Een tijdje geleden was ik in Leuven. Best wel een gezellige stad. Je kunt er eten en drinken wat je maar wil. Dacht ik. Tot het tot me doordrong dat er iets was dat ik mistte. Iets van lang geleden. Een geur, een smaak. Was het nostalgie? Was het iets van lang geleden dat totaal onverwacht tot me doordrong? Waren mijn hersenen van slag? Dat laatste leek me het meest waarschijnlijk. Tot ik het ineens zeker wist. Hamburgers. Van die lekkere, vettige, warme hamburgers. Met ketchup. Nergens meer te vinden. Tegenwoordig moet het allemaal gezond zijn. En die gezonde broodjes waren er wel te vinden. Met hopen. In alle soorten en maten. Met kaas. Met sla en worteltjes. Met ajuintjes. Met komkommer. Met al wat maar enigszins op groenten lijkt. Het lijkt wel konijnenvoer. En dan met een kwak mayonaise erop. Wablieft gezond. We zijn blijkbaar met zijn allen de gezonde toer op. We willen allemaal honderd worden. En slank blijven. En fit. Hoe meer ik rondliep, hoe meer zin ik kreeg in een hamburger. Was er nu nergens een hamburgerkraam te vinden? Niks dus. Maar wacht eens even. In het Brusselse noordstation was er toch een kraam met pensen en hamburgers. Zou dat nog bestaan? Ik zou het vlug weten. De trein op en naar Brussel. In het noordstation afgestapt en direct naar beneden. En daar kronkelde die heerlijke geur van hamburgers mijn neusgaten in. Eventjes dacht ik nog aan de goedmenende raad van mijn dokter. Heel even maar. En dan: dieet? de pot op. Cholesterol? den boom in. Bloeddruk? Loop naar de maan. Een lekkere, vettige, ongezonde hamburger was mijn beloning. Met ketchup. En nog eentje Mevrouw alstublieft. Lang geleden dat ik zo lekker gegeten had. Het was feest en daar hoort een duvel bij. Naar buiten dus. Naar een klein cafeetje waar ik vroeger ook regelmatig kwam. Verrassing, het café was van uitbater veranderd. Een lieftallige dame verdiende er nu haar boterham. Ze verkocht zaken die mij normaal gezien wel interesseren, maar nu even niet. Dan maar het cafeetje er naast. Ze hadden daar ook duvel van een goed jaar.
|