Veel leesplezier, voor evt uitgevers en bestellingen http://www.writehistory.be/?p=store Contact op franciscusborst@hotmail.nl
14-09-2008
Klotezooi!
Week gevochten met leren tong
stekende lever, pijn in mijn long
Niet kunnen slapen of nachtmerries troef
zonder drank is het leven nogal stroef
Het zit gebakken in mijn genen
van kruin in mijn haar tot in de nagels van mijn tenen
Al mij neven en nichten drinken of gebruiken
niet bij kennis om het echte geluk te ruiken
Er is slecht één groot verschil
hun hebben er vrede mee, en ik moet van bil.
Was ik maar toegeeflijker of zwakker misschien
dan gaf ik het op en hield het voor gezien
Maar ik ben een streber een vechter
ik ga voorwaarts en het ken gewoon niet slechter
Elke dag is er één voor mij
elke één is een dag voorbij
Het gekkenhuis, afkickklinieken en sekten H6d6 Engeland London Waelbeckstreet Horrorhotel
Het Gekkenhuis, afkickklinieken en sekten. H6 d6 Engeland London, Waelbeckstreet Horrorkliniek
In 1997 was ik manisch depressief en had mij dan ook al verschillende
keren een overdosis toegediend maar door de meest waanzinnige situaties
heb ik die overleefd. Zo had ik een kat die Fritz heette die zo groot
en sterk was dat hij met zijn schouder het presteerde de deur van de
ijskast open te krijgen. Na een stoel er tegen aan gezet te hebben
lukte hem dit nog. Dan maar een lege krat pils op die stoel. Toen lukte
hem dit nog, weliswaar langzaam maar toen we thuiskwamen waren de
biefstukken verdwenen. Een zak kattenstenen boven op de krat erbij, en
nog hoorden ik en mijn toenmalige vrouwtje, piep piep van het schuiven
van de stoel over het zijl. Hoe kreeg hij het voor elkaar? Toen heb ik
met een hamer een houten spie geslagen tussen de ijskastdeur en de
muur. Dat was Fritz. Als ik dan ook lichtelijk blauw voor dood lag,
vanwege een O.D. pikte hij dat niet en bleef dan ook net zo lang met
zijn grote klauwen op mijn smoel slaan tot ik wakker werd. Helemaal
niet meer begrijpende wat er aan de hand was, niet meer dood wilde en
er alles aan deed om op te been te komen. Dat kunstje heeft Fritz me
drie keer geflikt. We hadden een haat liefde verhouding, maar ik mis
hem als de pest. Ook vreemd dat er op een andere keer door een
piepklein gaatje in mijn dikke velours gordijnen precies een
zonnestraal door de donkere huiskamer in mijn oog schijnt, alsof God
zelf mij liep te tarten, daar kwam nog bij dat de bovenburen
Gospelmuziek zaten te maken waardoor ik echt dacht dat ik in de hemel
beland was. Als een smurf gekleurd liet ik mij van de bank afvallen en
kroop op handen en voeten naar de keuken om een paar eetlepels
keukenzout door een glas water te roeren als tegengif. In de tussentijd
proberend wakker te blijven. Dit was een overdosis grove opium,
meegenomen door een vriend uit Marokko.
Als het zo niet lukt dan maar zwaar versneden Heroïne inspuiten,
dan duurt het iets langer maar het werkt wel. Ook komt het dan minder
hard aan bij mijn ouders dacht ik op een vreemde manier. Er woonde een
Turk bij mij in de straat die tegen zeer lage prijzen grammen per dag
verkocht, zwaar versneden met bruine cafeïne. Het slechte spul
deed zij werk en ik zag er uit alsof ik in het laatste stadium van een
Aids-patiënt zat. Ik woog nog maar vijftig kilo op zijn top, was
er dus dertig minimaal kwijt geraakt. Ik at niet meer, dronk niet meer,
niets. Kwam ook niet meer buiten alleen iedere ochtend even snel heen
en weer naar de methadonbus bij mij om de hoek. Verder kwam ik niet
onder de mensen meer van schaamte en het levensmoe zijn. Vaak zat ik te
huilen in een grote plas bloed omdat ik geen aders meer kon vinden en
de dope inmiddels vermengd met bloed in mijn spuit tot een klonterig
zaakje was veranderd. Als ik erg ziek was dan trok ik de naald eraf en
spoot zo het hele zaakje in mijn mond. Dat duurde iets langer via de
maag maar het werkte wel. Ik word al misselijk als ik er aan denk. Mijn
moeder kwam eens in de week langs met boodschappen, waarvan ik de meest
waardevolle spullen verkocht aan de buren voor smack (Heroïne) te
kunnen kopen. Als zij op een gegeven moment langs komt zegt zij op de
televisie een programma te hebben gezien, waar je word behandeld onder
narcose. Uitgevonden door een Israëlische arts, om de
zwaarverslaafde soldaten die terugkwamen uit Afghanistan te kunnen
helpen. Ja die zaten er toen al.
Een néé was geen optie wat de behandeling betrof. Sterker
nog mijn moeder en haar man hadden het al geregeld en ik moest mee naar
een tussenkantoor in ADam in de Argonautenstraat. Na een uren en
urenlang durend gesprek kwam het hier op neer: 11.000 gulden kostprijs,
de verzekering kende deze behandeling toen nog niet, er moest een
familielid mee, en ik zou er helemaal niets van voelen. Ik zou clean
wakker worden. En mijn hersenen zouden geblokt zijn voor de ontvangst
van opiaten. Een soort lobotomie? Nee zo zat het niet, ik moest ieder
dag na de operatie een halve tablet Naltrexon innemen, waardoor ik
immuun zou blijven voor opiaten. Ik kon al binnen veertien dagen
geholpen worden. Dat was snel, tot mijn moeders grote tevredenheid. De
handtekeningen werden gezet. Mijn ma en stiefvader betaalden het en
mijn eigen vader zou meegaan naar Londen, dat was de afspraak. Mijn
vader zou dan in een Hotel om de hoek van de Waelbeckstreet afwachten
tot ik geholpen was om na de narcose mij bij te staan, was hun advies.
Water van de Maas stroomt door ons aders
Feyenoordbloed slaat hard tegen de kades
van het gelensde bevoordeelde Hilversumse tuig
Een verdacht hoofdstedelijk accent in de huig
Schrijven de kranten ons deze keer kapot
of legt de K.N.V.B. ons weer op het schavot
Pakt de belasting ons niet in de knip
dan staan onze transfers wel op de wip
Afgebroken tanden wisselen bij N.O.S. haaien
zonder respect blijven ze ons provocerend naaien
Het draait om 020 en Philips zijn poen
competitievervalsing opnieuw ieder seizoen
Het kan ons niet deren want wij weten beter
vechten en vreten gras voor iedere meter
Wij staan achter de grootste club van Nederland
tot de dood, eeuwig kameraden hand in hand
Als we de eigenaar van het Youthhostel: 'The Old city,' beloven de
Whisky af te leveren in Sham el Shek aan de Rode zee krijgen wij ieder
zes flessen Johnny Walker mee, die wij in kranten gerold onder in ons
rugzak stopten. Het was een zwaar vrachtje maar we zouden er zeshonderd
Amerikaanse Dollars voor krijgen en we zouden binnen drie dagen terug
kunnen zijn. Wij zouden daar honderd Dollar voor krijgen van hem voor
krijgen. Hij beloofde een half open grens in het toen nog niet
geannexeerde gebied Taba.
Een niemandsland tussen Egypte en Israël wat bewoond werd door
hippies op het strand. Het smokkelen was "No problem," volgens hem. Er
liepen daar de hele dag jongeren heen en weer, Taba in en uit om
bijvoorbeeld naar Eilat te gaan, een toeristische badplaats in
Israël. "Afgesproken,"zei ik, en gaf Stef een knipoog.
Eenmaal buiten, zei ik: "Laat die de pleuris krijgen, die viespeuk".
Stef lachte zenuwachtig over zijn schouder kijkend naar de uitzwaaiende
Arabier, met zijn rood witte theedoek op zijn kop alsof hij dacht dat
hij Arafat was, waar hij trouwens verdomd veel op leek. Misschien was
hij het wel. Hij leefde toch altijd 'undercover'?
"Zeker weten!," beantwoord Stef en met ferme stappen besloten wij eens,
ons rijk voelende met onze handel de Old City te gaan bezichtigen. We
zijn net 'The South Gate' door met aan weerzijden The Old Wall compleet
met schietgaten en kantelen en direct zien we de smalle straatjes
bedekt met marmeren beige tegels met aan weerszijde hoge duizenden
jaren oude huizen van drie verdiepingen, met piepkleine raampjes met de
luiken meestal gesloten. Alsof je een geschiedenisverhaal binnen komt,
voel je direct de sfeer van de oude stad. Een verse gebakken broodlucht
kwam ons tegemoet, en we zouden proberen een van de flessen te
verkopen. Het was vroeg in de morgen dus het eerste stuk was rustig en
sereen, alsof we Jezus zelf tegen konden komen, met ezel en al. We
liepen praktisch op ons tenen. Zo indrukwekkend.
Helaas is het na honderd meter afgelopen met de rust en schieten de
souvenirwinkels uit de grond, met spulletjes zoals kruizen,
rozenkransen, waterpijpen en natuurlijk ansichtkaarten. Daar wij ons
fototoestel verkocht hadden voor wat eten en een lift, hadden we
afgesproken in iedere stad een paar kaarten te kopen zodat we toch iets
van onze trip thuis konden laten zien of gewoon voor ons eigen
herinneringen konden bewaren. De ansichtkaartentoren spint rond.
"Hé kijk nou eens Frans, daar zijn wij toch geweest?".
Ik trek de kaart uit Stefs handen en zie de steengroeve met de paar
gaten waar wij onze eerste dag toen we aankwamen ons behoeften hadden
gedaan. Er stond boven: 'Kidron Valley, the holy grave of Mother Mary'.
We keken elkaar aan stonden versteld en voelden ons schuldig.
"Hebben we nou in het graf van Maria zitten schijten?," vragen we
elkaar haast tegelijk. We waren het er over eens dat we het niet
geweten hadden en als er een God was en ook nog eens een schoondochter
had in Israël, Hij het ons zeker zou vergeven.
Ik bedoel ik heb God juist bedankt toen voor dat plekje, het was voor mij een wonder ineens een ideale plek te zien verschijnen.
Hij zou het vast begrijpen, en we zouden het er niet meer over hebben
en aan niemand vertellen. Bij deze. Dat we stoned spijkers hebben lopen
zoeken op heuvel van Getshemane houden we ook liever voor ons.
"Ze hadden hier toch zo'n muur?," vraag ik mijn maat.
"De Klaagmuur, ja daar gaan we kijken en het huis van Koning David schijnt daar ook te zitten en..".
"Rustig Stef, je bent goed geïnformeerd, step by step".
Als we in het centrum van de oude stad komen wat een enorm groot plein
bleek te zijn, zien wij inderdaad aan één kant een met
een laag muurtje afgezet stuk, van de oude muur waarboven
Israëlische militairen met M-zestiens heen en weer lopen. Met
daaronder spierwitte gezichten van Rabbi's boven ook nog eens een wit
overhemd en een zwart pak met lange punten van achter, uit de jaren
vijftig. Hun bolhoed leveren zij in op het afgezette muurtje en krijgen
daar een keppeltje voor in de plaats, waarna zij dus gaan klagen tegen
de muur. Wij draaiden een fles open en gingen er eens goed voor zitten,
met ons rug tegen de muur tegenover de Klaagmuur languit op de grond.
Sigaretje erbij.
De een stond te slaan met gebalde vuisten, de ander gebruikte maar
één hand, weer een ander schopte de muur of kopte hem of
stonden in ieder geval heen en weer te schommelen met hun hoofd. Maar
het mooiste was: er stond er één bij die stond te slaan,
te schoppen
en te koppen tegelijk en dat wel zo fanatiek dat hij af en toe op zijn
reet viel. Ons gelach klonk hard echoënd over het plein. De
soldaten op de bovenmuur keken ons even streng aan en marcheerden
verder.
We lagen te rollen over dat plein, we konden ons ogen niet geloven.
Inmiddels was de fles Johnny half leeg en dachten dat Jeruzalem van ons
was. We begonnen te praten dat het eigenlijk wel fijn was dat we
eindelijk eens een beetje lol hadden, en dat we nu wat handel hadden
niet in verleiding moesten komen de fout in te gaan met achter de
Heroïne aan te gaan. Nu dit gezegd was ging het duiveltje in ons
hersens direct aan de slag. De automatische piloot werd ingeschakeld en
onze vier ogen zochten het plein af naar een 'stout' iemand. We hadden
trek, omdat we dronken waren. De controle was compleet verdwenen.
De Rabbiclown leverde zijn keppeltje in gooide een muntje in een houten
bak, zette zijn bolhoed op en liep met grote passen zoals die van de
drogisthouder uit Pietje Puk het plein over recht op ons af.
Wij dachten dat hij zou gaan schelden om ons gelach van bijna een uur.
Niets daarvan, hij boog voorover trok onze hoofden naar zijn mond, en
vroeg: "Do you want to buy some Heroïn?".
Dit vonden wij zo vreemd, zo schokkerend, dat ondanks onze trek het
voor geen stuiver vertrouwden, en allebei tegelijk: "Nee!!!". riepen
zodat het hele plein ons aankeek. Hij rechte zijn rug streek zijn
ouderwetse colbert recht en liep met grote stappen weg.
"Wat was dit nou?" word me gevraagd.
"Stef jongen," "Ik denk dat hij ons wilde naaien, omdat we hem geïrriteerd hebben, hij had ons zeker aangegeven!".
"Zou het?".
"Nou we schrokken beiden zo erg, onze intuïtie zat echt wel goed".
"En als het niet zo is en ze dealen echt die Rabbi"s is het mooi een
schijnheilig teringvolk!". "Hoe komen ze aan die diamanten eigenlijk?".
"Zou er een connectie zijn?".
We lieten onze gedachten even over dit onderwerp glijden en werden er ziek van hoe de wereld in elkaar zat.
We besloten wat dichter naar de Klaagmuur te lopen en zien dat in de
linkerhoek een poortje zit met een bord er boven: 'King Davids House'.
Het was twee Shekkels intree en die hadden we nog over van ons loon van
de dag ervoor. Bij de ingang staat een soldaat van het Israëlische
leger met alweer een M zestien aan een draagriem met zijn vinger
rustend op de trekker.
We moesten eerst tussen twee gouden paaltjes door met een touw ertussen
die losgehaakt werd door de soldaat. We liepen een met rode
vloerbedekking beklede trap af naar beneden. Wat we zagen was
ongelooflijk. De grot van Ali Baba en zijn veertig rovers, maar dan
zonder Ali Baba en slechts twee rovers. Alles blonk van het goud.
Metershoge kandelaars van puur goud, bekers kelken iconen alles en
overal waar je keek goud goud en nog en eens goud. En was het geen goud
dan waren het wel diamanten en edelstenen.
Daar stonden we dan twee winkeldiefjes uit Rotterdam die zich
bezighielden met dekbedovertrekken of C.D.-tjes, midden in het Mekka.
Geen camera's geen alarm niks. Geen andere mensen, we waren helemaal
alleen. Het was te mooi om waar te zijn. Stef loopt naar de
geaquarelleerde turkooizen schoorsteen en stopt twee gouden kelken
onder zijn oksels onder zijn legergroene jas die er al zo'n vijfduizend
jaar stonden. Ik loop naar Stef toe knijp hard in biceps en fluister in
zijn oor: "Dit is toch te mooi om waar te zijn, denk even na, dit klopt
gewoon niet!". "Zet die dingen terug", beval ik. "Heb je de portier
gezien?". "Als die je fouilleert?". "Die schiet echt je kop eraf
hoor!".
Met enig tegensputteren zet Stef gelukkig de kelken terug, en ik zette
ze nog netjes even recht zoals ze echt hadden gestaan. Met de oren naar
buiten. We werden niet gefouilleerd en Stef heeft de hele dag geen
woord meer tegen mij gezegd. We hadden allebei genoeg van Jeruzalem
wilden wat eten en snel vertrekken richting Eilat wat een fijne
badplaats moest zijn. Als we een broodje Fallafel hebben gegeten, horen
we toeristen over de Blue Mosque en The Golden Mosque, de blauwe moskee
en de gouden moskee. Waarop wij besloten deze te gaan bekijken. Jezus
weer zoiets! Wij die gewend waren lood uit de dakgoten van sloophuizen
te jatten en koperen waterleidingen en gaspijpen met veel pijn en
moeite uit de muren te rukken zagen ineens een hele gouden Moskee,
althans de koepel. We maakten plannen 's avonds terug te komen om het
dak te strippen, helemaal lazarus natuurlijk. En daar is gelukkig ook
niets van gekomen want ze hadden ons levend gevild. We werden 's
morgens wakker gemaakt in een bushokje voor The South Gate.
Arafat de Youthhosteleigenaar stond voor ons, en vroeg ons waarom we
nog niet vertrokken waren. We keken elkaar aan, waren we nou zo dom
geweest?. Stef die sneller ken liegen dan dat het gedrukt word zei: "We
zitten op de bus te wachten, maak je niet druk we zijn zo weg!".
Een kegel van de alcohol van hier tot ginder, maar hij durfde niets te zeggen.
Als onze door ouderdom gebroken wit gekleurde Fiat van de snelweg af
rijd en vervolgens een uur lang op een b-weg slaat hij pardoes af een
zanderig pad in. Nu pas merkten we echt hoe slecht de vering was. Kuil
in en uit en slippartijen deden ons hoofd stoten tegen het dak en ons
gezichten smakken tegen de ramen en elkander. Vloeken als de pest wij
maar het hielp niets want alles wat we zagen was de chauffeurs
bezonnebrilde lachende gezicht in de achteruitkijkspiegel die ons toeschreeuwde
door het bonken van de in kuilen klappende auto heen dat het veel korter was
op deze manier. We reden niet harder dan dertig schat ik zo. De
omgeving werd groener en we bevonden ons nu in een in bloei staande
appelboomgaard, prachtig en het rook er heerlijk. Trots vraagt onze
vriend wat we er van vinden. Ja het is mooi, maar voorlopig zat ik nog
als een krekel met een pennenveer in zijn hol op de achterbank te
stuiteren, dus genieten was er niet echt bij. Als we de ene boomgaard
uit en de volgende in rijden, gebeurd er iets wat moeilijk te
beschrijven valt maar ik zal mijn best doen.
Uit het niets springen er twee reuzen voor de auto. Gewoon voor de
auto. Twee reuzen? Vraagt u uzelf af? Ja! Precies zoals ik het zeg:
"Twee reuzen!" Een tweeling! Ongeveer tweemetertien lang ontzettend
dik en ontzettend lelijk. Ze hadden hele bolle buiken, daarover een
blauwwit gestreept, te klein T-shirt aan wat een beetje matroosachtig
aandeed. Allebei een grote peervormige kale kop met een klein plukje
haar op het kruintje en een grote scheve boventand over de onderlip.
Een te grote spijkerbroek met hangend kruis en beiden op blote voeten
maakten het plaatje compleet. Ze konden zo weggelopen zijn van de set
van Disneys; Japie en de bonenstaak. Over hun shirt kruist een leren
riem waaraan een jachtgeweer met afgezaagde loop op hun rug hing. Ze
sprongen zo voor de auto met hun handen tegen de grill ons
tegenhoudend. Onze sjoof gaf gas bij. De auto slipte zich vast in het
rulle zand. We stonden vast. We hadden ons zelf vast gereden. De twee
reuzen Humpty en Dumpty zal ik ze voor het gemak noemen liepen naar de
zijkant van de auto de geweren van hun rug halen. Ik me van geen kwaad
bewust bleef perplex zitten, de sjoof zat echter van: "Mama mia," en
"Ave Maria," en weet ik veel meer. Hij was goed bang, en dat maakte ons
ook goed bang en zenuwachtig.
De deur van de auto aan mijn zijde word er in een keer uitgerukt met
een reusachtige hand, en word door deze achteloos weggeslingerd alsof het een
reep chocola was. De deur aan Marco's zijde bleef nog net schuin hangen
aan een half scharnier, maar zou je er tegen aan pissen was die er ook
af gevallen. Wij worden aan ons nekvel waarvan ik niet wist dat ik die had en kraag uit de auto getrokken
en in het zand gegooid en beiden neerwaarts gehouden door een van de
enorme poten van de twee monsters want dat waren het gewoon. Op hun
gemak beginnen ze enorme kogels in de lopen te stoppen van hun
dubbelloops afgezaagd jachtgeweer. Eerst een plop en dan een matte klik! Ze waren gevuld en nu dicht
geslagen.
Dit eenmaal gedaan trokken ze mij en Marco mee naar een appelboom waar we ruggelings tegen aan moesten gaan zitten.
Beiden hadden we nu, in plaats van waar we voor gevlucht waren, geen
penis in ons mond maar een dubbele loop. En de trekker in handen van
twee uit Disneyworld ontsnapte randdebielen.
Moeilijk praten hoor met zo'n ding in je mond of eigenlijk gewoon niet
praten. Toch probeer je dat om je leven te redden, maar dat gemompel
verstonden ze toch niet en de sjoof die ook uit zijn auto was gekomen,
zei dat ze geen Engels verstonden. Hij legde snel de situatie uit aan
ons dat wil zeggen binnen enkele seconden, tussen het snelle Italiaanse
'gerap' tegen de 'wonderen der natuur.' Hij vertelde het volgende; Deze broers hun familie was compleet uitgemoord door de Nazi's en zij
hadden vernomen dat die fascistische flikkers zoals zij de jongeren uit Fazano noemden en terecht waarschijnlijk, twee Duitsers op bezoek hadden en die gingen er nu direct aan. Zonder twijfel.
"Als respect aan hun ouders en grootouders."
"Duitsers?" Zei ik met een mond vol staal. Wat klonk als: "Wuitsers?"
"Nou dan is er toch geen probleem, laat ons paspoort zien dan weten ze dat we geen moffen zijn!"
"Holland!" Wat meer klonk als: "Bolland," met die mond vol staal.
"Bolland!" "Bolland!" Alsof Bolland en Bolland mij nu konden helpen.
Marco's ene broekspijp was nat geworden waaruit ik begreep dat hij in
zijn broek geplast had, daar over nadenkende in een flits liep er bij
mij ook een beetje los, wat ik vreemd vond maar dat schijnt automatisch
te gaan als je goed bang bent. 'Onze Italiaan' bleef maar smeken tegen
de 'freaks of nature,' en toen ze eindelijk begrepen dat we niet uit
Duitsland kwamen, zeiden ze heel droog:
"Holland, dat ligt er vlak naast," en de hanen werden naar achter
getrokken. Ik zat met mijn ogen dicht op de knal te wachten die mij
hersenen tegen de stam van de mooie in bloesem staande appelboom zou
spetteren.
Ik hoorde 'onze Italiaan' nu wel erg dichtbij jammeren en ik deed één
oog knipperend van angst en vanwege tegen het zonlicht inkijken, open. Hij was heel snel de voeten van onze beulen om beurten aan het kussen met daartussen smeekbedes in het ratelsnelle Italiaans.
Wat hij gezegd heeft zullen we nooit weten wat wel zeker is dat ik en
Marco een flinke klap met de loop tegen de zijkant van ons kop kregen waardoor we
half versuft weggesleept werden bij de boom vandaan door het zand alsof
we lichte vuilniszakjes waren.
En zo we de auto uit getrokken waren werden we er net zo hard weer
ingesmeten. Onze choof kreeg nog een paar trappen na, vluchtte achter
zijn stuur en startte de auto die nog vast zat in het rulle zand.
Tevergeefs, de auto slipte en de arme huilde van angst.
"Alsjeblieft!" "Alsjeblieft!" Vroeg hij zijn Fiatje.
Een van de tweeling gaf een licht zetje met zijn voet tegen de
achterkant en los schoot hij. Vol gas er vandoor slingerend in paniek,
op en neer door kuilen rijdend. Soms op twee wielen.
Een hard schot klonk en de deur die er half bij hing, liet nu ook los.
Nog een schot, nu vloog de kofferbakdeksel over het dak op de motorkap
tegen ons voorraam aan, met een doodsklap waardoor we ons dood
schrokken en de bestuurder even niets meer zien kon en we haast een
boom ramden. Toen hij sturend de wagen weer recht getrokken had en er
nog twee schoten volgden die ons niet meer raakten, lachten we
hysterisch van angst, adrenaline en zenuwen.
Dat wij onze Italiaanse vriend dankbaar waren en zijn mag duidelijk
zijn. Of ik nog in die grotten geweest ben, kan ik mij niet herinneren.
Dat we dezelfde weg niet terug genomen hebben wel.
Als ze mij en Marco willen verdelen over verschillende auto's om een eindje te gaan rijden, komen wij hevig in protest. Angstig om verkracht te worden. Normaal gesproken is zo een situatie al eng genoeg maar als je dan ook nog eens een paar flinke joints op hebt wordt je daar niet zekerder van, al dachten de oude Hasjhassins, een nomadisch volk wat vroeger verkrachtend en plunderend onder invloed van hasjish hele gebieden uitmoordden en dus helemaal geen last van paranoia hadden, daar anders over. Of juist wel, dat verklaart ook weer een heleboel. Daar komt dan ook het Engelse woord assasin (huurmoordenaar) vandaan. Wij waren op dat moment helemaal geen assasins maar gewoon twee bange in een hoek gedreven pubers die helemaal op het verkeerde station uitgestapt waren en op het punt stonden verkracht te worden door een mannetje of zestien. Ze stonden ons letterlijk aan onze armen te trekken om ons apart een van hun Fiats in te krijgen.
Wat blij waren dan ook toen onze redder in nood verscheen, ik ben zijn naam helaas kwijt maar het was de zelfde jongeman die ons een van zijn huizen in bruikleen had gegeven en ons als chauffeur diende. Hij bleek nogal invloedrijk te zijn want toen hij eenmaal basta had gezegd was het ook basta. Hij gaf links en rechts een paar goed gemikte trappen waar ze lachend of giechelend op achteruit deinsden. Nu viel ons eigenlijk pas goed op waar we in beland waren. Het werd ook uitgelegd door onze chauf. Het was een splintergroep van fascistische afkomst, een soort nazaten van Mussolini. Vandaar ook de zwarte kleding en de legerkistjes. Ze hadden ook een teken waar het hele dorp mee volgespoten stond op de muren: een cirkel met een kruis erdoor, welke in Nederland word gebruikt door de Nederlandse Volksunie, een eigen volk eerst partij. Hoe cynisch dat de volgelingen van het fascisme in Zuid-Italïe allemaal homoseksueel zijn. Hitler en Mussolini draaien zich om in hun graf. Zijwaarts dan. Prachtig.
En dat homoseksuele gedoe vroegen we, ik bedoel een heel dorp vol is weer iets heel anders als de satirische homo uit Little Britain; I m the only gay in the village, me Famwy! Hoe zit het daar mee, we hadden al vier vijf dagen echt geen één meisje of jongedame gezien, alleen een paar oude kreupele zadeltassen. Die kogels verspild geld deden lijken. "Het was en is de schuld van het Katholieke geloof," zei hij. "Vanaf hun tiende jaar gaan ze het klooster in om daar na met een of andere missie naar Zuid Amerika gestuurd te worden". "Dus pakken de jongens onder elkaar zich zelf maar". "Dat moesten we kunnen begrijpen vond hij". Slikkend zeiden we maar dat we dat deden, maar wat was deze man van plan met ons? Gelukkig praatte hij door. Hij had wel respect voor onze manier van denken en leven vandaar onze redding uit de benauwde situatie. En hij zat niet zo om seks verlegen want hij was een van de weinige die rijk genoeg was om af en toe naar de hoeren te gaan in Bari. We slaakten beiden een diepe zucht, van verlichting. Hij bood zijn excuus aan voor de rest van het dorp en beloofde onze nare ervaring te doen vergeten door ons mee te nemen op een uitstapje voor het bezichtigen van de prachtigste grotten van Italïe. Als hij het dan het maar niet over die van zijn maatjes had vonden wij het al lang fantastisch. Het was wel een stuk rijden maar de moeite waard. Wij zaten immers in de wreef van Italië en we moesten zijn in de zool ervan. Maar hij wist sluipwegen binnendoor en het zou niet langer zijn dan twee uur rijden.