dolfijnen flippen eigenwijs voor een boot walvissen verbazingwekkend een flat zo groot een zwarte panter met felblauwe ogen zijn kleur de natuur en prooi bedrogen
tijger pakt een gemaskerde Hindhustaanse visser bij zijn kop leftover een vinger met gouden ring en safier erop
zeekrokodil stroomopwaarts kantelt een bootje éénhapcrackers draait hij in zijn dodenrol stuk voor stuk de vissers murw langs de bodem gesleten geen beet gehad vandaag toch lekker gevreten
olifanten in Sumatra lopen in een minuut een dorp plat verbaast versuft verarmt en berooid roken zij kretek in hurkzit op hun lendedoeken gat
witte of pittbullhaaien die in Afrikaanse baaien kaaien een romp op wieltjes in Kaapstad vloekt Godverdomme vierhonderdvijfentachtig stitches om mij dicht te naaien
een trap op een steenvis of een kwal één kubeke centimeter klein zijn tentakeltjes een enkele prik binnen tien minuten geen hulp bent u dodelijk gestikt
wij nietigen willen toch zo graag op hun lijken Deserteagles, Leopardtanks, Magnum Cobra's maar één keer op het verkeerde moment en de verkeerde plaats zullen wij in een fractie van een seconde onder hun bezwijken
|