Wellustelingen....
episode...
87... |
19 juni - Heer, Mijn God, mijn verdriet is niet te beschrijven. Eigenlijk is het geen verdriet, maar koleire en grote schaamte. Gij weet, Heer, dat ik van jongs af aan moest horen dat ik niet van de slimste ben. Nu besef ik dat ik echt oerdom ben. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Had ik van bij het begin van mijn huwelijk meer naar Max geluisterd. Doen zoals hij en mijn voeten aan iedereen vegen! Max is zo opgevoed, ik echter niet. Met hem wordt er rekening gehouden!
Met mij gaat iedereen een gang. Iedereen, Heer, ook mijn zoon, soms toch. Gij niet, Heer, Gij aanvaardt de mens zoals hij is, slim of dom, gezond of gebrekkig. Gij maakt geen onderscheid. Maar Gij zit daarboven, waar alles peis en vree is. Moest Gij terug naar hier kunnen komen, Gij zoudt Uw ogen nogal opentrekken!
Gij hebt er geen gedacht van wat hier allemaal gaande is! Ver moet Gij zelfs nie zoeken, Almachtige. Uw eigen priesters, gewijd door de bisschop in Uw naam, generen zich niet om de gelovigen een peer te stoven. Ik weet wel, Heer, het zijn allemaal geen Serges. Maar waarom hebt Gij zon slechterik op mijn weg gezet? Wat heb ik U misdaan, Heer? Ik verdien dit toch niet? Op zon manier moet Gij toch niet verbaasd zijn dat menig mens salut zegt tegen Uw kerk? Wat zoudt Gij willen, Heer, als zelfs Uw eigen volk Uw tien geboden niet opvolgt!
Mensen die niet in U geloven hebben het gemakkelijk, hoor! Kijk simpel naar Max. Zonde bestaat voor hem niet. Boetvaardigheid is alleen voor zotten en kwezels, beweert hij. Elk normaal wezen weet dat hij niet mag stelen, bedriegen of iemand de kop inslaan. Max heeft daarvoor geen god nodig, zegt hij. Zijn hemel zit tussen zijn oren, zegt hij en zijn paradijs werkt op een bureau in Brussel.
Ik zal U altijd nodig hebben, Heer, vooral volgende week donderdag. Tijdens de bedevaart naar Groot Bijgaarden, ter ere van de heilige Wivina, ga ik Adrienne, Justine en Florence alles over Serge vertellen. Over zijn streken met het geld, misschien een beetje over mijn boetedoening, maar niet hoe ik misbruikt werd. Daarvoor is mijn schaamte te groot. Sta mij bij, Heer, laat het licht van Uw Goedheid schijnen en vertroosting brengen voor uw schaamtevolle dienares.
Heb Dank, O, Heer.
Wordt vervolgd
|