Wellustelingen....
episode...
61... |
Wanneer zie ik je, venteke?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Mocht het alleen van mij afhangen, dan kwam ik meteen naar jou toe en ging nooit meer weg, schat.
Ze reageerde niet, vroeg abrupt:
Iets gevonden, Max?
Nee
Marianne, luister, ik ben doodop. Niks geslapen, nog niks gegeten. Ik zit onder stof en webben. Ik voel me vies, vuil. Ik wil in bad en dan een stevig maal. Naar de Queen Anne ga ik niet meer. Naar dat hotel aan de basiliek evenmin. In dit kot blijf ik evenmin, so what baby?
Ik had het kort, wellicht wat te scherp-snijdend gevraagd. Ze weifelde even en zei dan zachtjes:
Oké, ik heb het begrepen. Neem mee wat voorlopig nodig is. Ik verwacht je over een tweetal uurtjes. De stevige maaltijd zal op tafel staan. Is mijn maatje eindelijk tevreden?
Zoetje, ik wil echt niet dat jij je nu uitslooft voor mij. Trek iets leuks aan. Ik kom je oppikken. Zet mijn spullen af en dan we gaan uit eten. We hebben het beiden echt nodig eens onder normale mensen te zijn. Ik wil menselijke warmte en gezelligheid. Ik bel nu meteen naar Les Arcades, in t Beenhouwersstraatje. Wees gerust geen toeristische plekpleister. Sylvia en Danny das daar één brok hartelijkheid en de keuken valt meer dan mee. Wordt het te laat, geen probleem. We kunnen er zeker blijven overnachten. Hun hotelletje is vlak naast en ik breng je s morgens naar kantoor. Tot straks, je taime!
Ik douchte haastig. Rende naar mijn kamer. Greep een en ander bijeen. Kieperde alles in een reistas en sjokte naar beneden. De terrasdeur en keukendeur op nachtslot en weg. Minute papillon! Wat wou denkduiveltje dit keer? Wie zijn we vergeten? vroeg hij. Stan en Laurel! Vooruit, de tuin in, eieren rapen en beestjes voederen. Bied je excuses aan, kippen hebben vriendschap nodig of ze leggen niet meer!
Regenmantel aan, revolver en kogels in de diepe zakken (mocht ik zeker niet vergeten!) en de tuin in. De eerste doffe tonen van de Brabançonne! Wie nu weer? Marianne toch niet om te zeggen dat het feest uiteindelijk niet doorging!
Saepe pax periculosior bello fuit!
Serge! Die onnozelaar!
Arme vriend, vaak was vrede gevaarlijker dan oorlog. Hoe gaat het met jou, Max? Heb je je evenwicht al wat teruggevonden?
Ik heb geen tijd en ik val om van vermoeidheid.
Ik ben reeds een hele dag in gedachten bij jou, mijn vriend. Ik kom pas terug van de politie. Ik heb er Madeleine en Adrienne heen gereden. Ze zijn net als ik ondervraagd.
Serge, maak het kort. Ik moet weg
Ja, Francis verwacht je. Hij heeft vernomen dat Gerdas stoffelijke resten maandag worden vrijgegeven. Hij gaat je dus bellen over de plechtige teraardebesteling. Luister, waarde vriend, ik wil je nog iets zeggen
Kan het wat vlugger, ja?
Max, verbreek de verbinding niet. Scheep me ook niet af. Ik sprak met inspecteur Vloesberghe.
En jij hebt die man heel wat kunnen vertellen! schampte ik boosaardig.
Nuttige zaken, Max, echt nuttige zaken. Je kan me misschien niet lijden, maar ik ben geen charlatan en nog minder een schijnheilige. Volgens wat Francis me zegde, zou het mogelijk zijn dat een en ander uit Gerdas kamer werd ontvreemd.
Kerkbazaar!
Vergis je niet, waarde vriend. Je beseft het misschien niet. In Gerdas kamer is een fortuin verzameld!
De antieke bidstoelen, de kerkboeken uit de veertiende eeuw, de gouden en zilveren monstransen, de wassen madonnas onder stolp, de polychrome heiligenbeelden! Serge wist er verdorie meer van dan ik!
De kamerende zielenherder, weer iets nieuws!
Spectemur agendo, Max, beoordeel ons naar onze daden. Die kamer was een bezinningsoord voor onze gebedsgroep. Vooral Adrienne heeft aan de inspecteur een vrij behoorlijke beschrijving van de inboedel kunnen geven. Niet alles, maar toch heel wat. Wij blijven er allen bij, dat een of andere bende de woning is binnengedrongen. Ondanks mijn vele waarschuwingen bleef die brave Gerda geloven aan de innerlijke goedheid van elke mens
Max, ik wil het in feite hebben over de teraardebestelling van Gerda, wij moeten
Serge, wij moeten juist niets. Valt er iets te regelen, doe het dan met Francis. Oké? Salut.
Eindelijk van die kwal verlost! Een fortuin aan kerkbazaar op haar kamer? Francis had daar beslist ook geen idee van. Als iemand het kon weten, dan was het die pastoor en niemand anders. Ik moest dringend de verzekeringsmakelaar contacteren, de raad van Vloesberghe opvolgen, de troep van Gerda en andere waardevolle voorwerpen laten opslaan.
Onbewoonde villas nodigen uit tot inbraak.
Ben je gek, riep denkduiveltje. Die gasten van de belastingen weten je ook wonen, hoor! Nooit gehoord van een aangifte nalatenschap! Het kan goed zijn dat die witte brigade een gedetailleerde plaatsbeschrijving heeft opgesteld. Wat als de belastingen het in hun hoofd krijgen om te neuzen in die dossiers? Overleg eerst met je zoon. Hij is gewiekst genoeg. Weet hij het niet, dat hij zijn netwerken optrommelt. Morgen overleg met hem. En nu, hop, naar Marianne.
Wordt vervolgd
|