Volgens een internetkrant was er verleden week opschudding in het parlement. Parlementsvoorzitter André Flahaut had opgemerkt dat er alleen Vlaamse suiker bij de koffie was. Of beter gezegd; de suiker die de parlementsleden bij hun koffie kregen had het eentalige opschrift 'suiker' op het papiertje dat er om heen zat. Het Franstalige 'sucre' was nergens te bespeuren. De koffiemadam was in alle staten. Maar een koffiemadam kan niet alleen beslissen over wat er te doen stond. De personeelschef werd op de hoogte gebracht. Een spoedvergadering was het gevolg. In eerste instantie dacht men eraan om de hele 'Vlaamse' voorraad suiker gewoon weg te gooien. In het kader van de besparingen bleek dat echter niet de ideale oplossing. Probleem. Tot er een slimmerik een lumineus idee had. Waarom niet in Frankrijk klontjes suiker gaan kopen? Daar staat enkel in het Frans 'sucre' op. Dan konden ze de ene dag 'sucre' bij de koffie geven en de andere dag 'suiker'. Zo gezegd, zo gedaan. En met een dienstwagen werd in allerijl een diplomatieke afgevaardigde naar Frankrijk gestuurd om 'sucre' te gaan halen. Het communautair probleem was opgelost nog voor er ook maar één ander parlementslid het had opgemerkt. Het voorval kwam wel ter ore van een journalist die het wereldkundig maakte. Soms vraag ik mij toch af waar ze zich mee bezig houden. Want dergelijke onnozelheden zijn niet alleen een probleem van het personeel. Dat is een besmettelijke ziekte in ons parlement. Dat is overgegaan van parlementariërs naar personeel. Kan niet anders. Het zijn ministers en parlementsleden die de bron zijn van de onnozelziekte. En dan vraag ik mij af of een minister van onnozele zaken niet nuttig zou zijn. Een minister meer of minder zal wel zo erg niet zijn. Al komen er nog wel kabinetsmedewerkers bij, maar goed, waarom niet. Dan kunnen ze alle onnozele zaken concentreren. Voor dergelijke zaken is er geld genoeg in ons land. En dan kunnen de anderen zich misschien met nuttige zaken bezig houden. Dat zou al een slok op een borrel schelen. Of toch maar niet. Want wie gaat beslissen wat onnozele zaken zijn en wat niet. Dan zou er nog een commissie moeten komen die beslist wat nuttige en nutteloze zaken zijn. Voor de verdeling van de dossiers. Want ik kan mij zo voorstellen dat, ik zeg maar wat, de orde van de rechte punaise een dossier over de scheve punaise heel belangrijk vindt. En een behandeling door het ministerie van binnenlandse zaken eist. Ellenlange discussies zouden het gevolg zijn. We zullen het maar laten zoals het is. Er is al genoeg gepalaver. En een minister van onnozele zaken zou onze politiekers wel eens op rare gedachten kunnen brengen. Want als een minister van onnozele zaken kan, dan zouden ze ook wel van mening kunnen zijn dat een minister van achterbakse zaken ook nuttig zou kunnen zijn. Of een minister van onderhandse zaken. Of een minister van clandestiene zaken. Of een minister van schijnheilige zaken. Of een minister van..... vul zelf maar aan.
|