Wellustelingen....
episode...
66... |
Mijn zoekttocht staakte toen de stoffelijke resten van Gerda werden vrijgegeven. Mijn lege woning werd omgebouwd tot rouwhuis. Bedrijvencentrum voor de organisatie van begrafenissen. Hoofdkwartier van de organisatoren van een méér dan plechtige uitvaartceremonie. Alle rolluiken naar beneden en vanonder tot boven lichten aan. Kermit kikkerde ervan op. Zij, Adrienne, Madeleine en Serge namen de touwtjes in handen. Francis en ik lieten begaan. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De redacteur van de vierhonderd aankondigingen, driehonderd prentjes en misblaadjes was Serge. Madeleine en Adrienne, ceremoniemeesteressen en bloemendecoratrices. De rest van hun club verdeelden de taken: stoelenzetsters, altaarversiersters en familiekelderoppoetsters.
Pat trommelde telefonisch haar tennisclubleden, fitnessdametjes en vermoedelijk de helft van Keerbergen op. Schreef en herschreef haar deelnemerslijsten. Besprak alle details met een fotograaf. Stond in voor de catering. Regelde vervoer met zwarte Mercedessen. Zocht samen met Serge koor en muziek uit. Wou per se dat Francis en ik een speciaal en identiek pak huurden. Mijn dat zie je van hier ontketende de zoveelste golf van verwijten en ik trok mij terug in mijn werkkamer.
Gerda werd niet zomaar begraven. Je zou haast denken dat ze als bruid aan haar god werd geschonken.
Toen ik vernam dat Pat een kist ter waarde van 2485 euro had besteld, heb ik de geldkraan dichtgedraaid. Deze absurde schone schijn zou me anders een fortuin kosten!
Ik wou bij Marianne zijn. Weg van deze comedia dellarte en ik kon verdomme geen kant uit. Stel dat iemand toevallig iets zou vinden. De bevelhebbers snuffelden natuurlijk niet in mijn kasten en laden, maar zowel Pat als Adrienne waren meesterlijk in hun rol en comandeerden voortdurend Ingrid, onze poetsvrouw, en haar opruimingsspatrouille.
Serge was geflankeerd door twee collegas. De organist speelde heel zachtjes Bach. Een zevenkoppig koor stond perfect uitgedost in gelid. Serge deed zijn apostel inderdaad de ontroerendste eer aan. Dit had ik van hem niet verwacht. Of toch?
Zijn dames hadden hun beste beentje voorgezet. Hun allerbeste. Het kleine kerkje blonk. Het zilverwerk schitterde en het koper glansde. De tapijten gestofzuigd. De witte fresias verspreidden hun heerlijke geur. Gerdas neus zou krullen, haar ogen stralen, moest het nog kunnen.
Maar ze lag daar koninklijk opgebaard in haar gesculpteerde voleiken kist van 2485 euro, midden een zee van bloemen: Aan onze diepbetreurde moeder, Van uw rouwende vriendin Adrienne, Aan de engel der Zieken, Voor onze zuster in geloof. Bloemen van Darcy en ook van de uitgeverij. Zelfs van het gemeentebestuur. Van het personeel van Francis. Ook van enkelen van zijn klanten.
Ik stond voor de kist. Gerda lag erin en ze stond er eveneens naast.
Ze droeg een te grote zwarte hoed, die scheef zat op haar hoofd. Ik zag een stukje benige neus en een bevroren grimas boven de te kleine ingetrokken kin. De foto was een vergroting, volledig gedisproportioneerd. Genomen op de trouwdag van Francis, bij het verlaten van de kerk. En ik was eruit weggewerkt. Een grotesk beeld. Gelukt als flauwe grap, doch vandaag totaal ongepast.
Adrienne plaatste ons zoals het hoorde. Francis, Pat en mij rechts van de kist. Zij en de clubgenoten links. De klok luidde en de rampentoeristen en kijklustigen schuifelden binnen. Het handjes schudden begon en de ogen spraken boekdelen.
Ogen als laserstralen. Spottende ogen. Triomfantelijke ogen. Nederige ogen. Niet-goed-wetende-waarheen-te-kijken ogen. Ogen vol warmte en medeleven van Eefje, Fredje en Karel. Ogen vol minachting. Ogen met begeerte, want weduwenaar met villa, poen en dik pensioen. Wufte, zwaar opgemaakte ogen. Verveelde ogen. Lensogen. Bespiedende ogen. Hautain blikkende ogen. Vermoeide ogen. Bierogen. Bijziende ogen, serpentenogen en troostende ogen. De ijzige ogen van Simonne en de spleetogen van haar wormvormig aanhangsel. De bonvivant-ogen van Gerard.
De komst van Serge maakte een einde aan de parade. Een priester die mij verloste in de ware zin van het woord! Bedankt Serge. Adrienne commandeerde met handgebaren. Tot mijn verwondering begreep ik alles.
De kleine kerk zag, letterlijk en figuurlijk, zwart van het volk. Hier en daar een stipje grijs en bruin. Met één uitzondering: Pat in koninklijk wit. Zeer modieus. Heel zelfverzekerd. Witte kousen, witte schoenen, witte handschoenen. Solarium gebruind, zwaar opgemaakt gezicht. Felrode lippen, hoog opgestoken donker haar. Daarover een hoofddoek in ragfijn wit kantwerk, kunstig gedrapeerd over de schouders. Evita van Brabant.
Ze plaatste zich tussen Francis en mij en stak onmiddelllijk sissend van wal:
Je moest door de grond zinken van schaamte, schoft. Nog geen bloem voor ma. Je mocht zeker niet van madam Dries. Francis is er het hart van in. Je gaat het een en ander meemaken vandaag en morgen. Wacht maar.
Ik hield me zo afstandelijk mogelijk. Ik stond naast een kist met daarin een hol lichaam, dat in feite nooit enig warm contact met mij had gehad. Het enige bindmiddel was Francis geweest. Toen hoorde ik de zacht-zalvende stem van Serge:
We zijn hier allen om een diepbedroefde familie bij te staan. Doch vooral om een laatste en passende hulde te brengen aan de ons zeer dierbare Gerarda, Maria, Martha Vanbesien. Een vrouw, veel te goed en te braaf voor deze duistere wereld, die met de dag meer en meer geregeerd wordt door duivelse machtswellustigen. Een vrouw die leefde naar Gods woord. Een vrouw die uitverkoren was. Een kind van god.
Ze heeft me ooit toevertrouwd dat ze in haar jeugd één grote droom had: de bruid van de Heer te mogen worden. Tussen droom en daad staat de uiteindelijke bestemming, dierbare parochianen. En God had Gerda voorbestemd om een liefhebbende en trouwe echtgenote te worden. Vooral een voorbeeldige moeder. Een moeder die de christelijke waarden aan haar zoon wist door te geven.
Haar andere roeping beleefde zij hier in dit Huis van God, samen met haar vriendinnen. Samen beoefenden ze hier de deugden van zelfverloochening, naastenliefde en vertrouwen in de goedheid van elke mens. Ook vergiffenis schenken aan die medemens. Verdraagzaamheid tonen en begrip opbrengen voor het anders-zijn van elkeen.Het zou kunnen dat juist dit begrip en haar gekende hulpvaardigheid Gerda noodlottig werden. Ik vrees dat we de ware toedracht misschien nooit gaan kennen. Maar in elk gebed zullen wij, haar vriendinnen en ik, steeds onze geliefde zuster gedenken. Mag ik u daarom allen, beminde parochianen, vrienden en kennissen, uitnodigen om samen met het koor zingend te bidden, de tekst op pagina drie De poorten gaan open, een ziel wordt verwacht.
Ik zag Francis voorzichtig in een broekzak tastten. Hij vouwde een biljet van 100 euro zo klein mogelijk op. Pat had twee briefjes van 50 heel demonstratief in de hand. Wat kregen we nu! Die mis hier was toch gratis had Serge gezegd.
Een lijkdrager, getraind in bedroefd kijken, kwam naast mij staan en stak discreet zijn rechterhand uit richting voet altaar, waar Serge en zijn collegas hun opwachting maakten. Ik had geen flauw idee wat hij bedoelde.
Wordt vervolgd
|