Omdat de aangespoelde brokken polyurethaan me deden denken aan broodjes heb ik de strandsculptuur 'broodboom' genoemd. Alhoewel een broodboom er gans anders uitziet. (zie bijlage)
De broodboom is een tot 30 m hoge, eenhuizige, in droge tijden bladverliezende boom, die verwant is aan de nangka en de tjampedak. De plant komt voor in Zuidoost-Azië en Polynesië. Wereldwijd wordt de plant in de tropen tussen beide 17e breedtegraden gekweekt.
Soms denk ik: "Met wat ben ik hier feitelijk bezig? Als je ziet hoe intensief kinderen bezig zijn om te ontdekken door het spel, vind ik het helemaal niet erg. En dat is heus ook zo. Vroeger tijdens mijn "productief" leven vond ik het niet prettig dat er een verband werd gelegd tussen wat ik deed en het spel van kinderen. Nu, op mijn gezegende leeftijd kan mij dat geen barst meer schelen. Dit tijdelijke werk vind ik zelfs krachtig omdat het niet gescheiden kan worden van de plek waar het gemaakt werd . Enerzijds de rommel op dit maagdelijk en moeilijk bereikbaar strandje en anderzijds de havenwerken, de vooruitgang die terzeldertijd de vervuiling meebrengt, en de honger in de wereld.
De eerste serieuze poging van Europeanen om de broodvrucht in exploitatie te nemen was de expeditie van kapitein William Bligh op de Bounty naar Tahiti in 1787, die als doel had om daar broodbomen op te kweken, ze te verzamelen en mee te brengen, voor verspreiding in de Engelse koloniën als goedkope voedingsbron voor slaven. Na vijf maanden op Tahiti werd de terugweg aanvaard met meer dan duizend broodboomplanten aan boord, die echter door de beruchte muiterij hun bestemming nooit bereikt hebben.
|