Wellustelingen....
episode...
68... |
Pat veerde recht. Ik wou haar doorlaten en
aauw! Ik hoorde mijn uitroep van pijn. Kon net een vloek bedwingen. Het koor zweeg enkele ogenblikken. Ik zag eventjes niets meer. Alleen witte en zwarte stipjes. De pijn was scherp. De teef had met haar naaldhak de neus van mijn schoen bijna doorboord. Als dit geen teenfractuur was!xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ze keerde terug, nam haar plaats in en fluisterde gniffelend:
Troost je. Dit is maar het begin!
De zwarte karavaan trok in drie rijen langzaam voorbij. Keerde terug van het altaar en trachtte een glimp van die brullende idioot vooraan op te vangen.
Niet mee inzitten, vriend, fluisterde denkduiveltje. Je hebt een valabel excuus om er meteen als de bliksem vandoor te gaan. Maar zie jij wat ik zie. Die zes rieten mandjes propvol biljetten. Begrijp je nu die schone cadeau van Serge met zijn gratis dienst! t Is hier vollen bak! Het tienvoudige heeft hij verdiend ! Een pastoor en gratis? Dat kan in Columbia of in de Marollen. Maar hier niet!
Mijn tenen bleven kloppen, doch de grote pijn verdween langzaam. Bij het verlaten van de kerk alweer prijs: een witte stamp tegen het middenrif. Kermit :
Je was beter niet gekomen.
Ik doe wat ik moét doen.
Je gaat toch niet mee naar het kerkhof? Doe mij dat niet aan! Heb je de mensen al zien staren? Je moet geen schriftgeleerde zijn om te weten wat ze denken!
Ik betaal, dus ik bepaal. Bek dicht, jij!
Ssstt! mompelde Francis.
Eindelijk, eindelijk was de ceremonie van de teraardebestelling voorbij. Eefje, Fred en Karel zochten mij op. Eefje was, zoals altijd, overbezorgd. De baas zou beter meteen naar die voet laten uitkijken. Karel had via via mijn pensioenaanvraag vernomen. Iedereen op de redactie, de oude garde toch, was er het hart van in. Ook in de drukkerij was er enige commotie ontstaan. Ze hadden allen begrip voor mijn situatie. Maar het kwam te onverwacht en te hard aan. Fredje nam mijn beide handen. Zijn eerlijke ogen werden vochtig. Ik wist dat zijn hersenen koortsachtig de juiste woorden zochten:
Chef, we gaan u missen. Maar ge moet u dat niet zo aantrekken. Wij slaan er ons door. Voor u is het allemaal veel erger. Sedert die
dag zijt ge geen minuut uit ons hoofd geweest. Dju toch, dat iemand zoals gij zoiets moet tegenkomen! Een mens zou van veel minder zot worden. Chef, nog iets, hadden wij geweten dat wij bloemen mochten meebrengen, we zouden het gedaan hebben. Eefje is rond geweest, wij hebben dat geld gestort, hoor!
Ik had geen flauw idee waar hij het over had. Eefje begreep mijn verbazing niet en verduidelijkte:
Meneer Cijnens, op de rouwbrief stond toch duidelijk vermeld: noch bloemen, noch kronen. U, enfin, de familie wou liever een storting voor de sociale werken van de stichting van mevrouw.
Wat had Pat opnieuw bekokstoofd? Waarom had niemand, ook Francis niet, mij hierover ingelicht?
Een kleine vijfhonderd euro hebben wij rondgehaald. Iedereen heeft gegeven voor u, chef, en ons Eefje heeft dat allemaal gearangeerd, nietwaar, kind?
Hoe fier Fredje ook was, dit zinde me echt niet. Dit stonk naar geldklopperij. Terug in de wagen, eiste
Wat is hier gaande, Patricia? vroeg hij sec.
De berispende toon en het gebruik van haar volledige voornaam ze had er een afschuw aan- ontketende een witte woede:
Merci, ik zal me nog eens inzetten voor jullie familie! Jij te lui om je poten uit te steken en hij dààr te laks om zijn smoel open te doen. Ik heb de benen vanonder mijn lijf gelopen voor je moeder, de schaamte van mijn leven opgelopen. Serge, Adrienne en ik, we hebben ons pens afgedraaid en nu stank voor dank. Loop alle twee naar de duivel! De pot op, verdomme!
Francis richtte zich heel kalm tot de chauffeur en bood zijn excuses aan voor het gedrag van zijn echtgenote. De jongeman kende blijkbaar het klappen van de zweep. Knipoogde naar mij en concentreerde zich verder op het verkeer. Pat had gelijk.
Ze had inderdaad haar pens afgedraaid!
In het restaurant zon zeventig, mogelijk tachtig personen. Zeven kelners. Aperitief naar keuze, van champagne tot frisdranken. Ik kon mezelf om de oren slaan dat ik mijn schoondochter carte blanche had gegeven.
Pat had stoom afgelaten en haar make-up in orde gebracht. Ze acteerde geweldig als leading lady van deze rouwparty: een en al bescheiden drukte, een verhaaltje hier, een teder gebaar daar. Ze introduceerde hààr priester, Adrienne en Madeleine aan iedereen. Serge imponeerde met zijn Latijnse uitspraken. Kermit genoot. Dit was lifestyle op zn best.
Ik ging aan tafel naast Francis zitten. Hij zag er even afwezig-verveeld uit als ik. Vanavond zou er in Keerbergen hartig gepraat worden over de stichting van Gerda. Dat wist ik. Mijn zoon zat met haar fonds in zijn maag, ik met haar dagboeken.
Na het voorgerecht stapte ik op. Koel groetend. Zonder handjes te drukken of blabla. Het was me allemaal te veel.
Wordt vervolgd
|