De natuur heeft zijn herfstkleedje aangetrokken. Het frisse groen heeft plaats gemaakt voor het frisse bruin. Het is weer eens wat anders. Het moet niet altijd zomer zijn. Nu ja, zomer, dit jaar was het eigenlijk een zomer die er geen was. Enkele dagen met een zonnetje en voor de rest veel regen. Al heeft dat ook zijn voordelen natuurlijk. Want eigenlijk mogen we gelukkig zijn met zoveel regen. Er zijn plaatsen op de wereld waar mensen een ongeluk zouden doen om een emmer water. En niet te vergeten; van water wordt bier gemaakt. Voorlopig zullen we dus niet zonder gerstenat vallen. Want ook de hopoogst is behoorlijk. Of de prijs van bier daarom zal zakken is niet zeker. Maar ondertussen verliezen de bladeren hun bomen en wordt het stilaan een beetje frisser. De bloemetjes zijn uitgebloeid en de bloemblaadjes verslensen. De zaadjes worden met de wind naar onbekende oorden weggedragen. De wind lijkt wel postbode te spelen. Zelfs het gras en het onkruid heeft een stakingsaanzegging ingediend en is alvast gestopt met groeien. Net alsof het gesyndiceerd spoorwegpersoneel betreft dat hun jaarlijks aantal stakingsdagen moet halen. En zo maakt de natuur zich op om de koude te trotseren en hoopvol uit te kijken naar de volgende lente. De zon mag dan al zijn best doen om er nog een beetje warmte uit te persen, het kan niet baten. De natuur gaat zijn gang. Donkere grijze wolken komen onverzettelijk het land binnengedrongen. Met in hun kielzog de onvermijdelijke regen, ijs en sneeuw. Wind, sneeuwvlagen en gladde wegen zullen ons deel zijn. Eindelijk. Gedaan met de hitte, met terrasjes, met puffen en blazen. In de plaats komt koning winter het hele zooitje schoonmaken. Heerlijk weertje staat ons te wachten. Tenminste, van achter het warme raam. In een zachte zetel. Met een goed boek en een frisse duvel.
|