In het voorgaande stukje heb ik het al laten blijken. Kunst is niet mijn ding. Nu heb ik niks tegen iemand die een mooi schilderijtje maakt. Zeker niet. Maar er zijn grenzen. Neem nu ene Jan Fabre. Die man presteert het om, in het jaar 2000, de zuilen van de gentse universiteitsaula met ham te beplakken. Dat is kunst volgens hem. Nu moet je mij eens uitleggen wat er zo kunstzinnig is aan het verspillen van voeding. Ja maar, repliceert een zekere Jan Hoet: Het is vervallen ham. Over datum. Niet meer geschikt voor consumptie. Jan Hoet: De Eddy Wally van de kunst dacht ik eerst. Geweldig, fantastisch, uniek Maar dat is een belediging voor Eddy Wally. Eddy Wally is een zanger die ik kan waarderen. Hij presteert tenminste iets. Maar Jan Hoet. Wie is dat? De kunstpaus volgens sommigen. Wablieft? Een psychiatrisch geval, ja. Laat ons nu eens eerlijk zijn. Als er een psychiatriepatiënt tegen zijn dokter komt vertellen dat hij stukken ham tegen een muur wil plakken, wat denk je dat er zal gebeuren? Ik geef het u op een briefje. Die komt nooit meer vrij. En terecht. Hoe verzinnen ze het? Hoe debiel kan je zijn? Fabre en Hoet, te gek voor woorden. En als je dacht dat dit wel het laagste van het laagste was, dan komt er een zekere Wim Delvoye. Die presteert het om een strontmachine te maken. De cloaca. Langs de ene kant steek je er voeding in en langs de andere kant komt er stront uit. Kunst??? Gaat het een beetje? Nu wil ik die drie het eens zien en horen uitleggen in een derdewerelddorp. Zo van, nee mensen we gaan al dat lekkers niet opeten. We gaan dat tegen de muur plakken en daar laten rotten. Het is over datum. Vervallen. We gaan dat door de cloaca steken en lekkere stront van maken. Ga dat eens uitleggen aan een man wiens vrouw en kinderen liggen te kreperen van honger. Maar het is zoal mijn overleden vader het filosofisch kon uitdrukken. Een zot zonder kuren, is geen zot.
|