lafaard, een smeerlapje in maatpak. Een op seks beluste oudere vrouwengek.
|