***
Gaan de Canarische bananen ten onder aan de dollarbananen?
***
De Canarische Eilanden vallen onder de ultraperifere regio's. Dit houdt in dat de economische groei van deze
eilanden wordt belemmerd. Guadeloupe en Martinique (Frankrijk), Madeira (Portugal) zijn de andere eilanden
die steun van de EU ontvangen. De bananen uit deze regio's worden gepromoot als Europese producten. Via
het programma van de UPR's wil het Spaanse ministerie van landbouw (MARM) met de Canarische banaan
vooral de prioriteit leggen op de Belgische en Duitse markten. Het Spaanse ministerie werkt daarvoor nauw
samen met de "Vereniging van de Organisaties van Bananenproducenten van de Canarische Eilanden"
(Asprocan). Het programma richt zich tot verdelers, consumenten, opinieleiders, producenten en lokale
verwerkende bedrijven. De totale begroting voor dit Europees programma bedraagt 16 miljoen euro,
verspreid over drie jaar. Bananentelersvereniging Asprocan werd opgericht in 1995 en vertegenwoordigt de
bananensector op de Canarische Eilanden. De belangrijkste doelstelling is de Plátano te presenteren en
nieuwe afzetmarkten te creëren.
De concurrentiedruk voor bananen uit de Canarische Eilanden wordt steeds heviger. Voor de telers hier wordt
het elke dag moeilijker om te overleven, want het is bijna hun enige inkomstenbron. Sinds het begin van de
jaren 90 vechten de Latijns-Amerikaanse landen het bananenimportregime van de Europese Unie aan, dat
fruit uit Afrika, de Caraïben en de Pacifische landen bevoordeelt. Met het akkoord van Genève stemde de EU
toe om die importtarieven systematisch af te bouwen naar 114 euro in 2017.
Telersvereninging Asprocan klaagt al jaren over deze verlaging van importtarieven en geeft aan dat de
Canarische Eilanden hier zwaar onder lijden. Ze hebben stijgende kosten en kunnen deze amper berekenen
omdat ze moeten concurreren tegen de lagere prijzen van de bananen uit andere gebieden. Ze krijgen steun
van de EU en de totale begroting voor dit Europees programma bedraagt 16 miljoen euro, verspreid over drie
jaar, vanaf 2012 (we zitten nu dus reeds in het derde jaar). In eerste instantie worden Duitsland en België
benaderd om meer Canarische bananen (plátanos) te consumeren. Er wordt alleen nog niet naar deze landen
geëxporteerd. In beide landen hebben promotieacties plaatsgevonden en eind juni 2013 heeft Asprocan een
persreis naar La Palma voor vakjournalisten uit België en Duitsland georganiseerd, zelfs de president van de
Canarische Eilanden heeft een reisje naar Duitsland mogen maken en geloof me vrij dat zal wel een bom geld
hebben gekost. Je ziet maar hoe subsidies worden gebruikt!
Op La Palma werden de plantages Finca San Ándres en Finca La Hoya bezocht. Dit zijn typische voorbeelden
van de traditionele Canarische bananencultuur. Ook ging de groep naar de verpakkingsfabriek Coplaca.
Deze "Empaquetero" van de "Cooperativa Agricultores Guanches de San Ándres y Saúces" verwerkt jaarlijks
9.780.000 kilo bananen van de plantages uit het noorden van La Palma. Het waterwinningsstation werd als
laatste bezichtigd. Deze ligt in de gemeente Barlovento en bestaat uit een ondergrondse galerij, die gebouwd
werd om een watervoerende laag in de ondergrond te bereiken. Op die manier kan in de ondergrond water
gewonnen worden. In tegenstelling tot waterputten is deze galerij horizontaal.
***
Sven Tuytens is door Asprocan gevraagd als vertaler tijdens deze reis en vertelt over de ontwikkelingen van
de Canarische plátano. "La Palma is één van de mooiste eilanden van de Canarische eilanden. Ik heb een
paar gesprekken gehad met telers zelf en op dit moment klagen ze dat het vooral heel moeilijk is om de
concurrentie aan te gaan met de grote multinationals uit Latijns-Amerika. Het gaat er niet alleen om dat deze
mensen lagere productiekosten hebben, maar de regelgeving is daar veel minder streng. De Canarische
bananen ondergaan heel wat meer controles."
Europese steun
"Met de landbouwsteun die Canarische bananentelers ontvangen van Europa, kunnen ze de helft van hun
zaken bekostigen. Ondanks dat zijn ze op sommige momenten echt onder de kostprijs aan het werken. De
marges zijn heel klein en ze voelen de concurrentie van andere bananen. Die worden bijna verkocht voor de
kostprijs van Canarische. Spanje was een belangrijke afnemer van de Canarische bananen, maar dat aandeel
slinkt nu elk jaar. Met name door de crisis willen Spanjaarden minder geld uitgeven aan basisbehoeften en
hebben de voorkeur voor andere, goedkopere bananen. Kwaliteit maakt dan minder uit. En dat is juist wat
Canarische plátano onderscheidt. Daar kunnen ze het verschil in maken."
Voortbestaan van de eilanden
Op de Canarische Eilanden zijn het vooral kleine familiebedrijfjes, die de bananen telen. Het grootste deel
heeft minder dan een hectare. Op La Palma is de banaan de belangrijkste inkomstenbron en daarbij is de
plátano het belangrijkste landbouwproduct. Omdat ze met zulke kleine hoeveelheden werken, is ook logistiek
een grote kostenpost. Daarnaast moet bijna alles manueel worden gedaan omdat er geen landbouwmachines
op deze terassen kunnen komen. Iedereen brengt dagelijks zijn eigen oogst met kleine vrachtwagentjes naar
de verwerkings- en verpakkingsfabrieken, die worden gerund door coöperaties. Daarna gaan de producten
naar de veiling op het Spaanse vasteland. De producten worden allemaal verpakt en vermerkt met het logo
van de Canarische Eilanden.
***
Telers zijn heel bang dat er nu gekort gaat worden op landbouwsubsidies. Dan is het voor hun ook afgelopen.
Het is nu amper rendabel meer. Er hangen 25.000 rechtstreekse of onrechtstreekse jobs aan deze sector. Het
werkloosheidcijfer op de Canarische eilanden ligt nu rond de 30%. Als deze sector wegvalt, zullen velen de
Eilanden verlaten om naar het Spaanse vasteland te vertrekken. Uiteindelijk heb je de kans dat ook het
toerisme een stuk minder wordt. Uiteindelijk verliest alles haar waarde. Het gaat hier dus om het
voortbestaan van de Eilanden. Velen hebben geen idee hoe belangrijk de bananen zijn voor de Canarische
Eilanden en in het bijzonder voor La Palma, heel onze samenleving draait om bananen.
Waterwinning
Waterwinning op de Canarische Eilanden is er de laatste jaren niet eenvoudiger op geworden. "La Palma is
een enorm steil eiland en dit is omgebouwd in terrassen. De Canarische Eilanden zijn zeer droog en het water
moet worden gewonnen uit waterdragende lagen in de ondergrond. Ook wordt er in de bergen gegraven en
door middel van een indrukwekkend irrigatiesysteem krijgen de bananen voldoende water. Veel telers en
coöperaties graven samen in zo’n bergwand en verdelen daarna het water over de akkers. Er zitten wel
honderden tunnels. Het probleem is dat de ondergrond nu steeds moeilijker op een natuurlijke manier kan
herstellen. Daarom zouden de eilanden op termijn last kunnen krijgen van waterproblemen. Daarom wordt er
gezocht naar alternatieven als zeewater. Op sommige eilanden zoals Gran Canaria is er al een
ontziltingsstation in gebruik en dat is een enorme investering. Ook drijft het runnen van zo’n station de
productiekosten omhoog."
Export?
"De afzetdaling in Spanje zorgt ervoor dat de Canarische Eilanden op zoek moeten naar nieuwe afzetmarkten.
Daarom zet Asprocan zich ook in om export mogelijk te maken, maar tot nu toe is er nog niets van de grond
gekomen. Het enige wat er nu gaande is, zijn gesprekken met supermarkten. Asprocan kan niet aangeven
wanneer de export nu precies gaat beginnen. Het is heel moeilijk om deze markten binnen te geraken, omdat
ze zoveel concurrenten hebben."
Consumenten/ promotie
Veel importeurs hebben de plátano al gezien, onder andere tijdens de "Fruit Logistica" dit jaar. Om de
consumenten kennis te laten maken met de plátano, hebben al diverse acties plaatsgevonden in België en
Duitsland. Consumenten zijn te spreken over de smaak, maar het uiterlijk van de bananen zit niet echt mee.
De plátano heeft na een dag al vlekken en voor de consument is dat een teken van rijpheid en bederf. Het
verschil in productie met andere bananen is dat Canarische bananen tot zes maanden op de plant rijpen. In
Latijns-Amerika is dat ongeveer de helft. Dit betekent dus dat er veel minder tijd is om de producten te
transporteren. Het risico is een stuk groter dat ze al rijp aankomen op de markt. De zoetheid wordt door
consumenten weer wel gewaardeerd. Het suikergehalte ligt door de langere rijping een stuk hoger. Ook zijn
de plátanos ecologischer. Het grote probleem is dat er nu veel wordt gepromoot, maar niet gezegd kan
worden wanneer de banaan daadwerkelijk naar de consument toekomt.
Toekomst
"Canarische plátanos hadden vóór de daling van de importtarieven een bevoorrechte positie. Vandaag de dag
zijn de marges te laag en nu staat de toekomst van dit product én de Eilanden op het spel. Er zijn voor telers
weinig alternatieven, nu wordt door sommigen avocado’s geteeld. Europa zou meer moeten beseffen dat dit
‘eigen’ bananen zijn waarbij steun hard nodig is."
Toerisme
Het toerisme is de enige andere grote bron van inkomsten voor La Palma. Maar ook die sector kan de rol van
de banaan niet overnemen. Zij heeft maar beperkte ruimte om te groeien. La Palma zal niet snel een
bestemming worden voor het massatoerisme, zoals op de grotere zustereilanden Gran Canaria en Tenerife.
La Palma mist brede zandstranden. De toeristen die het trekt, willen klimmen en wandelen in de Caldera.
Men ziet geen alternatief voor La Palma.
Groei
De grenzen van de groei komen in zicht. De laatste jaren zitten we steeds dicht bij het plafond van 420 000
ton dat de EU ons heeft opgelegd. Voor alles wat wij meer leveren, geldt de prijsgarantie niet en die is
momenteel voor de bananenboer 30 eurocent de kilo, gekker moet het niet worden. Ook water wordt een
probleem. La Palma heeft nog genoeg, maar de andere eilanden komen tekort.
,,We prikkelen de telers niet langer om steeds meer bananen te produceren.''
plastic tenten.
De subsidie voor de tenten en netten is ingetrokken. Dat gebeurde omdat zij het uitzicht bederven. Ze jagen
toeristen weg die voor de natuur naar La Palma komen maar op kassen uitkijken.
De komende jaren worden moeilijk. Maar als we Europa het verschil kunnen leren tussen de banaan en de
plátano, wacht ons nog een toekomst. Als de consumenten meer willen betalen voor een banaan die smaak
heeft, zoeter is en niet melig. In geen geval mag de banaan van de eilanden verdwijnen.
***
***
***
***
|