Als ik niet in Brussel moet zijn kom ik er niet. Het is misschien een vooroordeel maar ik voel mij allesbehalve veilig in onze hoofdstad. Zeker de kleine straatjes. Dat was vroeger anders. Toen was er, vooral in de kleine straatjes, altijd wel iets te beleven. Zonder gevaar voor lijf en leden. Tegenwoordig mag een mens al tevreden zijn als hij enkel geld en telefoon kwijtraakt. Maar het was natuurlijk niet te vermijden dat ik op een dag persoonlijk naar de hoofdstad moest. De meeste van de administratieve diensten hebben nu éénmaal hun vestiging in Brussel. Gelukkig voor mij en vele anderen zijn die diensten op hoofdstraten gelegen. Zo ook de plaats waar ik zijn moest. Vanuit het noordstation dan maar via de nieuwstraat naar de plaats van afspraak. Rond tien uur 's morgens was het redelijk rustig. Maar rond twaalf uur begon de bedrijvigheid toe te nemen. De beroemde winkelstraat zag er wel iets anders uit dan ik gewend was. Het was dan ook jaren geleden dat ik er nog geweest was. Er waren nog steeds de gebruikelijke choppers. Veel chique geklede madammen die van de ene winkel naar de andere liepen. En zochten naar iets wat waarschijnlijk niet te vinden was. Maar het decor in de straat zag er anders uit. Elke tien meter zat er wel een donkerkleurige bedelaar. De ene al meelijwekkender dan de andere. Zo zag ik een man met een kartonnen bordje met in gebrekkig frans jai faim. Al leek het mij niet echt ideaal om te bedelen in het gezelschap van vijf honden. En doordat hij voortdurend in zijn haar zat te krabben waarschijnlijk ook nog wel een aanzienlijk aantal luizen. Een andere dacht het slimmer aan te pakken. Met een bordje cherche travail was hij blijkbaar van mening dat er meer te rapen was. Ook de bordjes met pas de travail en sans travail waren in dezelfde aard. Al vraag ik mij af wat je in de Brusselse nieuwstraat zit te doen als je werk zoekt. Verder waren er de gebruikelijke vrouwen met kinderen. Duidelijk kennissen van elkaar en hoogst waarschijnlijk uitgezet door een man die op het eigenste moment ergens met een zoete thee zat te niksen. Terwijl die kinderen op school hoorden te zijn. Maar dat zal hun zorg niet zijn. Zolang ze maar kunnen genieten van uitkeringen allerhande en als bijverdienste de opbrengst van hun bedelen. Nu heb ik niks tegen bedelen. En normaal gezien help ik graag mensen. Het ligt nu éénmaal in mijn aard om mensen die in nood zijn te helpen. Hier kon ik helaas niks doen. Ik begrijp spijtig genoeg geen Frans.
|