Het gekkenhuis, afkickklinieken en sekten The Scientology Church, Flunk! H6 d5
Zesendertig uur na Kelly zit ik op mijn top van ziektegradatie. Nu nog vijf dagen lang een hel door, waar een tikkende klok tergend langzaam loopt. Elke dag leek een jaar, elk uur een week, elke minuut een dag en elke seconde een uur. Nonstop speelt er een liedje door mijn kop, soms huilende soms smekende, neuriede ik het mee:
Thirtysix hours growing in pain wish I was a baby, complete me again. Oh lord I ll be a good boy, please make me well I do anything, to get me out of this hell. Cold turkey has got me on the run..(J.Lennon)
Met mijn reet half vastgeklemd in een emmer, de wc leek oneindig ver en onbereikbaar, vanwege de uitdroging door de diarree, en van oververmoeidheid daar ik vijf dagen niet geslapen had. Met mijn kop in een andere emmer zat ik letterlijk honderdtwintig uur te schijten en te kotsen tegelijk. Om daar tussen in even op bed neer te ploffen en naar adem te happen, uiteraard wel met mijn gezicht in de emmer. Ik wilde niemand meer zien, ook geen zesuur maatjes. Wel werd ik verplicht de flessen Sprite op te drinken, daar ik anders het loodje had gelegd, en werd ieder uur gecontroleerd of ik genoeg vocht tot mij nam. Zeer irritant als je toch niets binnen houdt. Ik kan over deze zes dagen een compleet boek schrijven vol ellende maar daar heb ik nu even geen trek in. De zesde dag begint de pijn te stagneren, en valt mij op, tussen een spleetje, dat er ook nog zoiets als een blauwe hemel bestond. Wat was de lucht eigenlijk fantastisch mooi. Zeker als het zonnetje schijnt. Van die simpele dingen zie je niet, als je gebruikt en zeker niet tijdens het afkicken. Heb je wel iets anders aan je hoofd. een emmer bijvoorbeeld.
Ik moet mijn handen voor mijn ogen houden als ik de gordijntjes opent vanwege het felle zonlicht die in mijn zeer kleine puppillen valt, die je nou eenmaal krijgt van opiaten. Dat duurt ook gewoon een half jaar voordat dat bijgesteld is. Zonnebril op dus. Ik wilde naar buiten, al kon ik bijna niet op mijn benen staan. Had ik mijn grote mond maar gehouden want nu liep ik mee in een wandeling die ook gelijk een oefening was voor autoradiodieven. We moesten vlak langs de auto's lopen en je mocht niet naar de auto kijken en zeker niet in de auto's. Deed je dat wel dan hoorde je de leiding 'Flunk!,' roepen en kreeg je een aantekening voor een dropping van vijf kilometer. Ik was doodziek, sleepte mij door de wandeling heen. Ik kon het echter niet laten, het was een automatisme geworden de auto's te checken. Dat komt hierdoor, als je simpelweg te mager en of te smerig bent om uit winkels te stelen, omdat ze je eenvoudig niet meer binnen laten, of omdat ze je kennen al heb je dan de winkelcentrums van Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis afgewisseld, je gaat gewoon opvallen na een jaar of vijftien. Dan ben je ook nog eens te zwak om in te breken, dus bleef er nog maar één ding over, autoradio's. Lager kan een junkie niet zakken. Ja, je reet verkopen. Of pijpies blazen. Maar daar heb ik altijd voor gepast. Dus ik had aan het einde van de wandeling voor vijfenzestig kilometer aan droppings staan. Die ik wel in gedeeltes mocht doen. Toch aardig van ze. Ik besefte dat ik nog geluk had dat ik een zonnebril op had, want uit mijn ooghoeken had ik wel duizend kilometer verdiend.
Na einde oefening komen we gelukkig weer aan op de Zutphense weg, en ben blij als ik het pand zie staan, ik was verrot, en ging zo snel mogelijk liggen. Na tien minuten word ik uit mijn eerste slaap sinds zes dagen gestoord. Of ik aan wilde schuiven bij de maaltijd? Na grondig gedoucht te hebben, na vijf dagen ranzigheid, schuif ik aan de tafel waar iedereen netjes zit te wachten op mij, en mij een hartelijk applaus geeft. Waarom dacht ik, omdat ik het weer eens overleefd heb? Ik had al honderden cold turkeys "genoten". Dit schijnt nogal iets speciaal te zijn, normaal gesproken probeert iemand zoiets één, twee keer in zijn leven en blijft dan of clean, of haken ze de tweede of derde dag al af en houden het voor gezien, en proberen het dan ook nooit meer. Na het applaus voor mij een applaus voor Meneer Hubbert. Wie was die Wiebertje dan? Ik klapte niet mee. Camiel maant de leiding wederom tot begrip met zijn handen en een knipoog, welke ik had gezien. Wat is er aan de hand? Ik miste iets, was mijn gevoel. Het werd mij snel duidelijk waar ik me werkelijk bevond. Of ik 's middags mee wilde doen aan de eerste les van de therapiecursus. Cursus? Lessen? Ik kreeg flashbacks van school waar ik altijd al een bloedhekel aan gehad heb, al kon ik goed leren. Ik kreeg een grote multomap met blauwe kaft met daarop de titel; The science of knowledge met daaronder gedrukt; written by Hubbert, foundator of the Church of scientology. Ik sloeg de map open. De eerste pagina: Les 1: Vliegen vogels? Ik lees het nog eens, wat een rare vraag. Mijn therapie maatje zit in een omgedraaide stoel tegenover mij haast zijn neus tegen mijn neus. En vraagt mij of vogels vliegen. Ja of lachen is weer 'flunk' en begint de oefening overnieuw. Na een uur geef ik het op en zeg; "Weet je, het is jouw dag vandaag, nee vogels vliegen niet," zonder te lachen. Ik was geslaagd en mocht naar les twee. Dat was mij uitschelden voor alles wat ze wilden, en ik mocht niets terug zeggen, laat staan boos worden. Binnen twee minuten kaffert de jongen mijn moeder uit en ligt hij knockout achter zijn stoel, en word ik na een stevige knokpartij vast gegrepen door wel zes man, en boven op de zolder voor vierentwintig opgesloten in het duivenhok. Vliegen vogels, vragen ze dan. Stelletje spoorlozen. Nu zit ik zelf in een duivenhok. Ben Birdy niet! Wat denken ze wel? Bloedlink was ik, wilde hier weg en begon aan mijn uitbraak.
|