Wellustelingen....
episode...
94... |
Max, ik vind het vreselijk. Verschrikkelijk. Mijn boete zal immens zijn. Is dit nu al. Ik begrijp het nog steeds niet. Ik wou dit niet. Hij alleen wou het, dat duivels monster in mij. Hij heeft Gerda de genadeslag toegebracht. Totale zinsverbijstering en onmiddellijke ontnuchtering
Jij begrijpt dit toch, Max? Je wou haar toch ook dood, die avond na de reünie, met de wagen. Was er bij jou eveneens een duistere macht die je leidde? Kan de liefde voor een vrouw, een verstandig man tot misdaad aanzetten? Ja, jij hebt het ervaren. Geef toe, Max, alleen God hoort ons
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Bullshit, smeerlap, dit pakt bij mij niet
Opnieuw zijn vaderlijk zalvende stem, als een in het verweer gedrongen wraakzuchtige die een nieuwe kans ziet:
Peccare nemini licet, Max, zondigen staat niemand vrij! Jawel, Max, bij jou pakte het goed uit. Slechts een fractie van een seconde maakt dat jij vrijuit gaat en ik
levenslang zal krijgen. Een fractie van een seconde! Is er echt een verschil tussen jou en mij, Max? Tussen jouw verslaving aan die mooie vrouw en de mijne aan de goktafels? Jouw handen hunkeren naar haar borsten, de mijne naar de speelkaarten. Uitzinnige passie ontspoort altijd. Omne nimium nocet. Elk teveel is schadelijk. Ik zal, biddend in de cel, de zware last van je schuld helpen dragen.
Wat!? Je wou met je manoeuvers, mij ten slotte jouw wandaad in de schoenen schuiven. Je hebt Gerda dolgedraaid. Mij overal beklad. Marianne een duister verleden toegeschreven. Geld geïnd in naam van Gerda, terwijl zij opgebaard in je kerk lag. Mij nu nog de les spellen op de koop toe!
Serge reageerde, opeens weer kalm en doortastend. Bij momenten toch nog de gladde aal blijvend in het vangnet van schuld, vrees en herwonnen zelfwaarde:
Je stond je vrouw naar het leven, Max. Gerda vertelde me altijd alles. Was je haat zo vreselijk, man? Ik spreek de waarheid. En wat Marianne betreft, vraag het haar. Misschien zie ik het anders. Ben ik verkeerd en is het niet alleen om geld te doen. Ik hoop het voor jou. Zoniet is je moordpoging een maat voor niets geweest.
Vloesberghe moet meteen komen. Sta recht!
Mijn stem beefde. Zou hij iets van onzekerheid in mijn ogen bespeuren?
Vooraleer hij komt, weet dat mijn lippen tijdens zijn ondervraging, verzegeld waren over je intenties. Ik heb bewust gezwegen. Ja, Max, zo ben ik ook! Jij blijkbaar niet.
Hij verschrompelde weer. De kameleon van alle markten thuis. Zijn brede schouders leken te bezwijken onder de verpletterende last van zijn moordbesef. Hij bracht gesmoord, onderdanig stamelend uit:
Je hebt gelijk, Max, ik ben een gewetenloze smeerlap, een onwaardige. Mijn schuld is niet meer in te lossen
Geen cel, geen boete, zelfs niet het brandend kastijden in de diepste der hellen kan me nog bevrijden
Moet dit echt, Max, moeten onze daden openbaar gemaakt worden? Denk aan de wantoestanden, vooral in Amerika, de knapenschennis aldaar en het gezichtsverlies dat Rome erdoor lijdt. Denk vooral aan je zoon, Max! Door mijn ziekelijke obsessie ziet hij nog jarenlang het verminkte lichaam van zijn moeder voor ogen. Het allerergste zal hij evenwel luidop vernemen in de rechtbank, als jij gedwongen wordt je dodelijke intenties prijs te geven!
Wordt vervolgd
|