Wellustelingen....
episode...
34... |
En nu zat hij tegenover mij. In mijn werkkamer. Met de deur zelfs op slot. Op zijn aandringen nog wel! xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hij grijnsde:
Kijk, Max, wij zijn geen goede vrienden. Je biedt me wel uit beleefdheid een glaasje Pomerol aan. Maar je zou me liever de deur wijzen.
Dat zeg jij. Ik niet.
Kom, laten we niet schijnheilig doen en de koe meteen bij de horens vatten. Je weet waarom ik je alleen wil spreken!
Absoluut keine Ahnung, Serge.
Over Gerda en jou uiteraard. Vooral over jou.
Kom je ronselen, Serge? Ik treed niet toe tot jullie clubje, man!
Doe niet belachelijk, Max.Onze kleine gebedsgenootschap bestaat uitsluitend uit dames en dat wil ik zo houden. Je bent beter af met een beperkte, intens overtuigde kring dan met een hoop onverschillige meelopers. Maar dit terzijde. Je gedrag, Max.
Daar heb jij je niet mee toe bemoeien.
Toch wel, Max.
Jij hebt je kerk, je waanzinnig kliekje theomanisten en
Hoe noem je dat?
en wat er daarbuiten tussen Gerda en mij gebeurt, gaat jou geen moer aan!
Je beseft niet hoeveel ellende en wat een verdriet je je vrouw aandoet.
Ik heb haar een scheiding voorgesteld. Zij wil niet. Ze wil me alleen kloten. Niet mijn woorden, de hare!
Dat zal Gerda wel op een andere manier gezegd heben.
Ach wat! Als ze gelanceerd is, stort zij nog meer verbale vuilnis over mij uit.
Serge zuchtte diep, fluisterde:
Tendit in ardus virtus.
Hou op met die zever!
Zijn stem zalfde vergevend:
Kloekmoedigheid zoekt het moeilijke om het te overwinnen, Max. blijf je vrouw trouw. Duw haar niet in de miserie. Zij heeft je nodig. Denk aan je zoon, zijn reputatie, de jouwe.
Wat kan mij die reputatie schelen, man!
In dit kleine dorp, de mensen
Luister goed, Serge, ik ga open kaart met jou spelen en dan wil ik dat je het meteen aftrapt. Is dat klaar?
Ik heb je nog veel te zeggen. Max, véél.
Ik wil Gerda verlaten. Scheiden. Voor goed. Wenst zij dat niet, dan zijn er andere oplossingen. Ik blijf in geen geval bij haar. Gesnapt?
Die zogezegde minnares van jou
Gerda heeft me verteld wat zij weet en dat is niet veel om fier over te zijn!
Wat weten zij en jij over Marianne! Wat weten Francis en Pat over haar. Pat mag dan nog de speurhond spelen!
Max, die vrouw is slecht!
Slecht? Omdat zij van mij houdt. Omdat zij en ik seks hebben waar jij in je natste dromen nog niet kan naar smachten!
Dit gaat te ver, Max.
Ik was net eenenzestig toen ik Marianne leerde kennen. Ga het Gerda maar vertellen. Een tsunami van een vrouw; als je in je impotentie kan snappen wat dat inhoudt. Een vrouw, die je oppeuzelt of verslindt. Een vrouw als een gordel van smaragden. Verblindend, passioneel, verrijkend. Een fenomeen met daarenboven een hart van goud, mijn
Max
Hij stond op. Hij transpireerde. Zijn ogen waren glazig. Zijn mond halfopen. Hij trilde als een espenblad. Als kreeg hij een wilde en onbeheerste zaadlozing, giechelde denkduiveltje.
Max, mocht je me nu een cognac inschenken, ook voor jou, onze laatste samen!
Ik wil dat je weggaat, nu!
Neen, ik moet je nog véél zeggen.
Houd je preken maar.
Het gaat over Marianne!
Wat?
Haal de cognac!
Wordt vervolgd
|