Naar aanleiding van de olympische spelen heeft er iemand een filmpje gemaakt over prestaties. Hij, of zij, heeft de prestaties van de snelste mens ter wereld vergeleken met een dier. Die snelste mens is dan Usian Bolt. Tenminste, de snelste ter wereld op de 100, de 200 en de 4 x 100 m estafette. Maar algemeen wordt de Jamaicaan erkent als snelste mens. Niet niks. Maar vergeleken met een jachtluipaard komt hij hopeloos te kort. Dat bleek uit het filmpje waarop de prestaties van een doordeweeks jachtluipaard en de snelste mens ter wereld vergeleken werden. Op de 100 m. Het jachtluipaard zat in de kantine al aan zijn tweede duvel toen Bolt goed halfweg was. Het zal je maar overkomen. Je bent dan de snelste van een soort dat de wereld overheerst en je kan het niet winnen van een stom beest. Er zijn nog zo van die gevallen. Een stomme vlo bijvoorbeeld, heeft een spring capaciteit waar geen mens tegenop kan. In verhouding van zijn grootte zou een mens met gemak over de eiffeltoren moeten kunnen springen. En eerlijk gezegd heb ik dat nog geen mens zien doen. Ook mieren beschikken over enorme mogelijkheden. Als een mens de krachten van een mier moest hebben zou hij een vracht van 300 kg van hier naar Moskou kunnen sleuren. Te voet, per dag, heen en terug. Ongelooflijk toch. En wij mensen zijn dan de heersers van de wereld. Waar hebben we dat eigenlijk aan te danken? Sukkels als we zijn. Elk dier beschikt over een capaciteit die ver boven het menselijke ligt en toch overheersen wij mensen de wereld. Raar toch. Maar volgens mij is er iets dat overheerst. Iets dat de mens oppermachtig maakt. Een capaciteit dat al de rest in de schaduw plaatst: het vermogen om logisch te denken. Al beschikken sommige dieren ook wel over dat vermogen. Maar niet in de mate dat een mens dat heeft. Ik kan mij niet voorstellen dat een dier er zou op gekomen zijn om het wiel uit te vinden. Alleen maar door te zien dat een ronde steen van een berg rolt en een vierkantige niet. Want ik veronderstel dat het iets in die aard moet geweest zijn dat één van onze voorouders op het idee bracht. Al kan het natuurlijk iets totaal anders geweest zijn. Maar toch. Je moet toch over een capaciteit beschikken om gevolgtrekkingen te maken. En na enkele mislukkingen op het juiste spoor te raken. Want dat is ook een niet onbelangrijk onderdeel van het menselijk brein. Proberen, testen, mislukken en niet opgeven. Steeds maar weer die drang hebben om beter te doen. Steeds weer de drang om meer te weten. Kennis vergaren en doorgeven aan het nageslacht door communicatie. Want ook taal is een belangrijk onderdeel van de mens. Geen simpel taaltje dat zich beperkt tot 'oei' en 'aai', maar een complexe taal. Zo complex dat een Nederlandstalige geen jota begrijpt van wat een Magrebijn staat te brabbelen. Al die capaciteiten zoals, logisch denken, de drang naar kennis, taal en onderwijs maken de mens tot wat hij nu is. Al ben ik soms wel jaloers op wat dieren kunnen presteren. En zou ik wel liever een varken zijn. Varkens presteren het immers om een orgasme te hebben van 30 minuten.
|