Wellustelingen....
episode...
82... |
10 Juni- Dag van de Heilige Margarita, Koningin en Weduwe.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Heer, vergeef mij, dat ik vandaag niet naar de vroegmis ben geweest om U te ontvangen. Ik heb gisterenavond nogal wat meegemaakt met Serge! Ik ben er vast van overtuigd dat door de uitdrijving mijn demonen nu in hem zijn gevaren.
Hij verwijt mij dat ik lieg en ontrouw ben aan God. Als mensen een gelofte aan God doen, moeten ze die nakomen, zegt hij streng. Blijkbaar doe ik dat niet. Ik heb aan U niets beloofd, Heer, alleen aan Serge. Gij kent hem nu ook al een beetje, Heer.
Of het aan U is of aan hem, als het op geld aankomt, is dat één pot nat, zegt hij. En als dat lolleken nog lang blijft duren, kunnen de hemel en alle heiligen voor zijn part vierkant naar de maan lopen. Ik het eerst van al. Heer, dat is nu toch geen taal voor een priester? Om hem te kalmeren zei ik:
Toe, Serge, het komt allemaal in orde met de tijd!
Hij antwoordde dat hij het schijt had aan de tijd. Ik heb dan van mijn hart een steen gemaakt en de grote middelen ingezet. Kom, Serge ,zei ik, laat ons een kwartiertje boete doen in de sacristie. Het zal je goed doen. Ik wil Marianne zijn. t Is nu toch al een tijdje geleden. Jij mag Max zijn. Kom gauw mee, jongen!
Hij lachte als vervaarlijk. Zijn lach ging me door merg en been en echode doorheen de lege kerk. Ik hoorde als het ware satan lachen. Zijn onderste prothese viel bijna uit de mond. Hij proestte het uit en het speeksel spoot in mijn gelaat. Ik rook zijn adem. Hij was dronken, Dronken in de kerk! Niet te geloven, Heer! En dan zijn woorden! Heer ge gaat het niet geloven:
Jij, Marianne? Onnozele tuit. Marianne heeft borsten waar iedere man van kwijlt die van jou zijn knielappen. Max, die smeerlap, die heeft pas alles. Die heeft de vrouw, van wie ik droom. Een vrouw, die elke man verandert in een wandelende sproeikop. Een vrouw die me gek maakt en die ik niet kan bezitten. Een vrouw waarin in wil verdrinken, waaraan een man dood gaat. En Max heeft ook geld. Veel, veel geld. Jij durft je te vergelijken met haar? Jij ontpluimde karthuizer. Om jou te neuken, moet een man blind zijn of zoals ik de ogen dichtknijpen. Telkens als ik die droge zuurpruim van jou beroerde, stelde ik mij een jackpot voor. Maar die slak van jou is leeg. Daar rolt niets meer uit. Beloven, altijd maar beloven! Ik heb dringend geld nodig. Heel dringend. Ik heb nog precies drie dagen om te betalen en dan
Ik wou weggaan, Serge trok mij bruusk tegen zich aan. Zijn grove hand scheurde mijn blouse open en haalde een borst uit mijn soutien. Het deed pijn. Serge ging mij doen boeten voor al die loze beloften.
Ik trachtte zijn aandacht af te leiden door te zeggen dat de kerdeur niet op slot was en iedereen zo kon binnenkomen. Er kwam geen kat overdag, dus wat zouden ze hier s avonds komen zoeken, snauwde hij.
Zijn andere hand ging onder mijn rok. Hij trok mijn kousen en onderbroek met een ruk naar beneden. Zijn zware hand gleed tusen mijn dijen. Ik wou dit niet meer. Dit was vies. Dit was meer dan zonde. God ziet alles, dus Christus zag nu hoe Serge me bewerkte.
Mijn geest verzette zich, mijn lichaam niet. Hij maakte met de vrije hand zijn gulp open.
Haal er hem uit, Marianne, nu!
Hij spuwde de woorden in mijn gezicht. Ik tastte maar vond niets.
Meer naar links, Marianne.
Ik vond daar ook niets. Hij bleef snauwen:
Naar links, teef, naar links, je bent rechts bezig, Links zeg ik!
Ja, maar wat is het nu eigenlijk. Links voor jou of links voor mii?. Als jij links zegt is dat van mijn plaats toch rechts, onnozelaar. Haal er hem zelf uit, als je hem nog vindt!
Hij bleef aan zijn voorbroek friemelen .
Pak vast, Marianne!
Waar? vroeg ik
Hier!
Waar hier?
Speel je ermee of wat?
Zijn stem galmde door de kerk.
Ik kan er niet mee spelen. Ik zie geen steek. t Is hier te donker!
Hij nam mijn rechterhand en duwde die tegen zijn gulp. Nu voelde ik inderdaad warm vlees. Een heel klein beetje vlees. Formaat van een vlezige dikke duim.
Ga je er nu eindelijk aan beginnen, Marianne, alsjeblief? prevelde hij .
Amaai,, mijn verlosser heeft op korte tijd serieus van zijn pluimen verloren!
Serge hoorde me niet. Hij lalde, dronken als hij was.
Ik begeer je , Marianne, al maanden en maanden. Je maakt mij kapot. Ik wil je god zijn, maar jij ziet me als een sater. Antwoord mij, Marianne, ben ik je god of je sater?
Geen van beiden, voor een sater zijt ge veel te klein en voor God veel te zat!
Marianne, omnipotens sempiterne Deus, ik ben dronken, dronken van jou. Maak mijn jongen sterk met je ma
magische vingers. Ascendant ad te, Domine, moge tot U opstijgen, O Heer, mijn krachtige
Jij gaat niet opstijgen, schoft, Je blijft aan de grond en als het van mij afhangt voor altijd. Ik heb je door en je pastoortrucs eveneens. Ik nam zijn vlezige duim en de twee bijhorende dikke radijzen goed beet.
Ja, Marianne. Verder doen. Zo is het goed, zeverde hij, de ogen halfdicht.
Ik kneep erin zoals je een druipnatte spons uitknijpt, zette mijn nagels goed in zijn vellen, met volle kracht en dan een kwartdraai rechts. Serge greep pijnlijk kermend zijn kruis, zeeg op de knieën en lag uitgeteld, zielig-versuft, ge-etaleerd voor de altaartrappen.
Dit is nog beter, nietwaar,Serge?
Ik knoopte traagjes mijn jas dicht, nam mijn handtas van de stoel, knielde. Verliet op mijn gemak de kerk en ging naar huis.
Wordt vervolgd
|