Ik ben Fredje
Ik ben een man en woon in Hoeilaart (Belgie) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 04/06/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, digitale fotografie.
Ik ben reeds meer dan 40 jaar gehuwd met Annie
Wondere wereld Niks wereldschokkend, niks belangrijks en alles met een dikke korrel zout te nemen
19-10-2012
Ontmaagding
Hoe later de ontmaagding, hoe beter je latere relaties. Dat beweert de Amerikaanse psychologe Paige Harden. Of haar persoonlijke ervaring met dat besluit iets te maken heeft is niet zeker. Want over haar persoonlijke ervaringen met relaties is niets geweten. Het is niet de eerste keer dat Paige een onderzoek doet naar seksuele relaties. Uit die eerdere onderzoeken bleek dat jongeren die een vroege seksuele ervaring hadden minder crimineel gedrag vertoonden. Dat lijkt me nogal ingewikkeld. Iemand die een vroege seksuele ervaring gehad heeft zou dus minder geneigd zijn om de partner de nek om te wringen. Maar wel slechte relaties hebben. En iemand die op latere leeftijd ontmaagd is zou betere relaties hebben. Maar vertoond dan wel meer crimineel gedrag. Wat het beste is weet ik ook niet, ik ben geen zielenprutser. Het is maar hoe je het bekijkt natuurlijk. Maar het valt me op dat de onderzoekster steeds in het meervoud spreekt. Ze heeft het over relaties. In het meervoud. Zou het kunnen dat wie later ontmaagd is heel gelukkig is met verschillende partners? Moet kunnen. Niks op tegen. Integendeel zelfs. Maar toch een bedenking. Als partner van een laatbloeier loop je meer risico op een vroegtijdige dood. Door geweldpleging. Als partner van een vroege vogel daarentegen loop je meer risico op een slechte relatie. En zelfmoordneigingen. Dat is zoiets als kiezen tussen de pest of de cholera. Al kan ik me wel vinden in de theorie van de late ontmaagding. Als je ontmaagd wordt op je negentigste heb je natuurlijk weinig kans op slechte seksuele relaties. Wel meer kans op goede relaties na de ontmaagding. Al zullen die relaties waarschijnlijk weinig met seks te maken hebben. Maar dat doet er dan niet meer toe. Goede, gewone, relaties met de verpleegsters van het rusthuis is ook belangrijk.
Onderzoeken, studies en enquêtes, heerlijk leesvoer. En er is altijd wel één of ander onderwerp dat mijn speciale interesse heeft. Zo vond ik nog maar eens twee pareltjes. Onderwerpen om uit te printen. Op A2 formaat. Met extra groot lettertype om vervolgens in te kaderen en in de keuken omhoog te spijkeren. Beide onderzoeken komen uit Noorwegen. En kom nu niet zeggen dat Noorwegen een achterlijk derdewereldland is. Noorwegen presteert het om zomaar eventjes 61 procent van hun energie uit duurzame energie op te wekken. Daar mogen onze lage landen een puntje aan zuigen. En dat de Noren niet gek zijn blijkt ook uit hun gerichte onderzoeken. Onderzoeken naar de gelukkigheidsfactor van hun bevolking. Uit een studie bleek dat er veel minder scheidingen voorkomen in gezinnen waar de man de huishoudelijke taken aan de vrouw overlaat. Als dat geen goed nieuws is. In Noorwegen weten vrouwen hun plaats in de maatschappij. Laat de mannen maar energie opwekken, de vrouwen zullen de was en de plas wel doen. Zo hoort het. Een man die moe is van al dat opwekken vindt in Noorwegen rust na gedane dagtaak. En nieuwe energie om de dag nadien nieuwe zaken uit te dokteren. Volgens het onderzoek heeft dat alles te maken met het feit dat vrouwen, van nature, slechts tevreden zijn als de huishoudelijke taken grondig gedaan worden. En de enige die dergelijke taken tot een goed einde weten te brengen zijn vrouwen zelf. Als manlief zich gaat bemoeien met het huishouden is het maar voor de helft gedaan volgens vrouwlief. Dan doen ze het liever zelf. Dan kunnen ze zich lekker uitleven met vod en spons. De onderzoekers pleiten er dan ook voor om de taken duidelijk te verdelen. De vrouw in de keuken en de man in de zetel. Het enige dat een man in Noorwegen hoeft te doen in de huishouding is zich een biertje laten brengen door zijn huisvrouw. Maar er is meer. Uit een ander onderzoek blijkt dat vrouwen steeds dikker worden. In de jaren '50 van vorige eeuw hadden vrouwen een gemiddelde taille van 71 centimeter. Tegenwoordig is dat 86,4 centimeter. Dat komt omdat vrouwen tegenwoordig te veel verwent zijn. Ze hebben te veel hulpmiddelen om de huishouding te doen. Denk maar aan alle toestellen die ze tot hun beschikking hebben. Van wasmachine over stofzuiger tot een auto om boodschappen te doen. Vrouwen hebben te weinig lichaamsbeweging door al die hulpmiddelen. Terug naar vroegere tijden is gezond voor vrouwen. Dan kunnen ze hun calorieën kwijt. Door de was met de hand te doen, de boodschappen te voet, het hout voor de kachel bij elkaar te sprokkelen en de patatten uit de tuin te spitten verbruiken ze zo'n 1200 calorieën meer. Per dag. Als dat niet goed is voor de lijn. Het is dan ook duidelijk; gooi al die elektrische toestellen buiten, laat je vrouw meer werken en je hebt een gelukkige slanke vrouw. Ik heb alvast de resultaten van die studies in de keuken omhoog gehangen. Vrouwlief was er niet echt tevreden mee. Ik zal toch eens moeten overwegen om naar Noorwegen te emigreren.
De in België wonende Congolees Bienvenu Mbutu Mondondo heeft samen met de Franse associatie 'le cran' (Conseil Représentatif des Associatoins Noires) nogmaals klacht ingediend tegen het stripalbum Tintin au Congo. Volgens de aanklagers bevat dat verhaal racistische elementen en komen er neerbuigende passages in voor. Zo komt er een fragment in voor waar de stripfiguur Kuifje zich nogal negatief uitlaat over de zwartjes. En erger nog, Kuifje laat zich dragen door zwartjes. Daarom wil Mondondo en co een verbod op de verkoop van het stripverhaal. De eerste klacht over hetzelfde onderwerp is in 2011 al eens behandeld door de burgerlijke rechtbank van Brussel. De aanklagers kwamen van een kale reis terug. De rechter was van oordeel dat tekenaar Hergé nooit de bedoeling had om iemand schade toe te brengen. Bovendien moest het werk gezien worden in de context van de jaren waarin het gemaakt is. Maar Mondondo en co trekken nu naar de rechtbank van eerste instantie van Brussel met dezelfde eis. En als de verspreiding van het stripverhaal niet gestopt kan worden eisen ze dat er een waarschuwing op het werk komt. Een soort van sticker die lezers er op attent maakt dat het verhaal racistische inhoud bevat. Bovendien mag het werk niet meer aangeboden worden onder de categorie kinderen maar wel in de afdeling volwassenen. Tussen haakjes: in Amerika is het verhaal niet in de officiële handel verkrijgbaar. Waarschijnlijk wel in een alternatief circuit want ik kan mij voorstellen dat het een collectors item is. Maar goed, Amerika is nu ook weer niet het lichtgevend voorbeeld wat betreft vrijheid van mening. Haakjes dicht. In principe heb ik iets tegen het feit dat boeken verboden worden. Van mij mag en moet alles openbaar beschikbaar zijn. Voor iedereen. Al kan ik mij wel vinden in het feit dat sommige lectuur niet thuishoort in de afdeling kinderen. Maar ik heb iets tegen censuur. Uit principe. Iedereen mag zijn mening uiten. Het recht van vrije mening is voor mij een hoog goed. En dat moet gevrijwaard blijven. Ik ben dus wel benieuwd naar de uitspraak van de rechter. Veronderstel dat er een verbod komt dan zitten we meteen met een precedent. En als er een bepaalde restrictie komt zoals een waarschuwing of een verbod om in een bepaalde afdeling te koop aangeboden te worden dan schept dat mogelijkheden. Dan trek ik naar de rechtbank en vraag een verbod op de verkoop van de bijbel en de koran. Of tenminste een waarschuwing. Ik ben geen bijbelkenner en al zeker geen korankenner maar dan zal ik mij eens gaan verdiepen in de teksten van die respectievelijke boeken. Zeker weten dat er passages in staan die mij als niet gelovige kwetsen en/of denigrerend overkomen. Dan moet daar in de toekomst ook een waarschuwing op komen dat die boeken opruiende taal bevatten. En kunnen ze voor verkoop aangeboden worden op de afdeling waar ze thuishoren: bij de sprookjes.
De krant 'de morgen' heeft het licht gezien. Het is wel een duister licht. Zoiets als het licht in een donkere kamer. Maar ze zijn er bij 'de morgen' van overtuigd dat ze de wereld gaan verbeteren. Of toch op zijn minst Vlaanderen. Hun oplossing voor het migrantenprobleem bestaat er uit dat ze het woord 'allochtoon' niet meer gaan gebruiken. De journalist die het nog waagt om over allochtonen te schrijven kan meteen zijn C4 afhalen. Bij mijn weten is het woord allochtonen ooit uitgevonden om het niet te hoeven hebben over vreemdelingen of over indringers. Want dat was te oneerbiedig. Te beledigend. Maar dat is nog niet alles. Ze willen de personen-die-niet-bij-naam-genoemd-mogen-worden in een beter daglicht plaatsen. Meer goed nieuws brengen over diegenen-die-zo-lief-zijn. Waar ze dat goed nieuws gaan vinden weet ik ook niet, maar het zouden geen beroepsjournalisten zijn als ze er niks kunnen op vinden. Zeker met een rijke taal als het Nederlands zijn er nogal wat mogelijkheden. Ik verwacht mij dan ook aan artikeltjes met als titel Vriendelijke jongeren bezorgen agent een gratis bloedneus. En dan een uitgebreid verslag van het schandalige feit dat de betrokken agent geen dankuwel gezegd heeft. Waarschijnlijk zal de journalist in zijn artikel ook meteen opperen dat de agent een tuchtmaatregel moet krijgen. Wegens onbeleefdheid. Bij de morgen zijn ze er blijkbaar van overtuigd dat niet schrijven over problemen voldoende is om de problemen op te lossen. Ze gaan daar zelfs zo ver dat ze van plan zijn om andere zaken meer aandacht te geven. Meer naar de voorgrond te schuiven. Binnenkort kunnen de lezers zich verwachten aan koppen zoals: Vlaming spuwt op de grond in bosrijk gebied. Met een uitgebreid achtergrondartikel van een milieugoeroe die komt vertellen hoeveel schade menselijk speeksel aan de natuur aanbrengt. En met de eis op een parlementair debat over op de grond spuwende Vlamingen in bosrijke gebieden. Want daar zijn ze wel goed in. Als het gaat over eigen volk dan mogen ze wel bij naam genoemd worden. Wat zeg ik? Mogen? Dan moet dat benadrukt worden door de journalisten. Verplicht. Op straffe van ontslag met onmiddellijke ingang. Wegens insubordinatie. Nu weet ik ook wel dat elke krant met de nodige kilo's zout moet gelezen worden. Want het is niet alleen de morgen die in dat bedje ziek is. Dat lijkt wel een besmettelijk virus. Als je een artikeltje leest waarin sprake is van 'jongeren' dan weet een normale lezer hoe laat het is. Maar de morgen gaat dus nog een stapje verder. Daar willen ze problemen met een bepaalde niet-nader-genoemde-groep helemaal verdoezelen. Er niet over berichten, dan bestaat het niet is voortaan het devies bij de morgen. Zo kan ik ook wel problemen oplossen. Laat de media voortaan niet meer berichten over de crisis. Dan is dat meteen opgelost. Simpel toch. Gewoon zwijgen over problemen dan bestaan ze niet. Maar misschien is het nog zo geen slecht idee. Laat ons voortaan zwijgen over de morgen. Dan zijn we daar al van af.
Door het raam van ons vakantieverblijf kreeg ik hem in de gaten. Een garnaalvisser. Of het een beroepsvisser was durf ik te betwijfelen. De man had geen boot, deed het dan maar te voet. Schouderhoog diep in het water met een sleepnet achter zich aan. Het was een beeld dat ik mij nog herinner van heel lang geleden. Zo'n vijftig jaar geleden was dat een vertrouwd beeld aan onze kust. Tegenwoordig een zeldzaamheid. Uiteraard was ik nogal nieuwsgierig over wat hij zoal zou bovenhalen. Want ik weet nog hoe ik ooit zelf garnalen uit het zeewater haalde. Met een klein speelgoednetje weliswaar, maar soms wel een aardige portie. De vangst was toentertijd wel nogal wispelturig. Er waren dagen dat het niet echt de moeite loonde en ik de gevangen garnaaltjes dan maar terug vrijliet. Er waren ook dagen dat ik helemaal niks naar boven haalde, gewoon omdat ik niet gevist had. Dat gaat zo met kinderen, soms hadden we geen zin om een paar uur met een netje in het water te ploeteren. Er waren trouwens nog zoveel andere zaken te doen langs het strand. Krabben vangen, zandkastelen bouwen, zwemmen of gewoon kattenkwaad uithalen. Maar als het om eetbare zaken ging dan waren mosselen, krabben en garnalen wel de hoofdbrok. De krabben zijn ondertussen volledig verdwenen, maar garnalen zitten er nog wel. Helaas niet meer zoveel dan vijftig jaar geleden. Want in die jaren gebeurde het wel dat de garnalenvangst, zelfs bij mij, zo succesvol was dat het de moeite was om mee te nemen en in de pot te laten belanden. Lekkere verse garnalen waren dat. De garnalenvissers van toen haalden echter steeds een grote partij garnalen boven. Dikwijls zelfs met nog enkele tongskes. Die tijd is blijkbaar voorbij. Maar toch wou ik eens weten wat de man wist te bemachtigen. Het was maar povertjes. Niet de moeite om mee te nemen. Met mijn speelgoednetje van vijftig jaar geleden haalde ik meer uit het water. Ik begon eventjes te rekenen. Als ik als tienjarige een portie garnalen van pakweg vijfhonderd stuks bovenhaalde waren dat een globale schatting- toch tweehonderd koppeltjes. Nu weet ik niet hoeveel nakomelingen garnalen kunnen verwekken, maar tweehonderd koppels garnalen kunnen op vijftig jaar wel zorgen voor enkele miljarden nakomelingen. Eigenlijk had ik die garnalen vijftig jaar geleden beter terug in zee gezet. Dat zou een miljardenverschil gemaakt hebben. En dan zou die man nu toch heel wat meer in zijn netten gekregen hebben. Helaas voor die garnalenvanger. Nu haalde hij twee keer niks uit de zee. Echt waar, ik kreeg het niet over mijn hart om die man te vertellen dat ik vijftig jaar geleden de zee leeggevist heb.
Eigenlijk was het heel simpel begonnen. En was de oplossing ook heel simpel. Maar dat was omdat ik geen rekening hield met het feit dat ik met de post te doen had. Onze nationale post. De brievenronddragende bosbodes die ons welbekend zijn. Al had het niks te maken met facteurs. Het had met de organisatie van de post te maken. Als plichtbewuste burgers laten we onze brievenbus regelmatig leegmaken door een vertrouwenspersoon als we op vakantie zijn. Op een dag kregen we een telefoontje dat er een berichtje in de brievenbus zat met de mededeling dat er een aangetekende brief klaar lag om af te halen bij het lokaal postkantoor. Vermits we echter van plan waren om nog een tijdje van ons verlof te genieten zou er wel eens een probleem kunnen van komen. Uit ervaring weet ik dat dergelijke aangetekende brieven slechts een beperkte tijd bijgehouden worden. De oplossing was simpel, dacht ik. Een telefoontje naar het postkantoor om te vragen of ze de brief iets langer konden bijhouden. Maar dat was niet zo eenvoudig. Toen ik het telefoonnummer van het lokaal postkantoor belde kwam ik terecht op een knoppendrukapparaat. Je kent dat wel. Een enerverende stem die je vraagt om op een knopje te drukken om verder te raken. Te beginnen met de taal. Druk 1 voor Frans. Druk 2 voor Nederlands. Druk 3 voor Oost-Timorees...enzovoort. Dan weer een uitleg over de volgende te drukken knopjes. Voor de bank van de post druk 1. Voor brieven druk 2... enzovoort tot en met 7. En nummer 7 was eindelijk het verlossende knopje: voor een gesprek met een medewerker; druk 7. Een muziekje klonk door mijn telefoon...en bleef duren. Minutenlang. Tot ik de kriebels kreeg. Telefoon dichtgegooid. En eventjes nagedacht over een andere oplossing. Bellen naar het nationale inlichtingen nummer 1207 leek een optie. Daar kreeg ik echter van een vriendelijke dame te horen dat een telefoontje naar elk postkantoor te lande automatisch terecht komt bij het nummer 022.012345. Niks aan te doen. Een lokaal postkantoor is niet meer bereikbaar per telefoon. Waar een mens terecht komt via een nummer dat begint met 022 is me een raadsel, want er bestaat in België geen zone 022. In heel Europa bestaat er trouwens geen zone 022. Echt, ik heb het opgezocht. Het enige land dat een telefoonzone 022 heeft is Bahrein. Al zou het me niet verwonderen dat de Belgische posterijen een bijhuis heeft in Bahrein. Er verwondert mij niks meer tegenwoordig. Al was er misschien nog een oplossing: een mailtje. Maar dat bleek ook dik tegen te vallen. Er is geen enkel lokaal postkantoor in België bereikbaar per mail. De enige manier om de post te bereiken loopt via het nummer 022.012345. 's Anderdaags dus nog eens een poging gedaan om het verrekte nummer te bereiken en een levende persoon aan de lijn te krijgen. Na de noodzakelijke knoppendoos sessie doorlopen te hebben volgde weer het wachtmuziekje. Maar na een kwartier wachten iets nieuws: een elektronische stem die me meldde dat de wachttijd onverwacht oploopt. Druk 0 om te blijven wachten, druk 1 en leg af. De post zal U binnen 48 uur zelf contacteren. Dat leek hoopgevend. Niks van, want twee dagen lang gaf de telefoon geen kik. Op hoop van zegen nog maar eens een poging gedaan via het vermaledijde nummer. En kijk, wonder boven wonder kreeg ik een levend wezen aan de lijn. Die wist me echter te melden dat ze me niet kon doorverbinden met een plaatselijk kantoor. Meer zelfs, ze kon zelf ook geen boodschap doorsturen omdat ze met de beste wil ter wereld geen contact kon maken met plaatselijke kantoren. Elk Belgisch postkantoor is blijkbaar volledig afgesloten van de bewoonde wereld. Niks aan te doen. Welke achterlijke idioot dergelijk systeem uitgedacht heeft weet ik ook niet, maar eventjes had ik hoop om de verantwoordelijke van dat systeem mijn onverbloemde waarheid te zeggen. Enkele seconden na mijn telefoontje met 022.012345 kreeg ik een telefoontje van... De post. Met een elektronische stem die een tevredenheidsenquête deed. Of ik tevreden was? Mijn geduld liep ten einde en ik wou de uitvinder van dat systeem eens duchtig mijn gedacht zeggen. Maar dat kon niet. De geestelijk gestoorde debiel die verantwoordelijk was voor het hele gedoe was blijkbaar dezelfde als degene die het tevredenheidsonderzoek in elkaar gestoken heeft want zelf blijft hij/zij volledig buiten schot. De vragen gingen enkel over de onthaalbediende en over het bereikte resultaat. Vooral niet over het hele systeem. Bovendien was het enkel mogelijk om te reageren via de beruchte knoppen op het telefoontoestel. Geen mogelijkheid om iets in te spreken in de zin van: GECENSUREERD !!!!!! In deze tijden waar communicatie via telefoon en mail de normaalste zaak ter wereld is, gaat de post terug naar de middeleeuwen, naar de diligence, naar paard en kar, en is de post zelf enkel bereikbaar per brief. Maar er is hoop. Volgens doorgaans slecht ingelichte bron is mij bevestigt dat de post werkt aan een, volgens hen, nieuw en uiterst gesofisticeerd communicatiemiddel: de tam-tam.