Charel was politieofficier in het Antwerpse centraal station. Een boom van een kerel met een beruchte reputatie. Bij elke aanvang van zijn dienst deed hij de ronde in het station. Dat was voldoende om iedereen die niks goeds in de zin had uit het station te laten vluchten. Want de vele verhalen over de tussenkomsten van Charel waren niet bepaald sprookjes om aan kinderen te vertellen. Tijdens zijn dienst was het dan ook altijd opvallend rustig in het station. Maar soms moest Charel toch eens ingrijpen en dat deed hij dan volgens zijn eigen, weinig tactvolle, procedures. Dat ging zo in die jaren. Als hij een verklaring moest loskrijgen uit iemand die iets mispeutert had begon hij met het uitdelen van enkele rake klappen. Dan kwamen de antwoorden op zijn vragen vlotter was zijn devies. Zo kreeg ik als jonge treinbestuurder het genoegen om Charel in actie te zien. Nu ja, actie. Charel was tijdens zijn tussenkomsten altijd de rust zelve. Maar wel doortastend. Op een dag kwamen we aan in Antwerpen en de begeleider vroeg de tussenkomst van de politieofficier. Er was een reiziger die weigerde te betalen. De zwartrijder weigerde tevens de trein te verlaten en van identiteitspapieren was ook al geen sprake. Op zijn eigen rustige manier kwam Charel de trein in. Zonder één woord grabbelde hij de man vast en kwakte hem tegen de zijwand. Handen op de rug en handboeien aan. Om hem vervolgens de trein uit te sleuren. De man kende Charel blijkbaar niet want hij vond er niet beter op dan tegen Charel zijn benen te stampen. En dat was iets dat hij beter niet gedaan had. Want om het bureel van Charel te bereiken en een verklaring af te leggen moest er een trap afgedaald worden. Bovenaan de trap gaf Charel de geboeide man een zetje zodat hij de trap af donderde. Charel volgde rustig de tuimelende man de trap af. Raapte hem op en trok hem mee zijn bureau binnen. Voor de begeleider was de zaak gesloten en wat er daarna met de man gebeurde weet ik niet. Dit om maar te zeggen dat Charel weinig tactvol te werk ging. Maanden later zat ik in het bureeltje van de onderstationschef te wachten op de volgende te bedienen trein. Net op het moment dat de nieuwe stationschef een preek aan het afsteken was over het feit dat eventuele problemen met tact opgelost moesten worden. Nieuwe baas, nieuwe regels, zo gaat dat. Charel was er ook en het was duidelijk wie de nieuwe stationschef viseerde. Tot een stationspoetser het lokaaltje binnenkwam met de mededeling dat er in de wachtzaal een zatte madam met haar spel bloot zat. Charel stond recht om het geval te regelen. Maar de stationschef drukte Charel op het hart dat het met tact moest gebeuren. En hij zou dat meteen even voordoen hoe het moest. De stationschef en Charel gingen samen naar de wachtzaal. Dat moest ik zien en ik dus mee. In de wachtzaal lag inderdaad een oudere vrouw te slapen met haar rok hoog opgetrokken. De stationchef begon met zijn tactvolle benadering. Hij legde een hand op de schouder van de vrouw en probeerde haar zo wakker te schudden. De vrouw trok één oog open en kwakte haar handtas tegen het hoofd van de stationschef. Zijn kepi vloog door de wachtzaal en met een rood gezicht wendde hij zich tot Charel. En Maak dat dat hier buiten is was het enige dat hij wist te vertellen. En Charel zette de vrouw buiten op zijn eigen manier. Er is in het Antwerpse centraal station nooit meer gesproken over tact.
|