H1 Indonesië d3 Casablanca
Hij zet zijn hoed met hanen en kippenveren even strak op zijn kop voor hij begint. Wat had die man toch met kippen?
"Een goede morgen allemaal," zegt hij tegen de familie 'Dochter kopen
voor Rijstbaal' waar ik de naam niet van weet, op links met open armen.
"En een hele goede morgen natuurlijk voor de familie Tini van Martha
Reja en van ingenieur Francis Borst?" vraagt hij even voor de
zekerheid, en wijst met twee armen strak naar onze zijde alsof we net
op stage gekomen popsterren waren. Applaus bleef echter achterwege.
"Eindelijk zijn we dan bij elkander gekomen en ik wens dit in goede
harmonie en wijsheid te kunnen besluiten." Ging hij verder met zijn
zeer zware bromstem.
"Ik heb eens goed over deze zaak nagedacht, moeilijk, moeilijk."
Als hij zo door zou gaan wist ik nu al zeker dat ik hem stiekem op zijn tenen ging trappen. Werd ik hier ziek van zeg.
"Als eerste: volgens onze oude wetten van traditie heeft de eerste
partij, doelend op de tegenpartij, recht op de hand van Tini gezien de
al vele jaren geleden betaalde bruidsschat."
"Een zak rijst Godverdomme!" Stond ik schreeuwend op. "Tien jaar
geleden!" "Moet je er tien terug? Twintig? Klootzak!" Roep ik
woedend naar de overkant.
Ed lacht en maant mij tot stilte en dat ik weer moest gaan zitten.
De Camat wilde met zijn hamer op tafel slaan maar daar was niet meer
van over dan een lullig stokje daar hij deze al door midden geslagen
had met als resultaat een flinke bult op iemands hoofd schuin links
voor me.
Ik zweeg na zijn knipoog en zijn "Kalem, kalem," wat dit betekent hoef ik niet uit te leggen.
"Maar," ging hij verder "We moeten niet vergeten dat de hele berg aan
beide zijden nu verlichting heeft dankzij Francis waar vele families
mee geholpen zijn waaronder mij zelf."
"Daar komt bij dat ik hem geadopteerd heb als mijn zoon zijnde." "Dus
ik hoop dat jullie inzien dat ik kan niet tegen de wil in kan gaan van
onze tradities en of de wil van mijn eigen zoon."
"En zeker niet tegen de economie van karang Anyar !" Vervolgt hij streng.
Zo, die zat! Dacht ik. Ik begon te hard te klappen en met mijn kin naar
mijn echte vader, Anton en Ed te wenken dat ze mee moesten klappen wat
zij dan ook direct deden, waarna Tini's familie zachtjes maar zeker
volgde.
"Ik heb dan ook besloten de keus aan Tini zelf over te laten en vraag
haar dan ook nu de hand te pakken die zij zelf wil trouwen."
Kaassie! Dacht ik, kom op meid. Hebben we ze mooi bij hun lul.
Deze minuten van stilte en verbazing beide partijen wat betreft de
uitslag leken wel uren voor mij. Er was een doodse stilte. Niemand keek
voor zich uit behalve wij vieren. Iedereen staarde naar beneden op de
tafel alsof er een doodsvonnis was geveld. Alleen wij waren blij en
keken elkaar als overwinnaars aan. Hier klopte iets niet.
Dan eindelijk het geluid van een schuivende stoel. Tini staat op en
loopt richting de klootzak die begint te lachen wat trouwens snel
veranderd in een teleurgesteld gezicht als zij slechts achter hem langs
loopt, haar hoofd naar hem buigt en zachtjes maar voor iedereen
verstaanbaar: "Anging busuk!" (verrotte hond) zegt, om daarna met de
gratie van een kat heupwiegend naar mij toe te komen lopen mijn
schouders omarmt en vol op de mond kust.
Dit voelde nog beter aan als een doelpunt in de Kuip. Ik voelde mij als Humphrey Bogart in Casablanca.
"Dit is heel bijzonder," zegt Ed. "Dit is niet volgens de traditionele regels."
"Ze zoent je gewoon waar iedereen bij is."
"Hadoe ze houdt echt van je!" "Ze speelt hoog en gevaarlijk spel."
Achter haar rug steek ik mijn middelvinger op naar de overzijde waarna ik
haar tranen met mijn duim zachtjes wegveegt en zij op haar beurt met
wat spuug op de mouw van haar jurk mijn gezicht schoon maakt waar
waarschijnlijk nog wat bloed op zat. Haar ouders en de rest van haar
familie kwamen mij, mijn vader en de Camat een hand geven om te
feliciteren en maakte diepe buigingen.
"Zo meisje we gaan even je kleding pakken en rotten voorlopig even op
uit dit kippengat." "Wat dacht je ervan?" Ze vraagt de Camat om raad op
zijn Javaans waar ik geen moer van verstond of dit goed was. Dat was
haar eigen keus, al leek het hem verstandig nog een dagje bij haar
familie te blijven dit ook om de gemoederen te sussen van de
tegenpartij legde zij en Ed mij zo goed mogelijk uit. Dus stelde hij
voor dat ik en mijn trawanten naar Jakarta af zouden reizen en Tini
één dag later zou volgen. Ik vond dit maar weer heel erg
raar en moeilijk te accepteren maar wat moest, dat moest. Ik was blij
dat alles geregeld was en bedankte Anton, mijn vader en zelfs Ed die
zegt: "Dit heb ik nog nooit gezien ze zet die hele familie in hun blote
kont, zeer ongewoon."
"Je kent me nu toch wel een beetje Ed, als ik iets echt wil dan gebeurt dat gewoon wel of geen Tarzanverhalen!"
Onze families nemen voor even afscheid en spreken af voor morgen waarna
wij richting treinstation gaan maar niet voor wij even heftig onze
overwinning vieren bij een bierverkopende Toko kaki lima tegenover het
station. Het was een zeer romantische gebeurtenis geweest, waren er
best wel van onder de indruk van de goede afloop en allen trots op ons
zelf.
De volgende dag in Jakarta zit ik in de namiddag te wachten op de patio
voor ons huis op mijn meisje die elk moment gebroken van de reis aan
zal komen lopen.
In plaats daarvan komt er een postbode met een brief in een expres
envelop. Ik moest hem persoonlijk komen brengen van de Camat van Karang
Anyar zegt de jongen. Ik begin een beetje verdwaasd en vol ongeloof de brief te lezen.
"Lieve lieve Frans, dit zijn mijn laatste woorden. Je hebt zoveel
gedaan voor mij, mijn ouders en dorp. Echt ongelooflijk gewoon, ik had
graag met je verder willen leven maar mijn ouders zijn gisteravond toch
weer bedreigd en zouden worden gedood als ik naar Jakarta zou afreizen.
Ik heb echt geen keus. Ik sterf nog liever dan met die vuile hond te
trouwen in plaats dan met jou en heb dan ook vergif ingenomen en begin
nu dan ook een beetje 'dronken' te worden," zoals ze dat daar noemen
als een dier of mens begint te duizelen of neerstort.
De arme meid schreef dit stervende maar ik kon het niet geloven wilde
het niet geloven. Ik trok de postbode naar binnen en vroeg me te lezen
wat er stond daar mijn vader en zijn vrouw een siësta hielden want
de letters werden onduidelijker en op het laatst haast niet meer
leesbaar op het 'wacht op jou in de hemel' na.
"Wat is er gebeurt met Tini?" vraag ik de jongen.
"Bunudiri pak!." "Zelfmoord pa!"
"Dia minuman dua liter Bayghon racun." "Kras sekali." "Kashi an."
"Zij heeft twee liter Bayghon insectenvergif opgedronken, keihard spul, ik heb erg veel meelij met haar."
De aarde valt onder mij weg en val bewusteloos met mijn kop op de harde
plavuizen waardoor ik weer snel bij kennis komt en versuft ben blijven
zitten met de brief in mijn hand.
Wij wachten totdat we geroepen worden door de bediende of dochter van
de Camat, hetgeen ons nog niet helemaal duidelijk is die ons vraagt
haar te volgen. Via een achterdeur over een smal kleipad langs een sawa
waarna wij terecht komen bij een voor daar groot gebouw. Een soort van
kerk zonder torens, wit met een oranje dak. Een Hollands erfstukje?
Wij vonden deze wandeling een beetje eigenaardig daar de Camat zelf
waarschijnlijk aan zijn pik stond te trekken onder de 'douche' en wij
nu klei liepen te trappen op een blubberpad. Maar zolang alles
eigenaardig was, was het goed. Als het niet meer eigenaardig was in
Java dan begon de ellende pas echt hadden we allemaal eerder
ondervonden. Wij bleven er bij: "Indonesië is een land voor
kikkers en slangen, en absoluut niet voor mensen."
Als wij vloekend het gebouw binnenstappen en de roodbruine klei die zo
plakte als de pest proberen af te schoppen tegen de stoeprand zegt
Anton: "Kijk, Rumah Walikota dit is dus het stadhuis." Zo stonden wij
dus het voorportaal een beetje te vervuilen met zijn vieren.
Dat mij dit gebouw verleden keer niet eerder is opgevallen. Zal wel te
druk bezig geweest zij met de twee verschillende soorten bloedzuigers
van het dierenrijk: De bloedzuiger en de bloedzuigers die doden voor
geld. En dat mijnenveld vol cobra's zal ook wel iets te maken gehad
hebben met mijn gebrek aan zin in sightseeing. Ik zweerde dat ik al in
het 'stadhuis' geweest was en daar zelfs geadopteerd werd. Ik had toch
in de burgemeestersstoel gezeten?
Normaal trek je overal je schoenen uit in Indonesië maar dat doe
je natuurlijk niet als er bonje of een kleine familieoorlog aan de gang
is. Je zal er maar vandoor moeten of ergens achter aan. Dus toen wij
het hele eens spierwitte voorportaal inclusief trap hadden besmeurd met
roodbruine klei wat er uit zag als stront van een te veel van sambal
genoten verteerde maaltijd.
"Moet je godverdomme mijn nieuwe Assics zien," zei mijn vader die zo
trots op zijn nieuwe gympen was omdat ze zo lekker liepen, die eens
blank wit waren geweest en nu als een soort strontklompen aan zijn
voeten bungelden.
Anton had er geen last mee en zei stoer: "Ya sepatu Cowboy."
Met zijn Cowboylaarzen. Ed met zijn ministeriesandalen had het het
minst naar zijn zin. Zo stap ik luid de Camat vervloekend, een
tussendeur door. Mijn vader mij vervloekend omdat ik altijd iets
bijzonders had met 'wijven' zei hij.
"Ken je nou niet één keer een normale uitzoeken?" Eén keer maar?!"
En Anton en Ed mijn vader vervloekend omdat hij hun overgehaald had op
deze 'tour of duty'. "Het leek wel een legeroefening," volgens hun.
Als wij met veel kabaal en onder de klei de tussendeur door gestapt
zijn, ook nog eens half lazarus komen wij terecht in een hele grote
zaal waar we aangestaard worden door een doodstille menigte van zo een
honderd mensen gezeten aan een soort ontzettend lange behangtafel, maar
dan twee keer zo breed en twintig keer zo lang. Ze zaten perplex naar
ons te kijken en wij naar hun. Mijn vader gaf mij stiekem een
elleboogje en zei zachtjes: "Wat nou?"
"Weet ik veel," beantwoorde ik, "jij woont hier toch al vier jaar!"
Anton zegt zachtjes dat hij er zestien kan neerschieten binnen
één minuut. Ik en mijn vader kijken elkaar aan. Toen Ed,
of Slis onze slangenman dit hoorde vloog hij naar voren met de
onderdanige manier van lopen met dat dunne nekkie en zijn hoofd naar
voren gebogen, liploos en grijnzend zonder tanden te ontbloten wilde
zich net gaan voorstellen met een diepe buiging als de Camat binnenkomt
die ons en speciaal mij vriendelijk begroet.
Ik sla gelijk een arm om zijn schouders. Een geroezemoes stijgt op.
"Pa," zeg ik: "dit is pa!" Trots geeft de Camat mijn vader een hand en
zegt blij te zijn met een nieuwe Hollandse zoon als ingenieur en
verwelkomde ons van harte in Karang Anyar. De arme ziel moest eens
weten waar we hem allemaal voor hadden uitgemaakt, hij had zich
waarschijnlijk opgehangen. Hij vond het zo een eer.
Hij plaatst mijn drie metgezellen rechts van de tafel bij de kleinste
groep waar ik achteraan nu ook mijn meisje ziet zitten. Als ik naar
haar toe wil lopen om een zoen te geven drukt de Camat mij neer met
zijn hand op mijn schouder op een stoel op de kop van de tafel en gaat
rechts naast mijn 'andere' vader zitten. Ongeveer dertig meter
bij mij vandaan aan de andere kop van de tafel zit een gozer met een
pokdalig gezicht en een litteken over zijn muil een beetje boos te
kijken naar mij. Ik vlieg overeind en vraagt of hij die klootzak is die
mijn 'verloofde' had gekocht voor een baal rijst en die laffe mannetjes
achter me aan gestuurd had. "Ik trek je kop eraf imbeciel." Anton legt
zijn hand op zijn Colt en trekt zijn haan naar achteren. "Geef dat ding
eens hier Anton." vraag ik hem. Hij kijkt naar mijn vader maar voor die
kan reageren springt de Camat omhoog uit zijn stoel slaat met zijn
hamer zohard op tafel en maant de rechtspraak tot stilte. De hamer
brak, de klos vloog op een voorhoofd van een aan tafel zittende man van
onze tegenpartij die even knockout ging.
"Wat een teringzooi zeg," Ik was woedend. "Die lul zit gewoon tegenover me!"
De situatie was duidelijk er zaten twee families tegenover elkaar te
vergaderen over een bruid, een mensenleven. Niet te geloven. En het
ging over 'mijn' meisje. Ed was bang, iedereen was bang. Ik had daar
geen tijd voor, ik deed net of ik ging zitten en sprong overeind en
rende de tafel over naar het andere hoofdeind om die gozer te wurgen.
Ik werd onderweg aan mijn enkels en benen gegrepen door honderden
handen waardoor ik op mijn platte smoel viel daarbij een bloedneus
opliep en woest opkeek als een kwaad briesende stier die met zijn ene
poot in het zand graasde klaar om aan te vallen richting strot mijner
tegenstander. Anton zijn Grote Colt om hem heen richtend en op een
fluitje blazend dat iedereen moest blijven zitten. Een rel. Mijn vader
met een stoel in de aanslag richting tegenpartij. Ed nam nog een slokje
thee en zat nerveus te lachen. In plaats van direct mijn weg te
vervolgen kijk ik even naar rechts toevallig precies in de ogen van
Tini die huilt en lacht te gelijk. Ze streelt mij onder mijn kin en
over mijn wang mijn bloed een beetje verwijderend. "Ga alsjeblieft
zitten Frans, doe het voor mij?"
Verkankerd stap ik express van de tafel af en ga achter Tini staan en
legt mijn hoofd op haar schouder en zegt zachtjes dat ze zich niet druk
hoeft te maken. Ze laat tranen zonder te huilen. Vanwaar dit verdriet?
De bloedhond aankijkend loop ik achteruit terug naar mijn stoel
en neem plaats aan de kop van de tafel waar ik zijn familie aankijk en
met platte handen hard op de tafel slaat en vraagt: "Turus?!"
"Verder?!"
Iedereen deinsde achteruit van de klap al had Anton zijn revolver al
lang weer weggestopt. De Camat staat op en begint zijn betoog. Iedereen
bleef nu doodstil. Ik maakte nog even snel een beweging over mijn keel
naar het andere eind van de tafel met een waarschuwend vingertje er
achter aan. De Camat maant mij tot rust met zijn hand op mijn schouder
en begint iedereen toe te spreken.
Nou gaan we het krijgen: "Winnetou and Old Shatterhand, brothers in
arms in strijd om Pocahontas." "Het moet niet veel gekker worden ik
draai al bijna door." Zeg ik zachtjes uit mijn mondhoek richting Pa en
Anton. "Blijf nou maar even rustig, we kunnen ze altijd nog af
knallen," zegt Anton. Dit stemde mij tot tevredenheid en rust.
"Ik begin nu toch wel erg dorst te krijgen," zegt mijn vader zachtjes.
Ik wijs naar Ed en maak een drink- en geldbeweging er achter aan.
"Even niet Frans, tradtie!" zei Ed die niets ontgaat.
"Krijg de tering met je traditie," sist mij vader naar hem; "Tgg, moest
je hem gisteren zien als Minister Sutrisno, oplichter." zonder dat
iemand het kon verstaan daar het in het Nederlands was.
"Was dat ook traditie?"
"Precies zegt Ed," "En nu stil, je maakt de Camat en Frans' schoonfamilie verlegen!"
Brommend gaan Anton en mijn vader rechtop zitten en houden mij in de gaten en luisteren naar de Camat zijn betoog.